Tilamess Ook schot voor boe Brandbom' leeggepompt FRISSE LUCHT UIT AUTOMAAT: 30 CT Rondkijken in Roemenië Leerplicht geldt zelfs tot leeftijd van 17 jaar Textielbonden: geen uitstel 7 WOEI-ttDAG 1» JUNI 1968 Riskant nachtelijk karwei op rijksleeg BUNNIK Bijna de gehele nacht lijn tientallen brandweerlieden, po litieagenten en specialisten bezigge* weest met het leegpompen van de tankwagen met 21 ton sterk ont vlambare solvent-nafta, die maan dag langs de autoweg UtrechtArn hem bij Bunnik in een sloot terecht kwam. Hoewel de solvent-nafta in de tanks niet tot de gevaarlijkste soorten behoorde, waren allerlei voorzorgs maatregelen genomen. Medewerkers van Operatie-Weg wezen (in totaal 64 man) waren ge stoken in speciale plastic kleding en droegen persluchtmaskers. De zuide lijke rijbaan van de rijksweg was af gesloten. Ambulances stonden ge reed en in het Academisch zieken huis in Utrecht waren bedden gere serveerd. Ook de brandweren van Bunnik, Utrecht en Zeist waren op complicaties voorbereid. Gevaarlijk De solvent-nafta is te vergelijken met een lichte soort dieselolie. Bij ontsnapping van de vloeistof ont-. staan dampen die laag bij de grond blijven hangen. Deze leveren bij het inademen groot gevaar op voor ogen en slijmvliezen. De vloeistof zelf is gevaarlijk zodra deze op de huid komt De solvent-nafta werd overgehe veld in een 30-tons vrachtwagen, die hiervoor speciaal uit Dordrecht was gekomen. De arbeidsinspectie hield een oogje in het zeil. Om vier uur vanmorgen was het karwei geklaard en werd de tank wagen, die alleen voor de sloper nog waarde heeft, weggesleept. Zuidslaaf j Een Zuidslaaf bestuurde de tank wagen, die in Uithoorn was geladen en naar Milaan moest. Het Neder landse kantoor van de veertien da gen geleden gestarte Zwitserse fir ma Irotank N.V. had de combinatie bevracht Burgemeester F. R. M. Meltzer van Bunnik schatte de directe schade op twee ton. Volgens hem zal de schade in eerste instantie moeten worden betaald door de assuradeu ren van Irotank. Een nieuwe vinding in Japan, waarvoor wel eens een „goede" toekomst weggelegd zou kunnen zijn: een automaat, die voor drie dubbeltjes gedurende een minuut 3000 cc zuurstof levert. De foto toont een Japans meisje dat de zuivere zuurstof opsnuift, een wer kelijke verfrissing na een hele dag inademen van de vervuilde lucht in Tokio. Uit de Japanse hoofdstad wordt gemeld, dat de mensen al in dikke rijen voor de automaat staan NEW ORLEANS De Ameri kaanse negerleider Rap Brown is bij het federale districtshof te' New Orleans een actie begonnen voor rassengelijlkiheid in gevangenissen in de staat Louisiana. (Van onze parlementsredactie) TVE Christelyk-Historische Unie 60 jaar. Partyvoorzitter drs. A. D. W. Tilanus: „Na de buitengewone algemene ver gadering van 16 december 1967 zyn we bezig geweest met een betere party-organisatie, waardoor je nu de CHU inderdaad een politieke party kunt noemen." By zo'n uitspraak past een reactie op actuele politieke vraagstukken, met name de waarschuwing aan het kabinet van mr. Biesheuvel in Rotterdam. „Wat Biesheuvel zei, was voor ons geen nieuws. Hij heeft de vraagstuk ken die bij de BTW, de Loonnota en de Nota Noorden des lands aan de orde kwamen alleen nog eens op een rijtje gezet. De christelijke partijen hebben een volkomen parallel stand punt ingenomen. Ik heb de indruk dat de WD, hoewel de liberalen niets definitiefs gezegd hebben, eer der geneigd zijn een belastingverla ging over de hele linie te aanvaar den. De WD zal meer in onze rich ting moeten gaan denken. De verschillen zijn niet erg groot, maar dit is wel een essentieel punt". „Wat Kikkert zei bij de Nota Noor den, dat de begrotingscijfers voor 1969 ten aanzien van de werkloosheid duidelijke taal zullen moeten spreken zou je ook een schot voor de boeg kunnen noemen en ik had ook niet de indruk dat het kabinet erg blij was met dit geluid". De ARP stelt zich in de Kamer vaak kritischer op, vooral ten aan zien van sociaal-economische kwesties. Wat is hiervan de achter grond? „Ach, bij de Loonnota, de BTW en de Nota Noorden is er een goed on derling contact geweest. Wellicht was de a.r. woordvoerder wat pregnanter. Dat heeft geen diepere oorzaak. Ik zou ook geen achtergrondverschil weten. Misschien stellen wij ons wat voorzichtiger op en dan komt dat, omdat we er niet voor voelen tot de rand van de afgrond te gaan en op dit moment een chaos te riskeren. De mogelijkheid bestaat namelijk, dat de tegenstander niet gevoelig is voor de argumenten, waardoor men zou kun nen doorschieten". Chaos? „Ja, we moeten streven naar conti nuïteit, een vierjarige regeringsperio de. Er is zoveel in beweging, dat je nu in een chaos terecht zou komen als je een regeringscrisis met nieuwe verkiezingen zou krijgen. Daar is geen enkele partij rijp voor". 0 Voorkeur Kunt u zeggen naar welke rege ringspartner uw voorkeur uitgaat, ervan uitgaand dat de christelijke partijen een partner moeten zoe ken? „Mijn voorkeur gaat uit naar die partij, met welke ik ons program kan verwezenlijken. Je zult van elkaar dingen moeten accepteren, concessies moeten doen. Maar dat moet niet in het vlees snijden, geen wezenlijke za ken raken. Ik zou geen bezwaar hebben om het weer met de PvdA te proberen, hoewel we met de socialisten niet altijd gelukkig geboerd hebben. Maar, ik zei al eerder, ik heb niet de indruk dat de verschillen met de WD erg groot zijn. In de politiek moet je proberen te halen wat er te halen is en wie wil is welkom. Tegen het uitspreken van voorkeur heb ik geen bezwaar, als het geen absolute binding wordt. Het gevaar van vaste afspraken in Nederland is: om te kunnen regeren moet je na de ver kiezingsuitslag kunnen switchen. Dat is ook de reden dat ik me in Groningen verzoenlijk heb opgesteld tegenover de Radikalen, omdat ik meen dat een te grote versnippering en een scherp tegenover elkaar staan in een bepaalde constellatie het land onregeerbaar maken". Hindert het U dat, waar gespro ken wordt over een progressieve concentratie, de CHU nooit ge noemd wordt? „Ja, ik begrijp dat niet. Ik weet overigens ook niet wat een progres sieve concentratie is. Als dat zou moeten zijn: D'66, PvdA, PPR, PSP en ARP. is dat gewoon een utopie. Veerman heeft duidelijk gezegd, dat de ARP daar niets voor voelt. Zater dag bleek dat de PSP niets met D'66 wil. Nou, daar hoeven ze mij niet bij te noemen". Volgens politieke tegenstanders is de Unie behoudend, behoudender dan de ARP. Anderen menen, dat de achterban van de Unie juist vooruitstrevender is dan de achter ban van de ARP. Waaraan schrijft u de behoudende image van de CHU toe, mede gezien de grote veranderingen Sn de Unie van de laatste jaren? „Als je eenmaal een bepaald stem pel opgedrukt, hebt gekregen, is het moeilijk daar af te komen. Er wordt zovaa'kin stereotiepen gepraat: de Schotten zijn zuinig of wij zijn het volk van de geschrobde straatjes. Daar komt bij, dat als je geen eigen dagbladpers hebt, je het ook niet in de hand hebt een imago te verande ren. De CHU heeft verder niet de financiële mogelijkheden gehad een voorlichtingsfunctionaris aan te stel len of via public relations een image vorming op te bouwen. Maar als ik nu kijk naar de resultaten van „De Achttien", zie ik toch weinig verschil met ons program. Maar ja, beeldvor ming werkt nu eenmaal heel lang zaam door". 0 Openheid Tot voor enige jaren hield de CHU de boot van het samengaan met de ARP af, ondanks herhaald aandringen van die zijde. Kunt U zeggen wat nu eigenlijk het keer punt is geweest dat de Unie heeft doen besluiten met KVP en ARP te gaan praten over gezamenlijk op trekken? „Daar wil ik drie argumenten voor noemen: a. Het bleek noodzakelijk wanneer je een aantal christelijke lijnen in de politiek zou willen aanbrengen, sa men te werken. Als je op deze wijze aan de samenleving wilt bouwen, is het beter niet verd'eeld te zijn. b. Bij de rooms-katholieken en gere formeerden (bij de KVP en de ARP ook) is de openheid groeiende naar mensen en organisaties, andere ge dachten en andere ideeën. c. Een steeds grotere aandrang van onze leden. Voor de verkiezingen was dat ten opzichte van de ARP: de AR-CH Vriendenkring. Daarna is de samenwerkingsgedachte ge- evolueerd tot een groter verband. Er waren in het verleden wel bezwa ren. Het Unie-standpunt was meer: we moeten de wereld in. Bij rooms-katholieken en gereformeer den kende men de gesloten organisa ties, ook in de kerk. Je zou kunnen zeggen: we waren bang opgesloten te worden in een christelijk blok. Nu zijn gereformeerden en rooms-katho lieken niet meer zo introvert, ze heb ben geleerd over eigen grenzen heen te kijken. Er was een klimaatsverschil ook, maar we zijn naar elkaar toege groeid. De CHU is ook meer politieke partij geworden. Over de grenzen van partijen en kerken heen zullen we nu moeten zoeken naar mensen waarmee we kunnen samenwerken. Daarom is mijn stellingname ten op zichte van „De Achttien" ook posi tief. Je zou haast zeggen: een bijbelse opdracht „Opdat zij allen één zijn". Dat hoeft niet te betekenen, dat je er één groot geheel van maakt, maar wel, dat je onderscheiden, maar niet gescheiden hoeft te zijn". 0 Belastingverlaging De CHU was de eerste en meest fervente voorstander van een door gaan van het gesprek in „De Acht tien". Toch heeft juist de CHJO veel kritiek op de wijze waarop de CHU in de Kamer de intenties van „De Achttien" ten uitvoer probeert te brengen. Wat is uw mening hier over? „Daar moet ik eerst een kantteke ning bij maken. De CHJO staat zeer positief tegenover de resultaten van „De Achttien" en het interimrapport. Het is deels wat vroeg om ons optre den in de Kamer te beoordelen, deels is er toch wel wat uitgekomen. Ik noem weer de Loonnota, de BTW. Ik heb duidelijk in Groningen ge zegd, dat de BTW grotendeels ge bruikt moet worden voor de werk- loosheidsbetrijding. Voor een klei ner deel natuurlijk ook wel voor de belastingverlaging, maar dan aan de voet. Verder heeft Kikkert bij de behan deling Nota Noorden gesteld dat we kunnen denken aan een Ontwikke lingsfonds. Als dat er niet van kan komen, zullen we dit in de begro tingsposten 1969 moeten kunnen te rugvinden. In de begrotingsvoorstel len, en ook ten aanzien van de be lastingplannen, zullen de voorstellen van „De Achttien" moeten worden verdisconteerd. Anders zullen we daar zeker bezwaar tegen maken. De overheid moet nu eenmaal over de middelen kunnen beschikken voor collectieve voorzieningen en voor be vordering van werkgelegenheid. We moeten niet in de kou blijven staan. Nog een voorbeeld: de heer Kik kert heeft zich gereserveerd op gesteld tegenover het vasthouden van staatsbezit. Laat de overheid niet te star zijn in dit soort dingen wanneer het er om gaat de noodsituatie in het noorden te kunnen aanpakken. 0 Het eigene Er is een toenemende studie over samenwerking met andere partijen; een zoeken naar grotere verbanden. Wat is volgens U, anno 1968, het specifiek eigene van de CHU? Is daarvoor nog plaats in een groter verband? „Er zijn drie specifieke zaken die al tijd in de Unie hebben gespeeld. Ten eerste het vasthouden aan het Evan gelie als uitgangspunt Vanzelfspre kend zijn er ook tn niet-confessionele partijen vaak voortreffelijke christe nen maar voor hen is het Evangelie geen basis voor partijvorming. Ten tweede de openheid ten op zichte van anderen, ook van niet con fessionele groeperingen. Ons oud- Eerste Kamerlid ir. Geuze was bij voorbeeld voorzitter van de Zeeuwse Maatschappij van Landbouw: de oud Unie-secretaris mr. Van Gelder is voorzitter van het Groene Kruis. Daarnaast vindt men in de CHU ook bestuursleden van christelijke orga nisaties, zoals het Tweede-Kamerlid Tolman, die voorzitter is van de Friese CBTB. In ARP en KVP is nog steeds een voorkeur voor organisaties van dezelfde geestelijke signatuur; een hechter verband van mensen die gelijkgezinde organisaties voorstaan. Overigens verandert dit in KVP en ARP wel. De anderen zijn op dit punt geëvolueerd. Bij ons is dit altijd zo geweest. Ten derde zou ik willen noemen het uitgangspunt dat we zoveel mo gelijk het belang van iedereen in het oog willen houden. Niet willen optre den voor specifieke groepsbelangen zoals werknemers, middenstand of werkgevers en ook niet uitsluitend voor specifiek christelijke belangen. In een politieke partij moet men een visie ontwikkelen op de mens zoals die door God gewild is en een visie op de maatschappij, waarin men de trekken van het Evangelie vindt. Dit is naar mijn mening geen (door Bob Nuys) DAT DE ROEMENEN vaak twee, of soms nog meer talen spreken, is niet zo verwonder lijk, zeker niet bij de jonge generatie, die profiteert van de verbeteringen van de laatste jaren. Roemenië heeft de zaken serieus aan gepakt, hoewel men beseft dat het nog beter kan. Veel wordt gedaan om het onderwijs te perfectioneren. De jongste maatregel is dat met ingang van het nieuwe schooljaar de leerplichtige leeftijd met drie jaar tot 17 jaar wordt verhoogd. Scholieren zitten dan tien jaar in de banken. Nog langer uiteraard, als zij daarna gaan studeren aan een van de zeven universiteiten die Roemenië telt. Bovendien stimuleert men ook studie op universi tair niveau bij die categorie, die meteen na de ver plichte schooltijd de fabriek ingaat. De besten krij gen de kans ingenieur te worden. Zij slagen vaak en krijgen dan een topfunctie in het bedrijf, waarin zij als arbeider zijn begonnen. Tegelijk zijn zij hun vroegere medearbeiders ten voorbeeld, die daardoor weer tot betere arbeids- en studieprestaties worden aangezet. In het grotendeels geïndustrialiseerde Roemenië verdient de arbeider gemiddeld ongeveer ƒ450 per maand, met als best betaalde de mijnwerker 1000) en als minst betaalde de ongeschoolde arbeider (ƒ240). De kosten van levensonderhoud zijn onge veer te vergelijken met die in ons land, zij het voor de Roemenen iets ongunstiger. Zij hebben evenwel het voordeel van een lage huishuur, die inclusief elektriciteit voor een appar tement tweekamerwoning) ƒ30 per maand be draagt. De Roemenen zijn gauw tevreden, maar stel len hoge eisen aan eten en drinken en daarvan kan ook de weinig draagkrachtige Roemeen van ge nieten. Modern beeldhouwwerk in Roemenië: een schepping van Brancusi in Tirgu-Jiu. Toch heeft men de armoede in het land nog niet geheel kunnen verdrijven. Men kent weliswaar een minimum inkomen van 240 per maand, maar dat is zelfs voor de minsteisenden niet veel. Veelal moet men dit geringe inkomen aanvullen door ook de vrouw te laten werken. Op ander gebied gaat men in Roemenië weer vooraan. Vooral de oudedagsvoorziening is bijzon der goed. Veelal krijgt men als „AOW-er" gewone salaris doorbetaald en in ieder geval niet minder dan het salaris minus honderd gulden. De pensioengerechtigde leeftijd ligt trouwens la ger dan bij ons. Mannen stoppen op hun 62ste jaar, en ze mogen al op 60-jarige leeftijd ophouden. Voor vrouwen gelden de pensioengrenzen 57 en 55 jaar. individuele zaak. Men moet gezamen lijk als partij een visie ontwikkelen. Ik geloof zeker dat voor deze speci fieke opvattingen van de Unie ook in groter verband een plaats is. Dit is ook wel gebleken bij de gesprekken in de groep van 18. Daar is duidelijk uitgesproken dat we geen gesloten christelijk blok wensen, maar openstaan voor samenwerking met anderen. In dit opzicht is er een be langrijke inbreng van de CH in het gesprek geweest. Overigens was hier bij de gesprekspartners volledig be grip voor". 0 Kan dat? Wat beschouwt U als hoogtepun ten uit het 60-jarig bestaan van de Unie. Verbindt U die hoogtepunten aan bepaalde personen? „Voor de periode die ik zelf kan overzien denk ik vooral aan het her leven van de Unie na de Tweede Wereldoorlog, waarover iedereen zich verbaasde. Hiervoor is mijn vader dagen op pad geweest. Vaak wérd hem gezegd „Wat bezielt je toch"?. Hdj zei altijd „Ik heb er wel vertrou wen in" en hij ging rustig door. Zo in de geest van „de boer ploegde voort". Dat was trouwens een typische ka raktertrek van hem. Wat hij in zijn kop had, kreeg je er niet meer uit. Hij was een ontzettende taaie door zetter. Wij noemden hem thuis nooit vader maar „taaie" en toen hij wat ouder werd, zeiden we vaak „ouwe taaie". Dat kan toch wel zo, niet? Daarnaast is de bijzondere Algeme ne Vergadering van december 1967 van groot belang geweest. Hier zou ik niet direct bepaalde namen aan kunnen verbinden tenzij misschien de commissie-Scholten. Zelf heb ik deze bijeenkomst als een belevenis ervaren. Hier waren geen 1700 be langstellenden aanwezig maar 1700 meelevende leden, die zich allen voor de toekomst van de CHU verant woordelijk achtten. Er was een geest van saamhorigheid en van gezamen lijke verantwoordelijkheid. Meer extern, buiten de organisatie, denk ik aan de onderwijsvernieuwing van minister De Visser in 1920; de sociale aktiviteiten van Slotemaker de Bruine als minister. Voorts De Geer die als eerste in 1939 de SDAP in de regering heeft gehaald. Na de oorlog was er verder de In donesische kwestie, die de gemoede ren sterk heeft beziggehouden".- 0 180 graden Wat zijn de belangrijkste wijzi gingen die zich politiek en orga nisatorisch, in 1968 in de CHU vol trokken hebben? „In de eerste plaats de buitengewone Algemene Vergadering van december 1967. Vrijwel unaniem heeft men zich toen uitgesproken voor een voor uitstrevend beleid. Langzamerhand is dit misschien een versleten kreet. Maar toen was dit toch wel een be grip. De aanduiding van een houding die men enigszins zwart-wit zou kunnen schetsen als „180 graden gedraaid". Niet meer naar het verle den kijken maar het oog richten op de toekomst. Daarnaast is er het verlangen om met de twèe andere christelijke par tijen in contact te komen en de be reidheid om daarmee een gesprek aan te gaan. Voor mijzelf was dit overigens nauwelijks een koerswijziging. Bij mijn optreden als voorzitter nu twee jaar geleden heb ik gesteld dat we met KVP en ARP in contact moesten komen. Bij de opening van het parlement in 1967 heb ik hierover een gesprek gehad met Berghuis en Aalberse, om eens bij elkaar te ko men. We zijn het er niet helemaal over eens wie het initiatief genomen heeft. Ik ben naar Aalberse gegaan en die bleek ook al een afspraak met Berghuis gemaakt te hebben." Waaraan schrijft U het toe dat de organisatorische wijzigingen (het rapport-Scholten) pas zo iaat in de Unie ingang hebben gevon den en dat men jarenlang op de oude voet is voorïgegaan? „De Unie was altijd een federatie van plaatselijke kiesverenigingen. Daarbij komt dat haar aamharig vrij constant bleef. Daar nam men ge woon genoegen mee. Misschien iets te sterk gezegd 'Men was over het alge meen wel tevreden'. De laatste jaren vooral bij de laatste verkiezingen is het kie zerscorps in zijn totaliteit echter sterk in beweging gekomen. Dat is onder meer gebleken in de diverse onderzoekingen, zoals die van het bu reau Veldkamp-Marktonderzoek. Men heeft daar in de Unie lering uitgetrokken, en gezegd 'Dan zullen wij ook in beweging moeten komen, en de kiezers iets moeten presente ren'. Het speelt trouwens ook in de andere partijen". 0 Extra stootje Loopt men dan niet enigszins achter de feiten aan? „De verkiezingsuitslag was voor mij persoonlijk de bevestiging van een vermoeden. Men zou kunnen zeg gen: De geesten waren vrijwel rijp voor vernieuwing; de verkie zingsuitslag gaf dit proces een extra stootje; bij elkaar bracht dit de ver nieuwing op gang". Een van de kenmerken van de CHU is haar dualistische opvat ting; de regering regeert; de Kamer beoordeelt. De laatste jaren komt de oppositie steeds meer met te- genbegrotingen, voorstellen, plan nen enz. Hoe beoordeelt U deze ontwikkeling? „De regering heeft een beter, een uitgebreider apparaat dan de Kamer fracties. Men moet zeer deskundige leden of fractie-adviseurs hebben om een tegenbegroting te kunnen maken. Wel vind ik het een lofwaardig stre ven om zelf vanuit de Kamer met plannen en ideeën te komen, en mee te helpen aan de ontwikkeling van de politieke gedachten. Maar er moet altijd gemeen over leg zijn. Ik heb de indruk dat het gemeen overleg tussen Kamer en re gering de laatste tijd beter loopt Ik denk hierbij aan de commissieverga deringen waarin mondeling overleg tussen Kamerleden en ministers mo gelijk is. Het gemeen overleg is be langrijk zonder dat daarbij de Kamer op de stoel van de regering moet gaan zitten. Uiteindelijk geeft de houding van de Kamer de doorslag". In hoeverre is het verdeeld stem men nog een typische eigenschap van de CHU te noemen. Sinds 1963 (optreden van mr. Beernink als fractieleider) is dit verschijnsel sterk afgenomen. Leeft het beginsel van de individuele verantwoorde lijkheid der fractieleden nog sterk in de Unie? „Dat wij verdeeld stemmen is echt een fabeltje. Het komt niet meer voor dan bij iedere andere fractie. De commissie-Scholten heeft dit in haar rapport voor de periode 1963 tot 1967 ook aangetoond. De individuele ver antwoordelijkheid van de Kamerle den acht ik overigens een juist uit gangspunt. Ik geloof niet dat je de goede weg op zou gaan met partij- of fractiedwang. Maar in gezamenlijk overleg komen we meestal wel tot een eensluidend standpunt". 0 Christelijk? Heeft U ooit getwijfeld aan de zin van christelijke politiek? „Neen. Dat heb ik eigenlijk nooit gedaan. Ik vind inderdaad dat er be paalde gegevens zijn in het Evangelie die zo vormgevend zijn voor de hele samenleving dat je daar niet buiten kunt Wel ben ik een beetje huiverig om overal het woord christelijk voor te plakken; dus ook voor het woord politiek. Maar er zijn bepaalde snij punten waarin dit wel voelbaar wordt Dit wil niet zeggen dat alle politiek die door christen-politici voorgestaan wordt ook christelijke politiek is. Ik zie het dan ook relatief. Het woord christelijk kan ook te veel gebruikt worden. Dat ben ik met Aarden vol ledig eens". Wat acht U in de toekomst een kernpunt van de christelijke poli tiek? „Ik geloof dat we in een periode zitten van grote veranderingen in de onderlinge verhoudingen tussen de mensen en de verantwoordelijkheden die gedragen moeten worden. Veran deringen ook in de invloed van de wetenschap op het menselijk bestaan en de technologische ontwikkeling. Hier zit een heel complex van het cultuurpatroon in de tweede helft van de twintigste eeuw in. Een kern punt van christelijke politiek is het vormen van een cultuurbeleid gericht op de structuur van de samenleving, waarbij de mens tot volle ontplooiing kan komen, zich er ook helemaal bij betrokken voelt en niet het idee heeft dat er over hem bedisseld en met hem gemanipuleerd wordt zon der dat hij er zelf een woord over te zeggen heeft. Het gaat dus om een open samenleving waarin iedereen zijn kans krijgt. Ik meen ook dat dit Gods bedoe ling met de mens is. Het gaat om de volwaardige ontplooiing als mens. Het is een christelijke opdracht om de wereld zo in te richten dat de mens er op zijn plaats is. Dit is van zelfsprekend geen monopolie van de christelijke partijen. Ik voor mij vind die bron in het christendom, al kan een ander dat uit een andere bron hebben. Dat betekent dan ook dat wij met anderen kunnen samenwer ken voor het bereiken van onze doel einden. Vanuit verschillende ver- trekstations kan men tot dezelfde doeleinden komen". 0 Getveld Het geweld is meer en meei en element van onze maatschappij ge worden. De CHU noemt zich. gou vernementeel. Wat zal Uw Houding zijn tegenover vernieuwingen, ver anderingen of omwentelingen, die met geweld gepaard gaan? „Ik geloof dat we moeten openstaan voor vernieuwingen, ver anderingen en verbeteringen en dat we dit op democratische wijze moe ten zien te bereiken, door de ander te overtuigen. Het is ondemocratisch om geweld als doorslaggevend argument te gebruiken. Ik zou overigens ge weld niet altijd zonder meer willen uitsluiten omdat ik me een overheid kan denken die bewust tekort doet aan essentiële voorwaarden waaraan een overheid moet voldoen en bewust over mensen beslist zonder dat ze er iets over te zeggen hebben; een over heid, die menselijke waarden met voeten treedt zodat het verantwoord is en geboden om een dergelijke overheid met geweld te verwijderen. Ik denk hierbij dan speciaal aan de Tweede Wereldoorlog". Kunt U al iets zeggen over de positie van de heer Mellema? „Hierover moet de fractie een standpunt bepalen. Dat is nog niet gebeurd. Ik heb in Groningen gezegd dat het Hoofdbestuur daarna gele genheid moet krijgen zich over het fractiestandpunt een oordeel te vor men. De uiteindelijke beslissing blijft echter bij de fractie". 0 Meepraten Is het moeilijk partijvoorzitter van de CHU te zijn? Moeilijker dan b.v. 10 jaar geleden of moei lijker dan het partijvoorzitterschap van KVP en ARP? „Ik geloof dat het aan één kant moeilijker is. Tien jaar geleden wa ren de mensen geneigd zonder al te veel kritiek te aan vaarden wat'hun als voorstellen werd voorgeschoteld. Leden van de Unie denken tegen woordig bewust mee. Ze zijn met een modern woord mondiger ge worden. Ze uiten zich veel meer. De vanzelfsprekendheid van wat het bestuur voorstelt is er at Niet het vertrouwen in het D.B. maar de me rites van de voorstellen zijn bepalend geworden. Dit is ook veel beter en stimuleren- der voor het bestuur. Er is meer te genspel. Trouwens een tendens die men in de hele samenleving ziet: men wil meepraten. Studenten, ondernemers, ook de kinderen in het gezin. Ik sta hier positief tegenover. Laat een ander maar meedenken en met plannen koonen. Het voorzitterschap van de CHU is met die functie in KVP en ARP moei lijk vergelijkbaar. De KVP is veel groter. Evenals de ARP is men veel beter- geoutilleerd. Men heeft een goed partijbureau. In de Unie wil men hier nu oök toe komen. Een nieuw element in ons beleid is voorts het regelmatig be zoek aan alle 18 Kamerkringbesturen. Partijsecretaris dr. Schuring en ik hebben dit ook voor de buitengewone Algemene Vergadering gedaan. In september willen we weer een rond gang maken. Er gaan natuurlijk wel heel wat zaterdagen inzitten. Maar het is noodzakelijk onderling contact te houden en na te gaan wat er aan de periferie van de partj leeft Ook in de Unie hebben we Radicalen en aan de andere zijde de zogenaamde Centrum- groep. Ik acht het noodzakelijk, ook met hen regelmatig con tact te onderhouden en je niet voor hen af te sluiten. Er is in de Unie echter geen sprake van duidelijke pressiegroepen waardoor ik me als voorzitter in mijn positie aangetast voel." (Van onze soc.-econ. redactie) UTRECHT De vakbonden voor de textielindustrie hebben laten we ten niets te voelen voor het voor stel van de werkgevers in deze be drijfstak om de overeengekomen ar beidstijdverkorting niet op 1 juli, maar op 1 oktober te laten ingaan. Wel willen de bonden meewer ken aan een soepel dispensatiebe- leid voor individuele bedrijven, die door de werktijdverkorting in moeilijkheden dreigen te komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 7