In Kossmanns jongste werk treft intelligente toon BETERE VOORZITTER NIET TE VINDEN Zijlstra en de lonen, studenten en radicalen OPINIE Kanttekening DE WERELD IS BANGER GEWORDEN 100ste de lucht in met Kwartet-vlucht ZATERDAG 8 JUNI 1968 IJET verhalend werk van Kossmann is nooit bijzonder omvangrijk en het laat rich al tijd gemakkelijk lexen. Het staat voor hem blijkbaar vast, dat rijn In de doem van het geweld TEDERE TUD heeft zyn eigen begrippen, waarmee dan de mens in het bflronder wordt geconfronteerd. In onre ttjd rijn die begrippen er vele, hetgeen wjjren kan op de Intensiteit waarmede het leven van vandaag wordt geleefd. Als ruik een begrip heeft rich deze week gevolg van een ontstellende moordaanslag, helaas niet de eerste aan ons voorgedaan „het geweld". Het geweld is plotseling en eens te meer geworden tot een onderwerp van beschouwingen. Niet dat het geweld er niet altijd al is geweest. Misschien soms nog wel in ernstiger vormen dan in onre tijd. Maar wat ons in dere tjjd bijzonder treft is de snelle informatie over de geweldpleging. En wat ons bezorgd maakt is, dat ondanks alle machten die wij de baas leken te rijn geworden het geweld als een vreemde ziekte over de wereld blijft rondwaren. "MA DE moordaanslag van deze week was een van de eerste daden van de Amerikaanse president om een commis sie in het leven te roepen van by uitstek deskundigen die zich nu moet gaan buigen over heel die uitgebreide proble matiek die zich in het verschynsel van het geweld aan ons voordoet. Een goed besluit. En zeker in een land waar reeds de be oefening als zodanig van de politiek dreigt te worden tot een levensgevaariyke bezigheid. Want die politiek voltrekt rich in het openbaar, die politiek moet rich voltrekken door weer standen heen, er worden gevoelens gewekt van genegenheid en van haat, en telkens weer spoediger dan men het had voorzien dient het geweld zich aan. Wat treffen moest uit woorden van wie van dere moordaan slag ooggetuigen waren was ook dit, dat zich van de aanwe zigen meer een stemming van verbystering dan van ver bazing had meester gemaakt. In de verbazing steekt de ver rassing. Maar de aanwezigen waren minder verbaasd dan verbysterd. Verbysterd wellicht, omdat de daad zelf toch nog de bevestiging vormde van iets dat zü reeds lang hadden gevreesd en geducht, maar zo ver weg hadden gewenst. TJET IS een arme wereld, waarin het geweld rondwaart. ook al is het een wereld van ontzagiyke materiële rykdommen. Grypen naar het aanvalswapen is altyd uiting van armoede van geest. Het is bruutheid die zich dan op maakt, Is het wel juist om de veroordeling van het geweld te be perken tot dat grypen naar het wapen? De wereld van van daag, zo heeft een Amerikaanse commentator dadeiyk na de aanslag geschreven, staat voor grotere problemen dan zy tot dusver heeft weten te beheersen. Hy somde op: de tegen stellingen tussen de volken, die tussen de rassen, die tussen de ryken en de armen, en hy zag de aarde geslagen door een plaag van wetteloosheid en van geweld. Inderdaad, dit is de sfeer waarin wy mensen van vandaag nog hebben te leven, en is het dan zo vreemd wanneer in deze wankele situaties een enkel simpel mens niet langer kan weerstaan de dreigende wankelheid van zyn gemoed en, als door een boze geest overweldigd, naar het wapen grypt om daarmee zijn daad van geweld te stellen. T~VE REVOLVER, zo hebben deze week in Amerika mannen van de wetenschap al gezegd, heeft sinds al te lang deel uitgemaakt van de Amerikaanse inventaris. Het bezit ervan komt tegemoet aan een begeren om con flicten snel in eigen voordeel te beëindigen, komt tegemoet •an het begeren om handelend op te treden. De revolver geeft, het is gebleken, ook aan de anonieme enkeling in de anonieme massa, een gruweiyke macht. De revolver is altyd een onding, een wrede verleiding, een macht voor de machtelozen, en het bezit ervan wordt als te stuitender ervaren in een tyd waarin de mensheid althans de hoop had, een zekere volwassenheid van geest naby te zyn gekomen. Het mocht wat. TIE DOOR de Amerikaanse president ingestelde commissie zal stellig goed werk doen. Men mag naar haar voor stellen met oprechte belangstelling uitzien. Maar aan de problematiek zelf zal zy in diepste wezen weinig kunnen doen. Omdat deze problematiek, zoals zovele andere waarmee zy samenhangt, haar oorzaak vindt in een zich te bescheiden openstellen van de mens voor de rykdom van de geest die ons in de by bel wordt voorgehouden. Die bübel begeeft zich wel diep in het menseiyk spraakge bruik wanneer ook hy spreekt van bewapening, ja ons tot het aantrekken van een wapenrusting oproept. Maar dat zyn dan geen domme en botte wapens zoals die nog deel uitmaken van de status van de moderne mens. Het zyn wapens van een andere orde. Als de domme daad van deze week ons heeft geschokt en wy zyn tot in onze ziel geschokt dan wel opnieuw ons heett overtuigd, dat het eerste wat de wereld van vandaag nodig heeft is de spiegel van de bezinning. Zy moet bevryd uit de doem van het geweld. DIEMER XtirVCeit' toon licht moet zijn (vgL blz. 132). Licht en toch niet opper vlakkig schrijven veronderstelt kwaliteiten en is een kunst. Vol taire heeft van zichzelf gezegd dat hij helder was op de manier van beekjes, waarvan de helder heid een gevolg is van hun ge ringe diepte. Ter Braak sprak van een kunst van de oppervlakte. Men krijgt de indruk dat dit laatste ook ongeveer het ideaal van Kossmann als schrijver is. Schijnbaar aan de oppervlakte blijven en toch de mens in zijn eigenaardigheden en raadselach tigheden te peilen dat is een programma waarvoor meer nodig is dan alleen journalfstiek talent. Het genie Voltaire wist zijn toon vol te houden in tamelijk omvangrijk werk. Kossmann voelt onbewust (of misschien heeft hij er zich al lang re kenschap van gegeven), dat hy zijn verhalen niet te groot moet opzetten en zich niet te ver bui ten zijn eigen ervaringen moet begeven. Dit jongste boek van hem bevat drie novellen, waar van het titelverhaal het langste is. In overeenstemming met de te genwoordige introverte mode gaat De vrouwenhaters over een door de ikfiguur geschreven ro man De vrouwenhaters en over de belevenissen van de auteur van dat boek bij en na de publi- katie. De eigenlijke handeling bestaat uit praten, drinken en dromen in het Amsterdam waar heen de ikfiguur na tien jaar is teruggekeerd. Terugblikken Via de terugblikken komt de lezer te weten dat de auteur van de fictieve roman De vrouwenha ters getrouwd geweest is met So- fie. geprobeerd heeft een ménage a trois op te zetten met zijn vrouw en haar leerlinge Liesje, en vervolgens in Athene een Por tugese studente, Manuela ge naamd, ontmoette met wie hij drie jaar heeft rondgereisd, maar die er tenslotte de voorkeur aan heeft gegeven naar haar vader land terug te keren. Kossmann vertelt de inhoud van die fictieve roman en noemt zelfs vijf jonge Duitsers die alle vijf sexueel een beetje getikt zijn en die tenslotte de dood van een doofstom meisje op hun geweten hebben. Door alles heen speelt de belangstelling van de auteur voor sexuele perversiteiten, met name het masochisme. Verheven Diezelfde interesse blijkt ook uit het eerste verhaal, getiteld Op visite by schrijvers, van wie er een ook masochist is. De twee de novelle heet Het model. Een beroemde oude romancier wordt door een beroerte getroffen. De zoon treft op het bureau van zijn vader een manuscript aan. Het is een obsceen boek en het valt bij deze schrijver met zijn ge vestigde reputatie helemaal uit de toon. Ook hier wordt de inhoud na verteld alsof het over een werke lijk bestaand boek gaat. De uit gever van de oude man ziet wel iets in publikatie, mits de zoon een nawoord schrijft ter recht vaardiging. De pornografie moet tot een legitiem, experimenteel literair genre worden verheven en de nagelaten roman van de NAAR aanleiding van Alfred Kossmann, DE VROUWEN* HATERS, uitgave Em. Querido's Uitgeverij N.V., Amster dam, 141 blz., 8.90. oude auteur kan worden voor gesteld als een in dit opzicht baanbrekend werk. Iemand die buiten de raffine- menten van de hedendaagse schrijfkunst staat zal zich afvra gen, waarom Kossmann die beide plots niet heeft uitgewerkt of in beknopte vorm in zijn novellen heeft ingebouwd, in plaats van de lezer af te schepen met een ma ger exposé. De auteur zou hierop kunnen antwoorden dat, evengoed als men in een boek verzonnen mensen kan laten optreden, men verzonnen boeken daarin een rol kan laten spelen. Flaubert kon in zijn tijd nog zeggen: de schrijver is niets, het werk alles. Vandaag valt het accent niet meer op het werk maar op de auteur. Surrogaat Een andere vraag is of men het moet betreuren dat van die beide boeken alleen maar een schets gegeven wordt. We worden zo overvoerd met sexualiteit dat het wel lijkt of de mens alleen daar in zijn zin vindt. Nu God uit hoofd en hart verdwenen is, con centreert zich alle belangstelling beneden de navel. En raakt men dan over de gewone sexualiteit uitgepraat, dan zijn er nog de randverschijnselen, de spelingen in de aanleg en de perversiteiten. Men kan niet langer beweren dat dit een reactie is op de vroegere Victoriaanse of puriteinse prude rie. Ik zie het als surrogaat, een teken van armoe. Ironisch Wat men wel waarderen kan is de intelligente toon van Kossmanns werk en die maakt dan ook in hoofdzaak de literaire waarde daarvan uit. Men kan le ren van zijn bijvoeglijke naam woorden. zoals „een duidelijk vak" (mijningenieur, bl. 59), „ik deed mijn best om te slapen, een gehoorzaam man" (86). „mis schien had zij een eigenaardig gelijk" (100). Ook de licht iro nische toon is een letterkundige kwaliteit zoals in de opmerking op blz. 126: „hij deed een poging om mij aan het woord te laten." Maar liggen deze kwaliteiten zo heel ver af van goede journa listiek? Wordt hier werkelijk le ven uitgebeeld of gaat dit werk op in kanttekeningen en losse bijdragen tot de psychologie van een schrijversschap? Op blz. 103 poneert de ikfiguur uit de novelle „dat het leven geen psychologische roman maai een schelmenroman is, geen hel der gebouwd verhaal maar een reeks onverbonden episodes." Het betreft hier natuurlijk geen rechtstreekse uitspraak van Kossmann zelf, maar het is toch wel typerend voor zijn instelling, En het is duidelijk dat deze instelling nooit tot waarlijk groot werk kan leiden. DR. C. RIJNSDORP. Fry, de „lachende bisschop voor Uppsala overleden (Door Jan J. van Capelleveen) Dr. Franklin Clark Fry zal in Uppsala de vergadering van de vierde assemblee van de Wereldraad van Kerken niet presideren. Gisteren overleed hij in het Amerikaanse ziekenhuis van New Roebelle, Connecticut. In hem verliest de oecumenische beweging een leider van groot formaat. Wereldraad verliest een van zijn meest begaafde leiders Met dr. W. A. Visser 't Hooft behoorde hij tot de meest in vloedrijke mannen van de oecu mene. Want laten we eerlijk zijn. De presidenten zijn niet veel meer dan fraaie wimpels boven het oecumenisch bootje, de man nen aan de helm waren Visser 't Hooft en Fry. Hij bezat een onvoorstelbare werkkracht. Jarenlang was hij praeses van de grote (eerst Ver enigde, later na een fusie met drie andere kerken alleen maar) Lutherse Kerk van Amerika. Hij was tevens president van de Lu therse Wereldfederatie en boven dien voorzitter van het Centraal en het Uitvoerend Comité van de Wereldraad. Die drie topfuncties riepen hem de hele wereld door. Reeds in 1959 bezocht hij patriarch Uhenagoras in Istanboel. In Kaïro confereerde hij met Cyrillus VI, de patriarch van de Koptische Kerk. In Moskou bezocht hij pa triarch Alexis van de Russische kerk. Nogal opmerkelijk voor een man die op de hiërarchische lad der nooit verder kwam dan do minee. Hij leidde vergaderingen in Azië, Afrika en Europa, maar was altijd weer op tijd terug om de vergaderingen van zijn kerk bij te wonen. Die laatste functie verwaarloosde hij allerminst, wat wel blijkt uit het feit dat hij zes maal herkozen werd. meenten die .hij diende. Eerst Yonkers, New York. (1925-1929) en daarna Akron, Ohio (1929-1944), waar hij zijn pasto raat jarenlang combineerde met de leiding van het Witten- berg-college. Maar zijn organisatorische ga ven bleken pas heel duidelijk, toen hij direct na de oorlog het werelddiakonaat ging leiden van de gezamenlijke Lutherse kerken van Amerika. Hij heeft in die ja ren ontzaggelijk veel gedaan voor de verwoeste kerken van Europa en andere werelddelen. De Amerikanen noemden hem bovendien een goed prediker en theoloog. Sommige Europeanen vonden dat een beetje overdre ven. Maar iedereen erkende hem wel als de allerbeste voorzitter die ooit internationale kerkelijke vergaderingen heeft geleid. Als hij presideerde, was je er zeker van dat het programma met vaart werd afgewerkt, zon der dat iemand het gevoel had dat met zyn inzichten niet vol doende rekening was gehouden. Organisator Hij was een uitnemend orga nisator. Dat bleek al in de ge- Applaus Een patriarch uit Zuid-Rusland wist niet van ophouden. Hij gaf een breedvoerig exposé van de geschiedenis van zijn kerk. Na twintig minuten was hij in de vierde eeuw. Fry had al een paar maal, „Dank u, dank u wel" ge zegd, maar de patriarch gir.g door. Hij ging naast hem staan en nog ging de patriarch door. Hij greep een van diens gesticu lerende handen, maar nog was de woordenstroom niet te stoppen. Toen wist hij het niet meer. De vergadering redde hem door luid te gaan applaudiseren. Hoewel hij nooit meer is ge weest dan gewoon dominee, noemde de pers hem in Amerika de „lachende bisschop", omdat hij altijd zijn goede humeur wist te bewaren. Een heel enkele keer had zijn lach een bittere Klank. In New Delhi hoorde ik hem eens dr. Carl Mclntire van de ICCC voorstellen aan een theo loog. Met een brede glimlach zei hij: „Dit is nu die man die al die leugens over mij publiceert." Kalmer Zijn gezondheid ging de laatste jaren snel achteruit. Al een paar maal maande de dokter hem om het kalmer aan te gaan doen. Vo rige maand werd hij opnieuw in een ziekenhuis opgenomen. Toen kwam eind mei de mededeling nog heel overwachts dat hij was afgetreden als praeses van zijn kerk, hoewel pas op 19 juni de synode een opvolger zal kiezen. En begin deze week deelde de secretaris-generaal van de We reldraad, dr. E. C. Blake mee, dat hij ook in Uppsala de vergade ringen niet zou leiden. Zijn plaats zal worden ingenomen door de wat saaie Brit, dr. Ernest A. Pay ne, tot nu toe vice-president. Toch was zijn overlijden nog plotseling. De Amerikaanse lu therse kerken verliezen in hem een man die de onderlinge verschillen wist te overwinnen; de Wereldraad een man die over zijn lutherse muren ken heenkij ken de wereldkerk in. SENATOR ROBERT F.j KENNEDY, 42 jaar oud.; valt in Los Angeles onder: moordenaarshanden een minuut nadat zijn aanhan gers hem hebben toege juicht vanwege zijn over winning in de voorverkie zingen in Californië. Een jongeman wordt ter plaatse gegrepen, een Jor daanse emigré. Een dag leeft de wereld tussen hoop en vrees, geschokt door deze nieuwe gewelddaad in Amerika, na de moord op John F. Kennedy, op Martin Luther King. Vandaag zien honderden miljoenen op de televisie hoe Robert Kennedy naar het graf gedragen wordt. De wereld is armer gewor den. alweer, en banger. Het andere, het vele andere nieuws raakt erdoor in de sche mer. De studentenbetogingen in Belgrado, in Madrid, in Rio. Het beroep van Johnson op de Rus sen om samen iets aan de vrede voor Vietnam te doen. De opflik kerende hoop dat Hanoi toeschie telijker wordt De regeringswijzi gingen (een beetje naar links) in Frankrijk, het langzaam verlopen van de stakingen. Het nieuwe incident tussen Israël en Jordanië, het schorsen van een zitting van de Veilig heidsraad daarover (de zesdaagse oorlog was een jaar geleden, en juist die dag heeft de Jordanlër Sirhan gekozen om Kennedy neer te schieten, uit wraak voor diens pro-Israël houding). De dreigende slachting onder Biafranen, het vastlopen van de onderhandelin- 1 gen met Nigeria, het stoppen van Nederlandse wapenzendingen naar dat land (de Hervormde sy node en de Kamer hebben daar om gevraagd). Bij ons maakt de Kamer het minister Luns wat moeilijk: hij zou al te beleefd voor de Portu gese dictator Salazar zijn ge weest. Dat de Nederlandse hou ding tegenover Israël-Egypte veranderd is, spreekt hij tegen. De Kamer aanvaardt de omzet belasting volgens de BTW (amen dementen kosten de staat 31 mil joen), minister Klompé stelt een gecombineerd kijk/luistergeld van 75 voor (autoradio's vrij). Het overlijden wordt gemeld van D. J. Baarslag, onderwijsman en auteur, 82 jaar oud; van A. Zijlstra, oud-Kamerlid en journa list, 94 jaar; van Helen Keller. die zoveel voor doven en blinden deed, 87 jaar; van Randolph Churchill, auteur en zoon van Sir Winston. 57 jaar. En hoeveel geweld, hoeveel leed ook in ons land: tientallen slachtoffers van het verkeer met de Pinksterdagen: in Hoek van Holland doodt een Groninger caféhouder een collega tijdens een ruzie; een overspannen man wurgt zijn vrouw in Den Haag: een Nederlander, wegens moord gezocht, wordt in een vuurge vecht met de Duitse politie ge dood; een Rotterdamse inbreker ontvoert in een wilde rit door de provincie een hoofdagent. DEZE WEEK GEZEGD: „Wat gebeurd is, heeft ons zeer getroffen en wij geven uiting aan ons medeleven, vooral met de kinderen en mevrouw Kennedy en de moeder en vader. Ik wil hun laten weten dat ik echt om hen ween en wij bidden dat God vrede, werkelijke vrede, in de harten van de mensen zal brengen." (Sirhans moe der). Nog steeds stromen de aan meldingen voor de Kwartet- rondvluchten binnen. Al meer dan 200 bonnen werden inge stuurd en woensdag ging de honderdste de lucht in: de 81-jarige D. C. Roukema uit het bejaardentehuis aan het Nieuwenhuisenplein in Rid derkerk. In de Piper Cherokee maakte hij vanaf Zestienhoven een rondvlucht o.m. boven de Verolme-werven in de Botlek. Juist daar omdat hij zoals hij zelf zegt een grote be wondering voor Verolme heeft. In zijn atelier in de kelder van het tehuis toont hij dat in de vorm van portretten van de scheepsbouwer. Zijn grootste wéns: Verolme zelf nog eens te kunnen uitnodigen om voor hem te poseren. Nu zal niet iedereen schilderen en niet iedereen zal per se over de Botlek willen vliegen; we willen er alleen maar mee zeggen, dat u bij wijze van spreken uw eigen vlieger kunt zijn, dat u zélf kunt uitmaken waar u heen wilt, Wat u daarvoor moet doen? Al leen de bon elders in deze krant invullen en ƒ27,50 storten. Auto matisch krijgt u dan de instap- kaart. Op die bon kunt u tevens aanstippen welke dag u het best schikt: de woensdag of de zaterdag. Met ingang van 1 juli kunt u zelfs 's avonds vliegen. Keus genoeg dus. Voor straks alvast: een goede vlucht. ENKELE weken inten sief vergaderen heeft het de Tweede Kamer gekost om lonen en de BTW de revue te laten passeren. Er is wat span ning geweest, er was veel kritiek. De loonmaatregel haalde het niet, met de BTW lag dat anders. Ondanks de nadelen zag de meerderheid van de Kamer de redelijkheid van deze nieuwe omzetbelasting in en ging ak koord nadat enige zekerheid was verkregen over een voor lopig voldoende aantal com pensaties, die voor een deel, althans tijdelijk. uit de staatskas gefinancierd zullen worden. De naam Zijlstra is deze weken heel wat genoemd. Al lengs minder. Want hoe meer de oppositie Zijlstra de schuld van alles gaf. hoe meer men zelf in de gaten kreeg dat het toch wel een bewijs van zwakte was iemand er bij te halen die zich niet kan verde digen. Voor de regering was het dan ook heel gemakkelijk deze oppositie niet te beant woorden. Socialisten, paci fisten, democraten ze voel den op den duur dat hier geen eer te behalen viel. Zo niet J. van den Berg in Vrij Nederland van deze week. Hij neemt het tv-praat- je van de socialist Berg nog even serieus en vertelt dan: „Het is begrijpelijk dat de in vloed van Zijlstra die aan dit kabinet zijn grondslag gaf, groot moet zijn. Niet alleen is hij herder en leraar van Rool- vink, zwager en vakantiege- noot van Bakker en gangma ker van Witteveen, maar ook brengt zijn positie als presi dent van de Nederlandse Bank mee, dat zijn woord telt Helaas brengt diezelfde positie van prof. Zijlstra meedat hij ongrijpbaar en oncontroleerbaar voor het parlement is. Net als de vak bonden vormt hij een voor beeld van buitenparlementaire pressie (al is bij hem de be langengroep anders dan het kabinet niet meteen duidelijk) en daarom is het ook zo op vallend, dat de regering voor haar loonmaatregel de SER passeerde". Even verder: „De regering kan dat doen (beslissen zoals haar goeddunkt) omdat zij re geert bij volmacht van het parlement. Vrijwel alle poli tieke partijen in Nederland zijn met de grote schoonmaak bezig en niemand acht zich rijp genoeg voor verkiezingen. PvdA en D'66 voeren hun gesprek over het stembusak koord, en het is nagenoeg ze ker dat Den Uyl en Van Mier- lo in deze fase liever geen verkiezingen willen. De confessionele partijen vrezen een verkiezingsneder laag in dit stadium. De an ti-revolutionairen tellen zeker drie fractieleden (Boersma, Goudzwaard en Van Leeuwen) die. nog maar net. met. de grootste moeite, van de Radi calen afgehouden zijn. Biesheuvel is een geheide an- ti-Roolvinkiaan. De KVP loopt het gevaar bij een gang naar de stembus gehalveerd te worden". Roolvink Ook Elsevier houdt zich met de lonen bezig, meer in het bizonder met de minister van Sociale Zaken, Bouke Rool vink. Beide handen uitgesterkt en de vingers gespreid; de lin kerhand in de zak en de rech ter met de wijsvinger naar voren terwijl de middelvinger op de duim werd gedrukt. Roolvink verdedigde de loonpolitiek. Een beleid dat hij in de ministerraad heeft ontraden. Hij werd echter door zijn collega's overstemd. Maar dat mag een be windsman nooit aan de Ka mer meedelen. Hij stond ru als eerstverantwoordelijke mi nister in de loonstorm". Pagina's lang een waarde rend verhaal over Roolvink, zijn gezin, zijn loopbaan. „Het is een zegen geboren te wor den in een gezin dat een nau we band heeft met een kerk. In de kerk zit iets van een moederschap. Als ik 's zon dags naar de kerk ga weet ik: hier ben ik thuis; hier wordt het evangelie gebracht; nier worden de sacramenten be diend. Dit is een stuk van je leven". Elsevier gaat ook in op zijn strijd om de opvolging van Smallenbroek als fractievoor zitter en zijn vete met de so cialisten. Dit laatste werd weer actueel bij een vinnig deb^t tussen Den Uyl en de minister. Beiden vonden de manier van discussiëren van de ander beneden peil. Den Uyl: „Laat de minister maar verder gaan". Roolvink: Dat zal ik zelf wel uitmaken". Elsevier concludeert: „Uit eindelijk zullen de feiten het kabinet in het gelijk stellen. Bouke Roolvink heeft meege geven om later te overwin nen.' Leiderschap De- Haagse Post en Vrij Ne derland hebben het over Van Mierlo en D'66. Joop van Tijn wijst op het gevaar van verstarring van D'66, dat zich toch aandiende als een poli tiek breekijzer. „De staatsrechtcommissie van de partij zal binnenkort verslag uitbrengen. Opmerkelijk is dat verwacht wordt dat deze commissie het belangrijkste punt van D'66 tijdens dê ver kiezingscampagne, de rechtstreekse verkiezing van de minister-president, belang rijk zal modificeren. Waarschijnlijk zal die proce dure worden gewijzigd in *n rechtstreekse verkiezing door de Tweede Kamer", wat dus al nauwelijks meer verschilt van wat de Partij van de Ar beid in „Een stem die telt" heeft voorgesteld." In de Haagse Post vertelt Van Mierlo over zijn Ameri kaanse reis: „Ik vroeg prof. Brezinski: wat denk jij dat een van de belangrijkste ken merken zal zijn van de toe komstige democratie?" Toen zei hij: „Ik vrees dat je steeds meer het persoonlijk element in de politiek gaat krijgen. Juist omdat de zaak zo gewel dig vertechniekt wordt, zal de persoon, die op een gegeven moment verantwoordelijk wordt gesteld voor die tech niek iemand moeten zijn, die als persoon het vertrouwen heeft van de mensen. Dan is "het heel belangrijk, dat men het idee heeft: dit is een goed mens; als dan Ie mand aan de leiding van deze ontzettend gecompliceerde en voor de burger steeds meer ongrijpbare besluitvorming moet staan dan maar deze man. Of je dat nu erg vindt of niet, het is onontkoombaar". Een andere Amerika-gan- ger, de anti-revolutionair Aantjes, zei daarover: „Ik vind het een groot gevaar dat de politiek, het beleid zo op één persoon geconcentreerd wordt, van één persoon afhan kelijk is. Ik ben wel voor meer persoonlijk contact tus sen kiezer en gekozene, maar dan van politici, deel uitma kend van een politieke groe pering. Als die ene grote fi guur wegvalt, valt alles weg en betreedt je het nie mandsland". Een wel heel re cent voorbeeld van dat gevaar is de moord op Robert Kenne dy. De Nieuwe Linie is het eni ge weekblad dat een uitvoerig verhaal heeft van de aanslag op Kennedy. De Nieuwe Linie en Accent wijden veel aan dacht aan de studenten en het rapport-Maris, waarvan maar weinigen precies weten waar het nu eigenlijk om gaat. Radicalen Een van de initiatiefnemers van de werkgroep van christen-radicalen, Bas de Gaay Fortman, nu lector in Lusaka, heeft na een lange periode van zwijgen weer van zich laten horen, en wel in het PvdA-orgaan Opinie. Hij verklaart waarom de a.r.-radicalen nog niet uit de partij zullen stappen: de hui dige partijleiding behoeft niet afgeschreven te zijn en hij acht het uitgesloten dat de ARP deel zal uitmaken van een CDU. Zowel voor ARP als voor PvdA signaleert hij ech ter het gevaar dat alles bij het oude zal blijven. „Daarom moeten de ar-radi- calen actief blijven om de noodzaak van politieke ver nieuwing en de onontkoom baarheid van een keuze tussen de „Radicalen" en de oude KVP aan alle anti-revolu tionairen duidelijk te maken. Mijn hoop is daarbij gevestigd op de Arjos en het CNV. De Arjos heeft in de ARP altijd voorop gelopen. De CNV-lei- ding is zich er sterk van be wust dat de vakbeweging het zich niet kan permitteren po litiek neutraal te blijven". Nadat hij constateert dat de vrije ondernemingsgewijze or ganisatie van de produktie vanwege haar maatschappelijk falen niet onaangetast mag blijven, komt de PvdA aan de beurt: „De leiding van de PvdA mist net zozeer als de leiding van de ARP en de CHU het gezag om de aanhang warm te krijgen voor een po litiek waar de mensen niet in de eerste plaats individueel en materieel beter van worden". „Wat de PvdA met de ARP echter gemeen heeft, is dat dat gedeelte van de oude aan hang dat bahoefte heeft aan een nieuwe bezieling in de po litiek de partij nog niet heelt verlaten". Bas de Gaay Fort man vindt het daarom hoog tijd die geestverwanten in de PvdA te vragen of zij lid blijvend van hun eigen partij deel willen uitmaken van de radicale beweging. Christen-zijn Dit brengt hem op de christelijke partijvorming. Dat ideaal spreekt hem aan. „Een christelijke partij geeft een forum voor gezamenlijke be zinning op maatschappelijke kwesties. Maar dit is geen voldoende bestaansgrond. De bestaansgrond van een christelijke partij is gezamen lijke dienst in de wereld". Daarom en om het gevaar van het triumfalisme: „Wij zijn beter, weten het beter, doen het beter" (gelden voor christenen en socialisten), spreekt hem het beginsel van de Radicalen zo aan. „Deze partij stelt zich ten volle open voor een beroep op de verplich tingen van het christen-zijn. De Radicalen willen graag dat het Evangelie hun drijvende kracht is, maar zijn er niet ze ker van dat dit altijd lukt en huiveren daarom hun politiek christelijk te noemen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 14