AFSCHEID VAN EEN PRESIDENTE GAUCHO mmmfo mm Man van de vlakte mmmmrn s - Geeii erebaan, maar door Riet Diemer wm - een full-time job Voortdurend rinkelt de luidruchtige tele foon, die je je maar kunt voorstellen en steeds maar weer loopt mevrouw Ridder bos naar de erker een uitkijkpost op de verregende Van Breestraat in Amsterdam om steeds maar weer andere problemen over steeds maar weer een ander onderdeel van de komende bondsdag aan te horen. ZATERDAG 25 ME! 1968 Ja, die bondsdag van de Bond van Gereformeerde Vrouwenver enigingen dit jaar op 6 juni. La ter dan anders en niet in zes verschillende gebouwen, maar in verband met het jubileumfeest in één hele grote zaal: de Margriet hal dus. Het wordt een feestdag met een bijzonder vol program ma. dat we voor zover dat be kend was in de krant al hebben aangekondigd en waar we na het feest natuurlijk op terug komen. (Voor aanmeldingen kan men te recht bij het bondsbureau: Steynlaan 8, Baarn.) Nu gaat het maar om een enkel programmapunt, het minst feestelijke: het afscheid van me vrouw W. M. Ridderbos-de Rooij als bondspresidente. Zoals be kend zal ze worden opgevolgd door mevrouw J. G. Kraaije- veld-Wouters uit Alkmaar, nu nog secretaresse van de bond. Tien. jaar Tien jaar is mevrouw Ridder bos presidente geweest en dan slaat onherroepelijk reglementair het uur van scheiden. Dat zal noch voor haar, noch voor de bond licht vallen, want die twee zijn eigenlijk één. Wie mevrouw Ridderbos zegt denkt er de bond bij. terwijl de gereformeerde vrouwenbond op zijn beurt „je weet wel die van mevrouw Rid derbos" is. De laatste jaren kwamen die twee steeds weer naar buiten met nieuwe ideeën en nieuwe ac tiviteiten. die meestal onder de verzamelnaam hulp aan het bui tenland vielen. De bekendste ac ties zijn geweest Tientjes maken tonnen, waarmee vier ton werd bijeengebracht voor het zen dingswerk in Pakistan. Daarna volgde een inzameling voor een christelijke highschool in Toronto in Canada en dat was weer het voorspel tot Geven voor zeven. Bijna twee ton werd opge bracht voor zeven protestants christelijke scholen in België en Frankrijk. Het eindresultaat werd in januari 1966 bekendge maakt. Tijdens deze laatste actie werd nog wel eens de vraag gesteld, wat er eigenlijk met de op brengst van de collecte van de Unie Een school met de Bijbel gebeurde. Mevrouw Ridderbos schreef in die tijd in het blad De Gere formeerde Vrouw: „Door de fi nanciële gelijkstelling in 1920 is de nood bij het christelijk onder wijs in ons land aanmerkelijk kleiner dan voor 1920. Toch blij ken de locale comité's (uniecollec te - red.) nog ongeveer ƒ330.000 per jaar te gebruiken voor het eigen plaatselijk werk. Kunnen we dan volstaan met ongeveer 40.000 per jaar aan noodlijden de scholen in het buitenland te zenden? Ik zou wensen, dat de verant woordelijke instanties van de christelijke onderwijswereld deze vraag nog eens zouden willen overwegen." Schoolslag Een half jaar later organiseer de de Unie de actie Schoolslag, voor scholen in het buitenland, waarin mevrouw Ridderbos een actief aandeel heeft gehad. Hoewel het streefbedrag jam mer genoeg niet is bereikt, kon er in april van dit jaar twee jaar later dus blijvend succes worden geboekt in de reorga nisatie van de Unie tot ..Uniecol lecte nieuwe stijl". De opbrengst van deze collecte zal voor een groot deel naar het buitenland gaan om op die ma nier de actie Schoolslag tot een jaarlijks terugkerende te ma ken. De laatste twee acties van de gereformeerde vrouwenbond zijn nog aan de gang. Het is die voor het fonds ontwikkelingshulp. Het streefbedrag ƒ16.000 voor het ad viserende werk van baronesse Van Heemstra onder de Afri kaanse vrouwen is dezer dagen net bij elkaar gebracht. Maar de bond gaat er nog een tijdje mee door. En de actie „dienst in het mid den der gemeente" mondt straks uit op het jubileumfeest „Het gaat nu niet om een financiële bijdrage, iets dat je kunt afko pen. maar om de persoonlijke in zet." Op mijn vraag: waar komt toch al die activiteit vandaan, is dat iets typisch gereformeerds, begint mevrouw Ridderbos te la chen. „Ik weet het niet. Ik heb het gevoel, dat de mensen het heerlijk vinden omdat ze iets willen doen voor de kerk." Even later voegt ze er wel aan toe: „Je moet erop hameren, dat je niet vrijblijvend lid van een kerk mag zijn." Altijd betig Zelf is zij iemand, die altijd bezig is. Op een kleinere verga dering of een studiedag bijvoor beeld komt dat het meeste tot uitdrukking. Ze zit dan niet al leen de vergadering voor, maar begeleidt even later op de piano de zang, daarna staat ze met het fototoestel gereed om officiële momenten te vereeuwigen. Komt ze bij dit alles tijd te kort dan wordt zo'n officieel mo ment wel eens overgedaan of even uitgesteld voor de foto. Daarna maakt ze haar notities voor het bondsblad. Ze is moeder van vijf kinderen drie meisjes en twee jongens die het voor elkaar hebben gekregen allemaal in deze maan den examen te moeten doen. „Mijn man en de kinderen heb ben geweldig meegewerkt, anders zou ik dit bondswerk nooit heb ben kunnen doen", erkent ze trots. ..Ja, natuurlijk mopperen ze wel eens." Sinds 1939 Sinds 1939 zit mevrouw Rid derbos al in het vrouwenwerk. Zij werd presidente van de vrou wenvereniging in Tweede Ex- loërmond, waar haar man nu hoogleraar aan de VU in het Ou de Testament, predikant was. Vrouwenwerk heeft voor haar la ter steeds betekend verenigingen oprichten. Dat ging zo in 1943 in Voorburg, daar kwamen er door haar toedoen twee bij. Drie jaar later in Amersfoort waren het ook weer twee en na 1950 in Amsterdam alweer twee. In 1957 werd ze presidente van Noordholland en in 1958 presi dente van de bond. In de beginjaren had de bond alleen maar contacten met vrou wenverenigingen van de gerefor meerde gezindte, maar dat is de laatste jaren sterk uitgebreid. Mevrouw M. W. Ridderbos-de Rooy „Op dit ogenblik draaien we mee met het Oecumenisch vrouwen contact. Dat is een gespreksgroep, geen organisatie. Vorig jaar zijn we lid geworden van het Nederlands Vrouwen Co mité. Ik zit namens de bond in het presidentenoverleg. Tweemaal per jaar is er een werkvergadering met de Her vormde Vrouwen Dienst Vooral ook plaatselijk wordt veel samen gedaan, meer dan je denkt." Optimistisch Vlak voor haar afscheid kan de bondspresidente een optimistisch geluid laten horen: het ledenaan tal is vrijwel constant en de jon geren laten absoluut niet verstek gaan. Meestal wordt bij dit werk over vergrijzing geklaagd, maar bij de gereformeerde vrouwen bond ligt de gemiddelde leeftijd laag. Een enquête heeft uitgewe zen, dat een derde van de leden jonger dan 30 jaar is, een derde tussen de 30 en 45 en een derde ouder. Mevrouw Ridderbos laat een goed florerende bond achter en dat is wel iets om met een ge ruster hart er mee uit te schei den. Maar het zou mevrouw Rid derbos niet zijn als het afscheid betekende helemaal niets meer doen, ze blijft op de een of ande re manier in actieve dienst. Ze is nog altijd secretaresse van de raad van advies voor de besteding van de gelden voor het buitenland die de actie Schoolslag bijeen heeft gebracht en straks van de Uniecollecte nieuwe stijl. Verder is ze lid van de Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingshulp (ICCO). Maar zo druk als presidente zal ze het wel niet meer krijgen. Het is voor haar nooit een erebaantje geweest, maar wel een onbetaal de full-time job, waar ze zich met heel haar hart aan heeft ge geven. Legende en onderwerp van romantische i verheerlijking De echte gaucho, letterlijk en figuurlijk de man van de vlakte, bestaat nog slechts in de verbeelding van aan romantiek verslaafde Argentijnen. Zijn soort is uitgestorven. De faam berustte op zijn rijkunst en het hanteren van zijn wapens en op zijn rol als ruiter in vrijheidsoorlogen. Nu behoort hij tot de folklore, die hier en daar nog in stand wordt gehouden. Voor het overige is hij legende geworden en onderwerp van romantische verheerlijking van het verleden. Gewoonten In het rijk geïllustreerde boek El Gaucho met foto's van René Gudino Kramer in een na beschouwing: „Afgaande op ei gen ondervinding en waarneming waag ik het te zeggen, dat van daag het beeld van de gaucho geen aantrekkingskracht meer heeft op de grote meerderheid van de bevolking. De meeste van zijn historische gewoonten blij ven nog slechts in de verste uit hoeken van het land gehand haafd, ontbloot* van elke vorm van geciviliseerd bestaan. Desondanks zijn op zeer uit eenlopende gebieden sommige van deze gewoonten en karakte ristieke eigenaardigheden nog steeds in zwang, zoals bijvoor beeld het drinken van maté. een voorkeur voor speciale soorten voedsel, met name in de open lucht geroosterd vlees (barbecue), een ouderwetse geestesgesteld heid, die de vanzelfsprekende su perioriteit van de man over de vrouw (vaak niet meer dan een dienstbode) inhoudt. Ook is er een zekere on verschilligheid omtrent de toe komst van de kinderen en een gebrek aan belangstelling voor hun studie, een neiging tot zelf overschatting, met als gevolg gro te lichtgeraaktheid en heftigheid, alsmede een diepgeworteld ver langen om niet gedwongen te worden, over de dag van morgen na te denken. Liever aanvaarden zij het leven met filosofische op merkingen als „God zal er wel voor zorgen" of „Er is geen haast bij". Verleden Vroeger werd de gaucho gebo ren om te vechten op de vlakten en in het heuvelland, tegen het onbarmhartige weer. het onbe kende land en de wilde runderen. Als toevallig zoon van vergeten „conquistadores" en immigran ten, had hij soms indiaans, soms negerbloed en was 'hij ook wel zuiver blank. Het maakte echter geen verschil: hij was gedwongen als gaucho te leven. Hij leerde omgaan met de vlakte en haar ontberingen. Zijn vijanden waren de India- nen, steeds spiedend van achter een onpeilbare horizon, dorst, wilde dieren, droogte en prairie- branden. Toen kwamen vrij heidsoorlogen en de anarchie. Hij was geen avonturier, maar de oorlogen voerden hem ver van „huis" en gelaten offerde hij zijn leven in vreemde delen van het continent. Tussen het ene gevaar en het andere was hij druk bezig met de luiheid. De gitaar, met zorg gestemd, genoot zijn voorkeur. Droevige liederen, meer gezegd dan gezongen, maté drinken om het kampvuur en een spelletje kaart, de „truco", meer uit tijd verdrijf dan hebzucht. Hij werd, maar vermoedde het nimmer, een beroemde figuur. Runderen De gaucho vond als type een vruchtbare bodem voor zijn ge leidelijke verschijning en ont wikkeling temidden van de enor me runderkudden, die onbelem merd hun getalssterkte konden uitbreiden op de grote weiden- vlakten. Talrijke runderen wer den geslacht voor de huiden en het vet. eens de belangrijkste ex portartikelen. Het vlees werd ter plaatse achtergelaten voor de wilde honden, die in bloeddorsti ge meuten het land afstroopten. Hoe dat in zijn werk ging, hoe de gaucho leefde en stierf en waarom hij langzaam maar zeker tot uitsterven gedoemd was, is bijzonder boeiend beschreven in El Gaucho, uitgegeven door Ad. M. C. Stok. Forum Boekerij, Den Haag (bijna 200 bladzijden van groot formaat, waarvan ruim tweederde deel met zeer fraaie foto's; prijs ƒ34.50) Een keer hoor ik haar zelfs zo'n welgemeend verschrikkelijk" tegen de toch al zo sombere lucht zeggen, dat ik eerbiedig begrijpt dat het hier een zeer ernstige zaak betreft. Maar ook over het huren van een Dirndljurkje wordt presidentes oordeel gevraagd. „Weef u", zegt ze tegen mij als ze weer zit op haar grote voorvaderlijke stoel, zoals ze hem zelf noemt „dat het organiseren van een bondsdag in één grote zaal veel meer werk is. dan in zes verschillende kerken. Eén persoon in klederdracht bijvoorbeeld is niets, het moet een heel groepje zijn in hetzelfde kostuum, anders valt het niet .op. Daarbij komt. dat je in de Margriethal zelf stoelen en een podium moet huren. Niet één jaarbeurshal heeft die", laat ze er haast veront waardigd op volgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 15