JAMES
Charlotte
Pallandt
van Israël
Recht op de weg
van
Teder
heid
ir
KONINGEN
Meesterwelbedankt!
ZATERDAG 15 OKTOBER 1MB
»k-
iej ,De liefkozing is het verganke-
e geluk van de hand, die door
ongeluk gedreven de troost
kt van de ander, na de omweg
igs de dingen en demonen. De
kozende hand zwijgt. De stilte
hi tooit het menselijke spreken",
co[ jt Ton Lemaire (27) In zijn es-
„Tederheid".
noemt de tederheid „afstande-
beschroomd „lief", melancho-
Zij is de zachtmoedige aan-
jj, ht voor de ander, ernstig en
trust van de afstand die haar
ja leidt van de geliefde. Zij ie zich
rust van de uiteindelijke onbe-
,j€ cbaarheid van de geliefde en
haar eigen eenzaamheid.
neemt het op zich het besef
de geliefde sterfelijk ie, te ver
en en mee te maken."
In de periode van flower-po-
en „make-love-not-war" is
e 1 derheid" wel een zeer eigen-
s essay. Maar het is ook gela-
eeji met het fatalisme en pessl-
lei me van de tijd: „Laten we
ht zijn voor eikaar, want het
ws sn is een onduldbare pijn",
,no is slechts zelden gefilosofeerd
,UI ir de uitingen van en de drijfve-
jlc tot tederheid, „want", zegt Le-
X re: „Het is immers de eigen-
gpjdigheid van het menselijk
taan, dat datgene wat het
it van nabij wordt beleefd,
er het meest tegen verzet om
ban van het denken te
Ook daardoor is het le-
dit boek een herkenning
het eigen innerlijk leven. Te-
iar heid immers, het mededogen
de kwetsbaarheid van de an-
ls niemand vreemd.
naire heeft zich voornamelijk
erkt tot de rol van de teder-
Omd 'n de erotische relatie tussen
en vrouw. Aan de tederheid
opzichte van de medemens, de
va nden, het dier en dingen die
persoonlijke waarde bezitten,
ft hij weinig aandacht besteed,
k h, ondanks tekortkomingen en
I cenningen van bepaalde waar-
bijvoorbeeld de religie
„Tederheid" een opmerkelijk
dooi voor wijsheid en mededo-
het 'bo. Utrecht, 109 blz., f 7,90).
de
De echte bluesgekken (en
tegenwoordig loop je mooi
voor aap als je dat niet bent)
zullen zich van het American
Folkblues Festival van vorig
jaar de figuur van Skip James
nog wel herinneren. Hij char
meerde z'n publiek met een
allerliefst falsetstemmetje en
een hemelse glimlach; hij zat
daar de goegemeente met een
kijk-mij-eens-happy-en-relaxed
-zitten-te-wezen-snuit bij het
leven te belazeren.
Het publiek trapte erin; het
klapte z'n handen stuk en vond
hem een aardige man. Ten on
rechte. Want wie op de teksten
heeft gelet, kon het horen: hier
zat een uiterst trieste figuur
heel navrante dingen te zingen.
Het ging over ziekenhuizen,
ongelukkige liefdes, en wat dies
meer zij: In a hospital here,
Washington DC/didn't have no
body to visit me/because I was
a poor man/but I was a good
man/you understand. Deze paar
regels uit de Washington DC
hospital center blues zijn van
de laatste jaren. In 1964 werd
James namelijk herontdekt
toen hij in een ziekenhuis lag.
Men vroeg hem hierover een
blues te schrijven. Hij voldeed
aan dit ietwat eigenaardige ver
zoek.
In 1930 werden er van Skip
opnamen gemaakt. Naar zijn ei
gen zeggen waren het er 26,
maar er zijn er nog maar zeven
tien van overgebleven, die ge
deeltelijk zijn heruitgegeven
door de labels Origin en Roots.
Voor deze 26 opnamen bij Para
mount uit '30 kreeg James een
fooi, meer kan het niet geweest
zijn. (Peter Guralnick noemt
een bedrag van 40).
Dat deed de deur dicht. Ja
mes staakte het zingen van de
blues en ging op de gospel-toer.
Hij reisde naar Texas waar zijn
vader dominee was. Skip wordt
in 1932 zelf Baptistenpredikant.
In 1964 terug en men haalde
hem weer over om de blues te
gaan zingen. Hij ging op dit
verzoek in maar wel onder de
voorwaarde dat er eerst geld op
tafel moest komen voordat hij
zou optreden.
Een ding blijft moeilijk te
verklaren: als James van '30 tot
'64 geen muziek heeft gemaakt,
hoe is het dan mogelijk dat z'n
gitaarspel zo veel gecompliceer
der is geworden?
Peter Klencke roemt in Jazz
Wereld nr. 19 de teksten van
James. Vooral het literaire en
oorspronkelijke hebben z'n
goedkeuring. Ik ben het hier
niet helemaal mee eens. Als
Klencke het over 's mans
oorspronkelijkheid heeft, haalt
hij tekstgedeelten aan die re
gelrecht gepikt zijn.
Een paar voorbeelden. In De-
vil got my woman blues zingt
Skip James: Woman I love, wo
man I love,/woman that I lo
ve/took her from my best
friend/but he got lucky/stole
her back again...
Nu een stukje tekst uit Come
on in my kitchen van Bob
Johnson: The woman I love/
took her from my best friend/
some joker got lucky/ stole her
back again...
Een ander voorbeeld: I ain't
got no special rider now... Je
kunt bijna geen oude bluesplaat
opzetten of je hoort dat des
zangers special (easy) rider is
gone. Ook hier dus niets
oorspronkeli j ks.
Klencke verdedigt dan James
door te wijzen op de goed ge
vonden voortzetting van het
nummer. Alles goed en wel; het
gaat er niet om dat de paar
goede regels van James zelf
worden opgehangen aan regels
van anderen, maar dat James al
z'n regels zelf maakt, als je ie
mands originaliteit wil aanto
nen tenminste.
Een ander en veel zwakker
punt in de teksten van James
vind ik het morose, het huileri
ge. Wat te denken van een titel
als: Little cow and calf is gon
na die blues.
Vergelijk dit met de veel koe
lere teksten van Johnson, dan
zal het je duidelijk zijn, waar
om ik in Skip James niet de
geweldige tekstdichter zie die
Peter Klencke er wèl in ziet.
Misschien heeft Klencke ge
lijk dat de vriendelijke manier
van optreden van James een
gevolg is van de teleurstellin
gen, die hij op het financiële
vlak heeft ondervonden, maar
dat is dan een argument in
mijn voordeel. Een kunstenaar
die zich aan z'n (betalende) pu
bliek conformeert, sluit een niet
goed te praten compromis.
BOB TICHELMAN
Charlotte van Pal-
landt, dezer da
gen 70 jaar ge
worden, heeft -
na zeven jaar - weer
een tentoonstelling in
het Haags gemeente
museum. Gezien de ont
wikkeling die zij in
die periode heeft door
gemaakt, moeten het
voor haar zeven „vette"
jaren zijn geweest.
Haar grootste verdien
ste schuilt ongetwijfeld
in het uitbeelden van
de mens, een onderdeel
van haar werk, waarin
zij op eenzame hoogte
vertoeft.
De direkteur van het gemeen
temuseum, L. J. F. Wijsenbeek,
duidde haar galant, en terecht,
aan, als de koningin van onze
portretterende beeldhouwers.
Het spreekt vanzelf, dat de
kunstenares een lange en moei
lijke weg moest gaan voor aleer
zij een dergelijk odium kreeg,
temeer omdat het portret als
zodanig tegenwoordig in een bij
sommige groepen kwade reuk
staat. Vermoedelijk een gevolg
van de omstandigheid, dat be
trekkelijk weinig kunstenaars
het „gulden midden" weten te
bereiken tussen artisticiteit en
het treffen van de gelijkenis.
Charlotte van Pallandts crea-
Het hele volk gaat leren lezen en schrijven
als 1 januari 1901 de Leerplichtwet in wer
king treedt. Wat voor kinderen zijn dat, rond
de eeuwwisseling? En in wat voor scholen
worden ze onderwezen? C. Wilkeshuis, peda
goog en auteur van jongensboeken, geeft er
een helder antwoord op.
Hij vertelt een serie smakelijke verhalen
over de school van 1900 tot nu, in een koste
lijk boekje, dat Meester, welbedankt! heet,
278 bladzijden telt, 9.90 kost en door de
uitgever A. W. Sijthoff te Leiden van 271
illustraties is voorzien.
Als u niet al te jong bent, herkent u het
vast: de griffeldoos en de kroontjespen,
Aap-Noot-Mies, Ot en Sien, de spannende
boekjes van Van Buul en Van der Laan's
Schrijfcursus, het telraam en de inktpot met
schuif raampje.
Rechtzitten met de armen over elkaar en
de mondjes dicht dat is dan nog het ideaal
in het klassikale onderwijs met zijn oerdege
lijke forten van schoolbanken in sombere lo
kalen met matglas in de vensters. En de
bovenmeester is een respectabel heer-in-jac-
quet.
Maar de onderwijzers delen al spoedig in
de malaise van de crisistijd, de beruchte ja
ren van de kwekeling-met-akte. „Veel jonge
lui werken jarenlang voor niets, anderen
worden afgescheept met een fooi, variërend
van 10 tot 50 per maand. Deze bedragen
worden ingezameld door de ouders van de
kinderen en ondersteuningsfondsen van de
vakverenigingen. Een enkele keer schuift het
gemeentebestuur een fooi af of geven de col
lega's een rijksdaalder de man voor „onze
kwekeling".
ïn Naaldwijk gaat op school een 'busje rond
onder de leerlingen: ze kunnen er wat in
doen voor de juffrouw-k.m.a."
Ook over onderwijssystemen en schoolher
vormers vertelt Wilkeshuis: over Theo Thijs-
sen en Jan Ligthart, Kees Boeke en Maria
Montessori, Gunning en Kohnstamm niet te
vergeten; over de schoolstrijd en de paci
ficatie.
Een paar goede impressies over de school
onder de Duitse bezetting en de „team-time"
erna met sociale schoolzorg, pedagogische
centra, schoolradio en geprogrammeerde
instructie bewijzen dat de schrijver up to
date is.
Een geestige documentaire, mild geschre
ven, met piëteit voor wat verouderd is, met
geestdrift voor nieuwe inzichten.
Meester Wilkeshuis, welbedankt!
>g st
t de
nog
Z'
de
kar
v
ire
at
jidei n
b!
ieba
[ierli
Ires
In een religieuze kibboets leerde ik Negammah kennen. Ze werd
ïn de oorlog in een christelijk tehuis voor ongehuwde moeders
geboren. Haar ouders waren ondergedoken. Hoewel opgegroeid in
de kibboets, is Negammah geen typisch kibboetsniek. Ze heeft oog
voor de beperktheid van het kibboetswereldje en heeft dan ook een
beroep gekozen, dat ze gedeeltelijk in de stad kan uitvoeren. Of ze
in de kibboets zal blijven is de vraag. Het leven daar bevalt haar
goed, maar de kansen voor bevredigend werk en een huwelijks
partner zijn niet zo groot.
staat persoonlijk achter het
gieuze jodendom. Ze vertelde me
ze mee ging doen aan een week
willigerswerk in een grensstreek
de Jordaan. Ze werd per ongeluk
een niet-religieuze kibboets ge-
itst.
it leverde vooral ten opzichte
het kosjer eten problemen op.
wilde zelf wat improviseren,
r de kibboets hielp haar. „Het
een hele waardevolle ervaring
eens alleen in een niet-religieuze
iving te zijn", vertelt ze. Haar
ipiële houding wekte bewonde-
en vele vragen op, bij de
:n daar. Het was voor beide
in leerzaam.
hl "Cll
rr
cl "ien
Haar oudste broer is een ha1! jaar
geleden getrouwd. Hij was vier jaar
in het leger, als officier. Een week
voor de strafexpeditie van Karama,
dit voorjaar en twee weken voor
zijn huwelijk kwam hij uit dienst.
Hem werd gevraagd toch zijn
manschappen te willen aanvoeren,
vrijwillig. Natuurlijk ging Uri.
Dertig jongens kwamen niet te
rug, hij wel.
Vaak werd mij verteld, dat er in
verhouding zo weinig jongens uit
religieuze kiboetsiem in de oorlogen
gevallen zijn. Sommige ouderen zien
daar een speciale bescherming in,
maar de jongeren halen er hun
schouders over op.
Van de soldaten naar de
Israëlische Arabieren is een hele
sprong. Maar zij vormen ook een
onderdeel van de Israëlische bevol
king en wel 10 procent. Ibraham
werkt met zijn juristengraad (hij
toonde me trots zijn bul) bij een
Joodse advokaat Toen ik hem vroeg
of hij zich prettig voelde bij deze
baas, reageerde hij positief, maar
voegde er aan toe „hij heeft geen
'kinderen in dienst en dat scheelt
een hele boel".
En zo is er dan toch nog verband
zij het negatief tussen de Ara
bier Ibraham en de Israëlische sol
daten. Ik ontmoette hem voor het
eerst in zijn eigen dorp van 7000
inwoners, waar ik samen met een
Hollands Joods meisje op bezoek
kwam.
Bij die gelegenheid leerde ik ook
zijn communistische vriend Mach-
mud kennen, die in Jeruzalem poli
tieke wetenschappen studeert. Het
interview met Machmud vond plaats
op zijn kamer in een studentenflat,
gebouwd met geld van Amerikaanse
Joden. Hij heeft een grote foto van
Mao aan de muur hangen, hoewel
hij beweert voor Rusland te zijn.
Hij gelooft niet dat Israël vrede
wil, integendeel, ze willen alles, dat
hebben ze wel laten zien. Hij heeft
weinig contact met Joodse studen
ten, nog het meest met nieuwe emi
granten uit Zuid-Amerika en met
sterk linkse figuren. Hij voelt zich
soms door zijn Joodse studiegenoten
gediscrimineerd, maar de professo
ren behandelen iedereen gelijk.
Ik vraag waarom hij zo nerveus
is. Hij vertelt slecht te slapen, om
dat hij geen baantje kan krijgen,
waardoor hij de familie (zijn vader
is overleden) -zou kunnen helpen bij
zijn studiekosten. Een hoog percen
tage van de studenten werkt er bij,
maar de Arabieren vinden moei
lijker een baantje.
Mijn laatste gesprek was met
Mosjeh. Hij komt uit Marokko,
trouwde met een religieus meisje
van Hollandse ouders en heeft dus
in tweeërlei zin een gemengd huwe
lijk. Vooral het niet-religieus zijn
vormde aanvankelijk een bezwaar
bij haar ouders, maar „de liefde
overwon".
Mosjeh bekwaamde zich in de
electronica en werkt nu al acht jaar
bij de Israëlische radio. Hij is bij
zonder rustig, vriendelijk en
bescheiden.
Hij gelooft niet in een God, zoals
een orthodoxe Jood, meer in de in
termenselijke plicht. Hij vindt, dat
de mensen meer religieus worden,
vooral na de junioorlog en in het
bijzonder de soldaten.
Dit brengt me op een uitspraak
van een niet-religieuze recruut, die
zijn moeder toevertrouwde: „Ik ga
meer over God denken en dat is ook
tiviteit culmineerde in het in
meer dan één opzicht „grote"
werk; het maken van een-
enorm beeld van Koningin Wil-
helmina bestemd voor de ge
meente Rotterdam.
Geen ogenblik heeft de beeld
houwster getwijfeld, zo bleek
ons in een vraaggesprekje dat
wij met haar mochten hebben.
Geen angst dat zij het niet zou
„halen"; integendeel haar affi
niteit met deze Oranjevorstin
was dermate sterk, dat zij niets
liever deed, dan in het weer
barstig materiaal te getuigen
van haar respect en bewonde
ring.
Op de tentoonstelling is een
zogeheten gepuncteerd werk-
beeld in gips van deze op
dracht, aanwezig, waaruit de
Van onze
portretterende
beeldhoutvers
bezoeker niettemin de strijd
met de materie duidelijk kan
aflezen.
Een andere bekroning op
haar loopbaan is de opdracht,
de scheidende burgemeester
Kolfschoten van Den Haag te
verbeelden, een karwei (want
dat was het, immers er werd
van haar verwacht dat zij hem
in „staatsierok" zou afbeelden!)
waaruit zij eveneens glorieus te
voorschijn trad.
BEWOGENHEID
Van de talloze portretten op
de expositie noemen we die van
Peter Sharoff (waarin zij raakt
aan de monumentaliteit van de
oude sculpteurs uit China) en
van A. Roland Holst, die een
kwatrijn tot de catalogus bij
droeg en wiens portret een van
de hoogtepunten van dit toch al
mooie geheel uitmaakt. (Met
hoeveel opmerkingsgave is de
„eigenzinnige" nek gedaan die
Marie Cremers al in haar
„jeugdherinneringen" noemt,
toen de Prins onzer dichters pas
een jaar of vijf was.)
Dan is er het portret van
Röell, dat vooral spreekt van
het „begrijpen" van de „zitter";
van mr. K. P. van der Mandele;
baronnesse Van Heemstra; Kees
Verwey, maar bovenal dit van
Gisèlle d'Ailly (waarin zo
prachtig de „dialoog" tussen de
twee kunstenaressen overkomt!)
De bewogenheid, de spanning
die de noodzakelijke voorwaar
den zijn tot het komen van op
timale uitkomsten, zijn ook op
te maken uit de tekeningen hier
aanwezig, die typische beeld
houwerstekeningen zijn en
waarin de derde dimensie al is
„ingecalculeerd"
Monumentaliteit overigens, is
het kenmerk van Charlotte van
Pallandts uitingen, zowel te
achterhalen in het kolossale
werk „De zieke" (op het terras
aanwezig, uitgevoerd in poly
ester) als in de kleine werkjes
(b.v. die „Truus" tot gegeven
hebben)
GEWOEKERD
De beeldhouwster, die als
we een persoonlijke herinne
ring mogen ophalen in het
begin van de jaren dertig, uit
blonk als een van de ijverigste
deelneemsters (zij ontbrak
nooit) op de schetsclub van Er-
dely en De Moor, had toen al
een leven van tekenen, schilde
ren, maar vooral studeren ach
ter de rug. Na zeven Parijse
jaren, waar zij werkte onder
l'Hote en Charles Malfray, voor
wie zij een revelatie was en die
haar vooral leerde „compone
ren", kreeg zij in 1947 haar
eerste tentoonstelling in Pulchri
Studio, een die gevolgd werd
door vele anderen, vaak teza
men met de schilder Kees Ver
wey, over wiens kwaliteiten zij
niet uitgepraat raakt.
Ondanks de aanwijzingen
die zij van grote collegae
kreeg, moet. men Charlotte
van Pallandt, in eerste in
stantie aanmerken als auto
didacte, die de zich al vroeg
manifesterende aanleg („Ik
heb altijd, zover mijn herin
neringen teruggaan geschil
derd!") uit wist te bouwen
tot hetgeen nu in Den Haag
wordt getoond.
GIJS KORDING
Dat je. wanneer je „onder in
vloed" achter het stuur zit, een
heel goede kans maakt je rijbewijs
voor een tijd kwijt te raken, is
algemeen bekend.
Minder bekend is, dat door de
rechter (om het teal juridischer uit
te drukken) ook de rijbevoegdheid
lijdelijk kan worden ontzegd als
bijkomende straf, wanneer er „ge
woon" een verkeersovertreding en
dan met name een snelheidsover
treding) is gepleegd, zonder dat er
ook maar één drupje sterke drank
door de overtreder is geslikt en
zonder dat er door hem ook maar
enige schade of enig letsel is ver
oorzaakt.
Er zijn in Nederland een aantal
gerechtelijke autoriteiten officie
ren van justitie en rechters), die
vooral snelheidsovertredingen
„sec" bijzonder zwaar opnemen en
deze, wanneer ze in hun arrondis
sement (zoals Rotterdam, Haarlem
en Zutphen!) worden gepleegd,
streng wensen te bestraffen. De
eerste snelheidsovertreding wordt
dan vaak nog wel afgedaan met
een geldboete, maar bij herhaling
of bij het plegen van een andere
verkeersovertreding strekken de
vingers van deze autoriteiten zich.
Vandaag het tweede en
laatste deel van de serie ge
sprekken, die Riekje ten Have
in Israël voerde met Joodse
en Arabische jongeren.
met mijn maten zo, in het leger kun
je niet zonder God".
Mosjeh vindt de toestand niet veel
verbeterd door de oorlog. „Wij wil
den geen oorlog; we werden ertoe
gedwongen. Vrede is alleen te berei
ken als de Arabieren vrede willen.
En ze willen het niet"
De bezette gebieden kunnen te
ruggegeven worden als prij3 voor de
vrede. En Jeruzalem? Daarvoor is
een compromis te sluiten.
Dat Jeruzalem iedere Israëli na
aan het hart ligt, is me heel duide
lijk geworden. Bij een vraaggesprek
met jongeren in het tijdschrift
Israël magazine, is maar één van de
zes geïnterviewden bereid ook Je
ruzalem terug te geven als een prijs
voor de vrede.
Als laatste punt bij vele gesprek
ken kwam de sex aan de orde. Over
het algemeen vinden de niet-reli
gieuze jongeren de heersende vrij
heid op dit gebied uitstekend. Israël
is een jong land met een heet kli
maat en de jongeren weten echt wel
wat ze doen. Voorbehoedmiddelen
zijn bij de drogist te koop en een
meisje vertelde me eens, dat ze naar
een specialist geweest was op
aanraden van haar moeder om
zich te laten informeren over het
beste soort pil.
Een klasgenote van mijn He
breeuwse cursus vertelde vol trots
rond, dat ze al twee abortussen ach
ter de rug had. De meeste meisjes
gaan niet als maagd het huwelijk in,
hoewel dit een Joods voorschrift is.
In de vrije kibboetsiem is het niet
ongebruikelijk, dat een ongetrouwd
stel al vast een gemeenschappelijke
kamer krijgt.
Ik hoop, dat u door deze flitsen
uit gesprekken wat indrukken ge
kregen hebt van de Israëlische
jeugd. Enerzijds zijn ze net als bij
ons: modern, openhartig, met een
neiging tot doorslaan. Over de oude
re generatie zijn ze veel minder kri
tisch dan hier. Het zit in de Joodse
struktuur, dat het gezinsleven hecht
is.
Ik hoorde ze bijna nooit klagen
over hun ouders. De kloof tussen de
generaties lijkt er kleiner. De be
dreigde levenssituatie is hier van
grote invloed op. De jongeren staan
zij aan zij met de ouderen, tegeno
ver de vijandige Arabische wereld.
Als vreemdeling heb je eerst
moeite met de Israëlische jongeren:
ze lijken hard en gesloten. Ze heten
niet voor niets Sabra's (een stekelige
cactus, van binnen zacht en zoet).
Als je in moeilijkheden zit kun je
bij ze terecht.
Ik vond de Israëlische jongeren
ook flinker en zelfstandiger als bij
ons en zelfs tevredener. Materieel
hebben ze minder in handen, maar
ze hebben een ideaal: hun vaderland
te verdedigen tegen iedere prijs. Ze
rekenen daarbij niet op hulp van
enig ander land of volk. Daarvoor
kennen ze de geschiedenis tc goed.
behalve naar de portemonnee van
de overtreder, al heel gauw ook uil
naar diens rijbewijs. De ver-
keerszondaar zelf is in de meeste
gevallen niet bedacht op deze ge
rechtelijke vingervlugheid en raakt
dan ook in paniek als... het voor
hem al te laat is. Dat wil zeggen,
als hem blijkt, dat hij zijn rijbe
wijs voor twee of meer maanden
kwijt is.
Een vertegenwoordiger (70.000
km per jaar en dus relatief een
aanzienlijk groter risico van ver
keersovertredingen lopend dan een
uitsluitend voor zijn genoegen rij
dende automobilist) werd op een
voor hem kuade dag op de bon
gezel omdat hij 80 reed op een weg,
waar een maximum-snelheid van 70
km gold. De officier van justitie
volstond met een schikkingsboete
Twee jaar later werd de verte
genwoordiger door een andere offi
cier van justitie gedagvaard tvegens
inhalen op een weggedeelte waar
dat verboden was. Hij liet zich bij
verstek veroordelen, want het be
treffende kantongerecht lag ruim
100 km uit de route, die hij op die
dag voor zijn zaak moest rijden.
Een paar weken later ontving hij
een stortingskaart voor de boete,
waartoe de rechter hem had ver
oordeeld.
Bijna drie jaar daarna werd onze
man bekeurd omdut hij nog 80
reed toen hij 70 moest rijden. Na
enige tijd ontving hij van de offi
cier van justitie een dagvaarding
om te verschijnen voor het kanton
gerecht. De vertegenwoordiger
moest ook nu verstek laten gaan
om dezelfde reden als drie jaar
daarvoor. Maar hij ivist niet, dat in
dit arrondissement streng werd op
getreden tegen snelheidszondaars.
De kantonrechter legde het weg
blijven van de vertegenwoordiger
uit als pure onverschilligheid; nam
de snelheidsovertreding zeer
ernstig; overwoog, dat de man al
eerder (zij het bijnu vijf jaar gele
den) een schikkingsboete voor een
zelfde overtreding had betaald en
voor een andere verkeersovertre
ding al eens was veroordeeld (zij
het bijna drie jaar geleden).
Een paar weken na de zitting
ontving de vertegenwoordiger een
stortingskaart voor de boete, maar
vervolgens ook de mededeling, dat
hem de rijbevoegdheid voor drie
maanden was ontzegd en hij der
halve zijn rijbewijs onmiddellijk
moest inleveren... Zich realiserend,
dat zijn patroon wel eens ernstige
bezwaren zou kunnen hebben te
gen een fietsende, liftende of trein-
reizende vertegenwoordiger, holde
onze man in paniek naar een advo
caat, die hem mismoedig meedeel
de, dat het instellen van hoger be
roep tegen het uel zeer rigoureuze
vonnis van de kantonrechter niet
meer mogelijk was, omdat de ter
mijn daarvoor (nl. veertien dagen)
inmiddels u>as verstreken.
Had de vertegenwoordiger zelf
tijdig geïnformeerd naar de
uitspraak en direct hoger beroep
aangetekend, dan was er misschien
een kansje geweest om in tweede
instantie bij de rechtbank van de
onvoorwaardeli jke ri jbcvoegd-
heidsonlzegging een voorwaarde
lijke te maken met een proeftijd.