HERMAN ROBBERS
ARP en onrusl
„de 18"
Christen
Grenzen van (te macht
WEL EERLIJK
MAAR
NIET
mooie woorden kregen hnn
OPINIE
congé
Afgedankte
litteraire
junta's in
schoolboek
en secularisatie
Lotgevallen In
een vreemd land
BRT viert
vijftiende
verjaardag
Karl Richters
kijk op Bach
J. McCarthy
de rol
van Amerika
als wereldmacht
Geen hondje aan de lijn
ïe*w dagen verder
Ons grote kleine land
Grote stemmen
van onze tijd
Pinget geen
vernieuwer
ZATERDAG 26 OKTOBER
De uitgeverij Elsevier heeft door Wim J. Simons een
bloemlezing laten samenstellen uit Elsevier's Geïllustreerd
Maandschrift 19051937. Het is een boek geworden van
263 bladzijden, keurig en ouderwets-solide uitgegeven en
niet duur 14.90). Deze bloemlezing van poëzie, verhalend
proza en beschouwend proza van ongeveer 75 auteurs is
bedoeld als een eerbetoon aan Herman Robbers, de man die
het genoemde tijdschrift ruim dertig jaar heeft geleid en er
zijn persoonlijk stempel op heeft gedrukt. Het was namelijk
op 4 september j.l. honderd jaar geleden dat Robbers werd
geboren.
schets: Herman Robbers 1868 -
1937. En dan komen de bijdra
gen van al die namen die mij
uit mijn literaire jeugd zo ver
trouwd zijn en waarvan ik al-
leen maar enkele minder be
kende vermeld: Richard de
Cneudt, Dop Bles, J. J. van
Geuns, Louis de Bourbon. J.
van Hattum, Fenna de Meyier,
Dr. A. Aletrino, Wally Moes,
Frits Hopman, Johan W. Schot
man en Maria Viola, om niet
meer te noemen.
Dit is nu echt een boek voor
hen die de tijd van Robbers
hebben meegemaakt Persoon
lijk kijk ik niet graag terug; ik
kijk liever vooruit. Leven bij
het verleden is voor ouderen
een verzoeking en kan een ge
vaar betekenen. Maar een enke
le maal is het toch wel goed
geconfronteerd te worden met
de literaire periode van onge
veer een halve eeuw geleden.
De schrijvers waren in aantal
nog te overzien; ze konden met
elkaar op een groepsfoto. Men
kon hun werk bijhouden. Een
debuut kon no£ een gebeurtenis
zijn. De auteurs hoefden nog
niet te concurreren met de tele
visie; de lezer had nog een
beetje geduld en tijd.
Mag ik, na deze publicatie bij
literair geïnteresseerden en le
raars Nederlands te hebben
aanbevolen, me nog even ver
der laten gaan in de herinne
ring aan de tijd van Robbers?
Mijn eerste kennismaking
met de Nederlandse literatuur
dateert van 1904 of 1905; ik was
toen tien jaar. In een plaatse
lijk advertentieblad was een
bon afgedrukt, die tegen beta
ling van 10 ct. recht gaf op een
geïllustreerd boek, getiteld Het
Boek van 1904.
Daar stonden ze allemaal in:
Tegenover de titel een portret
van Robbers, rechts van opzij
gezien, met lorgnet, grijze snor
en spits grijs baardje aan de
wat terugwijkende kin. Vrien
delijke kraaiepootjes bij het
ene zichtbare oog. Door kaal
heid terugwijkend voorhoofd.
Stijve linnen boord met om
geslagen punten. Gestreepte
das.
Een Verantwoording van de
uitgeverij en een korte levens-
Dr«. G. Puchinger schijnt er
een bijna boosaardig genoegen
in te hebben lezers en re
censenten met de tong uit de
mond achter zich aan te laten
draven. Wie toevallig nog
midden in de lectuur van de
betrekkelijk recente serie over
de veranderde gereformeerde
wereld mocht zitten, reallsere
zich dat weer twee verse Pu-
ehingers op hem liggen te
wachten: bakstenen van boe
ken over resp. „Christen en
secularisatie" en „Hergroepe
ring der partijen".
Het betreft hier de gebun
delde interviews, die de
schrijver in de loop van '67 en
'68 heeft gehouden met een
aantal coryfeeën op voorna
melijk theologisch en politiek
gebied. De vraaggesprekken
vulden in meerderheid al eer
der de kolommen van het
SSR-orgaan „Libertas ex Ve-
ritate".
De drukinkt van ..Hergroe
pering" is nog nauwelijks op
gedroogd. Beperken wij ons
daarom voor het ogenblik tot
„Christen en secularisatie",
waarin theologen als Miskotte,
Gollwitzer, Küng, Berkhof,
Rothuizen en Bluyssen met le
ken als Schmelzer. Schut (de
minister)Wijngaarden en
Boekestijn hun zegje zeggen
over.... ja, over heel veel dat
met het zo complexe
vraagstuk van de secularisatie
maar weinig te maken heeft.
Dat is het zwakke punt in
dit boek. Het woord secula
risatie fungeert als kapstok,
waaraan de geïnterviewden zo
losjesweg een hele massa uit
eenzettingen ophangen, vooral
over persoonlijke ervaringen
en antecedenten, uiteenzettin
gen die soms facinerend zijn,
maar niet of nauwelijks bij
dragen tot verheldering van
het begrip waar het om gaat.
Neem het interview met prof.
Miskotte. Een meesterstuk.
Voor ons het hoogtepunt van
de bundel. Maar de secula
risatie wordt er slechts en
passant in behandeld en is er
eigenlijk wat met de haren bij
gesleept.
Waar de geïnterviewden
hun mening over de secula
risatie als theologisch, sociolo
gisch en historisch fenomeen
trachten te formuleren,
ontstaat een spraakverwar
ring, die de naar verduidelij
king snakkende leek duizelin
gen bezorgt. Hier en daar gaat
wel enig licht gloren, maar
juist dan breekt het gesprek
af en staan we weer in het
schemerdonker.
Nemen we de secularisatie
op de koop toe en laten we
nevenbegrippen als secula
risme en emancipatie voor
wat ze zijn. dan houden we
een uiterst leesbaar boek
over, paradoxaal genoeg voor
al leesbaar door de uitweidin
gen die niet met het onder
werp te maken hebben. Want
drs. Puchinger kan mensen
ongelooflijk boeiend laten
praten, 't doet er niet toe
waarover. (Uitgave Meinema,
Delft 501 blz., 12.50).
Een gewoon Antwerpens ge
zin vader, moeder zoon en
dochter door een vreemd
land. DE LOTGEVALLEN van
het viertal, die Hugo Raes
verhaalt, beginnen met het
oversteken van een meer in
een zwarte houten roeiboot.
Aan de oever is men in het
andere land.
Eerst voldoet het gezin aan
een merkwaardige opdracht.
Midden in het bos laat men
het achterlijke broertje ach
ter, zittend in een verchroom
de kinderstoel. Geen woord er
verder meer over. Even later
knipt moeder de nagel van de
grote teen van het meisje, om
dat het lopen wat moeilijk
gaat. Dan beginnen de avon
turen in het science fic
tion-land.
Hugo Raes brengt in zijn
voorleesboek ongemerkt een
•cherpe tegenstelling. Hij ver
telt met een banale woord
keus, alsof het een verslag is
van een schoolreisje met
snoepjes, limonade en plasjes,
die nodig gedaan moeten wor
den. Maar ondertussen draven
daar de gevaarlijke dwergen
rond; wordt men bijna ver
pletterd door landbouwmachi
nes als huizen zo groot; moet
goeder een behandeling on-
éargaan in een zoölogisch
proefstation met vreemd in
elkaar getransplanteerde
monsters -en is daar de on
bestemde oorlog tegen de be
woners van geldstad.
Met zijn knap gehanteerde
tegenstelling bereikt Raes, dat
die wereld van nachtmerries
dichtbij komt. Neem de
geldstad. De mensen zijn ge
makzuchtig in welvaart weg
gezakt. Ze zijn oppervlakkig
en stompzinnig geworden.
Door het bizarre heen
bespeurt men een angstige
toekomstvoorspelling: geeste
lijke degeneratie.
Maar dat is niet de con
clusie van het viertal. Het ge
zin stapt opgewekt verder, al
le tegenslagen incasserend, om
tenslotte in een inktzwarte
duisternis van elkaar af te
drijven. Zijn ze verloren? Of
is daar toch nog het konijn of
de luchtkussenboot om ze te
redden? Zo belangrijk is dat
niet meer in dit nachtmer
rie-verhaal, dat hoogstens
geschikt is aan zeer goede
kennissen voor te lezen, zo
men zich daartoe geroepen
voelt. Want enkele obscene ta
ferelen konden kennelijk in
dit wat flodderig uitgevoerde
Bezige Bij-boek niet verme
den worden. (216 bldz. ƒ9.50)
Louis Couperus, Is. Querido, de
kort tevoren overleden Henri
Hartog, Herman Robbers en
nog enkele vrouwelijke auteurs;
dat zullen wel Top Naeff en Ina
Boudier-Bakker zijn geweest
Een onberedeneerd gevoel van
geestelijke verwantschap bond
mij aan dat boek. Er stonden
ook afdrukken in van kopergra
vures van Dupont.
Later bouwt men op zulke
eerste indrukken voort. Na een
interim-periode waarbij mijn
belangstelling voornamelijk in
muziek opging, pakte ik de lite
raire draad weer op toen een
groep van jonge protestanten
creatief aan literatuur ging
doen. We hebben in Rotterdam
een jaar of zeven lang een ei
gen literaire kring gehad.
Hoe was het totaalbeeld van
de Nederlandse literatuur zo
tussen 1920 en 1940? Er was een
sterke nawerking van Tachtig;
deze beweging was zo ongeveer
heilig verklaard. Tegenover de
ouderen moest men niet wagen
aan Tachtig te tornen 1
Daarna was Albert Verwey
gekomen als leider van De Be
weging. Wij vormden ons aan
de lectuur van zijn kritieken en
aan die van Carel Scharten, na
vooral onder de indruk te zijn
geweest van het proza van Lo-
dewijk van Deyssel. Het was de
tijd dat de Tachtigers zeventig
werden.
Het was ook de tijd van een
eigen socialistische literatuur:
Querido, Heijermans, Van Col-
lem, en van communistische
tendenzen: Herman Gorter en
Henriëtte Roland Holst
Het was ook de tijd van een
opkomende protestants-christe
lijke literatuur. Deze werd toen
nog au sérieux genomen: zo
prees Is. Querido De Lichte
Last van G. Schrijver en wist
HERMAN ROBBERS
Henri Borel waardering op te
brengen voor werk uit onze
groep. Later erkende Menno ter
Braak de betekenis van J. K.
van Eerbeek.
Omstreeks 1925 deden ook de
roomse jongeren van zich spre
ken. De zuilen waren toen nog
stammen met groeikracht!
Men aanvaardde om zo te zeg
gen eikaars geloofsbrieven. De
calvinisten (in de ruimste zin)
de roomsen, de roden en de hu
manisten waren onderling er
kende volksgroepen en weinigen
De BRT bestaat vijftien jaar
en dat betekent meteen dat er
even zo lang televisie is in Bel
gië. Dit wordt door onze
Vlaamse buren gevierd met ne
gen speciale avondprogramma's
op de buis, die allemaal veel
geld mochten kosten.
Er is gezorgd voor veel varia
tie, want de produkties lopen
van moordzaak via een pas
sie-poppenspel tot de opera
„Prinses Zonneschijn" van Paul
Gilson.
zagen er kwaad in dat. ze met
een eigen literatuur kwamen of
probeerden te komen. Maar dan
komt er omstreeks 1930 toch
een duidelijke wending.
Het levensgevoel van de oude
generatie, gevormd voor de
Eerste Wereldoorlog, behoort tot
de historie. De nieuwe litera
tuur ïs korter aangebonden. Ir
de poëzie dringt naast het ver
hevene ook het gewone op.
Scherpe ogen als van Ter Braak
zien de scheuren in de muur
van de negentiende-eeuwse
burgerlijkheid. De moderne
bouw- en interieurstijl ontstaat
Vliegerij en radio beginnen de
samenleving te veranderen.
De erkende grootheden van
vroeger onder wie Herman
Robbers en vooral Querido en
de criticus Dirk Coster, werden
door de jongeren met vervroegd
pensioen gestuurd. Het mooie
woord, het bijzondere woord,
het grote woord, de woorden
die te veel waren en geen wer
kelijkheden meer dekten, kre
gen hun congé.
Zo gaat dat nu eenmaal, omdat
literatuur het leven spiegelt. De
afgedankte literaire junta's komen
In de schoolboeken terecht en le
raars proberen nog decenniën lang
dit museale cultuurgoed aan hun
leerlingen kwijt te raken. Het is
allemaal examenstof geworden en
vooral stof. Want het lukt In Ne
derland maar niet een literaire tra
ditie te vestigen en levend te hou
den. Evenals In een Zuldameri-
kaanse republiek volgen de macht
hebbers elkaar op.
Maar Herman Robbers staat
vandaag wel zo ver ven ons af,
dat hij en de tijdgenoten die hij de
moeite waard vond, met elkaar een
boek kunnen vormen dat de bete
kenis heeft van een literair tijdsdo
cument. Literatuur was toen zelf
genoegzaam en sacrosanct.
Vandaag is de literatuur ongege
neerd en geëngageerd. Ook dit la
het laatste woord niet. Wat kan de
literatuur meer zijn dan
„Bruch8tücke einer grossen Con
fession". geschreven door kinde
ren van hun tijd?
Dr. C. RIJNSDORP
Karl Richter heeft zijn geheel
verantwoorde kijk op Bach. Hij
getuigt ervan in de beide
prachtige platen waarop Ar-
chiv-Produktion de zes Bran-
denburgse concerten heeft vast
gelegd (SAPM 104.971/2). Heer
lijk, klare muziek, gespeeld
door het Bach-orkest uit
München, met eersteklas so
listen als Pierre Thibaud, trom
pet Clement hobo, Schneeber
ger, viool, om ons tot hen te
beperken maar ze zijn allen
opmerkelijk. Zeker óók de bei
de blokfluiten: Hans-Maryin
Linde en Günther Höller. En de
wijze waarop de klank is afge
wogen is zodanig, dat er ook
van èlk der instrumenten volop
te genieten valt. Met de toelich
ting die bij de platen is ge
voegd mag men als luisteraar
zeer ingenomen zijn.
Amerika moet volgens senator McCarthy proberen,
zijn werkelijke macht te analyseren door ze te vergelijken
met de verantwoordelijkheden, die het op zich heeft ge
nomen. Het moet maatstaven aanleggen bij het beantwoor
den van zijn verplichtingen, zowel wat plaats als gradatie
betreft. Met andere landen moet worden gezocht naar een
breder en realistischer verdeling van verantwoordelijkheden
in de wereld.
De senator, die zich in het
begin van dit jaar tegen presi
dent Johnson keerde vanwege
diens Vietnambeleid, zegt dit in
het eerste hoofdstuk van zijn
boek „The limits of power
America's role in the world",
waarvan onlangs een Neder
landse vertaling is uitgekomen
bij Uitgeverij In den Toren te
Baarn (135 blz.,) onder de titel
Grenzen van de macht de rol
van Amerika als wereldmacht.
Hij heeft kritiek op het grote
aantal (militaire en andere)
verdragen, die zijn land na de
Tweede Wereldoorlog heeft
gesloten om de gevaren af te
wenden, die in Europa en Azië
dreigden. In het tweede
hoofdstuk blijkt al dadelijk,
hoe wankel de basis is, waarop
hij tot dusver heeft gebalan
ceerd.
Hij schrijft daar dat de Navo
„ongeveer 20 jaar oud is en
reeds tekenen van ouderdom
vertoont. Frankrijk is er prak
tisch al uitgestapt en andere le
den eisen dat dit verdrag ge
wijzigd wordt".
Sinds de senator deze woor
den schreef vielen de Russen
Tsjechoslowakije binnen en
bleek voor het eerst sinds 20
jaar, hoe gevaarlijk het is, zich
aan illusies over te geven. Hoe
bedroevend het ook mag zijn
het is oonieuw bittere noodzaak
geworden, de Navo te verster
ken.
Voor wie iets meer wil weten
van de plaats die de theologie
op het ogenblik inneemt in de
Rooms-Katholieke Kerk, heeft
de rechterhand van prof. dr. E.
Schillebeeckx, drs. T. M.
Schoof, een bijzonder boeiend
boek geschreven. „Aggiorna-
mento, de doorbraak van een
nieuwe katholieke theologie",
laat zien hoe de wortels van het
nieuwere denken reeds vroeg in
de vorige eeuw te vinden zijn.
Ook de nieuwere rooms-ka-
tholieke theologie is veel meer
kerkgebonden dan de reforma
torische. De toppen zijn minder
hoog. Nog altijd beschikken,
meent de schrijver, de
rooms-katholieken niet over
een Barth, Bultmann of Tillich.
De theologie neemt een raadsel
achtige plaats in de kerk in.
Maar niet langer is zij het ge
dweeë hondje aan de lijn van de
kerkpolitiek
Rome kan daar nog altijd
niet aan wennen. Eer er nog
iets bekend was over de moei
lijkheden rondom zijn leer
meester Schillebeeckx. schreef
Schoof al: „Er schijnen zich
achter de schermen vreemde
manoeuvres af te spelen in de
kerk van Rome." Die woorden
hebben wel een bijzondere ac
tualiteit gekregen. Belangrijker
echter is dat dit boek van 288
pagina's uitgegeven in de serie
..Theologische monografieën"
door Het Wereldvenster te
Baarn laat zien hoe de theolo
gie „bij de tijd" is gekomen.
GOUD voor Jan en Ada,
brons voor Mia, driemaal
zilver voor roeiers en fiet
sers, houd dan maar vol dat
een klein land niet groot
kan zijn!
Drie problemen houden ons
in eigen land deze week vooral
bezig: onderwijs, defensie en
inkomensverdeling. Onderwijs
niet zozeer door de weer uitge
broken onlusten in Amsterdam
als wel door het stoutmoedige
plan van prof. dr. K. Posthu
mus om de studieduur te bekor
ten, elke eerstejaars examen te
laten doen en het promoveren
te bevorderen.
Defensie door wat de Kamer
te horen krijgt: we gaan 415
Duitse Leopardtanks voor f 500
miljoen kopen, we verkopen
onze Starfighters niet aan de
Duitsers, mede uit Navo-be-
zorgdheid voor het Russische
optreden in Tsjechoslowakije
en de Middellandse zee, en dat
alles kan ons op een hoger de
fensieplafond te staan komen.
De PvdA heeft plannen voor
diensttijdbekorting en reorga
nisatie van de strijdkrachten,
o.a. door luchtmacht en leger
Ineen te doen vloeien.
Derde discussiepunt: de ver
deling van de koek. Groot- en
kleinmetaal stellen 16 pet.
loonsverbetering in drie jaar
voor. De radicalen willen een
parlementaire enquête naar de
vraag wie er aan de econo
mische touwtjes trekken, maar
de werkgevers vinden zoiets
overbodig (zegt trouwens ook
Den Uyl niet: Dat weten we
allang?). Een kritisch geluid
over winstdeling doet professor
Van Muiswinkel onmiddellijk
delen in de algemene verkette
ring die in de mode is.
In de economische sfeer ver
der: het Britse verfconcern
MacPherson neemt de
Overschiese Tollens over. De
Amerikaanse Dow komt niet
naar Delfzijl. B. en W. van Den
Haag zijn bezorgd over de
werkgelegenheid daar en ma
nen tot kalmte met de spreiding
van rijksdiensten. EMS, nog
steeds Zwolsmans EMS. moet
volgens de wijze mannen een
fusie aangaan om zich uit de
nesten te redden. De Végé stort
zich in de prijzenslag en de zie
kenfondsraad wil hogere pre
mies.
De kosmos is ons deze week
met de geslaagde reis van de
Apollo-7 weer wat vertrouwder
geworden en de droomreis van
de mens: richting maan. wordt
steeds waarschijnlijker. Da
lende vredeskansen alweer in
het Nabije Oosten, bezorgdheid
bij Tito over de Russische drei
ging, en altijd de vraag of het
er nog van zal komen: de vrede
in Vietnam
DEZE WEEK GEZEGD:
„Harder kon ik echt niet"
(Ada Kek)
„Het leek wel of ik een klap
in mijn gezicht kreeg toen de
uitslag bekend werd gemaakt"
(Rudi Lubbers, bokser)
„We leven niet meer in de
eeuw van het kind." (P. Brink
man, voorzitter van de Kinder
boekenweek, over de omzet van
kinderboeken).
„Discussies van vakgeleerden
kan men op het ogenblik nau
welijks meer buiten de algeme
ne publiciteit houden. Maar
men stelle zich de goegemeente
voor, die zelf niet tot kritisch
onderscheiden onderlegd, dag
na dag wordt overstelpt door
twijfelende vragen rondom
vrijwel allo details van het
christelijk geloof" (Kardinaal
Alfrink).
Hierbij behoeft niet in de
eerste plaats aan militaire mid
delen worden gedacht. Zelfs
Frankrijk heeft begrepen, dat
onder de gewijzigde omstandig
heden aan nauwer samenwer
king niet valt te ontkomen.
Even verder in het tweede
hoofdstuk beweert hij. dat de
Amerikaanse regering (tijdens
het bewind van Eisenhower)
verstek liet gaan. toen de kri
tieke vraag aan de orde kwam,
of Amerika bereid was, Frank
rijk in Tndochina openlijk mili
tair te steunen. 3
Het is nl een bekend feit. da£
geruime tijd voor de Franse ne
derlaag !n Dien Bien Phoe mili
taire hulp werd aangeboden
(het inschakelen van de Ameri
kaanse luchtmacht), maar dat
de regering te Parijs er geen
gebruik van wilde maken.
Ook doet het nu merkwaardig
aan te lezen (op blz 87), dat
„wij moeten erkennen, dat ver
mindering van de spanning in
Europa uiteindelijk de weg kan
openen naar een non-agres
siepact tussen de Navo en de
landen van het Warschaupact.
Alleen onder die voorwaar
den zo gaat McCarthy voort
en in een dergelijke context
kunnen wij de bouw tegemoet
zien van een Europa van onaf
hankelijke kracht en invloed".
Voorlopig moet dit Europa dus
nog wel naar het rijk der fabe
len worden verwezen.
Er zijn meer voorbeelden te
noemen. Ook de manier, waar
op hij de gebeurtenissen in In
donesië (blz. 125) afdoet om
toch maar aan te tonen, dat het
met de agressieve bedoelingen
van Peking wel meevalt.
Het is Jammer, dat McCarthy
van zijn verhaal een puzzel heeft
gemaakt, die nu eenmaal moest
kloppen. McCarthy mag een eerlijk
politicus zijn, maar dat neemt niet
weg dat In zijn boek de objectivi
teit zoek is, evenals het lei
derschap, waarop hij aanspraak
meent te mogen maken.
J. DEN BOEF
D tenor Fritz Wunderlich (in
1966 na een ongelukkige val
overleden) was een zanger met
een prachtige stem. In HMV's
succesvolle serie „Grote stem
men van onze tijd" werd als
nummer 3 een reeks operet
te-liederen bijeengebracht
(SXLPH 20007). Wunderlich
zingt daarop magnifiek bekende
delen uit operettes van Léhar,
Kalman, Künneke en Fall.
Onder hetzelfde hoofd mag
zeker de Decca-lp DDX 19 0045
worden gerangschikt. Deze
maatschappij bracht de alt
Kathleen Ferrier nog eens op
een plaat met Volksliedjes uit
Engeland, Schotland en Ierland.
Eenvoudige liedjes, die een uit
zonderlijke allure krijgen dank
zij de warme alt van deze on
vergetelijke zangeres.
Robert Pinget vertegen
woordigt in Frankrijk een van
de stromingen, die vernieu
wing pogen aan te brengen in
de romantechniek. Zijn werk
is doordrongen van de on
macht om de realiteit weer te
geven, omdat de werkelijk
heid steeds weer anders is.
In „De zoon" probeert een
vader zijn zoon, die van huis
is weggelopen, een brief te
schrijven om hem ertoe te be
wegen terug te keren. Hij
slaagt er niet in zich duidelijk
uit te drukke* en de zoon
blijft weg.
(Uitgave Polak en
Van Gennep, Amsterdam, 167
blz., 7.90).
(Van onze parlementsredactie)
NIEUWE partijen schieten als paddestoelen uifj
grond. Binding Rechts, de Verenigde Protesta
Partij op de Veluwe, in Friesland stond een el
„leader" op. Het zijn alle symptomen dat de werke|
partijvernieuwing die even in de stroomversnelling
te zijn, in rustiger water is gekomen.
Hier en daar zorgt een klein rotspuntje nog voor wat 1
ring: de ARP gaat naar een „Unvollendete" met de
en de PvdA gaat nu toch praten met PPR en PSP. En d
er nog het draaikolkje van de christen-radicalen die don
worden van de PPR. I
Het is met de partijverhoudingen als met een ijsberg. B
water is niet zoveel te zien, maar de massa zit onder de w|
spiegel
Een deel van die massa is de achterban van de partijen.
kan men toch wel een interessante ontwikkeling besper
dat geldt met name voor de confessionele partijen en hel
sprek in „de 18". Het is niet voor het eerst, dat in CHU en I
de laatste tijd ook in de ARP zelf geruchten zijn vat)
zekere irritatie over de koers van de ARP. Wat willen die j\
nu eigenlijk? I
Je hoort die geluiden niet bij de leiding van de partij,
niet in delegaties naar het gesprek in „de 18", maar zuiva
de achterban. Deri Uyl weet dat ook. Daarom vroeg hij b
algemene beschouwingen zo belangstellend naar Biesher
mening over Drachten: samen uit, samen thuis. Den Uyl 1
ook dat Biesheuvel in de positie verkeert enkele schakeril
te moeten vertegenwoordigen.
Narrig
De socialist had Biesheuvels antwoord, dat hy oerigens
kreeg, eigenlijk zelf wel kunnen bedenken. In hetzelfde d
even vóór Den Uyls interruptie, had Biesheuvel op vry 1
wyze Aarden de grond ingestampt: een warrig verhaal
Aarden, zei h(j. Uitgerekend nam hy de man op de korrel
wie hy deze week is gaan praten over toenadering, sal
werking.
Jurgens van de PPR zei na dit gesprek, dat anti-revol
nairen het nooit kunnen laten over inspiratie te praten. Hei
even goed kunnen zijn: de anti's kunnen het nooit laten
politiek te doen.
Het gesprek met de PPR wordt voortgezet in nover
„Wij voeren de resolutie van ons Partijconvent uit", zegt i
zitter Veerman aan ieder die het wil horen. Maar tegeli
tijd meet hij het fundamentele verschil tussen de ARP en
nog eens breed uit op een vergadering in het Westland,
van hij toch niet de illusie gehad zal hebben dat alles wj
daar zei inderdaad besloten zou blijven. „Openheid, maa
voorkeur samenwerking met andere christelijke partijei
ons, de PPR zoekt zichzelf en maakt zich sterk in het afz
tegen anderen." Geen concentratie, maar in wezen onverdr
zaamheid, concludeert hij.
Veranderen
Is het voor méér mensen in zijn partij dan die besloten
waar hij sprak, dat hij de populariteit van het kabinet-De
signaleert? Het is alsof hij al wist van het interessante 1
kiezingsonderzoek dat gisteren is gepubliceerd, waarbij de ffy
zes zetels zou winnen en de CHU twee. ^oi
Uitlatingen van Veerman in de week dat hij zo'n „goe
keihard" gesprek met Aarden en Jurgens had. Men magP'e
benieuwd zijn wat Biesheuvel gaat zeggen bij de spreekbetëer
die hij nog vervult voordat het gesprek met de PPR v£)a
voortgezet. De avond daaraan voorafgaand spreekt hij in SUe
kanaal, samen met Mellema. Ook Biesheuvel is anti enu
het niet laten aan politiek te doen. rc
En dan mislukt het kontakt met Aarden en dan zal detffll
concluderen dat de basis voor samenwerking ontbreektjee?;
men zich vergist heeft in de ARP. Is het een wonder dfc0(
CHU en KVP zich niet te ongerust maken over de L-.
van de ARP? Dan komt de duidelijkheid vanzelf wel, r»
men. ficJ
lij/c
Voor de ARP verandert er weinig, behalve dat de maih.-.
vreerruimte wat minder is geworden. Het belangrijkste r
voor Biesheuvel zal z(jn. dat hy de radicaliteit van de f""
wil inbrengen in het gesprek met „de 18" en daarbij heef
zijn christen-radicalen hard nodig. Voor de laatsten een r E
te meer om niet al te veel ondersteboven te zijn van het j°al
lukken" van het gesprek met de PPR. ooo
Mertens
keï,
ficJi
Over de PPR gesproken. Aarden c.s. zijn gelijk ingesorcf'
op de rede van Mertens, dat er eens iets gedaan moet wqf
aan de fusies in Nederland, aan die onbestemde „groep?!
200 mensen die de dienst in ons landje uitmaken". Aardei?"1
een parlementaire enquête. Hij grijpt meteen maar naaf®"
zwaarste middel dat hij kan bedenken. We
Het is een mooi voorbereid spel. Mertens heeft er op l.
wachten: „Alle politieke partijen zouden zo iets mij
doen". In voetbaltermen zou men zeggen: „Aarden neem ^5
voorzet van Mertens mooi samenspel meteen op de
en schiet op grandioze wijzenaast.
De grote oorlogsfilosoof Von Clausewitz wist het we
moei geen oorlog beginnen, waarvan je zeker bent dat j
verliest. In politieke termen vertaald: er mankeert iets aar
politieke benul als je aan iets onmogelijks begint.
Misstanden
O
!cfl1
Aarden stelt zich voor met een commissie uit het parle*'le'
aan te komen bij Philips. Unilever, nog meer economische 7
zen en op een teken van de voorzitter van de parlemen 'ar
enquêtecommissie begint de getuige omstandig de missta lp"
uit te leggen, waaraan hij zich in zijn economische mar
positie heeft schuldig gemaakt.
Hij moet wel want volgens de wet van 1850 kan de parleir
taire enquête een getuigenis afdwingen. En er moeten
misstanden zijn, want anders lijkt het zware middel va 1
parlementaire enquête wel wat zwaar. tioo
Aarden kan het natuurlijk ook anders formuleren: hy
uit van een bekende misstand. Maar dan is zijn voorstel 01jj
bodig. Den Uyl heeft al gezegd: ,.Het probleem is niet wi
economische macht in handen heeft. Dat weten we vrij nr
keurig. Het probleem is- hoe kunnen we die macht controle?0'
Met andere woorden: Aarden, denk toch eerst eens na vod.
iets voorstelt; er wordt toch al gewerkt aan herziening *s
het ondernemingsrecht. r!°'
- - ëint
Ouc
lonj
Of is Mertens van het NKV als animator opgetreden? fc
Albeda heeft al eens een keer gezegd: laten de vakbonden?
minder aan politiek doen. Prof. Van Muiswinkel hield i
week een opmerkelijke rede die enig misverstand wekte,
zou zeggen van het optreden van Mertens: C'est le ton^v
fait la musique.
De toon die Mertens aanslaat, maakt de muziek vals.
Muziek