ER ZIJN NOG WERKENDE MOLENS Watermolens houden polder in Aarlanderveen droog ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1968 Op de foto hier naast: twee van de „vier- gang" in Aarlan derveen: ze geven elkaar het water aan en lozen het buiten de polder. Op de foto links: de wind krimpt en 15-j.arige zoon Adriaan kruit de molen. De vier achtkantige water molens bij Aarlanderveen, slechts als kleine silhouetten zichtbaar vanaf de provin ciale weg van Alphen naar Nieuwkoop, zijn er een voor beeld van. Ze vertegenwoor digen een brok Hollandse historie, want alle vier zijn ze van respectabele leeftijd: twee dateren uit de tweede helft van de vorige eeuw, één heeft het jaartal 1801 boven de deur, terwijl de jongste een dikke 44 jaren telt. En hij zou ouder geweest zijn als hij in 1924 niet was afge brand. Het unieke ervan'? In de eer ste plaats, dat ze nog steeds in werking zijn en dus worden be woond door echte molenaars, en in de tweede plaats dat ze de enige nog in Nederland in actie zijnde zgu. „viergang" vormen, dat wil zeggen in combinatie werkende molens: zij „geven" el kaar het water en lozen het trapsgewijs de polder uit. De 47-jarige molenaar Dirk van Harten: „Ja, stel dat maar gerust. 't zijn een paar museumstukken, maar ze doen het nog best. Als men ze nu nieuw zou moeten bouwen, zou den ze lang niet meer van deze kwaliteit zijn. Kijk maar hoe de gelijk de constructie, hoe sterk het hout is". Ambtenaar Met zijn vrouw en acht kinde ren woont molenaar Van Harten al bijna een kwart eeuw in zijn molen. Dat wil zeggen: de pro vincie is de eigenares en hij pachter, ,,'k Ben dus eigenlijk ge woon ambtenaar in dienst van de provinciale overheid". Aan hem en zijn drie collega's is de zorg toevertrouwd over de drooggemaakte polder aan de westzijde van Aarlanderveen. Een polder, waar de molens kon den worden gehandhaafd omdat hij te klein is voor een duur ge maal. Zij moeten erop toezien, dat de polder droog blijft en dat een te veel aan water direct wordt ge loosd: de eerste molen geeft het aan, de drie andere lozen hei trapsgewijs de polder uit. En dat betekent voor molenaar Van Har ten en zijn collega's dagelijks let- Nederlands attractie voor buitenlanders, zijn molens, verworden tot museumstukken. Van de ruim negen honderd exemplaren die ons land nog telt, is verreweg het grootste deel buiten dienst gesteld. Het gemaal, de techniek, heeft de romantiek in Hollands polders verdreven. De wieken zijn in de stilstand gebracht omdat de machine sneller en efficiënter werkt. Kinderdijk pronkt in folders, die toeristen uit alle delen van de wereld trekken, nog wel met zijn trots van weleer, maar het zijn evenals zovele andere dode molens. Ze werken niet meer en staan er alleen nog als foto's uit een prentenboek. Toch: wie de moeite van het zoeken neemt, vindt ze nog wèl, de werkende molens. Maar het zijn dik wijls juist deze exemplaren, waar weinig mee aan de weg wordt getimmerd. Ze doen hun werk diep in de polder en zijn voor de belangstellende nauwelijks bereikbaar. Ze staan ook niet afgebeeld in toeristisch reclamemateriaal. Molens in bedrijf, een steeds zeldzamer wordend beeld in Hollands polders. verheelt niet, dat die tijd niet altijd even gemakkelijk was. Het is nog maar kort geleden, dat hij elektriciteit kreeg en de waterlei ding werd doorgetrokken naar de Achtermiddenweg. Tot dan had het gezin Van Harten het moeten doen met een 6 Volts accu en de regenput. ten op het weer. Vooral op de wind. Want al waait het dan, lang niet altijd (kan de molenaar zijn wieken in gang zetten: dat gaal alleen wanneer de wind con stant is. 1300 uur Dirk van Harten: „In een nor maal jaar draaien we 1200 tot 1300 uur; is het een droog jaar, dan zijn het er maar 700, maar regent het veel, dan halen we soms wel 1700 uur". Daarmee kan, zo heeft de praktijk geleerd, de polder worden drooggehouden. Want al is de molen voor dit werk in deze tijd dan wellicht een wat verouderd hulpmiddel, op maximale snelheid draaiend, loost hij nog altijd zo'n 20.000 liter per minuut. Het op de wind zetten van de molen is uiteraard een besluit, dat in gemeenschappelijk overleg tussen de vier molenaars moet worden genomen. 't Is nu allemaal wat moderner geworden, al is het wonen in een molen wél wat anders dan het comfort van een nieuwbouwflat. Mevrouw Van Harten: „Je zit hier wat geïsoleerd, al hebben we het geluk, dat de winkeliers aan de deur komen. In het begin heb ik wel erg moeten wennen. Voor al als er een stevige wind stond. Het zoeven van de wieken, het knarsen van de assen en het ra derwerk in de molen, dat de hele nacht doorging, hield ons nog wel eens uit de slaap. Maar later hoor je dat niet eens meer. Al leen als het buiig is en er geen gelijkmatige wind staat, dan slaap ik nooit." Wonen in een molen: een sensatie? Mevrouw Van Harten: „Ach, er is eigenlijk weinig verschil met het wonen in een normaal huis. Je kunt zo'n molen op veel manieren inrichten, zó dat je zelfs het verschil met een huis niet eens meer merkt". Mo lenaar Van Harten laat ter il lustratie het interieur zien. Bene den een keukentje, een woonka mer van vier bij drie, inclusief tv Molenaar Dirk van Harten: 1300 uur draaien per jaar. in de muur, op de eerste verdie ping nog eens drie slaapkamers en daarboven een vierde, af geschoten op een soort vliering. En dat alles modern ingericht. „Daar houden wij nu eenmaal van. We wilden er geen museum van maken". Toeristen Nu gebeurt dat per telefoon, vroeger en dat is nog niet eens zo heel lang geleden met de klopper. Dat was een ingenieus apparaat, dat in beweging werd gebracht door een vlotter op het water. Zodra de ene molenaar zijn molen in actie had gebracht, kwam bij de buurman-molenaar de vlotter door het stijgende wa ter in de boezem omhoog. Deze vlotter was via een kabel verbonden met een klopper, die zodra de vlotter omhoog was gekomen tegen de deuren van de bedstee sloeg: het sein voor de molenaar om eveneens zijn mo len op de wind te zetten. Comfort „Dat was de goede oude tijd," zegt Dirk van Harten. Maar hij Al vele malen hebben de mole- naarsgezinnen bij Aarlanderveen toeristen op bezoek gekregen. Ook de Duitse televisie is wel eens geweest. „Men vindt het in teressant een molen in bedrijr te zien". De romantiek van Hollands pol ders, mét de klompen en kostuums ons nationale han delsmerk op de buitenlandse toe- ristenmarkt, is nog niet helemaal verdwenen. Men moet ze wel nog met een lantarentje zoeken, maar wie goed zoekt vindt ze nog wel. In Aarlanderveen bij voorbeeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 13