Tilamess Ook schot voor boe
Brandbom'
leeggepompt
FRISSE LUCHT UIT
AUTOMAAT: 30 CT
Rondkijken in Roemenië
Leerplicht geldt zelfs tot
leeftijd van 17 jaar
Textielbonden:
geen uitstel
7
WOEI-ttDAG 1» JUNI 1968
Riskant nachtelijk
karwei op rijksleeg
BUNNIK Bijna de gehele nacht
lijn tientallen brandweerlieden, po
litieagenten en specialisten bezigge*
weest met het leegpompen van de
tankwagen met 21 ton sterk ont
vlambare solvent-nafta, die maan
dag langs de autoweg UtrechtArn
hem bij Bunnik in een sloot terecht
kwam.
Hoewel de solvent-nafta in de
tanks niet tot de gevaarlijkste soorten
behoorde, waren allerlei voorzorgs
maatregelen genomen.
Medewerkers van Operatie-Weg
wezen (in totaal 64 man) waren ge
stoken in speciale plastic kleding en
droegen persluchtmaskers. De zuide
lijke rijbaan van de rijksweg was af
gesloten. Ambulances stonden ge
reed en in het Academisch zieken
huis in Utrecht waren bedden gere
serveerd. Ook de brandweren van
Bunnik, Utrecht en Zeist waren op
complicaties voorbereid.
Gevaarlijk
De solvent-nafta is te vergelijken
met een lichte soort dieselolie. Bij
ontsnapping van de vloeistof ont-.
staan dampen die laag bij de grond
blijven hangen. Deze leveren bij het
inademen groot gevaar op voor ogen
en slijmvliezen. De vloeistof zelf is
gevaarlijk zodra deze op de huid
komt
De solvent-nafta werd overgehe
veld in een 30-tons vrachtwagen, die
hiervoor speciaal uit Dordrecht was
gekomen. De arbeidsinspectie hield
een oogje in het zeil.
Om vier uur vanmorgen was het
karwei geklaard en werd de tank
wagen, die alleen voor de sloper nog
waarde heeft, weggesleept.
Zuidslaaf
j Een Zuidslaaf bestuurde de tank
wagen, die in Uithoorn was geladen
en naar Milaan moest. Het Neder
landse kantoor van de veertien da
gen geleden gestarte Zwitserse fir
ma Irotank N.V. had de combinatie
bevracht
Burgemeester F. R. M. Meltzer
van Bunnik schatte de directe schade
op twee ton. Volgens hem zal de
schade in eerste instantie moeten
worden betaald door de assuradeu
ren van Irotank.
Een nieuwe vinding in Japan,
waarvoor wel eens een „goede"
toekomst weggelegd zou kunnen
zijn: een automaat, die voor drie
dubbeltjes gedurende een minuut
3000 cc zuurstof levert. De foto
toont een Japans meisje dat de
zuivere zuurstof opsnuift, een wer
kelijke verfrissing na een hele dag
inademen van de vervuilde lucht
in Tokio. Uit de Japanse hoofdstad
wordt gemeld, dat de mensen al in
dikke rijen voor de automaat
staan
NEW ORLEANS De Ameri
kaanse negerleider Rap Brown is
bij het federale districtshof te' New
Orleans een actie begonnen voor
rassengelijlkiheid in gevangenissen
in de staat Louisiana.
(Van onze parlementsredactie)
TVE Christelyk-Historische Unie 60 jaar. Partyvoorzitter drs.
A. D. W. Tilanus: „Na de buitengewone algemene ver
gadering van 16 december 1967 zyn we bezig geweest met een
betere party-organisatie, waardoor je nu de CHU inderdaad een
politieke party kunt noemen." By zo'n uitspraak past een reactie
op actuele politieke vraagstukken, met name de waarschuwing
aan het kabinet van mr. Biesheuvel in Rotterdam.
„Wat Biesheuvel zei, was voor ons
geen nieuws. Hij heeft de vraagstuk
ken die bij de BTW, de Loonnota en
de Nota Noorden des lands aan de
orde kwamen alleen nog eens op een
rijtje gezet. De christelijke partijen
hebben een volkomen parallel stand
punt ingenomen. Ik heb de indruk
dat de WD, hoewel de liberalen
niets definitiefs gezegd hebben, eer
der geneigd zijn een belastingverla
ging over de hele linie te aanvaar
den. De WD zal meer in onze rich
ting moeten gaan denken. De
verschillen zijn niet erg groot, maar
dit is wel een essentieel punt".
„Wat Kikkert zei bij de Nota Noor
den, dat de begrotingscijfers voor
1969 ten aanzien van de werkloosheid
duidelijke taal zullen moeten spreken
zou je ook een schot voor de boeg
kunnen noemen en ik had ook niet
de indruk dat het kabinet erg blij
was met dit geluid".
De ARP stelt zich in de Kamer
vaak kritischer op, vooral ten aan
zien van sociaal-economische
kwesties. Wat is hiervan de achter
grond?
„Ach, bij de Loonnota, de BTW en
de Nota Noorden is er een goed on
derling contact geweest. Wellicht was
de a.r. woordvoerder wat pregnanter.
Dat heeft geen diepere oorzaak. Ik
zou ook geen achtergrondverschil
weten. Misschien stellen wij ons wat
voorzichtiger op en dan komt dat,
omdat we er niet voor voelen tot de
rand van de afgrond te gaan en op
dit moment een chaos te riskeren. De
mogelijkheid bestaat namelijk, dat de
tegenstander niet gevoelig is voor de
argumenten, waardoor men zou kun
nen doorschieten".
Chaos?
„Ja, we moeten streven naar conti
nuïteit, een vierjarige regeringsperio
de. Er is zoveel in beweging, dat je
nu in een chaos terecht zou komen
als je een regeringscrisis met nieuwe
verkiezingen zou krijgen. Daar is
geen enkele partij rijp voor".
0 Voorkeur
Kunt u zeggen naar welke rege
ringspartner uw voorkeur uitgaat,
ervan uitgaand dat de christelijke
partijen een partner moeten zoe
ken?
„Mijn voorkeur gaat uit naar die
partij, met welke ik ons program kan
verwezenlijken. Je zult van elkaar
dingen moeten accepteren, concessies
moeten doen. Maar dat moet niet in
het vlees snijden, geen wezenlijke za
ken raken.
Ik zou geen bezwaar hebben om
het weer met de PvdA te proberen,
hoewel we met de socialisten niet
altijd gelukkig geboerd hebben.
Maar, ik zei al eerder, ik heb niet de
indruk dat de verschillen met de
WD erg groot zijn. In de politiek
moet je proberen te halen wat er te
halen is en wie wil is welkom. Tegen
het uitspreken van voorkeur heb ik
geen bezwaar, als het geen absolute
binding wordt. Het gevaar van vaste
afspraken in Nederland is: om te
kunnen regeren moet je na de ver
kiezingsuitslag kunnen switchen.
Dat is ook de reden dat ik me in
Groningen verzoenlijk heb opgesteld
tegenover de Radikalen, omdat ik
meen dat een te grote versnippering
en een scherp tegenover elkaar staan
in een bepaalde constellatie het land
onregeerbaar maken".
Hindert het U dat, waar gespro
ken wordt over een progressieve
concentratie, de CHU nooit ge
noemd wordt?
„Ja, ik begrijp dat niet. Ik weet
overigens ook niet wat een progres
sieve concentratie is. Als dat zou
moeten zijn: D'66, PvdA, PPR, PSP
en ARP. is dat gewoon een utopie.
Veerman heeft duidelijk gezegd, dat
de ARP daar niets voor voelt. Zater
dag bleek dat de PSP niets met D'66
wil. Nou, daar hoeven ze mij niet bij
te noemen".
Volgens politieke tegenstanders
is de Unie behoudend, behoudender
dan de ARP. Anderen menen, dat
de achterban van de Unie juist
vooruitstrevender is dan de achter
ban van de ARP. Waaraan schrijft
u de behoudende image van de
CHU toe, mede gezien de grote
veranderingen Sn de Unie van de
laatste jaren?
„Als je eenmaal een bepaald stem
pel opgedrukt, hebt gekregen, is het
moeilijk daar af te komen. Er wordt
zovaa'kin stereotiepen gepraat: de
Schotten zijn zuinig of wij zijn het
volk van de geschrobde straatjes.
Daar komt bij, dat als je geen eigen
dagbladpers hebt, je het ook niet in
de hand hebt een imago te verande
ren. De CHU heeft verder niet de
financiële mogelijkheden gehad een
voorlichtingsfunctionaris aan te stel
len of via public relations een image
vorming op te bouwen. Maar als ik
nu kijk naar de resultaten van „De
Achttien", zie ik toch weinig verschil
met ons program. Maar ja, beeldvor
ming werkt nu eenmaal heel lang
zaam door".
0 Openheid
Tot voor enige jaren hield de
CHU de boot van het samengaan
met de ARP af, ondanks herhaald
aandringen van die zijde. Kunt U
zeggen wat nu eigenlijk het keer
punt is geweest dat de Unie heeft
doen besluiten met KVP en ARP te
gaan praten over gezamenlijk op
trekken?
„Daar wil ik drie argumenten voor
noemen:
a. Het bleek noodzakelijk wanneer je
een aantal christelijke lijnen in de
politiek zou willen aanbrengen, sa
men te werken. Als je op deze
wijze aan de samenleving wilt
bouwen, is het beter niet verd'eeld
te zijn.
b. Bij de rooms-katholieken en gere
formeerden (bij de KVP en de ARP
ook) is de openheid groeiende naar
mensen en organisaties, andere ge
dachten en andere ideeën.
c. Een steeds grotere aandrang van
onze leden. Voor de verkiezingen
was dat ten opzichte van de ARP:
de AR-CH Vriendenkring. Daarna
is de samenwerkingsgedachte ge-
evolueerd tot een groter verband.
Er waren in het verleden wel bezwa
ren. Het Unie-standpunt was meer:
we moeten de wereld in. Bij
rooms-katholieken en gereformeer
den kende men de gesloten organisa
ties, ook in de kerk. Je zou kunnen
zeggen: we waren bang opgesloten te
worden in een christelijk blok. Nu
zijn gereformeerden en rooms-katho
lieken niet meer zo introvert, ze heb
ben geleerd over eigen grenzen heen
te kijken.
Er was een klimaatsverschil ook,
maar we zijn naar elkaar toege
groeid. De CHU is ook meer politieke
partij geworden. Over de grenzen
van partijen en kerken heen zullen
we nu moeten zoeken naar mensen
waarmee we kunnen samenwerken.
Daarom is mijn stellingname ten op
zichte van „De Achttien" ook posi
tief.
Je zou haast zeggen: een bijbelse
opdracht „Opdat zij allen één zijn".
Dat hoeft niet te betekenen, dat je er
één groot geheel van maakt, maar
wel, dat je onderscheiden, maar niet
gescheiden hoeft te zijn".
0 Belastingverlaging
De CHU was de eerste en meest
fervente voorstander van een door
gaan van het gesprek in „De Acht
tien". Toch heeft juist de CHJO
veel kritiek op de wijze waarop de
CHU in de Kamer de intenties van
„De Achttien" ten uitvoer probeert
te brengen. Wat is uw mening hier
over?
„Daar moet ik eerst een kantteke
ning bij maken. De CHJO staat zeer
positief tegenover de resultaten van
„De Achttien" en het interimrapport.
Het is deels wat vroeg om ons optre
den in de Kamer te beoordelen, deels
is er toch wel wat uitgekomen. Ik
noem weer de Loonnota, de BTW.
Ik heb duidelijk in Groningen ge
zegd, dat de BTW grotendeels ge
bruikt moet worden voor de werk-
loosheidsbetrijding. Voor een klei
ner deel natuurlijk ook wel voor de
belastingverlaging, maar dan aan de
voet.
Verder heeft Kikkert bij de behan
deling Nota Noorden gesteld dat we
kunnen denken aan een Ontwikke
lingsfonds. Als dat er niet van kan
komen, zullen we dit in de begro
tingsposten 1969 moeten kunnen te
rugvinden. In de begrotingsvoorstel
len, en ook ten aanzien van de be
lastingplannen, zullen de voorstellen
van „De Achttien" moeten worden
verdisconteerd. Anders zullen we
daar zeker bezwaar tegen maken.
De overheid moet nu eenmaal over
de middelen kunnen beschikken voor
collectieve voorzieningen en voor be
vordering van werkgelegenheid. We
moeten niet in de kou blijven staan.
Nog een voorbeeld: de heer Kik
kert heeft zich gereserveerd op
gesteld tegenover het vasthouden van
staatsbezit. Laat de overheid niet te
star zijn in dit soort dingen wanneer
het er om gaat de noodsituatie in het
noorden te kunnen aanpakken.
0 Het eigene
Er is een toenemende studie over
samenwerking met andere partijen;
een zoeken naar grotere verbanden.
Wat is volgens U, anno 1968, het
specifiek eigene van de CHU? Is
daarvoor nog plaats in een groter
verband?
„Er zijn drie specifieke zaken die al
tijd in de Unie hebben gespeeld. Ten
eerste het vasthouden aan het Evan
gelie als uitgangspunt Vanzelfspre
kend zijn er ook tn niet-confessionele
partijen vaak voortreffelijke christe
nen maar voor hen is het Evangelie
geen basis voor partijvorming.
Ten tweede de openheid ten op
zichte van anderen, ook van niet con
fessionele groeperingen. Ons oud-
Eerste Kamerlid ir. Geuze was bij
voorbeeld voorzitter van de Zeeuwse
Maatschappij van Landbouw: de oud
Unie-secretaris mr. Van Gelder is
voorzitter van het Groene Kruis.
Daarnaast vindt men in de CHU ook
bestuursleden van christelijke orga
nisaties, zoals het Tweede-Kamerlid
Tolman, die voorzitter is van de
Friese CBTB. In ARP en KVP is nog
steeds een voorkeur voor organisaties
van dezelfde geestelijke signatuur;
een hechter verband van mensen
die gelijkgezinde organisaties
voorstaan. Overigens verandert dit in
KVP en ARP wel. De anderen zijn
op dit punt geëvolueerd. Bij ons is
dit altijd zo geweest.
Ten derde zou ik willen noemen
het uitgangspunt dat we zoveel mo
gelijk het belang van iedereen in het
oog willen houden. Niet willen optre
den voor specifieke groepsbelangen
zoals werknemers, middenstand of
werkgevers en ook niet uitsluitend
voor specifiek christelijke belangen.
In een politieke partij moet men
een visie ontwikkelen op de mens
zoals die door God gewild is en een
visie op de maatschappij, waarin
men de trekken van het Evangelie
vindt. Dit is naar mijn mening geen
(door Bob Nuys)
DAT DE ROEMENEN vaak twee, of soms
nog meer talen spreken, is niet zo verwonder
lijk, zeker niet bij de jonge generatie, die
profiteert van de verbeteringen van de laatste
jaren. Roemenië heeft de zaken serieus aan
gepakt, hoewel men beseft dat het nog beter
kan. Veel wordt gedaan om het onderwijs te
perfectioneren.
De jongste maatregel is dat met ingang van het
nieuwe schooljaar de leerplichtige leeftijd met drie
jaar tot 17 jaar wordt verhoogd. Scholieren zitten
dan tien jaar in de banken. Nog langer uiteraard,
als zij daarna gaan studeren aan een van de zeven
universiteiten die Roemenië telt.
Bovendien stimuleert men ook studie op universi
tair niveau bij die categorie, die meteen na de ver
plichte schooltijd de fabriek ingaat. De besten krij
gen de kans ingenieur te worden. Zij slagen vaak en
krijgen dan een topfunctie in het bedrijf, waarin zij
als arbeider zijn begonnen. Tegelijk zijn zij hun
vroegere medearbeiders ten voorbeeld, die daardoor
weer tot betere arbeids- en studieprestaties worden
aangezet.
In het grotendeels geïndustrialiseerde Roemenië
verdient de arbeider gemiddeld ongeveer ƒ450 per
maand, met als best betaalde de mijnwerker 1000)
en als minst betaalde de ongeschoolde arbeider
(ƒ240). De kosten van levensonderhoud zijn onge
veer te vergelijken met die in ons land, zij het voor
de Roemenen iets ongunstiger.
Zij hebben evenwel het voordeel van een lage
huishuur, die inclusief elektriciteit voor een appar
tement tweekamerwoning) ƒ30 per maand be
draagt. De Roemenen zijn gauw tevreden, maar stel
len hoge eisen aan eten en drinken en daarvan kan
ook de weinig draagkrachtige Roemeen van ge
nieten.
Modern beeldhouwwerk in Roemenië: een
schepping van Brancusi in Tirgu-Jiu.
Toch heeft men de armoede in het land nog niet
geheel kunnen verdrijven. Men kent weliswaar een
minimum inkomen van 240 per maand, maar dat
is zelfs voor de minsteisenden niet veel. Veelal moet
men dit geringe inkomen aanvullen door ook de
vrouw te laten werken.
Op ander gebied gaat men in Roemenië weer
vooraan. Vooral de oudedagsvoorziening is bijzon
der goed. Veelal krijgt men als „AOW-er" gewone
salaris doorbetaald en in ieder geval niet minder
dan het salaris minus honderd gulden.
De pensioengerechtigde leeftijd ligt trouwens la
ger dan bij ons. Mannen stoppen op hun 62ste jaar,
en ze mogen al op 60-jarige leeftijd ophouden. Voor
vrouwen gelden de pensioengrenzen 57 en 55 jaar.
individuele zaak. Men moet gezamen
lijk als partij een visie ontwikkelen.
Ik geloof zeker dat voor deze speci
fieke opvattingen van de Unie ook in
groter verband een plaats is. Dit is
ook wel gebleken bij de gesprekken
in de groep van 18. Daar is duidelijk
uitgesproken dat we geen gesloten
christelijk blok wensen, maar
openstaan voor samenwerking met
anderen. In dit opzicht is er een be
langrijke inbreng van de CH in het
gesprek geweest. Overigens was hier
bij de gesprekspartners volledig be
grip voor".
0 Kan dat?
Wat beschouwt U als hoogtepun
ten uit het 60-jarig bestaan van de
Unie. Verbindt U die hoogtepunten
aan bepaalde personen?
„Voor de periode die ik zelf kan
overzien denk ik vooral aan het her
leven van de Unie na de Tweede
Wereldoorlog, waarover iedereen zich
verbaasde. Hiervoor is mijn vader
dagen op pad geweest. Vaak wérd
hem gezegd „Wat bezielt je toch"?.
Hdj zei altijd „Ik heb er wel vertrou
wen in" en hij ging rustig door. Zo in
de geest van „de boer ploegde voort".
Dat was trouwens een typische ka
raktertrek van hem. Wat hij in zijn
kop had, kreeg je er niet meer uit.
Hij was een ontzettende taaie door
zetter. Wij noemden hem thuis nooit
vader maar „taaie" en toen hij wat
ouder werd, zeiden we vaak „ouwe
taaie". Dat kan toch wel zo, niet?
Daarnaast is de bijzondere Algeme
ne Vergadering van december 1967
van groot belang geweest. Hier zou
ik niet direct bepaalde namen aan
kunnen verbinden tenzij misschien
de commissie-Scholten. Zelf heb ik
deze bijeenkomst als een belevenis
ervaren. Hier waren geen 1700 be
langstellenden aanwezig maar 1700
meelevende leden, die zich allen voor
de toekomst van de CHU verant
woordelijk achtten. Er was een geest
van saamhorigheid en van gezamen
lijke verantwoordelijkheid.
Meer extern, buiten de organisatie,
denk ik aan de onderwijsvernieuwing
van minister De Visser in 1920; de
sociale aktiviteiten van Slotemaker
de Bruine als minister. Voorts De
Geer die als eerste in 1939 de SDAP
in de regering heeft gehaald.
Na de oorlog was er verder de In
donesische kwestie, die de gemoede
ren sterk heeft beziggehouden".-
0 180 graden
Wat zijn de belangrijkste wijzi
gingen die zich politiek en orga
nisatorisch, in 1968 in de CHU vol
trokken hebben?
„In de eerste plaats de buitengewone
Algemene Vergadering van december
1967. Vrijwel unaniem heeft men zich
toen uitgesproken voor een voor
uitstrevend beleid. Langzamerhand is
dit misschien een versleten kreet.
Maar toen was dit toch wel een be
grip. De aanduiding van een houding
die men enigszins zwart-wit
zou kunnen schetsen als „180 graden
gedraaid". Niet meer naar het verle
den kijken maar het oog richten op
de toekomst.
Daarnaast is er het verlangen om
met de twèe andere christelijke par
tijen in contact te komen en de be
reidheid om daarmee een gesprek
aan te gaan.
Voor mijzelf was dit overigens
nauwelijks een koerswijziging. Bij
mijn optreden als voorzitter nu
twee jaar geleden heb ik gesteld
dat we met KVP en ARP in contact
moesten komen. Bij de opening van
het parlement in 1967 heb ik hierover
een gesprek gehad met Berghuis en
Aalberse, om eens bij elkaar te ko
men. We zijn het er niet helemaal
over eens wie het initiatief genomen
heeft. Ik ben naar Aalberse gegaan
en die bleek ook al een afspraak met
Berghuis gemaakt te hebben."
Waaraan schrijft U het toe dat
de organisatorische wijzigingen
(het rapport-Scholten) pas zo iaat
in de Unie ingang hebben gevon
den en dat men jarenlang op de
oude voet is voorïgegaan?
„De Unie was altijd een federatie
van plaatselijke kiesverenigingen.
Daarbij komt dat haar aamharig vrij
constant bleef. Daar nam men ge
woon genoegen mee. Misschien iets te
sterk gezegd 'Men was over het alge
meen wel tevreden'.
De laatste jaren vooral bij de
laatste verkiezingen is het kie
zerscorps in zijn totaliteit echter
sterk in beweging gekomen. Dat is
onder meer gebleken in de diverse
onderzoekingen, zoals die van het bu
reau Veldkamp-Marktonderzoek.
Men heeft daar in de Unie lering
uitgetrokken, en gezegd 'Dan zullen
wij ook in beweging moeten komen,
en de kiezers iets moeten presente
ren'. Het speelt trouwens ook in de
andere partijen".
0 Extra stootje
Loopt men dan niet enigszins
achter de feiten aan?
„De verkiezingsuitslag was voor
mij persoonlijk de bevestiging van
een vermoeden. Men zou kunnen zeg
gen: De geesten waren vrijwel rijp
voor vernieuwing; de verkie
zingsuitslag gaf dit proces een extra
stootje; bij elkaar bracht dit de ver
nieuwing op gang".
Een van de kenmerken van de
CHU is haar dualistische opvat
ting; de regering regeert; de Kamer
beoordeelt. De laatste jaren komt
de oppositie steeds meer met te-
genbegrotingen, voorstellen, plan
nen enz. Hoe beoordeelt U deze
ontwikkeling?
„De regering heeft een beter, een
uitgebreider apparaat dan de Kamer
fracties. Men moet zeer deskundige
leden of fractie-adviseurs hebben om
een tegenbegroting te kunnen maken.
Wel vind ik het een lofwaardig stre
ven om zelf vanuit de Kamer met
plannen en ideeën te komen, en mee
te helpen aan de ontwikkeling van de
politieke gedachten.
Maar er moet altijd gemeen over
leg zijn. Ik heb de indruk dat het
gemeen overleg tussen Kamer en re
gering de laatste tijd beter loopt Ik
denk hierbij aan de commissieverga
deringen waarin mondeling overleg
tussen Kamerleden en ministers mo
gelijk is. Het gemeen overleg is be
langrijk zonder dat daarbij de Kamer
op de stoel van de regering moet
gaan zitten. Uiteindelijk geeft de
houding van de Kamer de doorslag".
In hoeverre is het verdeeld stem
men nog een typische eigenschap
van de CHU te noemen. Sinds 1963
(optreden van mr. Beernink als
fractieleider) is dit verschijnsel
sterk afgenomen. Leeft het beginsel
van de individuele verantwoorde
lijkheid der fractieleden nog sterk
in de Unie?
„Dat wij verdeeld stemmen is echt
een fabeltje. Het komt niet meer voor
dan bij iedere andere fractie. De
commissie-Scholten heeft dit in haar
rapport voor de periode 1963 tot 1967
ook aangetoond. De individuele ver
antwoordelijkheid van de Kamerle
den acht ik overigens een juist uit
gangspunt. Ik geloof niet dat je de
goede weg op zou gaan met partij- of
fractiedwang. Maar in gezamenlijk
overleg komen we meestal wel tot
een eensluidend standpunt".
0 Christelijk?
Heeft U ooit getwijfeld aan de
zin van christelijke politiek?
„Neen. Dat heb ik eigenlijk nooit
gedaan. Ik vind inderdaad dat er be
paalde gegevens zijn in het Evangelie
die zo vormgevend zijn voor de hele
samenleving dat je daar niet buiten
kunt Wel ben ik een beetje huiverig
om overal het woord christelijk voor
te plakken; dus ook voor het woord
politiek. Maar er zijn bepaalde snij
punten waarin dit wel voelbaar wordt
Dit wil niet zeggen dat alle politiek
die door christen-politici voorgestaan
wordt ook christelijke politiek is. Ik
zie het dan ook relatief. Het woord
christelijk kan ook te veel gebruikt
worden. Dat ben ik met Aarden vol
ledig eens".
Wat acht U in de toekomst een
kernpunt van de christelijke poli
tiek?
„Ik geloof dat we in een periode
zitten van grote veranderingen in de
onderlinge verhoudingen tussen de
mensen en de verantwoordelijkheden
die gedragen moeten worden. Veran
deringen ook in de invloed van de
wetenschap op het menselijk bestaan
en de technologische ontwikkeling.
Hier zit een heel complex van het
cultuurpatroon in de tweede helft
van de twintigste eeuw in. Een kern
punt van christelijke politiek is het
vormen van een cultuurbeleid gericht
op de structuur van de samenleving,
waarbij de mens tot volle ontplooiing
kan komen, zich er ook helemaal bij
betrokken voelt en niet het idee
heeft dat er over hem bedisseld en
met hem gemanipuleerd wordt zon
der dat hij er zelf een woord over te
zeggen heeft. Het gaat dus om een
open samenleving waarin iedereen
zijn kans krijgt.
Ik meen ook dat dit Gods bedoe
ling met de mens is. Het gaat om de
volwaardige ontplooiing als mens.
Het is een christelijke opdracht om
de wereld zo in te richten dat de
mens er op zijn plaats is. Dit is van
zelfsprekend geen monopolie van de
christelijke partijen. Ik voor mij vind
die bron in het christendom, al kan
een ander dat uit een andere bron
hebben. Dat betekent dan ook dat
wij met anderen kunnen samenwer
ken voor het bereiken van onze doel
einden. Vanuit verschillende ver-
trekstations kan men tot dezelfde
doeleinden komen".
0 Getveld
Het geweld is meer en meei en
element van onze maatschappij ge
worden. De CHU noemt zich. gou
vernementeel. Wat zal Uw Houding
zijn tegenover vernieuwingen, ver
anderingen of omwentelingen, die
met geweld gepaard gaan?
„Ik geloof dat we moeten
openstaan voor vernieuwingen, ver
anderingen en verbeteringen en dat
we dit op democratische wijze moe
ten zien te bereiken, door de ander te
overtuigen. Het is ondemocratisch om
geweld als doorslaggevend argument
te gebruiken. Ik zou overigens ge
weld niet altijd zonder meer willen
uitsluiten omdat ik me een overheid
kan denken die bewust tekort doet
aan essentiële voorwaarden waaraan
een overheid moet voldoen en bewust
over mensen beslist zonder dat ze er
iets over te zeggen hebben; een over
heid, die menselijke waarden met
voeten treedt zodat het verantwoord
is en geboden om een dergelijke
overheid met geweld te verwijderen.
Ik denk hierbij dan speciaal aan de
Tweede Wereldoorlog".
Kunt U al iets zeggen over de
positie van de heer Mellema?
„Hierover moet de fractie een
standpunt bepalen. Dat is nog niet
gebeurd. Ik heb in Groningen gezegd
dat het Hoofdbestuur daarna gele
genheid moet krijgen zich over het
fractiestandpunt een oordeel te vor
men. De uiteindelijke beslissing blijft
echter bij de fractie".
0 Meepraten
Is het moeilijk partijvoorzitter
van de CHU te zijn? Moeilijker
dan b.v. 10 jaar geleden of moei
lijker dan het partijvoorzitterschap
van KVP en ARP?
„Ik geloof dat het aan één kant
moeilijker is. Tien jaar geleden wa
ren de mensen geneigd zonder al te
veel kritiek te aan vaarden wat'hun
als voorstellen werd voorgeschoteld.
Leden van de Unie denken tegen
woordig bewust mee. Ze zijn met
een modern woord mondiger ge
worden. Ze uiten zich veel meer. De
vanzelfsprekendheid van wat het
bestuur voorstelt is er at Niet het
vertrouwen in het D.B. maar de me
rites van de voorstellen zijn bepalend
geworden.
Dit is ook veel beter en stimuleren-
der voor het bestuur. Er is meer te
genspel. Trouwens een tendens die
men in de hele samenleving ziet:
men wil meepraten.
Studenten, ondernemers, ook de
kinderen in het gezin. Ik sta hier
positief tegenover. Laat een ander
maar meedenken en met plannen
koonen.
Het voorzitterschap van de CHU is
met die functie in KVP en ARP moei
lijk vergelijkbaar. De KVP is veel
groter. Evenals de ARP is men veel
beter- geoutilleerd. Men heeft een
goed partijbureau.
In de Unie wil men hier nu oök toe
komen. Een nieuw element in ons
beleid is voorts het regelmatig be
zoek aan alle 18 Kamerkringbesturen.
Partijsecretaris dr. Schuring en ik
hebben dit ook voor de buitengewone
Algemene Vergadering gedaan. In
september willen we weer een rond
gang maken. Er gaan natuurlijk wel
heel wat zaterdagen inzitten. Maar
het is noodzakelijk onderling contact
te houden en na te gaan wat er aan
de periferie van de partj leeft
Ook in de Unie hebben we
Radicalen en aan de andere
zijde de zogenaamde Centrum-
groep. Ik acht het noodzakelijk,
ook met hen regelmatig con
tact te onderhouden en je niet
voor hen af te sluiten. Er is in
de Unie echter geen sprake
van duidelijke pressiegroepen
waardoor ik me als voorzitter
in mijn positie aangetast voel."
(Van onze soc.-econ. redactie)
UTRECHT De vakbonden voor
de textielindustrie hebben laten we
ten niets te voelen voor het voor
stel van de werkgevers in deze be
drijfstak om de overeengekomen ar
beidstijdverkorting niet op 1 juli,
maar op 1 oktober te laten ingaan.
Wel willen de bonden meewer
ken aan een soepel dispensatiebe-
leid voor individuele bedrijven,
die door de werktijdverkorting in
moeilijkheden dreigen te komen.