In Kossmanns jongste werk
treft intelligente toon
BETERE VOORZITTER
NIET TE VINDEN
Zijlstra en de
lonen, studenten
en radicalen
OPINIE
Kanttekening
DE WERELD IS BANGER GEWORDEN
100ste de lucht in
met Kwartet-vlucht
ZATERDAG 8 JUNI 1968
IJET verhalend werk van
Kossmann is nooit bijzonder
omvangrijk en het laat rich al
tijd gemakkelijk lexen. Het staat
voor hem blijkbaar vast, dat rijn
In de doem van het geweld
TEDERE TUD heeft zyn eigen begrippen, waarmee dan de
mens in het bflronder wordt geconfronteerd. In onre
ttjd rijn die begrippen er vele, hetgeen wjjren kan op de
Intensiteit waarmede het leven van vandaag wordt geleefd.
Als ruik een begrip heeft rich deze week gevolg van een
ontstellende moordaanslag, helaas niet de eerste aan ons
voorgedaan „het geweld". Het geweld is plotseling en eens te
meer geworden tot een onderwerp van beschouwingen.
Niet dat het geweld er niet altijd al is geweest. Misschien
soms nog wel in ernstiger vormen dan in onre tijd. Maar
wat ons in dere tjjd bijzonder treft is de snelle informatie
over de geweldpleging. En wat ons bezorgd maakt is, dat
ondanks alle machten die wij de baas leken te rijn geworden
het geweld als een vreemde ziekte over de wereld blijft
rondwaren.
"MA DE moordaanslag van deze week was een van de eerste
daden van de Amerikaanse president om een commis
sie in het leven te roepen van by uitstek deskundigen die
zich nu moet gaan buigen over heel die uitgebreide proble
matiek die zich in het verschynsel van het geweld aan ons
voordoet.
Een goed besluit. En zeker in een land waar reeds de be
oefening als zodanig van de politiek dreigt te worden tot een
levensgevaariyke bezigheid. Want die politiek voltrekt rich in
het openbaar, die politiek moet rich voltrekken door weer
standen heen, er worden gevoelens gewekt van genegenheid
en van haat, en telkens weer spoediger dan men het had
voorzien dient het geweld zich aan.
Wat treffen moest uit woorden van wie van dere moordaan
slag ooggetuigen waren was ook dit, dat zich van de aanwe
zigen meer een stemming van verbystering dan van ver
bazing had meester gemaakt. In de verbazing steekt de ver
rassing. Maar de aanwezigen waren minder verbaasd dan
verbysterd. Verbysterd wellicht, omdat de daad zelf toch
nog de bevestiging vormde van iets dat zü reeds lang hadden
gevreesd en geducht, maar zo ver weg hadden gewenst.
TJET IS een arme wereld, waarin het geweld rondwaart.
ook al is het een wereld van ontzagiyke materiële
rykdommen. Grypen naar het aanvalswapen is altyd uiting
van armoede van geest. Het is bruutheid die zich dan op
maakt,
Is het wel juist om de veroordeling van het geweld te be
perken tot dat grypen naar het wapen? De wereld van van
daag, zo heeft een Amerikaanse commentator dadeiyk na
de aanslag geschreven, staat voor grotere problemen dan zy
tot dusver heeft weten te beheersen. Hy somde op: de tegen
stellingen tussen de volken, die tussen de rassen, die tussen
de ryken en de armen, en hy zag de aarde geslagen door
een plaag van wetteloosheid en van geweld.
Inderdaad, dit is de sfeer waarin wy mensen van vandaag
nog hebben te leven, en is het dan zo vreemd wanneer in
deze wankele situaties een enkel simpel mens niet langer kan
weerstaan de dreigende wankelheid van zyn gemoed en, als
door een boze geest overweldigd, naar het wapen grypt om
daarmee zijn daad van geweld te stellen.
T~VE REVOLVER, zo hebben deze week in Amerika mannen
van de wetenschap al gezegd, heeft sinds al te lang deel
uitgemaakt van de Amerikaanse inventaris.
Het bezit ervan komt tegemoet aan een begeren om con
flicten snel in eigen voordeel te beëindigen, komt tegemoet
•an het begeren om handelend op te treden. De revolver
geeft, het is gebleken, ook aan de anonieme enkeling in de
anonieme massa, een gruweiyke macht.
De revolver is altyd een onding, een wrede verleiding, een
macht voor de machtelozen, en het bezit ervan wordt als te
stuitender ervaren in een tyd waarin de mensheid althans
de hoop had, een zekere volwassenheid van geest naby te
zyn gekomen.
Het mocht wat.
TIE DOOR de Amerikaanse president ingestelde commissie
zal stellig goed werk doen. Men mag naar haar voor
stellen met oprechte belangstelling uitzien.
Maar aan de problematiek zelf zal zy in diepste wezen
weinig kunnen doen. Omdat deze problematiek, zoals zovele
andere waarmee zy samenhangt, haar oorzaak vindt in een
zich te bescheiden openstellen van de mens voor de rykdom
van de geest die ons in de by bel wordt voorgehouden.
Die bübel begeeft zich wel diep in het menseiyk spraakge
bruik wanneer ook hy spreekt van bewapening, ja ons tot
het aantrekken van een wapenrusting oproept.
Maar dat zyn dan geen domme en botte wapens zoals die nog
deel uitmaken van de status van de moderne mens. Het zyn
wapens van een andere orde.
Als de domme daad van deze week ons heeft geschokt en
wy zyn tot in onze ziel geschokt dan wel opnieuw ons heett
overtuigd, dat het eerste wat de wereld van vandaag nodig
heeft is de spiegel van de bezinning. Zy moet bevryd uit de
doem van het geweld.
DIEMER
XtirVCeit'
toon licht moet zijn (vgL blz.
132). Licht en toch niet opper
vlakkig schrijven veronderstelt
kwaliteiten en is een kunst. Vol
taire heeft van zichzelf gezegd
dat hij helder was op de manier
van beekjes, waarvan de helder
heid een gevolg is van hun ge
ringe diepte. Ter Braak sprak
van een kunst van de oppervlakte.
Men krijgt de indruk dat dit
laatste ook ongeveer het ideaal
van Kossmann als schrijver is.
Schijnbaar aan de oppervlakte
blijven en toch de mens in zijn
eigenaardigheden en raadselach
tigheden te peilen dat is een
programma waarvoor meer nodig
is dan alleen journalfstiek talent.
Het genie Voltaire wist zijn
toon vol te houden in tamelijk
omvangrijk werk. Kossmann
voelt onbewust (of misschien
heeft hij er zich al lang re
kenschap van gegeven), dat hy
zijn verhalen niet te groot moet
opzetten en zich niet te ver bui
ten zijn eigen ervaringen moet
begeven. Dit jongste boek van
hem bevat drie novellen, waar
van het titelverhaal het langste
is.
In overeenstemming met de te
genwoordige introverte mode
gaat De vrouwenhaters over een
door de ikfiguur geschreven ro
man De vrouwenhaters en over
de belevenissen van de auteur
van dat boek bij en na de publi-
katie. De eigenlijke handeling
bestaat uit praten, drinken en
dromen in het Amsterdam waar
heen de ikfiguur na tien jaar is
teruggekeerd.
Terugblikken
Via de terugblikken komt de
lezer te weten dat de auteur van
de fictieve roman De vrouwenha
ters getrouwd geweest is met So-
fie. geprobeerd heeft een ménage
a trois op te zetten met zijn
vrouw en haar leerlinge Liesje,
en vervolgens in Athene een Por
tugese studente, Manuela ge
naamd, ontmoette met wie hij
drie jaar heeft rondgereisd, maar
die er tenslotte de voorkeur aan
heeft gegeven naar haar vader
land terug te keren.
Kossmann vertelt de inhoud van
die fictieve roman en noemt zelfs
vijf jonge Duitsers die alle vijf
sexueel een beetje getikt zijn en
die tenslotte de dood van een
doofstom meisje op hun geweten
hebben. Door alles heen speelt de
belangstelling van de auteur voor
sexuele perversiteiten, met name
het masochisme.
Verheven
Diezelfde interesse blijkt ook
uit het eerste verhaal, getiteld
Op visite by schrijvers, van wie
er een ook masochist is. De twee
de novelle heet Het model. Een
beroemde oude romancier wordt
door een beroerte getroffen. De
zoon treft op het bureau van zijn
vader een manuscript aan. Het is
een obsceen boek en het valt bij
deze schrijver met zijn ge
vestigde reputatie helemaal uit
de toon.
Ook hier wordt de inhoud na
verteld alsof het over een werke
lijk bestaand boek gaat. De uit
gever van de oude man ziet wel
iets in publikatie, mits de zoon
een nawoord schrijft ter recht
vaardiging. De pornografie moet
tot een legitiem, experimenteel
literair genre worden verheven
en de nagelaten roman van de
NAAR aanleiding van Alfred Kossmann, DE VROUWEN*
HATERS, uitgave Em. Querido's Uitgeverij N.V., Amster
dam, 141 blz., 8.90.
oude auteur kan worden voor
gesteld als een in dit opzicht
baanbrekend werk.
Iemand die buiten de raffine-
menten van de hedendaagse
schrijfkunst staat zal zich afvra
gen, waarom Kossmann die beide
plots niet heeft uitgewerkt of in
beknopte vorm in zijn novellen
heeft ingebouwd, in plaats van de
lezer af te schepen met een ma
ger exposé.
De auteur zou hierop kunnen
antwoorden dat, evengoed als
men in een boek verzonnen
mensen kan laten optreden, men
verzonnen boeken daarin een rol
kan laten spelen. Flaubert kon in
zijn tijd nog zeggen: de schrijver
is niets, het werk alles. Vandaag
valt het accent niet meer op het
werk maar op de auteur.
Surrogaat
Een andere vraag is of men het
moet betreuren dat van die beide
boeken alleen maar een schets
gegeven wordt. We worden zo
overvoerd met sexualiteit dat het
wel lijkt of de mens alleen daar
in zijn zin vindt. Nu God uit
hoofd en hart verdwenen is, con
centreert zich alle belangstelling
beneden de navel. En raakt men
dan over de gewone sexualiteit
uitgepraat, dan zijn er nog de
randverschijnselen, de spelingen
in de aanleg en de perversiteiten.
Men kan niet langer beweren dat
dit een reactie is op de vroegere
Victoriaanse of puriteinse prude
rie. Ik zie het als surrogaat, een
teken van armoe.
Ironisch
Wat men wel waarderen kan is
de intelligente toon van
Kossmanns werk en die maakt
dan ook in hoofdzaak de literaire
waarde daarvan uit. Men kan le
ren van zijn bijvoeglijke naam
woorden. zoals „een duidelijk
vak" (mijningenieur, bl. 59), „ik
deed mijn best om te slapen, een
gehoorzaam man" (86). „mis
schien had zij een eigenaardig
gelijk" (100). Ook de licht iro
nische toon is een letterkundige
kwaliteit zoals in de opmerking
op blz. 126: „hij deed een poging
om mij aan het woord te laten."
Maar liggen deze kwaliteiten
zo heel ver af van goede journa
listiek? Wordt hier werkelijk le
ven uitgebeeld of gaat dit werk
op in kanttekeningen en losse
bijdragen tot de psychologie van
een schrijversschap?
Op blz. 103 poneert de ikfiguur
uit de novelle „dat het leven
geen psychologische roman maai
een schelmenroman is, geen hel
der gebouwd verhaal maar een
reeks onverbonden episodes." Het
betreft hier natuurlijk geen
rechtstreekse uitspraak van
Kossmann zelf, maar het is toch
wel typerend voor zijn instelling,
En het is duidelijk dat deze
instelling nooit tot waarlijk groot
werk kan leiden.
DR. C. RIJNSDORP.
Fry, de „lachende bisschop
voor Uppsala overleden
(Door Jan J. van Capelleveen)
Dr. Franklin Clark Fry zal in Uppsala de vergadering van de
vierde assemblee van de Wereldraad van Kerken niet presideren.
Gisteren overleed hij in het Amerikaanse ziekenhuis van New
Roebelle, Connecticut. In hem verliest de oecumenische beweging
een leider van groot formaat.
Wereldraad verliest
een van zijn meest
begaafde leiders
Met dr. W. A. Visser 't Hooft
behoorde hij tot de meest in
vloedrijke mannen van de oecu
mene. Want laten we eerlijk zijn.
De presidenten zijn niet veel
meer dan fraaie wimpels boven
het oecumenisch bootje, de man
nen aan de helm waren Visser 't
Hooft en Fry.
Hij bezat een onvoorstelbare
werkkracht. Jarenlang was hij
praeses van de grote (eerst Ver
enigde, later na een fusie met
drie andere kerken alleen maar)
Lutherse Kerk van Amerika. Hij
was tevens president van de Lu
therse Wereldfederatie en boven
dien voorzitter van het Centraal
en het Uitvoerend Comité van de
Wereldraad.
Die drie topfuncties riepen
hem de hele wereld door. Reeds
in 1959 bezocht hij patriarch
Uhenagoras in Istanboel. In Kaïro
confereerde hij met Cyrillus VI,
de patriarch van de Koptische
Kerk. In Moskou bezocht hij pa
triarch Alexis van de Russische
kerk. Nogal opmerkelijk voor een
man die op de hiërarchische lad
der nooit verder kwam dan do
minee.
Hij leidde vergaderingen in
Azië, Afrika en Europa, maar
was altijd weer op tijd terug om
de vergaderingen van zijn kerk
bij te wonen. Die laatste functie
verwaarloosde hij allerminst, wat
wel blijkt uit het feit dat hij zes
maal herkozen werd.
meenten die .hij diende. Eerst
Yonkers, New York. (1925-1929)
en daarna Akron, Ohio
(1929-1944), waar hij zijn pasto
raat jarenlang combineerde met
de leiding van het Witten-
berg-college.
Maar zijn organisatorische ga
ven bleken pas heel duidelijk,
toen hij direct na de oorlog het
werelddiakonaat ging leiden van
de gezamenlijke Lutherse kerken
van Amerika. Hij heeft in die ja
ren ontzaggelijk veel gedaan
voor de verwoeste kerken van
Europa en andere werelddelen.
De Amerikanen noemden hem
bovendien een goed prediker en
theoloog. Sommige Europeanen
vonden dat een beetje overdre
ven. Maar iedereen erkende hem
wel als de allerbeste voorzitter
die ooit internationale kerkelijke
vergaderingen heeft geleid.
Als hij presideerde, was je er
zeker van dat het programma
met vaart werd afgewerkt, zon
der dat iemand het gevoel had
dat met zyn inzichten niet vol
doende rekening was gehouden.
Organisator
Hij was een uitnemend orga
nisator. Dat bleek al in de ge-
Applaus
Een patriarch uit Zuid-Rusland
wist niet van ophouden. Hij gaf
een breedvoerig exposé van de
geschiedenis van zijn kerk. Na
twintig minuten was hij in de
vierde eeuw. Fry had al een paar
maal, „Dank u, dank u wel" ge
zegd, maar de patriarch gir.g
door. Hij ging naast hem staan
en nog ging de patriarch door.
Hij greep een van diens gesticu
lerende handen, maar nog was de
woordenstroom niet te stoppen.
Toen wist hij het niet meer. De
vergadering redde hem door luid
te gaan applaudiseren.
Hoewel hij nooit meer is ge
weest dan gewoon dominee,
noemde de pers hem in Amerika
de „lachende bisschop", omdat
hij altijd zijn goede humeur wist
te bewaren. Een heel enkele keer
had zijn lach een bittere Klank.
In New Delhi hoorde ik hem
eens dr. Carl Mclntire van de
ICCC voorstellen aan een theo
loog. Met een brede glimlach zei
hij: „Dit is nu die man die al die
leugens over mij publiceert."
Kalmer
Zijn gezondheid ging de laatste
jaren snel achteruit. Al een paar
maal maande de dokter hem om
het kalmer aan te gaan doen. Vo
rige maand werd hij opnieuw in
een ziekenhuis opgenomen. Toen
kwam eind mei de mededeling
nog heel overwachts dat hij was
afgetreden als praeses van zijn
kerk, hoewel pas op 19 juni de
synode een opvolger zal kiezen.
En begin deze week deelde de
secretaris-generaal van de We
reldraad, dr. E. C. Blake mee, dat
hij ook in Uppsala de vergade
ringen niet zou leiden. Zijn plaats
zal worden ingenomen door de
wat saaie Brit, dr. Ernest A. Pay
ne, tot nu toe vice-president.
Toch was zijn overlijden nog
plotseling. De Amerikaanse lu
therse kerken verliezen in hem
een man die de onderlinge
verschillen wist te overwinnen;
de Wereldraad een man die over
zijn lutherse muren ken heenkij
ken de wereldkerk in.
SENATOR ROBERT F.j
KENNEDY, 42 jaar oud.;
valt in Los Angeles onder:
moordenaarshanden een
minuut nadat zijn aanhan
gers hem hebben toege
juicht vanwege zijn over
winning in de voorverkie
zingen in Californië.
Een jongeman wordt ter
plaatse gegrepen, een Jor
daanse emigré. Een dag
leeft de wereld tussen hoop
en vrees, geschokt door
deze nieuwe gewelddaad in
Amerika, na de moord op
John F. Kennedy, op Martin
Luther King.
Vandaag zien honderden
miljoenen op de televisie
hoe Robert Kennedy naar
het graf gedragen wordt.
De wereld is armer gewor
den. alweer, en banger.
Het andere, het vele andere
nieuws raakt erdoor in de sche
mer. De studentenbetogingen in
Belgrado, in Madrid, in Rio. Het
beroep van Johnson op de Rus
sen om samen iets aan de vrede
voor Vietnam te doen. De opflik
kerende hoop dat Hanoi toeschie
telijker wordt De regeringswijzi
gingen (een beetje naar links) in
Frankrijk, het langzaam verlopen
van de stakingen.
Het nieuwe incident tussen
Israël en Jordanië, het schorsen
van een zitting van de Veilig
heidsraad daarover (de zesdaagse
oorlog was een jaar geleden, en
juist die dag heeft de Jordanlër
Sirhan gekozen om Kennedy neer
te schieten, uit wraak voor diens
pro-Israël houding). De dreigende
slachting onder Biafranen, het
vastlopen van de onderhandelin- 1
gen met Nigeria, het stoppen van
Nederlandse wapenzendingen
naar dat land (de Hervormde sy
node en de Kamer hebben daar
om gevraagd).
Bij ons maakt de Kamer het
minister Luns wat moeilijk: hij
zou al te beleefd voor de Portu
gese dictator Salazar zijn ge
weest. Dat de Nederlandse hou
ding tegenover Israël-Egypte
veranderd is, spreekt hij tegen.
De Kamer aanvaardt de omzet
belasting volgens de BTW (amen
dementen kosten de staat 31 mil
joen), minister Klompé stelt een
gecombineerd kijk/luistergeld
van 75 voor (autoradio's vrij).
Het overlijden wordt gemeld
van D. J. Baarslag, onderwijsman
en auteur, 82 jaar oud; van A.
Zijlstra, oud-Kamerlid en journa
list, 94 jaar; van Helen Keller.
die zoveel voor doven en blinden
deed, 87 jaar; van Randolph
Churchill, auteur en zoon van Sir
Winston. 57 jaar.
En hoeveel geweld, hoeveel
leed ook in ons land: tientallen
slachtoffers van het verkeer met
de Pinksterdagen: in Hoek van
Holland doodt een Groninger
caféhouder een collega tijdens
een ruzie; een overspannen man
wurgt zijn vrouw in Den Haag:
een Nederlander, wegens moord
gezocht, wordt in een vuurge
vecht met de Duitse politie ge
dood; een Rotterdamse inbreker
ontvoert in een wilde rit door de
provincie een hoofdagent.
DEZE WEEK GEZEGD:
„Wat gebeurd is, heeft ons
zeer getroffen en wij geven
uiting aan ons medeleven,
vooral met de kinderen en
mevrouw Kennedy en de
moeder en vader. Ik wil hun
laten weten dat ik echt om
hen ween en wij bidden dat
God vrede, werkelijke vrede,
in de harten van de mensen
zal brengen." (Sirhans moe
der).
Nog steeds stromen de aan
meldingen voor de Kwartet-
rondvluchten binnen. Al meer
dan 200 bonnen werden inge
stuurd en woensdag ging de
honderdste de lucht in: de
81-jarige D. C. Roukema uit
het bejaardentehuis aan het
Nieuwenhuisenplein in Rid
derkerk.
In de Piper Cherokee maakte hij
vanaf Zestienhoven een rondvlucht
o.m. boven de Verolme-werven in
de Botlek. Juist daar omdat hij
zoals hij zelf zegt een grote be
wondering voor Verolme heeft. In
zijn atelier in de kelder van het
tehuis toont hij dat in de vorm van
portretten van de scheepsbouwer.
Zijn grootste wéns: Verolme zelf
nog eens te kunnen uitnodigen om
voor hem te poseren.
Nu zal niet iedereen schilderen
en niet iedereen zal per se over de
Botlek willen vliegen; we willen er
alleen maar mee zeggen, dat u bij
wijze van spreken uw eigen vlieger
kunt zijn, dat u zélf kunt uitmaken
waar u heen wilt,
Wat u daarvoor moet doen? Al
leen de bon elders in deze krant
invullen en ƒ27,50 storten. Auto
matisch krijgt u dan de instap-
kaart. Op die bon kunt u tevens
aanstippen welke dag u het best
schikt: de woensdag of de zaterdag.
Met ingang van 1 juli kunt u zelfs
's avonds vliegen. Keus genoeg dus.
Voor straks alvast: een goede
vlucht.
ENKELE weken inten
sief vergaderen heeft
het de Tweede Kamer
gekost om lonen en de
BTW de revue te laten
passeren. Er is wat span
ning geweest, er was veel
kritiek. De loonmaatregel
haalde het niet, met de
BTW lag dat anders.
Ondanks de nadelen zag de
meerderheid van de Kamer de
redelijkheid van deze nieuwe
omzetbelasting in en ging ak
koord nadat enige zekerheid
was verkregen over een voor
lopig voldoende aantal com
pensaties, die voor een deel,
althans tijdelijk. uit de
staatskas gefinancierd zullen
worden.
De naam Zijlstra is deze
weken heel wat genoemd. Al
lengs minder. Want hoe meer
de oppositie Zijlstra de schuld
van alles gaf. hoe meer men
zelf in de gaten kreeg dat het
toch wel een bewijs van
zwakte was iemand er bij te
halen die zich niet kan verde
digen. Voor de regering was
het dan ook heel gemakkelijk
deze oppositie niet te beant
woorden. Socialisten, paci
fisten, democraten ze voel
den op den duur dat hier geen
eer te behalen viel.
Zo niet J. van den Berg in
Vrij Nederland van deze
week. Hij neemt het tv-praat-
je van de socialist Berg nog
even serieus en vertelt dan:
„Het is begrijpelijk dat de in
vloed van Zijlstra die aan dit
kabinet zijn grondslag gaf,
groot moet zijn. Niet alleen is
hij herder en leraar van Rool-
vink, zwager en vakantiege-
noot van Bakker en gangma
ker van Witteveen, maar ook
brengt zijn positie als presi
dent van de Nederlandse Bank
mee, dat zijn woord telt
Helaas brengt diezelfde
positie van prof. Zijlstra
meedat hij ongrijpbaar en
oncontroleerbaar voor het
parlement is. Net als de vak
bonden vormt hij een voor
beeld van buitenparlementaire
pressie (al is bij hem de be
langengroep anders dan het
kabinet niet meteen duidelijk)
en daarom is het ook zo op
vallend, dat de regering voor
haar loonmaatregel de SER
passeerde".
Even verder: „De regering
kan dat doen (beslissen zoals
haar goeddunkt) omdat zij re
geert bij volmacht van het
parlement. Vrijwel alle poli
tieke partijen in Nederland
zijn met de grote schoonmaak
bezig en niemand acht zich
rijp genoeg voor verkiezingen.
PvdA en D'66 voeren hun
gesprek over het stembusak
koord, en het is nagenoeg ze
ker dat Den Uyl en Van Mier-
lo in deze fase liever geen
verkiezingen willen.
De confessionele partijen
vrezen een verkiezingsneder
laag in dit stadium. De an
ti-revolutionairen tellen zeker
drie fractieleden (Boersma,
Goudzwaard en Van Leeuwen)
die. nog maar net. met. de
grootste moeite, van de Radi
calen afgehouden zijn.
Biesheuvel is een geheide an-
ti-Roolvinkiaan. De KVP loopt
het gevaar bij een gang naar
de stembus gehalveerd te
worden".
Roolvink
Ook Elsevier houdt zich met
de lonen bezig, meer in het
bizonder met de minister van
Sociale Zaken, Bouke Rool
vink.
Beide handen uitgesterkt en
de vingers gespreid; de lin
kerhand in de zak en de rech
ter met de wijsvinger naar
voren terwijl de middelvinger
op de duim werd gedrukt.
Roolvink verdedigde de
loonpolitiek. Een beleid dat
hij in de ministerraad heeft
ontraden. Hij werd echter
door zijn collega's overstemd.
Maar dat mag een be
windsman nooit aan de Ka
mer meedelen. Hij stond ru
als eerstverantwoordelijke mi
nister in de loonstorm".
Pagina's lang een waarde
rend verhaal over Roolvink,
zijn gezin, zijn loopbaan. „Het
is een zegen geboren te wor
den in een gezin dat een nau
we band heeft met een kerk.
In de kerk zit iets van een
moederschap. Als ik 's zon
dags naar de kerk ga weet ik:
hier ben ik thuis; hier wordt
het evangelie gebracht; nier
worden de sacramenten be
diend. Dit is een stuk van je
leven".
Elsevier gaat ook in op zijn
strijd om de opvolging van
Smallenbroek als fractievoor
zitter en zijn vete met de so
cialisten. Dit laatste werd
weer actueel bij een vinnig
deb^t tussen Den Uyl en de
minister. Beiden vonden de
manier van discussiëren van
de ander beneden peil. Den
Uyl: „Laat de minister maar
verder gaan". Roolvink: Dat
zal ik zelf wel uitmaken".
Elsevier concludeert: „Uit
eindelijk zullen de feiten het
kabinet in het gelijk stellen.
Bouke Roolvink heeft meege
geven om later te overwin
nen.'
Leiderschap
De- Haagse Post en Vrij Ne
derland hebben het over Van
Mierlo en D'66. Joop van Tijn
wijst op het gevaar van
verstarring van D'66, dat zich
toch aandiende als een poli
tiek breekijzer. „De
staatsrechtcommissie van de
partij zal binnenkort verslag
uitbrengen. Opmerkelijk is
dat verwacht wordt dat deze
commissie het belangrijkste
punt van D'66 tijdens dê ver
kiezingscampagne, de
rechtstreekse verkiezing van
de minister-president, belang
rijk zal modificeren.
Waarschijnlijk zal die proce
dure worden gewijzigd in *n
rechtstreekse verkiezing door
de Tweede Kamer", wat dus
al nauwelijks meer verschilt
van wat de Partij van de Ar
beid in „Een stem die telt"
heeft voorgesteld."
In de Haagse Post vertelt
Van Mierlo over zijn Ameri
kaanse reis: „Ik vroeg prof.
Brezinski: wat denk jij dat
een van de belangrijkste ken
merken zal zijn van de toe
komstige democratie?" Toen
zei hij: „Ik vrees dat je steeds
meer het persoonlijk element
in de politiek gaat krijgen.
Juist omdat de zaak zo gewel
dig vertechniekt wordt, zal de
persoon, die op een gegeven
moment verantwoordelijk
wordt gesteld voor die tech
niek iemand moeten zijn, die
als persoon het vertrouwen
heeft van de mensen.
Dan is "het heel belangrijk,
dat men het idee heeft: dit is
een goed mens; als dan Ie
mand aan de leiding van deze
ontzettend gecompliceerde en
voor de burger steeds meer
ongrijpbare besluitvorming
moet staan dan maar deze
man. Of je dat nu erg vindt of
niet, het is onontkoombaar".
Een andere Amerika-gan-
ger, de anti-revolutionair
Aantjes, zei daarover: „Ik
vind het een groot gevaar dat
de politiek, het beleid zo op
één persoon geconcentreerd
wordt, van één persoon afhan
kelijk is. Ik ben wel voor
meer persoonlijk contact tus
sen kiezer en gekozene, maar
dan van politici, deel uitma
kend van een politieke groe
pering. Als die ene grote fi
guur wegvalt, valt alles weg
en betreedt je het nie
mandsland". Een wel heel re
cent voorbeeld van dat gevaar
is de moord op Robert Kenne
dy.
De Nieuwe Linie is het eni
ge weekblad dat een uitvoerig
verhaal heeft van de aanslag
op Kennedy. De Nieuwe Linie
en Accent wijden veel aan
dacht aan de studenten en het
rapport-Maris, waarvan maar
weinigen precies weten waar
het nu eigenlijk om gaat.
Radicalen
Een van de initiatiefnemers
van de werkgroep van
christen-radicalen, Bas de
Gaay Fortman, nu lector in
Lusaka, heeft na een lange
periode van zwijgen weer van
zich laten horen, en wel in het
PvdA-orgaan Opinie.
Hij verklaart waarom de
a.r.-radicalen nog niet uit de
partij zullen stappen: de hui
dige partijleiding behoeft niet
afgeschreven te zijn en hij
acht het uitgesloten dat de
ARP deel zal uitmaken van
een CDU. Zowel voor ARP als
voor PvdA signaleert hij ech
ter het gevaar dat alles bij
het oude zal blijven.
„Daarom moeten de ar-radi-
calen actief blijven om de
noodzaak van politieke ver
nieuwing en de onontkoom
baarheid van een keuze tussen
de „Radicalen" en de oude
KVP aan alle anti-revolu
tionairen duidelijk te maken.
Mijn hoop is daarbij gevestigd
op de Arjos en het CNV. De
Arjos heeft in de ARP altijd
voorop gelopen. De CNV-lei-
ding is zich er sterk van be
wust dat de vakbeweging het
zich niet kan permitteren po
litiek neutraal te blijven".
Nadat hij constateert dat de
vrije ondernemingsgewijze or
ganisatie van de produktie
vanwege haar maatschappelijk
falen niet onaangetast mag
blijven, komt de PvdA aan de
beurt: „De leiding van de
PvdA mist net zozeer als de
leiding van de ARP en de CHU
het gezag om de aanhang
warm te krijgen voor een po
litiek waar de mensen niet in
de eerste plaats individueel en
materieel beter van worden".
„Wat de PvdA met de ARP
echter gemeen heeft, is dat
dat gedeelte van de oude aan
hang dat bahoefte heeft aan
een nieuwe bezieling in de po
litiek de partij nog niet heelt
verlaten". Bas de Gaay Fort
man vindt het daarom hoog
tijd die geestverwanten in de
PvdA te vragen of zij lid
blijvend van hun eigen partij
deel willen uitmaken van
de radicale beweging.
Christen-zijn
Dit brengt hem op de
christelijke partijvorming. Dat
ideaal spreekt hem aan. „Een
christelijke partij geeft een
forum voor gezamenlijke be
zinning op maatschappelijke
kwesties. Maar dit is geen
voldoende bestaansgrond. De
bestaansgrond van een
christelijke partij is gezamen
lijke dienst in de wereld".
Daarom en om het gevaar
van het triumfalisme: „Wij
zijn beter, weten het beter,
doen het beter" (gelden voor
christenen en socialisten),
spreekt hem het beginsel van
de Radicalen zo aan. „Deze
partij stelt zich ten volle open
voor een beroep op de verplich
tingen van het christen-zijn.
De Radicalen willen graag dat
het Evangelie hun drijvende
kracht is, maar zijn er niet ze
ker van dat dit altijd lukt en
huiveren daarom hun politiek
christelijk te noemen."