Apartheid
BLAD ZIJ
«PEH
BRIEF
,De donkere bril'' van Clarissa Jacobi
Onderwerp van
verhalenbundel
Snoep verstandig,
eet 'n appel
Engelse vrouwen bieden werk
aan andere vrouwen die willen en kunnen
dialoog
van
In plaats van: „gewoon'
aardappelen
ZATERDAG 25 MEI 1968
De vrouw is altijd de hoeder van het leven geweest. Het levensklimaat
van onze moderne wereld dwingt haar tot groter ruimte, waarin het leven
Vraagt om bescherming. We zien de Noordvietnamese vrouw, die voor haar
regering voorraden bewaart, in haar „huis" onder de grond met eigen han
den gegraven. We zien haar geschutsstellingen versjouwen en het geweer
hanteren.
De Zuidvietnamese vlucht met de kleinste op de rug en kinderen aan en
bij de hand voor het geweld. Mevrouw King is uit de schaduw van haar man
getreden en strijdt voor menselijke rechten en tegen rassenwaan. Hannie van
Leeuwen pleit in de Tweede Kamer voor sociaal recht.
Een blanke vrouw in Zuid-Afrika tracht op haar manier de apartheids
politiek te doorbreken. De wereld is het terrein van de vrouw geworden,
wiet langer kan ze knus in de keuken blijven, vrede stichten binnen de gren
zen van haar kleine koninkrijk, het gezin.
Zelfs in dat gezin komt de we
reld binnen met haar problemen.
Je kunt die wereld met open
ogen tegemoet treden. Je kunt de
toestand bekijken door een don-
vikere bril. Clarissa Jacobi een
^Nederlandse die kort na de be-
.vrijding met haar man naar
Zuid-Afrika emigreerde poog
de het eerste. Een kleurling reik
te haar echter de donkere bril
weer over.
Onderstroom
De donkere bril is een bundel
Verhalen, die wij met cursiefjes
zouden willen bestempelen. Toch,
het titelverhaal draagt de on
derstroom, waarin de schrijfster
heel knap zonder zoveel woorden
suggereert, dat het vechten tegen
de bierkaai blijft. Zij alleen kan
de apartheidspolitiek van haar
tweede vaderland niet doorbre
ken. hoe graag ze dat zou willen.
De ik-figuur, moeder van een
stel kinderen, geeft 's avonds les
aan kleurlingen. „Mijn man bleef
met een ontevreden gezicht thuis
zitten". De kinderen? „Soms wa
ren ze jarig of ze waren werke-
,tijk ziek een dan verliet ik het
huis met tegenzin en vol gewe
tenswroeging".
Haar leerlingen zijn Bantoes,
mannen en vrouwen die in hun
jeugd slechts gedurende korte
tijd een lagere school hadden be
zocht Op zo'n schoolavond mist
ze haar dure zonnebril. Ze wordt
ook nog overvallen door buik-
Miss Bejaarde
Hier ziet U Miss Bejaarde 1968,
die in Amsterdam gekozen werd.
Het is mevrouw H. van de Berg,
73 jaar oud uit Amsterdam. Ze
kreeg tulpen en een plastic me
daille. Miss Bejaarde 1967 wei
gert namelijk om de „wisselbe
ker" terug te geven...
kramp en pijnigt haar hersens af,
waar die bril kan zijn. Aan het
eind van de les geeft Nelson, een
liftbediende, teachers bril terug.
„Hij heeft me zien zoeken",
dacht ik, „ik weet zeker, dat hij
me heeft zien zoeken. Hij heeft
al mijn handelingen aandachtig
beloerd".
„Geeft teacher geen beloning?"
vroeg hij op zachte maar dwin
gende toon, met zedig neergesla
gen ogen. Ik keek hem sprake
loos aan. Ik zou Nelson haarfijn
kunnen uitleggen, dat ik geen sa
laris voor dit lesgeven ontving.
Dat ik het volkomen vrijwillig
deed. Dat het mij zelfs geld kost
te: benzine en iets extra's voor
onze dienstbode, omdat ze 's
avonds thuis bleef om op de kin
deren te passen. Ik had hem
eraan kunnen herinneren, dat
hijzelf niets voor de lessen hoef
de te betalen."
Ze poeiert hem af: „Ik heb
geep kleingeld. Hij doorzag mijn
leugen en droop teleurgesteld af,
zijn ogen troebel en ondoorgron
delijk."
Blank-zwart
Door alle twaalf verhalen
speelt de tegenstelling
blank-zwart. Bij haar thuiskomst
blijkt in de vuilnisbak een pasge
boren dode baby, een kleurling
kind verstopt. Het dienstmeisje
Rosie trekt het zich geweldig
aan. „Probeer maar om het te
vergeten" zegt de ik-figuur. „Het
kind lijdt niet meer. Het kan niet
meer levend verbranden in een
armzalig ponddkkie". Dan gaat ze
naar haar slaapkamer waar als
een bruid de wieg wacht, „in
mijn lichaam bewoog zich on
rustig het ongeboren kind".
Rosie heeft een zoon, die dcor
haar moeder wordt verzorgd.
Heel gewoon daar, ongehuwde
dienstmeisjes met één of meer
kinderen. Pieter komt soms naar
Kaapstad om Rosie te bezoeken.
Pieter wordt met luide vreugde
kreten begroet en door de kinde
ren duchtig bewonderd. Pieter
mag echter niet in de viooltjes
plassen, blijkt echter niets te
moeten hebben van de wit-porce-
leinen w.c. Hij doet een hoopje
op een krant tot verwondering
van de ik-figuur. „Waarom zet je
Pieter niet op het potje uit de
badkamer?" vraagt ze verbaasd.
Maar Rosie kan de gedachte, dat
haar kind met zijn koffiekleurige
billetjes op het blanke-billen pot
je van mijn kinderen zou kun
nen zitten, blijkbaar niet verwer
ken. Zij gaat hoofdschuddend en
met een verwonderde uitdruk
king op haar gezicht de keuken
binnen.
Afkeer
Rosies zuster Sarie komt een
weekje om op te passen, als me
vrouw er uit is. „Bah, ik wil geen
kleurlinge in mijn kamer!" riep
mijn in Zuid-Afrika geboren en
getogen doohter met merkbare
afkeer in haar schelle kin
derstem. Moeder: „Sarie is een
keurig dienstmeisje. Wat komt
het erop aan, dat haar huid een
beetje donkerder is dan de onze.
Ze is kerngezond; ze neemt iede
re dag een bad; ze wast iedere
De kleurlingen hebben een eigen wijk Clarissa
Jacobi geeft er in haar (vrije) avonduren kosteloos les.
Kleurlingen-kinde
ren worden vaak op
gevoed door hun groot
moeder. moeder is
dienstmeisje bij een
blanke madam in de
stad.
week haar haar en ze ziet er
altijd uit om door een ringetje te
halen. Verleden jaar heeft tante
Anne uit Holland een week op je
kamer geslapen en daar had je
niets op tegen. En tante Anne
rookte de hele dag als een
schoorsteen en hoest en kucht de
ganse dag aan een stuk door; ze
gaat maar eens per week in bad
en als ze één keer in de maand
haar haren wast, mag je van ge
luk spreken". Mijn dochter liep
terneergeslagen de kamer uit en
de tuin in, trachtend om met
haar achtjarig verstand het ras
senprobleem te verwerden.
Sarie krijgt een bed met rose
lakens, de andere bedienden heb
ben witte. Als de ik-figuur terug
komt, vindt ze de mooie lakens
onaangeroerd in de kast. De
kleurlingen-meisjes kunnen niet
begrijpen, dat Sarie onder zulke
mooie lakens van mevrouw mag:
„want madam: Sarie's eigen ma
dam is in die dingen heel anders.
Zij denkt, dat alle witmense zo
zijn als haar madam. Alle wit
mense. Ach Sarie, ze is nog zo'n
kind. Ze begrijpt het allemaal
niet zo goed. Ze kent alleen maar
apartheid, madam. Ach ja, apart
heid..."
Daar kunnen we het dan met
z'n allen weer mee doen. Twaalf
verhalen, ogenschijnlijk moeite
loos neergezet, zetten ons aan het
denken over de rouw van van
daag.
De auteur Clarissa Jacobi dook
in de bezetting onder bij Albert
Mol. Na de bevrijding werkte ze
als oevreuse, danseres en paard-
rijdster in een circcs tot ze emi
greerde. Ze heeft nu drie kinde
ren en drijft ook nog een antiek
zaak samen met haar vriendin.
Ze publiceerde in De Vlaamse
Gids, Het Nieuw Vlaams
tijdschrift, De Nieuwe Stem. Ze
debuteerde in boekvi rm met een
novelle „Een echte Kavalsky"
uitgegeven in de Witte Beertjes
serie van Bruna. Deze verhalen
bundel „De donkere bril" zit in
de Zwarte Beertjesreeks, telt 127
bladzijden en kost 2.50. Claris-
se Jacobi, een naam om te ont
houden.
Voor vier personen: l'/s afgestreken eetlepel bloem, 3U afge
streken theelepel kaneel, 3/« theelepel uienzout, snufje zwarte
peper, 1 in vieren gedeelde braadkip van ongeveer 900 gram,
IVï eetlepel boter of margarine, 1 blik (450 gram) perziken
(schijven), 1 afgestreken eetlepel bruine suiker, ruim 3 thee
lepels soja, 2 eetlepels azijn, hete gekookte rijst.
Bloem, kaneel,
uienzout en peper
vermengen en de
stukjes kip zo
door dit mengsel
halen dat zij goed
bedekt zijn. De
kip braden en de
goudbruine stuk
jes op een vuur
vaste schotel zet
ten. Het overge
bleven bloem
mengsel in de
braadpan roeren.
De perziken af-
gieten en de si
roop in een apart
schaaltje met een
klein kopje water
vermengen. Daar
aan bruine suiker,
soja en azijn toe
voegen en dit ge
heel bij het meng
sel van bloem en
vet in de braad
pan doen. Roeren
en laten doorko
ken tot een vrij
dikke saus.
De saus over de kip gieten,
afdekken (met bijv. alumi-
nium-folie) en laten sudderen
totdat de kip gaar is. De folie
verwijderen, de schijven per
zik toevoegen, weer afdekken
en in bijv. de oven laten staan
totdat de perzikschijven goed
heet zijn. Opdienen met hete
rijst.
Nu 'Je aardappelen weliswaar
goedkoop, weer minder van kwa
liteit worden en de nieuwe aard
appeltjes nog vrij prijzig zijn,
kan men eens wat meer macaro
ni, rijst, spaghetti of bonen eten.
Daar dit ook weer niet zeven da
gen van de week kan, raden wij
u aan groenten, vlees en jus ex
tra lekker te rpaken, zodat u de
ietwat weeïge aardappelsmaak
zo min mogelijk proeft.
We geven u een paar voorbeel
den:
Schotel van gevulde tomaten
Vier stevige, grote tomaten,
klein uitje, knoflook, een eetlepel
boter, half ons rijst, half ons ge
raspte kaas. Fruit het gesnipper
de uitje, met het uitgeperste
teentje knoflook goudbruin in de
boter. Voeg de ongewassen rijst
toe en bak deze heel licht mee, tot
de korrels lichtgeel van kleur
zijii.
Voeg een dl. water toe en kook
dé'rijst in oilgeveér"twintig mi-*'
nuten gaar. Meng het grootste
deel van de geraspte kaas erdoor
en maak de massa op smaak af
met zout en peper. Hol de toma
ten uit en vul ze met deze massa.
Bestrooi ze me geraspte kaas.
Meng de rest van de geraspte
kaas door de gezeefde tomaten-
resten, bedek hiermee de bodem
van een vuurvaste schotel en zet
de tomaten erin. Stoof de toma
ten in ongeveer vijftien minuten
gaar in een hete voorverwarmde
oven.
Bonenschotel spécial.
Bak blokjes mager rookspek
met wat gesnipperde uien. Laat
een blikje witte bonen uitlekken
en roer hier twee lepels tomaten
ketchup door. Maak een luchtige
aardappelpuree. Doe laag om
laag de bonen, aardappelpuree,
uitgebakken spek in een vuur
vaste schaal steeds afgewisseld
met. schijfjes appel. De schotel
ongeveer een half uur in een he
te oven plaatsen.
Néem fruit als toetje.
De gelijkheid tussen
blank en gekleurd lijkt een
lange weg, ook als je vol
goede wil van beide zijden
op stap gaat.
Wie duf is van het studeren de
hele avond, of aan een zeurderige
hoofdpijn lijdt, kan door het eten
van een heerlijk frisse appel een
eind opknappen. Waarom niet van
een peer of een tros druiven? Dat
komt omdat appels veel pectine be
vatten. In andere vruchten komt pec
tine ook wel voor. maar lang niet
zoveel als in appels.
Pectine Is van groot belang voor
mensen die aan hart- en vaatmoei-
lijkheden lijden, omdat pectine het
cholesterolgehalte van het bloed
drukt. Een te hoog cholesterolper-
centage In het bloed komt vooral
voor bij oudere mensen.
Daarom raden wij een ieder aan
minstens één appel per dag te eten.
Enhoudt u beslist niet van ap
pels of kunt u ze niet verdragen dan
hebben wij deze troost voor u: ha
vermout bevat ook veel pectine.
De Engelse vrouwen hebben zo
hun eigen manier om deel te ne
men aan de maatschappij. Zoe
ken Nederlandse academisch ge
vormde vrouwen het in een goed
onderdak voor peuters, in studie
over de positie van de vrouw,
Mrs. Joan Wilkins en Mrs. Anne
Bradford zorgen voor werk.
Joan Wilkins startte vijf jaren
geleden met een uitzendbureau
in Camden Town, Londen: Free
lance Work for Women. Anne
Bradford opereert vanuit haar
woonhuis in Barnet, Hertfordshi
re. Zij begon heel eenvoudig in
1956. maar heeft nu 350 vrouwen
en evenzovele baantjes in haar
UWPEA. University Women's
Part-time Employment Agency,
aldus lazen we In The Guardian.
Er wordt veel gesproken over
de problemen om werk te vinden
voor universitair geschoolde
vrouwen. Maar er is weinig
actie van de vrouwen zélf, is het
oordeel van Joan zowel als van
Anne.
De FWFW zendt teams uit, die
sociale, industriële of marketing
rapporten samenstellen. Ze kun
nen desgevraagd een club of
restaurant runnen of adviezen
geven bij stedebouwkundige
planning over te verwachten be
volkingsgroei.
Steeds bezig
Mevrouw Wilkins Is steeds be
zig genoeg werk voor haar vrou
wen te bemachtigen. Met diplo
matie en verve op hoog niveau
lukt het haar. Vol humor vertelt
ze, dat aanbevelingen soms ko
men van de echtgenoten der
vrouwen, die het juiste woord in
het juiste oor fluisteren. De
FWFW is een reusachtig bureau,
de administratieve machinerie is
nogal eenvoudig.
Vele zaken noemen de kosten
van zo'n FWFW-team een aange
name verrassing. Joan Wilkins
trekt alleen vrouwen met een
academische graad of specialisme
aan. die serieus werk willen en
bereid zijn twintig uur per week
te geven: beunhazerij haat ze.
Haar organisatie loopt zo goed
dat ze een „filiaal" opende in
Australië.
Herscholing
Hoe moeilijk het is om werk te
vinden voor gespecialiseerde
vrouwen, nog moeilijker wordt
het om de ongeschoolden, die
veertig zijn geweest, aan werk te
helpen. Velen van hen vrezen,
dat ze niet kunnen concurreren
met jongere vrouwen. Rege
ringscentra herschoolden dit jaar
10.620 Engelsen, slechts vijftien
van hen waren vrouwen... In
Londen heeft Jane Major nu een
school geopend voor gehuwde
vrouwen, die terug willen naar
een werkkring. Het gaat hier om
onder meer boekhoudsters, en zij
die rekenmachines bedienen. Wie
de cursus afloopt, wordt een
baan aangeboden.
Jane heeft interesse voor
niet-gehuwde moeders. Mevrouw
Anne Bradford plaatst haar
werkkrachten bij onderwijs, ver
taalwerk. research. Er zijn nog
meer branches nodig meent ze.
In een poging de belangstelling
in de provincie wat op te peppen
deed ze een beroep op nog meer
vrouwen in een brief aan een
weekblad. Er kwamen 250 brie
ven op. Slechts een handvol se
rieuze gegadigden bleef over
Mevrouw Bradford verwondert
er zich over, hoeveel goed opge
leide vrouwen dromen om weer
opnieuw te gaan werken „op een
goede dag". Maar in feite prefe
reren ze het om thuis te blijven.
Het blijkt, dat veel lezeres
sen het nieuwe onderwerp
waarderen en hun mening
daarover geven. Anderzijds
zijn ze echt benieuwd hoe een
ander (lees u) hierover denkt.
Nu de brieven: allereerst
mevrouw H. te R. (uw adres?)
die meent dat de oorzaak van
vele ziekten terug te brengen
is tot een geestelijke depres
sie: „Hieruit vloeien allerlei
ziekten en kwalen voort.
Geestelijk komt men met een
probleem niet klaar. Dan
wreekt de geest zich op het
lichaam. Het is voor een
huisvrouw zeer belangrijk dit
te kunnen onderkennen en
een dusdanig klimaat in huis
te scheppen, dat lichaam en
ziel in rust en daardoor in
evenwicht komen. Hoe zal
zij dit kunnen?
Door wat afstand te nemen
van haar eigen kleine wereld
je. niet te piekeren over klei
ne verdrietelijkheden. In de
tijd staan, waarin zij leeft en
zich meer te interesseren voor
het grote wereldgebeuren.
Men heeft dan minder aan
dacht voor zichzelf en dit kan
alleen maar goed zijn, want
velen dénken dat zij ziek zijn
en daardoor worden zij ziek."
Kwade kanten
Mej. S. te R. zegt er dit van:
„De dokter zegt, ja wat, veel,
weinig of niets. Ik voor mij
ben wel blij dat de dokter
niet veel zegt. Als hij allerlei
geleerde woorden zegt. weet
je nog niets. Als hij een paar
dingen vertelt ga je vaak zelf
wat zeggen of denken.
Ik ben bang dat de populai-
risering van de geneeskunde
ook kwade kanten heeft, zo
van: hij of zij heeft dezelfde
pijn als ik (maar je weet niet
wat de ander voelt) dus zal ik
dat of dat wel hebben. Wij
moeten de dokter vertrouwen
en hem dat ook laten blijken.
En alstublieft niet praten over
dingen waar we geen verstand
van hebben. Voor deze zaken
hebben artsen zoveel jaren
gestudeerd, dat kunnen „le
ken" niet uit een lezing of één
boekje bevatten."
Te weinig
Mevrouw A. te Z. vindt
daarentegen dat de dokters te
weinig zeggen: „Zeggen ze wél
wat, dan zijn het vaak leu
gens. Ik ken een man, die nog
enkele weken te leven heeft.
Zijn hele familie is ingelicht
door de huisarts, maar die
zelfde arts zegt tot de zieke:
„Gelukkig, de kwaal is ver
wijderd, nog een paar weken
en u is weer de oude...". Laat
die dokter dan liever niets
zeggen. Ik zelf ben jaren gele
den door onze huisarts inge
licht dat men niets meer voor
mij kon doen. Er waren geen
afdoende middelen voor mijn
kwaal. Ik heb mij toen tot een
kruidendokter gewend, die
mijn kwaal op zijn manier be
handelde, en ik ben helemaal
hersteld. Daarna heb ik mij
een medisch boek op laten
sturen waar veel interessante
dingen in staan. Ik zou de
middelen alleen kopen of ge
bruiken als ik van mijn dok- -
ter wist, wat mijn kwaal was.
Als ik het b.v. aan mijn nie
ren had, zou ik niet gelijk tot
een operatie overgaan, maar
het eerst met kruiden probe
ren. Een dokter moest je, als
je hem iets over je ziekte
vroeg, eerlijk antwoord geven.
Tenslotte zou ik wel willen dat
er op de t.v. meer voorlichting
op medisch terrein werd gege
ven. Waarom wél op sexueel
gebied en niet op het gebied
van de geneeskunde? Mis
schien komen dokter en pa
tiënt dan wat dichter tot el
kaar. Je huisdokter moet je
vriend zijn, en een vriend
vertrouw je voor honderd
procent."
Meer weten
„Een fijn onderwerp vind ik
dit nieuwe" zegt mevrouw N.
te B. „Het zou heel goed zijn
dat wij wat meer van ziektes
weten, zodat men niet voor ie
dere kleinigheid naar de dok
ter stapt. Sex is uitvoerig op
radio en t.v. behandeld, wan
neer horen we nu eens iets
over ziektes? Gelukkig wor
den in vrouwenbladen wel
stukjes behandeld. Ik zou er
graag nog meer over lezen. Op
de vrouwenbond hebben we
enkele keren een dokter ge
had die een lezing hield. Dat
was ook fijn. Alleen jammer
dat op de vragen niet een uit
voerig antwoord komt, vooral
als het b.v. iets met je kind te
maken heeft. Daar draaien ze
fijn om heen. Ze vragen ook
niet „Bent u tevreden" maar
zeggen: „Nu de volgende
vraag..."
Tc druk
„Naar mijn mening zijn wij
te weinig op de hoogte van
ons getob over de aard van
onze ziekte(s)", aldus me
vrouw C. te A. „Ik heb geen
klacht over mijn arts; zij heb
ben het echter zo druk dat er
zelden tijd over blijft voor
een vertrouwelijk gesprek.
Het zou velen geruststellen
zo'n gesprek te hebben. Vol
gens mij zijn veel dokters zich
gewoon niet geheel bewust
dat er mensen zijn die maar
doortobben en zich nare din
gen en angsten gaan bezorgen,
die beter uitgesproken kunnen
worden. Juist ook omdat de
doktoren hen in 't onzekere
laten.
Natuurlijk moeten in zo'n
geval de artsen rekening hou
den met dè aard en persoon
tfan de patiënt. Helaas, de
wachtkamers zitten vol en het
is opschieten geblazen. Een
kennis van ons was ziek ge
weest en zat erg in de knoop
over haar gezondheid, temeer
daar zij wilde trouwen. Ik heb
toen een gesprek met haar
arts', gehad. Hij vertelde uit
voerig hoe die ziekte kan
ontstaan en zei de papieren en
rapporten op te vragen bij het
ziekenhuis. Zij is door haar
dokter gerustgesteld en kort
daarop getrouwd. Wat was
dat meisje er dankbaar voor.
Zij had het zélf niet aan haar
dokter durven vragen."
Verlanglijstje
Mejuffrouw D. te H. heeft
een verlanglijstje voor de
arts: „Ten eerste: een
klachtenbureau waar men
eventuele klachten betreffen
de de arts kan indienen. Ook
eventuele wensen betreffende
de geneeskunde.
Ten tweede: op zoveel
artsen per stad of dorp, enke
len alleen voor bejaarden. De
ze zijn nu teveel een achter
gebleven groep. Teveel routi
ne. Zijn de medicijnen op
dan komt er een recept voor
drie maanden-hoeveelheid.
Tabletten slikken kan op een
gegeven moment moeilijkhe
den geven. Poeder met dezelf
de samenstelling zou de oplos
sing zijn. Of een iets andere
samenstelling van de medicij
nen om gewenning te voorko
men.
Bejaardenzorg geeft nog
veel wensen en „vitte plek
ken". Betere medische bege
leiding is er één var Ik spreek
vanuit mijn ervaring.
Ten derde: meer toezicht op
al het geschrijf op medisch
gebied in damesbladen. Vol
maakte artsen schrijven
schijnbaar daar hun ervarin
gen met patiënten. Mijns in
ziens zijn dat particuliere pa
tiënten. Een arts met het me
rendeel fondspatiënten en
overvolle wachtkamers komt
aan dergelijke individuele be
handelingen nie toe."
Dankbaar
„Ik ben van oordeel dat we
dankbaar moeten zijn met de
Vooruitgang op medisch ge
bied, maar we mogen nooit
vergeten dat het de Here is
die de genezing schenkt en de
middelen daartoe zegent" zegt
mevrouw V. te R. „Wij heb
ben veel ziekte meegemaakt.
Mijn man was menselijker
wijze ten dode opgeschreven.
Als door een wonder heeft de
Here het zeer wel gemaakt. Ik
vind wel dat de artsen open
hartiger moeten zijn, Zelf zag
ik dat de toestand van mijn
man ^eer ernstig was, maar
niemand zei iets tegen mij.
Mijn angst was met geen pen
te beschrijven. Ik dacht dat je
daar recht op had om te we
ten hoe de toestand is. Dan
weet je waar je aan toe bent."
Als je een brief gaat schrijd
aan een vriendin, begin je meest;
niet met te zeggen: dat was
Greeth, je had... maar met een iï
leiding. Je schrijft jezelf als b
ware op gang. Zo van: het is mic
dag, of avond, de koffie pruttel:
of zonnestralen vallen over de ki
merplanten, het is tien uur, het
stil in huis. Moeder rust even, i
kinderen zijn naar school, nu
nooit, de baby oit in de tuin. Zo
iets. Het is dan net of je de ande
even naar je toe wilt trekken
kijk, hier zit ik, zo is het met mi
zo staat de wereld, de stad, de kg
mer om me heen, en nu kom
bij jouw, in jouw wereld, in jout
kamer.
Vanavond, Hemel vaartsavoi
denk ik onwillekeurig zo aan
briefvriendinnen, u allemaal,
is doodstil, zou ik willen zeggen
half Nederland kijkt, naar ee:
voetbalwedstrijd, dat ligt voor di
hand. Daarstraks was er even ver
keer, zeker pauze. Behalve op di
avond van de dodenherdenkinj
is het nooit zo stil.
In de kamer is niemand behal
ve uw Christine achter het buro
toch, op de bank ligt de hond, hi,
slaapt. Hij ligt op het plekje waar
zostraks mijn dochtertje van 1(
heeft zitten luisteren naar een pi-
anoconcert uit Brussel, Elisabeth-
concours. Ik zat hier, vlak bij
haar, de vingers op de toetsen
maar ik durfde niet te tikken.
In de stille wereld vielen de klan
ken, helder en verheven beide. Al
leen wat groots is kan zo duidelijk
zijn.
Een zestienjarig kind speelde in
Brussel, ook daar is het nu pauze
Hier draaide een leeftijdgenootjt
de radio af. Genoeg, ik ga mijn
schiedenis leren. Ieder eigen taak.
eigen opdracht.
Zo zit ik weer alleen. Straks
moet de Open Brief naar de krant
u snapt, het is al een dag op z'n
minst te laat. In de slapende stad
staan na rust en zon hier en daar
nachtploegmensen op ook, de
nachtredactie van uw krant; het
is alsof een klok de dag al zachl
in-tikt.
Vanmiddag heb ik zitten blade-i
ren in brieven. Het was na zoveel!
grauwe dagen alsof de hemel
neerkwam in vrede en mildl
warmte, had u dat ook? En nul
wilde het zo dat ik- juist heil,
droeve berichten las. Een van
mijn briefschrijfsters verloor een
vriendin; de echtgenoot van ca
andere briefvriendin schrijft n
dat zijn vrouw j.l. herfst is ove»
leden, bij het opruimen van enig
paperassen bemerkte hij dat zt
met mij had gecorrespondeerd;
beide waren nog geen 40 jaar oud
„Blijft er iets van ons over,
Chris?" schrijft degene die haar
vriendin betreurt. De woorden
blijven hangen. Het is Hemel
vaartsdag. We zijn alleen gela
ten maar tegelijkertijd nooit meer
alleen. Als heil en nood samen
vallen wordt het Pinksteren. Als
de macht van de dood wegvalt
zijn wij elkaar onafgebroken na
bij.
Dat zijn,gedachten die duidelijk
en onduidelijk zijn beide. Het is
als het pianospel van straks: wat
verheven is moet vertolkt worden
om eenvoudig te zijn.
„Blijft er iets over?"
Ik leg de brief neer. Een
vreemd spel van gedachten doet
me aan de Gemini denken, dat
ruimteschip waaruit een Ameri
kaan bengelde, zweefde, aan een
zo op het oog dunne kabel. Wat
zou er gebeurd zijn als die ka
bel was gebroken? Dan zweefde
hij nog, of niet?
Ik vraag het mijn zoon van
14 die naast me in de tuin zit
te lezen. „Natuurlijk", zegt hij
wat kort (zo'n moeder doet er
ook jaren over) „er IS al een
mens die rondzweeft, een Rus. de
Russen willen het alleen niet be
kennen". Hij mompelt iets van
min 243 graden, juist gehad op
school, en gaat verder met zijn
boek.
Ik lees de brieven nog eens.
En weer springen mijn gedach
ten, nu naar een stad in ons
land waar vrienden van mijn
vader woonden. Een zuster en
een broer, zeer vermogend. Een
groot huis met een trouwe huis
houdster. In alle kamers en gan
gen kunstschatten. Mijn vader
was al jaren geleden gestorven
toen de broer en de zuster kort
na elkaar overleden. Hun huis
werd museum, de huishoudstre
mag er zolang ze wil blijven wo
nen, zo is het vastgelegd.
Een andere zoon van mij kwam
in die stad en zocht het huis en
belde aan. De huishoudster deed
open en zei dat bezichtiging niet
zomaar ging. Toen zei de jongen
dat hij de kleinzoon van mijn
vader was. En „er gebeurde iets
met die vrouw", zei hij. „Van
kleine grijze vrouw werd ze een
.zo stralend mens dat ik nieuws
gierig werd naar de man die
mijn opa was. Iets van hem werd
ik gewaar. Het was hier nog,
op deze wereld."
Kijk, vriendin, dat wilde ik je
zeggen: het is hier nog, het leeft
in jou, in anderen. In je moed,
in je mildheid, in je liefde. Het
is als tussen Hemelvaart en Pink
steren: terwijl we een mens na
staren, overstelpt de hemel ons
met de nabijheid van de Geest.