Astronauten oefenen met vliegend ledikant eerste landing op de maan Elke dag gebeuren in deze kiosk Percentage gereformeerden in Nederland wordt hoger Dick Ringlever GEËSTEUJK UW» ZATERDAG 8 JUNI 1968 DE RUIMTEVAART heeft de laatste tijd geen voor het publiek sensationele ontwikkelingen te zien ge geven. Bemande ruimterei zen liggen, althans waar het Amerikaanse Apollo- project betreft, ook niet direct in het verschiet. Toch wordt achter de schermen nog steeds hard gewerkt om het door president Johnson gestelde doel nog vóór 1970 de eerste mens op de maan te verwerkelijken. Of dit doel op een zo korte termijn zal worden gehaald, lijkt na de laatste tegenslagen (o.m. het uit branden van een Apollo- cabine, waarbij drie astro nauten het leven verloren) twijfelachtig. Maar in ieder geval wordt nog steeds alles op alles gezet om de Russen voor te blijven in de ruimterace. Naast de honderden technische proeven, wordt ook het astronau tenteam bijna dagelijks getraind voor de eerste reis. Een van die oefeningen is het nabootsen van de maanlanding, waarvoor Bell Aerosystems Co. in Niagara Falls een speciaal vaartuigje ontwierp, dat veel lijkt op de LEM, het Lunar Excursion Module, dat de eerste twee maanreizigers op de maan moet brengen. Het vaartuigje heeft de naam Lunar Landing Research Vehicle (LLRV) gekregen en is zo ge construeerd, dat men er zelfs de zwaartekracht van de maan (een zesde van die van de aarde) mee kan nabootsen. Het lijkt uitwendig op een vreemdsoortige spin, al heeft het van astronauten de bijnaam „vliegend ledikant" gekregen: een drie meter hoog op vier dun ne poten rustend gevaarte, dat behalve de astronaut een schat Een model van de Lunar Excursion Module, waarmee straks de eerste maanlanding wordt gemaakt. DOOR: aan instrumenten en een kleine 1400 kg brandstof aan boord heeft. Een General Electric turbi nestraalmotor en twee waterstof- peroxyderaketmotoren leveren respectievelijk de hef- en stuw kracht Met deze LLRV, die in 1964 werd ingevlogen zijn tot dusver re 200 nagebootste maanlandin gen verricht bij de luchtmacht basis Edwards, 80 mijl ten noor den van Los Angeles, in het hart je van Californiës Mojave- woestijn, een streek die overeen komst vertoont met het barre maanlandschap. Sinds kort zijn enkele exem plaren ook gestationeerd bij het centrum voor bemande ruimte vaart in Houston om de astro nauten ook daar in de gelegen heid te stellen zich te oefenen in het uitvoeren van landingen op de maan. Voorbereiding Dat deze manoeuvre zo grondig wordt beproefd, ligt voor de hand. Immers, het moment van de lan ding is een van de belangrijkste van de hele maanreis. Ze vereist een grote precisie: één ver keerde beweging en de landing mislukt en wat erger is beide astronauten lopen de kans nooit meer te kunnen te rugkeren. In z\jn zojuist ver schenen boek „Op de drempel van het heelal" (uitgave De Boekerij, Baarn, 8,90, 221 blz.) be schrijft Wernher von Braun, de grote ruimtevaartpromo tor, uitvoerig, welke voorbereidingen er nodig zijn voor de eerste sprong en hoe deze reis zal gaan verlopen. Vrijwel het hele programma moet van tevoren in details worden beproefd. De eerste tests met de Apollo-cabine, die plaats biedt aan drie astronauten, hebben (onbemand) al plaats gehad. Wat nu volgt, is een bemande reis, een traditionele ruimtereis om de aarde. Daarna komt de onbemande reis om de maan, ge volgd door een bemande en pas daarna dal men ook al weer eerst onbemand vanuit de om de maan cirkelende Apollo-cabi ne een excursievaartuigje naar de maan afschieten voor een - eerste landing. Pas wanneer al deze details grondig zijn be proefd, volgt de eerste mense lijke sprong. Het excursievaartuigje LEM zal zich dan met twee man aan boord losmaken, terwijl de CSM (command and service module) om de maan blijft cirkelen. Zo dra de LEM en de beide astro nauten hun werk hebben gedaan, keren zij terug naar de Apollo, koppelen daar vast (een manoeu vre die al beproefd is met een Gemini-capsule en de neuskegel Hink-stap-sprong over maankraters met ruimtescooters: dat is ongeveer de bedoeling van de nieuwe eenmans- Hovercraft-scooter, die door North American's Space and Information Systems Division in Downey (Cali- fornië) wordt getest. Hel gebruik op de maan blijft voorlopig echter toe komstmuziek. van een Agenaraket) en starten de reis naar de aarde. Wat zal de bemanning van die eerste LEM op de maan moeten doen? Wernher von Braun merkt in zijn boek op, dat er die eerste maal van echte research niet veel zal komen. De astronauten zullen op die eerste reis maar 18 uur op De Apollo-cabine. waarmee de astronauten naar de maan zullen reizen. Twee van hen zullen met de LEM landen, de derde blijft rondcirkelen om zijn collega's weer op te pikken. de maan kunnen blijven, zodat er weinig tijd zal zijn voor maanon- derzoek. Tweemaal zullen beide mannen samen de cabine van hun LEM verlaten om zich telkens gedu rende drie uren op het maanop pervlak op te houden. De reste rende tijd zal in beslag worden genomen door de controle van hun toestellen en hun uitrusting, door radiogesprekken en een pe riode van zes uren om te eten en te slapen, tussen hun beide uitstapjes door. Gedurende de zes uren van hun onderzoek zullen zij voorna melijk monsters van de bodem en de rotsen verzamelen om die ter bestudering mee te nemen naar de aarde. Daarnaast zullen zij fo to's maken van hun landingster rein en de indrukken onderzoe ken en opmeten, die de lan dingspoten van hun toestel op de maan maakte. En tenslotte zul len zij op het maanoppervlak, op een afstand van ongeveer hon derd meter van hun startplaats, een verzameling wetenschappe lijke instrumenten opstellen, die tenminste een jaar lang radioge- gevens naar de aarde zullen overseinen. Zo'n nagebootst Apollo Lunar Scientific Experiment Package, kortweg ALSEP, werd enige tijd geleden gedemonstreerd in het NASA-centrum in Houston. Het bevat een verscheidenheid van instrumenten, die moeten dienen om hun omgeving op de maan te observeren en andere om te on derzoeken wat zich in de bodem be;vindt, zoals een mortier, die granaten afschiet om kunstmati ge maanschokken op te wekken en een seismograaf om die schok ken te registreren. Voor het overseinen van ge- vens zal gebruik worden gemaakt van een 50 Watts thermo-elek- trische krachtbron, die wordt ge voed door een atoombatterij SNAP-27 genaamd. Geschiedenis Wanneer al deze instrumenten zijn geplaatst, zullen de astro nauten terugkeren. Het eerste bezoek zal kort zijn, maar lang genoeg om de basis te leggen voor andere bezoeken, die met de LEM in de toekomst 48 uur zullen kunnen duren. Het zal het begin zijn van een expeditie, die in de geschiedenis nog niet is geëvenaard. Een ex peditie die antwoord zal moeten geven op honderden vragen, on der meer over de geschiedenis van de maan. Vooral daaraan hechten geleer den veel waarde. Juist omdat men daaruit wellicht meer kan te weten komen over de geschiede nis van onze eigen aarde. Is het aardoppervlak door erosie, wind, overstromingen en plantengroei in de loop der eeuwen grondig veranderd, de maan zal door het ontb.eken van een atmosfeer nog „maagdelijk" zijn en veel meer kunnen vertellen over het neve lig oerverleden van beide satel lieten. Het zullen de astronauten zijn, die met de stevige steun van de hele weten schapswereld in de rug de gegevens zullen aandra gen. Zodra de onneembaar lijkende drempel van het heelal is overschreden. Evangelist Schutte SCHEVENINGEN Een bijbelkiosk. Zo'n huisje met een vrome broeder of zus ter erin is toch volslagen uit de tijd? Dat doet het niet meer. Als het 't ooit gedaan hééft. Je christen-zijn moet je dienend trachten te uiten. Niet door bomen, niet door praten, al is het dan getui gend bomen en praten. Nee, als je het evangelie gaat verkondigen, doe het dan maar met je handen. Ont wikkelingshulp en zo. Geen woorden, maar daden. Is dat allemaal waar? Maar in Scheveningen aan de boulevard staat zo'n huisje van twee bij twee. Het ging verleden week weer open. Inderdaad, met (van 's morgens half tien tot 's mid dags vijf) de vrome broeder erin. Bijbels in vele talen hangen voor de raampjes. Ook heel wat geschriften over praktisch christendom. Vreemdelingen, dat wil zeggen: toeristen uit binnen- en buitenland, maar vooral de laatsten blijven er bijna allemaal geïnteresseerd bij kijken. Pakken wat lectuur uit het „gratis" bak je, buiten. Vele malen per dag gaan er ook mensen naar binnen. Het is er heel knus en er kunnen net twee stoelen staan. Ze wiebelen een beetje vanwege het vele ge bruik. Als het mooi weer is blijft de deur 'altijd open. Maar soms gaat hij, ondanks stralende zon en staalblauwe zee, dicht. Dan wordt er gebeden. Beetje bang De man, die hier elke dag zit is de heer F. A. E. Schütte, oud KLM-employé. Was een beetje bang, toen hij drie jaar geleden begon. Wie zou hij hier allemaal niet kunnen ontmoeten? En wat dan te zeggen, vaak nog in een vreemde taal ook... Dat was verkeerd van me, toen, zegt hij. Hoe dom, om ook maar te veronderstellen dat ik hier alléén zou zitten. Je ervaart wel anders. Er is veel zegen, gaat hij ver der. Dagelijks gebeuren hier wonderen. Velen hebben hier een bewuste keuze gedaan. Hun Va der gevonden. Dat werden door gaans blijvende contacten, waar mee ik nog altijd briefwisseling heb. Vooral buitenlanders spreekt deze wijze van verkondiging aan. Hoe vaak is er niet de handdruk van een vreemdeling. Zijn blik van herkenning. Waarna spon taan een portemonnee kan wor den getrokken voor een bijdrage, die je moet aannemen. Cabaretière Bekeringsgeschiedenissen. Ei gentijdsof niet; ze zijn er. Een Papoea, die lang zocht en hier mocht uinden. Een Duitse caba retière, die vlakbij optrad, her haaldelijk daar zat, op die stoel en haar hart gaf aan de Heer. Een Birmees student, die mij kwam vragen met hem te bidden, dan wilde hij nazeggen. Buiten landse Joden, die wilden praten. Een van hen, aan het eind van een gesprek: Laat mij nu u de Joodse zegen geven! Pas nog, een zwijgzame man met paraplu, hier twee meter vandaan. In de regen. Ik ging naar hem toe. Ontrouw, hem aangedaan, had hem in Würzburg de wagen doen pakken. In één ruk was hij naar Scheveningen komen rijden. Die ontmoeting moest zo zijn. O, er is zo ontroerend veel. El ke dag weer. U denkt misschien. dat het voor „die oude man" (ben al over de zeventig) teveel wordt Laat me dit zeggen: Ik heb me zelden fitter gevoeld. Ben 's avonds zo fris. dat ik nog van alles doen kan. In dienst van mijn Heer, ja. Waarom? Omdat ik niet stil kan zijn. Omdat ik deze opdracht heb gekregen. Als je geroepen wordt, dan ga je toch graag? Deze houten kiosk gaat binnen kort weg. Al ziet hij er nog net jes uit in het voorjaar heb ik hem weer helemaal behandeld hij is toch wel aan de kleine kant, hoe gezellig we hier overi gens zitten. Aluminium Er komt een aluminium exem plaar, dat bijna tweemaal zo groot is. Wordt hier vlak naast opgetrokken. Daarna stap ik over. Hoop maar dat het wennen zal. Ik raakte verknocht aan dit hokje. Er is dan nog een voordeel. De vormgeving is straks ook mooi genoeg om tegen het najaar in het Rijswijkse winkelcentrum De Boogaardt opgetrokken te kun nen worden. Daarvoor hebben we. dat is het Bijbel Kiosk Co mité, een aanvraag lopen. Als ik het beleef, wordt het dan voor mij een vol jaar dienst! Vlak bij de deur staat iemand afwachtend naar binnen te kij ken. We breken af. Ontvangen het boekje „Het Lam volgen op de voet" (in feite mijn le vensgeschiedenis, zegt de heer Schütte) van G Steinberger, uit gegeven in Hoenderloo. Daaruit wordt later iets meer van het „waarom" voor de heer Schütte duidelijk. Via deze zin nen onder meer: Wie het Lam volgt, geeft eigen wil, eigen weg op. Geeft toestemming dat eigen wensen en wegen kunnen wor den doorkruist Wie het Lam volgt, kan niet verwachten dat hij door allen wordt begrepen. Er zijn wegen, die een kind van 3od met Zijn Heer alleen moet gaan. (Naschrift: De aluminium kiosk is nog niet geheel gefinancierd. Evenmin eenzelfde exemplaar, dat in Amsterdam aan de Lin- naeusstraat, vlak bij het Insti tuut voor de Tropen komt te staan, ter vervanging van een „oud beestje". Wie mee wil doen met de groep christenen, die dit werk niet alleen in hun gebeden maar ook financieel steunen, is hier de naam van de organisatie: Bijbel Kiosk Comité, penning meester D. Grul, Dr. Schaepman- laan 10, Heemstede. Gironummer 231961.) ^ERWIJL de Nederlandse bevolking vorig jaar met 1,05 procent toenam groeiden de Gereformeerde Kerken met 1,22 procent. Over de laatste tien jaar gerekend, breidde de bevolking zich uit met 14,1 procent terwijl de Gereformeerde Kerken groeiden met 15,6 procent. Dit heeft tot gevolg, dat het percentage gereformeerden in de Nederlandse samenleving langzaam toeneemt. Het steeg van 6,58 procent in 1958 tot 6,67 procent in 1968. Deze groei wordt vooral ver oorzaakt door het feit, dat de ge reformeerden een hoger geboor ten-overschot hebben dan de be volking in het algemeen. Het verschil wordt de laatste jaren zelfs groter. Gebleken is name lijk, dat het geboortencijfer ook bij de gereformeerden wel daalt, maar minder snel dan bij de be volking als geheel. Tot deze conclusies komt een zojuist verschenen rapport over de groei van de Gereformeerde Kerken, samengesteld door het bureau „Kerkopbouw" te Utrecht. Het algemene geboortencijfer in Nederland liep terug van 20.9 per duizend inwoners in 1962 tot 19.2 in 1966. Bij de Gereformeerde Kerken daalde het in dezelfde periode van 22.6 tot 21.3. Ten op zichte van de bevolking was er in 1962 dus een overschot van 1.7. Dit liep in de volgende jaren ge leidelijk op en in 1966 was het 2.1. Groter Ook blijkt, dat de huwe lijksvruchtbaarheid bij de gere formeerden thans groter is dan bij de rooms-katholieken. Tot 1962 was het rooms-katholieke cijfer het hoogste. Daarna is dit veranderd. Tot de gereformeer den worden in dit verband alle gereformeerde groeperingen van ons land gerekend omdat geen afzonderlijke cijfers van de Ge reformeerde Kerken beschikbaar zijn. Gaat men uit van het gemid deld aantal geboren kinderen per 100 ge «innen, waarin gedurende de jaren 1960 tot 1965 een levend kind ter wereld kwam, dan was het gemiddelde cijfer voor de rooms-katholieken in 1962 nog 292 en voor de gereformeerden iets lager namelijk 289. Daarna passeerden beide groepen elkaar. In 1965 was het gereformeerde cijfer 275 en het rooms-katholie ke 260. Voor de hervormde kerk gold in dat jaar een gemiddelde van 253. Bij hen, die tot geen kerkelijke gezindte behoren was het 211. Het gemiddelde van de Nederlanuse bevolking als geheel was 246. Sterfte Merkwaardig is dat het sterfte cijfer bij de gereformeerden la ger ligt dan bij de bevolking in het algemeen. Het laatste jaarge middelde berekend over vijf jaar, is 6.7 per duizend. Het gemiddel de sterftecijfer van de Neder landse bevolking was echter 7.9 per duizend. Beziet men de Nederlandse vestigings- en vertrekcijfers dan komt eveneens een merkwaar dig feit naar voren in de studie van „Kerkopbouw". Verhou- dingsbewijs is het vertrekcijfer van de gereformeerden veel ho ger dan van de rest van de be volking. Over de laatste vijf jaai boekte Nederland als geheel een vestigingsoverschot van 0.4 per duizend per jaar. De Gerefor meerde Kerken daarentegen le den een verlies, namelijk een vertrekoverschot van 1.5 per dui zend per jaar. Da gemiddelde vertreko- verschotten van de Gereformeer de Kerken ten opzichte van de gehele bevolking worden de laatste tijd zelfs groter. Dit komt door de grotere neiging tot emi greren bij de gereformeerden. Volgens de berekeningen van de Christelijke Emigratiecentrale emigreerden vorig jaar ruim tienduizend Nederlanders. Daar van waren er rond 1400, dus bij na 14 procent gereformeerd. Dit is meer dan het dubbele van met percentage gereformeerden in de Nederlandse bevolking. Groeifactor Aan de hand van vestigings- plus geboortenoverschotten bere kende Kerkopbouw de groeifac tor van de Gereformeerde Ker ken op gemiddeld 1,3 procent. Bovendien neemt men aan, dat evenals tot nu toe, er jaarlijks een „overgangensaldo" zal zijn van duizend personen. Op basis van deze cijfers moet men aan nemen, dat in 1980 het aantal le den van de Gereformeerde Ker ken zal zijn gestegen tot een mil joen. Zij zullen dan ongeveer 7 procent van de bevolking uitma ken. Op het ogenblik is het le dental in Nederland 833.743. Merkwaardige ontdekkingen deed Kerkopbouw ook bij een analyse van de cijfers per pro vincie. Relatief groeien de Gere formeerde Kerken het sterkst in de provincie Gelderland. De Gel derse bevolking nam de laatste tien jaar toe met 19.8 procent. De gereformeerde bevolking van Gelderland echter met niet min der dan 31.8 procent, twee maal zo snel als in Nederland als ge heel. Trouwens ook Overijssel, Utrecht en Drenthe vertonen een verhoudingsgewijs sterke toena me van de gereformeerden. Beneden hun landelijke ^oei- cijfer blijven de Gereformeerde Kerken daarentegen in de randstad Holland. In Noordhol land nam men toe met 12.8 pro cent en in Zuidholland met 11.6 procent Trouwens ook de alge mene bevolkingsgroei bleef hier beneden het landelijk percentage. Noordholland groeide namelijk met 10 poe ent en Zuidholland met 11.1 procent Zeeland De enige provincie waar de Gereformeerde Kerken minder sterk groeien dan de bevolking is Zeeland. Hier ging men namelijk 5.8 procent vooruit Zeeland als geheel groeide met 6.5 procentm Over de oorzaken van deze te ruggang in Zeeland laat Kerkop bouw zich nog niet uit. Men wil dit nader onderzoeken. Een geheel aparte plaats neemt Noordbrabant in. Dit is de snelst groeiende provincie van Neder land. Men ging de laatste tien jaar 21 procent vooruit. De Gere formeerde Kerken hier overtrof fen het provinciale cijfer nog. Zij groeiden namelijk met 26.6 pro cent, hoezeer zij hier overigens een minderheidsgroep vormen. Van de totale bevolking maken zij slechts 1.54 procent uit Tien jaar geleden was het echter 1.48 procent. De sterkst gereformeerde pro vincie van Nederland is Friesland, waar de leden der Ge reformeerde Kerken thans 21.01 procent van de bevolking uitma ken. Tien jaar geleden was het 20.32 procent. Zonder nader onderzoek kun nen. aldus het rapport van Kerk opbouw, de wijzigingen in het spreidingsbeeld moeUijk worden verklaard. De indruk bestaat evenwel, dat gereformeerden zich graag vestigen in centraal buiten de grootstedelijke centra gelegen woongebieden, met de mogelijk heid van een eigen woning in een min of meer recreatieve omge ving. Dit zou een verklaring kun nen zijn van de sterke groei in het midden en het oosten van het land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 15