Apartheid BLAD ZIJ «PEH BRIEF ,De donkere bril'' van Clarissa Jacobi Onderwerp van verhalenbundel Snoep verstandig, eet 'n appel Engelse vrouwen bieden werk aan andere vrouwen die willen en kunnen dialoog van In plaats van: „gewoon' aardappelen ZATERDAG 25 MEI 1968 De vrouw is altijd de hoeder van het leven geweest. Het levensklimaat van onze moderne wereld dwingt haar tot groter ruimte, waarin het leven Vraagt om bescherming. We zien de Noordvietnamese vrouw, die voor haar regering voorraden bewaart, in haar „huis" onder de grond met eigen han den gegraven. We zien haar geschutsstellingen versjouwen en het geweer hanteren. De Zuidvietnamese vlucht met de kleinste op de rug en kinderen aan en bij de hand voor het geweld. Mevrouw King is uit de schaduw van haar man getreden en strijdt voor menselijke rechten en tegen rassenwaan. Hannie van Leeuwen pleit in de Tweede Kamer voor sociaal recht. Een blanke vrouw in Zuid-Afrika tracht op haar manier de apartheids politiek te doorbreken. De wereld is het terrein van de vrouw geworden, wiet langer kan ze knus in de keuken blijven, vrede stichten binnen de gren zen van haar kleine koninkrijk, het gezin. Zelfs in dat gezin komt de we reld binnen met haar problemen. Je kunt die wereld met open ogen tegemoet treden. Je kunt de toestand bekijken door een don- vikere bril. Clarissa Jacobi een ^Nederlandse die kort na de be- .vrijding met haar man naar Zuid-Afrika emigreerde poog de het eerste. Een kleurling reik te haar echter de donkere bril weer over. Onderstroom De donkere bril is een bundel Verhalen, die wij met cursiefjes zouden willen bestempelen. Toch, het titelverhaal draagt de on derstroom, waarin de schrijfster heel knap zonder zoveel woorden suggereert, dat het vechten tegen de bierkaai blijft. Zij alleen kan de apartheidspolitiek van haar tweede vaderland niet doorbre ken. hoe graag ze dat zou willen. De ik-figuur, moeder van een stel kinderen, geeft 's avonds les aan kleurlingen. „Mijn man bleef met een ontevreden gezicht thuis zitten". De kinderen? „Soms wa ren ze jarig of ze waren werke- ,tijk ziek een dan verliet ik het huis met tegenzin en vol gewe tenswroeging". Haar leerlingen zijn Bantoes, mannen en vrouwen die in hun jeugd slechts gedurende korte tijd een lagere school hadden be zocht Op zo'n schoolavond mist ze haar dure zonnebril. Ze wordt ook nog overvallen door buik- Miss Bejaarde Hier ziet U Miss Bejaarde 1968, die in Amsterdam gekozen werd. Het is mevrouw H. van de Berg, 73 jaar oud uit Amsterdam. Ze kreeg tulpen en een plastic me daille. Miss Bejaarde 1967 wei gert namelijk om de „wisselbe ker" terug te geven... kramp en pijnigt haar hersens af, waar die bril kan zijn. Aan het eind van de les geeft Nelson, een liftbediende, teachers bril terug. „Hij heeft me zien zoeken", dacht ik, „ik weet zeker, dat hij me heeft zien zoeken. Hij heeft al mijn handelingen aandachtig beloerd". „Geeft teacher geen beloning?" vroeg hij op zachte maar dwin gende toon, met zedig neergesla gen ogen. Ik keek hem sprake loos aan. Ik zou Nelson haarfijn kunnen uitleggen, dat ik geen sa laris voor dit lesgeven ontving. Dat ik het volkomen vrijwillig deed. Dat het mij zelfs geld kost te: benzine en iets extra's voor onze dienstbode, omdat ze 's avonds thuis bleef om op de kin deren te passen. Ik had hem eraan kunnen herinneren, dat hijzelf niets voor de lessen hoef de te betalen." Ze poeiert hem af: „Ik heb geep kleingeld. Hij doorzag mijn leugen en droop teleurgesteld af, zijn ogen troebel en ondoorgron delijk." Blank-zwart Door alle twaalf verhalen speelt de tegenstelling blank-zwart. Bij haar thuiskomst blijkt in de vuilnisbak een pasge boren dode baby, een kleurling kind verstopt. Het dienstmeisje Rosie trekt het zich geweldig aan. „Probeer maar om het te vergeten" zegt de ik-figuur. „Het kind lijdt niet meer. Het kan niet meer levend verbranden in een armzalig ponddkkie". Dan gaat ze naar haar slaapkamer waar als een bruid de wieg wacht, „in mijn lichaam bewoog zich on rustig het ongeboren kind". Rosie heeft een zoon, die dcor haar moeder wordt verzorgd. Heel gewoon daar, ongehuwde dienstmeisjes met één of meer kinderen. Pieter komt soms naar Kaapstad om Rosie te bezoeken. Pieter wordt met luide vreugde kreten begroet en door de kinde ren duchtig bewonderd. Pieter mag echter niet in de viooltjes plassen, blijkt echter niets te moeten hebben van de wit-porce- leinen w.c. Hij doet een hoopje op een krant tot verwondering van de ik-figuur. „Waarom zet je Pieter niet op het potje uit de badkamer?" vraagt ze verbaasd. Maar Rosie kan de gedachte, dat haar kind met zijn koffiekleurige billetjes op het blanke-billen pot je van mijn kinderen zou kun nen zitten, blijkbaar niet verwer ken. Zij gaat hoofdschuddend en met een verwonderde uitdruk king op haar gezicht de keuken binnen. Afkeer Rosies zuster Sarie komt een weekje om op te passen, als me vrouw er uit is. „Bah, ik wil geen kleurlinge in mijn kamer!" riep mijn in Zuid-Afrika geboren en getogen doohter met merkbare afkeer in haar schelle kin derstem. Moeder: „Sarie is een keurig dienstmeisje. Wat komt het erop aan, dat haar huid een beetje donkerder is dan de onze. Ze is kerngezond; ze neemt iede re dag een bad; ze wast iedere De kleurlingen hebben een eigen wijk Clarissa Jacobi geeft er in haar (vrije) avonduren kosteloos les. Kleurlingen-kinde ren worden vaak op gevoed door hun groot moeder. moeder is dienstmeisje bij een blanke madam in de stad. week haar haar en ze ziet er altijd uit om door een ringetje te halen. Verleden jaar heeft tante Anne uit Holland een week op je kamer geslapen en daar had je niets op tegen. En tante Anne rookte de hele dag als een schoorsteen en hoest en kucht de ganse dag aan een stuk door; ze gaat maar eens per week in bad en als ze één keer in de maand haar haren wast, mag je van ge luk spreken". Mijn dochter liep terneergeslagen de kamer uit en de tuin in, trachtend om met haar achtjarig verstand het ras senprobleem te verwerden. Sarie krijgt een bed met rose lakens, de andere bedienden heb ben witte. Als de ik-figuur terug komt, vindt ze de mooie lakens onaangeroerd in de kast. De kleurlingen-meisjes kunnen niet begrijpen, dat Sarie onder zulke mooie lakens van mevrouw mag: „want madam: Sarie's eigen ma dam is in die dingen heel anders. Zij denkt, dat alle witmense zo zijn als haar madam. Alle wit mense. Ach Sarie, ze is nog zo'n kind. Ze begrijpt het allemaal niet zo goed. Ze kent alleen maar apartheid, madam. Ach ja, apart heid..." Daar kunnen we het dan met z'n allen weer mee doen. Twaalf verhalen, ogenschijnlijk moeite loos neergezet, zetten ons aan het denken over de rouw van van daag. De auteur Clarissa Jacobi dook in de bezetting onder bij Albert Mol. Na de bevrijding werkte ze als oevreuse, danseres en paard- rijdster in een circcs tot ze emi greerde. Ze heeft nu drie kinde ren en drijft ook nog een antiek zaak samen met haar vriendin. Ze publiceerde in De Vlaamse Gids, Het Nieuw Vlaams tijdschrift, De Nieuwe Stem. Ze debuteerde in boekvi rm met een novelle „Een echte Kavalsky" uitgegeven in de Witte Beertjes serie van Bruna. Deze verhalen bundel „De donkere bril" zit in de Zwarte Beertjesreeks, telt 127 bladzijden en kost 2.50. Claris- se Jacobi, een naam om te ont houden. Voor vier personen: l'/s afgestreken eetlepel bloem, 3U afge streken theelepel kaneel, 3/« theelepel uienzout, snufje zwarte peper, 1 in vieren gedeelde braadkip van ongeveer 900 gram, IVï eetlepel boter of margarine, 1 blik (450 gram) perziken (schijven), 1 afgestreken eetlepel bruine suiker, ruim 3 thee lepels soja, 2 eetlepels azijn, hete gekookte rijst. Bloem, kaneel, uienzout en peper vermengen en de stukjes kip zo door dit mengsel halen dat zij goed bedekt zijn. De kip braden en de goudbruine stuk jes op een vuur vaste schotel zet ten. Het overge bleven bloem mengsel in de braadpan roeren. De perziken af- gieten en de si roop in een apart schaaltje met een klein kopje water vermengen. Daar aan bruine suiker, soja en azijn toe voegen en dit ge heel bij het meng sel van bloem en vet in de braad pan doen. Roeren en laten doorko ken tot een vrij dikke saus. De saus over de kip gieten, afdekken (met bijv. alumi- nium-folie) en laten sudderen totdat de kip gaar is. De folie verwijderen, de schijven per zik toevoegen, weer afdekken en in bijv. de oven laten staan totdat de perzikschijven goed heet zijn. Opdienen met hete rijst. Nu 'Je aardappelen weliswaar goedkoop, weer minder van kwa liteit worden en de nieuwe aard appeltjes nog vrij prijzig zijn, kan men eens wat meer macaro ni, rijst, spaghetti of bonen eten. Daar dit ook weer niet zeven da gen van de week kan, raden wij u aan groenten, vlees en jus ex tra lekker te rpaken, zodat u de ietwat weeïge aardappelsmaak zo min mogelijk proeft. We geven u een paar voorbeel den: Schotel van gevulde tomaten Vier stevige, grote tomaten, klein uitje, knoflook, een eetlepel boter, half ons rijst, half ons ge raspte kaas. Fruit het gesnipper de uitje, met het uitgeperste teentje knoflook goudbruin in de boter. Voeg de ongewassen rijst toe en bak deze heel licht mee, tot de korrels lichtgeel van kleur zijii. Voeg een dl. water toe en kook dé'rijst in oilgeveér"twintig mi-*' nuten gaar. Meng het grootste deel van de geraspte kaas erdoor en maak de massa op smaak af met zout en peper. Hol de toma ten uit en vul ze met deze massa. Bestrooi ze me geraspte kaas. Meng de rest van de geraspte kaas door de gezeefde tomaten- resten, bedek hiermee de bodem van een vuurvaste schotel en zet de tomaten erin. Stoof de toma ten in ongeveer vijftien minuten gaar in een hete voorverwarmde oven. Bonenschotel spécial. Bak blokjes mager rookspek met wat gesnipperde uien. Laat een blikje witte bonen uitlekken en roer hier twee lepels tomaten ketchup door. Maak een luchtige aardappelpuree. Doe laag om laag de bonen, aardappelpuree, uitgebakken spek in een vuur vaste schaal steeds afgewisseld met. schijfjes appel. De schotel ongeveer een half uur in een he te oven plaatsen. Néem fruit als toetje. De gelijkheid tussen blank en gekleurd lijkt een lange weg, ook als je vol goede wil van beide zijden op stap gaat. Wie duf is van het studeren de hele avond, of aan een zeurderige hoofdpijn lijdt, kan door het eten van een heerlijk frisse appel een eind opknappen. Waarom niet van een peer of een tros druiven? Dat komt omdat appels veel pectine be vatten. In andere vruchten komt pec tine ook wel voor. maar lang niet zoveel als in appels. Pectine Is van groot belang voor mensen die aan hart- en vaatmoei- lijkheden lijden, omdat pectine het cholesterolgehalte van het bloed drukt. Een te hoog cholesterolper- centage In het bloed komt vooral voor bij oudere mensen. Daarom raden wij een ieder aan minstens één appel per dag te eten. Enhoudt u beslist niet van ap pels of kunt u ze niet verdragen dan hebben wij deze troost voor u: ha vermout bevat ook veel pectine. De Engelse vrouwen hebben zo hun eigen manier om deel te ne men aan de maatschappij. Zoe ken Nederlandse academisch ge vormde vrouwen het in een goed onderdak voor peuters, in studie over de positie van de vrouw, Mrs. Joan Wilkins en Mrs. Anne Bradford zorgen voor werk. Joan Wilkins startte vijf jaren geleden met een uitzendbureau in Camden Town, Londen: Free lance Work for Women. Anne Bradford opereert vanuit haar woonhuis in Barnet, Hertfordshi re. Zij begon heel eenvoudig in 1956. maar heeft nu 350 vrouwen en evenzovele baantjes in haar UWPEA. University Women's Part-time Employment Agency, aldus lazen we In The Guardian. Er wordt veel gesproken over de problemen om werk te vinden voor universitair geschoolde vrouwen. Maar er is weinig actie van de vrouwen zélf, is het oordeel van Joan zowel als van Anne. De FWFW zendt teams uit, die sociale, industriële of marketing rapporten samenstellen. Ze kun nen desgevraagd een club of restaurant runnen of adviezen geven bij stedebouwkundige planning over te verwachten be volkingsgroei. Steeds bezig Mevrouw Wilkins Is steeds be zig genoeg werk voor haar vrou wen te bemachtigen. Met diplo matie en verve op hoog niveau lukt het haar. Vol humor vertelt ze, dat aanbevelingen soms ko men van de echtgenoten der vrouwen, die het juiste woord in het juiste oor fluisteren. De FWFW is een reusachtig bureau, de administratieve machinerie is nogal eenvoudig. Vele zaken noemen de kosten van zo'n FWFW-team een aange name verrassing. Joan Wilkins trekt alleen vrouwen met een academische graad of specialisme aan. die serieus werk willen en bereid zijn twintig uur per week te geven: beunhazerij haat ze. Haar organisatie loopt zo goed dat ze een „filiaal" opende in Australië. Herscholing Hoe moeilijk het is om werk te vinden voor gespecialiseerde vrouwen, nog moeilijker wordt het om de ongeschoolden, die veertig zijn geweest, aan werk te helpen. Velen van hen vrezen, dat ze niet kunnen concurreren met jongere vrouwen. Rege ringscentra herschoolden dit jaar 10.620 Engelsen, slechts vijftien van hen waren vrouwen... In Londen heeft Jane Major nu een school geopend voor gehuwde vrouwen, die terug willen naar een werkkring. Het gaat hier om onder meer boekhoudsters, en zij die rekenmachines bedienen. Wie de cursus afloopt, wordt een baan aangeboden. Jane heeft interesse voor niet-gehuwde moeders. Mevrouw Anne Bradford plaatst haar werkkrachten bij onderwijs, ver taalwerk. research. Er zijn nog meer branches nodig meent ze. In een poging de belangstelling in de provincie wat op te peppen deed ze een beroep op nog meer vrouwen in een brief aan een weekblad. Er kwamen 250 brie ven op. Slechts een handvol se rieuze gegadigden bleef over Mevrouw Bradford verwondert er zich over, hoeveel goed opge leide vrouwen dromen om weer opnieuw te gaan werken „op een goede dag". Maar in feite prefe reren ze het om thuis te blijven. Het blijkt, dat veel lezeres sen het nieuwe onderwerp waarderen en hun mening daarover geven. Anderzijds zijn ze echt benieuwd hoe een ander (lees u) hierover denkt. Nu de brieven: allereerst mevrouw H. te R. (uw adres?) die meent dat de oorzaak van vele ziekten terug te brengen is tot een geestelijke depres sie: „Hieruit vloeien allerlei ziekten en kwalen voort. Geestelijk komt men met een probleem niet klaar. Dan wreekt de geest zich op het lichaam. Het is voor een huisvrouw zeer belangrijk dit te kunnen onderkennen en een dusdanig klimaat in huis te scheppen, dat lichaam en ziel in rust en daardoor in evenwicht komen. Hoe zal zij dit kunnen? Door wat afstand te nemen van haar eigen kleine wereld je. niet te piekeren over klei ne verdrietelijkheden. In de tijd staan, waarin zij leeft en zich meer te interesseren voor het grote wereldgebeuren. Men heeft dan minder aan dacht voor zichzelf en dit kan alleen maar goed zijn, want velen dénken dat zij ziek zijn en daardoor worden zij ziek." Kwade kanten Mej. S. te R. zegt er dit van: „De dokter zegt, ja wat, veel, weinig of niets. Ik voor mij ben wel blij dat de dokter niet veel zegt. Als hij allerlei geleerde woorden zegt. weet je nog niets. Als hij een paar dingen vertelt ga je vaak zelf wat zeggen of denken. Ik ben bang dat de populai- risering van de geneeskunde ook kwade kanten heeft, zo van: hij of zij heeft dezelfde pijn als ik (maar je weet niet wat de ander voelt) dus zal ik dat of dat wel hebben. Wij moeten de dokter vertrouwen en hem dat ook laten blijken. En alstublieft niet praten over dingen waar we geen verstand van hebben. Voor deze zaken hebben artsen zoveel jaren gestudeerd, dat kunnen „le ken" niet uit een lezing of één boekje bevatten." Te weinig Mevrouw A. te Z. vindt daarentegen dat de dokters te weinig zeggen: „Zeggen ze wél wat, dan zijn het vaak leu gens. Ik ken een man, die nog enkele weken te leven heeft. Zijn hele familie is ingelicht door de huisarts, maar die zelfde arts zegt tot de zieke: „Gelukkig, de kwaal is ver wijderd, nog een paar weken en u is weer de oude...". Laat die dokter dan liever niets zeggen. Ik zelf ben jaren gele den door onze huisarts inge licht dat men niets meer voor mij kon doen. Er waren geen afdoende middelen voor mijn kwaal. Ik heb mij toen tot een kruidendokter gewend, die mijn kwaal op zijn manier be handelde, en ik ben helemaal hersteld. Daarna heb ik mij een medisch boek op laten sturen waar veel interessante dingen in staan. Ik zou de middelen alleen kopen of ge bruiken als ik van mijn dok- - ter wist, wat mijn kwaal was. Als ik het b.v. aan mijn nie ren had, zou ik niet gelijk tot een operatie overgaan, maar het eerst met kruiden probe ren. Een dokter moest je, als je hem iets over je ziekte vroeg, eerlijk antwoord geven. Tenslotte zou ik wel willen dat er op de t.v. meer voorlichting op medisch terrein werd gege ven. Waarom wél op sexueel gebied en niet op het gebied van de geneeskunde? Mis schien komen dokter en pa tiënt dan wat dichter tot el kaar. Je huisdokter moet je vriend zijn, en een vriend vertrouw je voor honderd procent." Meer weten „Een fijn onderwerp vind ik dit nieuwe" zegt mevrouw N. te B. „Het zou heel goed zijn dat wij wat meer van ziektes weten, zodat men niet voor ie dere kleinigheid naar de dok ter stapt. Sex is uitvoerig op radio en t.v. behandeld, wan neer horen we nu eens iets over ziektes? Gelukkig wor den in vrouwenbladen wel stukjes behandeld. Ik zou er graag nog meer over lezen. Op de vrouwenbond hebben we enkele keren een dokter ge had die een lezing hield. Dat was ook fijn. Alleen jammer dat op de vragen niet een uit voerig antwoord komt, vooral als het b.v. iets met je kind te maken heeft. Daar draaien ze fijn om heen. Ze vragen ook niet „Bent u tevreden" maar zeggen: „Nu de volgende vraag..." Tc druk „Naar mijn mening zijn wij te weinig op de hoogte van ons getob over de aard van onze ziekte(s)", aldus me vrouw C. te A. „Ik heb geen klacht over mijn arts; zij heb ben het echter zo druk dat er zelden tijd over blijft voor een vertrouwelijk gesprek. Het zou velen geruststellen zo'n gesprek te hebben. Vol gens mij zijn veel dokters zich gewoon niet geheel bewust dat er mensen zijn die maar doortobben en zich nare din gen en angsten gaan bezorgen, die beter uitgesproken kunnen worden. Juist ook omdat de doktoren hen in 't onzekere laten. Natuurlijk moeten in zo'n geval de artsen rekening hou den met dè aard en persoon tfan de patiënt. Helaas, de wachtkamers zitten vol en het is opschieten geblazen. Een kennis van ons was ziek ge weest en zat erg in de knoop over haar gezondheid, temeer daar zij wilde trouwen. Ik heb toen een gesprek met haar arts', gehad. Hij vertelde uit voerig hoe die ziekte kan ontstaan en zei de papieren en rapporten op te vragen bij het ziekenhuis. Zij is door haar dokter gerustgesteld en kort daarop getrouwd. Wat was dat meisje er dankbaar voor. Zij had het zélf niet aan haar dokter durven vragen." Verlanglijstje Mejuffrouw D. te H. heeft een verlanglijstje voor de arts: „Ten eerste: een klachtenbureau waar men eventuele klachten betreffen de de arts kan indienen. Ook eventuele wensen betreffende de geneeskunde. Ten tweede: op zoveel artsen per stad of dorp, enke len alleen voor bejaarden. De ze zijn nu teveel een achter gebleven groep. Teveel routi ne. Zijn de medicijnen op dan komt er een recept voor drie maanden-hoeveelheid. Tabletten slikken kan op een gegeven moment moeilijkhe den geven. Poeder met dezelf de samenstelling zou de oplos sing zijn. Of een iets andere samenstelling van de medicij nen om gewenning te voorko men. Bejaardenzorg geeft nog veel wensen en „vitte plek ken". Betere medische bege leiding is er één var Ik spreek vanuit mijn ervaring. Ten derde: meer toezicht op al het geschrijf op medisch gebied in damesbladen. Vol maakte artsen schrijven schijnbaar daar hun ervarin gen met patiënten. Mijns in ziens zijn dat particuliere pa tiënten. Een arts met het me rendeel fondspatiënten en overvolle wachtkamers komt aan dergelijke individuele be handelingen nie toe." Dankbaar „Ik ben van oordeel dat we dankbaar moeten zijn met de Vooruitgang op medisch ge bied, maar we mogen nooit vergeten dat het de Here is die de genezing schenkt en de middelen daartoe zegent" zegt mevrouw V. te R. „Wij heb ben veel ziekte meegemaakt. Mijn man was menselijker wijze ten dode opgeschreven. Als door een wonder heeft de Here het zeer wel gemaakt. Ik vind wel dat de artsen open hartiger moeten zijn, Zelf zag ik dat de toestand van mijn man ^eer ernstig was, maar niemand zei iets tegen mij. Mijn angst was met geen pen te beschrijven. Ik dacht dat je daar recht op had om te we ten hoe de toestand is. Dan weet je waar je aan toe bent." Als je een brief gaat schrijd aan een vriendin, begin je meest; niet met te zeggen: dat was Greeth, je had... maar met een iï leiding. Je schrijft jezelf als b ware op gang. Zo van: het is mic dag, of avond, de koffie pruttel: of zonnestralen vallen over de ki merplanten, het is tien uur, het stil in huis. Moeder rust even, i kinderen zijn naar school, nu nooit, de baby oit in de tuin. Zo iets. Het is dan net of je de ande even naar je toe wilt trekken kijk, hier zit ik, zo is het met mi zo staat de wereld, de stad, de kg mer om me heen, en nu kom bij jouw, in jouw wereld, in jout kamer. Vanavond, Hemel vaartsavoi denk ik onwillekeurig zo aan briefvriendinnen, u allemaal, is doodstil, zou ik willen zeggen half Nederland kijkt, naar ee: voetbalwedstrijd, dat ligt voor di hand. Daarstraks was er even ver keer, zeker pauze. Behalve op di avond van de dodenherdenkinj is het nooit zo stil. In de kamer is niemand behal ve uw Christine achter het buro toch, op de bank ligt de hond, hi, slaapt. Hij ligt op het plekje waar zostraks mijn dochtertje van 1( heeft zitten luisteren naar een pi- anoconcert uit Brussel, Elisabeth- concours. Ik zat hier, vlak bij haar, de vingers op de toetsen maar ik durfde niet te tikken. In de stille wereld vielen de klan ken, helder en verheven beide. Al leen wat groots is kan zo duidelijk zijn. Een zestienjarig kind speelde in Brussel, ook daar is het nu pauze Hier draaide een leeftijdgenootjt de radio af. Genoeg, ik ga mijn schiedenis leren. Ieder eigen taak. eigen opdracht. Zo zit ik weer alleen. Straks moet de Open Brief naar de krant u snapt, het is al een dag op z'n minst te laat. In de slapende stad staan na rust en zon hier en daar nachtploegmensen op ook, de nachtredactie van uw krant; het is alsof een klok de dag al zachl in-tikt. Vanmiddag heb ik zitten blade-i ren in brieven. Het was na zoveel! grauwe dagen alsof de hemel neerkwam in vrede en mildl warmte, had u dat ook? En nul wilde het zo dat ik- juist heil, droeve berichten las. Een van mijn briefschrijfsters verloor een vriendin; de echtgenoot van ca andere briefvriendin schrijft n dat zijn vrouw j.l. herfst is ove» leden, bij het opruimen van enig paperassen bemerkte hij dat zt met mij had gecorrespondeerd; beide waren nog geen 40 jaar oud „Blijft er iets van ons over, Chris?" schrijft degene die haar vriendin betreurt. De woorden blijven hangen. Het is Hemel vaartsdag. We zijn alleen gela ten maar tegelijkertijd nooit meer alleen. Als heil en nood samen vallen wordt het Pinksteren. Als de macht van de dood wegvalt zijn wij elkaar onafgebroken na bij. Dat zijn,gedachten die duidelijk en onduidelijk zijn beide. Het is als het pianospel van straks: wat verheven is moet vertolkt worden om eenvoudig te zijn. „Blijft er iets over?" Ik leg de brief neer. Een vreemd spel van gedachten doet me aan de Gemini denken, dat ruimteschip waaruit een Ameri kaan bengelde, zweefde, aan een zo op het oog dunne kabel. Wat zou er gebeurd zijn als die ka bel was gebroken? Dan zweefde hij nog, of niet? Ik vraag het mijn zoon van 14 die naast me in de tuin zit te lezen. „Natuurlijk", zegt hij wat kort (zo'n moeder doet er ook jaren over) „er IS al een mens die rondzweeft, een Rus. de Russen willen het alleen niet be kennen". Hij mompelt iets van min 243 graden, juist gehad op school, en gaat verder met zijn boek. Ik lees de brieven nog eens. En weer springen mijn gedach ten, nu naar een stad in ons land waar vrienden van mijn vader woonden. Een zuster en een broer, zeer vermogend. Een groot huis met een trouwe huis houdster. In alle kamers en gan gen kunstschatten. Mijn vader was al jaren geleden gestorven toen de broer en de zuster kort na elkaar overleden. Hun huis werd museum, de huishoudstre mag er zolang ze wil blijven wo nen, zo is het vastgelegd. Een andere zoon van mij kwam in die stad en zocht het huis en belde aan. De huishoudster deed open en zei dat bezichtiging niet zomaar ging. Toen zei de jongen dat hij de kleinzoon van mijn vader was. En „er gebeurde iets met die vrouw", zei hij. „Van kleine grijze vrouw werd ze een .zo stralend mens dat ik nieuws gierig werd naar de man die mijn opa was. Iets van hem werd ik gewaar. Het was hier nog, op deze wereld." Kijk, vriendin, dat wilde ik je zeggen: het is hier nog, het leeft in jou, in anderen. In je moed, in je mildheid, in je liefde. Het is als tussen Hemelvaart en Pink steren: terwijl we een mens na staren, overstelpt de hemel ons met de nabijheid van de Geest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 16