Korte wegen naar inzicht 11I I OPINIE De Gaulle zaaide wind en gaat nu storm oogsten Kanttekening Meedelen en deelnemen als tourist in de States Zevett dogen verder STAKEN, VECHTEN, DEMONSTREREN ZATERDAG 25 MEI 1966 Het plezierige van deze krant is, dat de lezers best willen we ten niet op alle gebieden deskun dig te zijn. Wie over literatuur en kunst schrijft, hoeft niet door lopend ifle houding aan te nemen van iemand die (met Paulus) spreekt „als tot verstandlgen" (in easu: deskundigen). En hij hoeft ook niet (met Eliza) het herhaal de antwoord te verwachten: „Ik weet het ook wel, zwijg gij stil". Daarom bestijg ik nogmaals mijn stokpaardje, om een pleidooi te r\AT DE GAULLE een slim politicus is, daarvan heeft hij in zijn rede van gisteravond tot het Franse volk het zoveelste bewijs geleverd. De situatie is het valt niet te ontkennen hem danig uit de hand gelopen. De rebellie is als een vloedgolf over het land gelopen, en zoals bij een vloedgolf men denke aan 1953 verscheidene factoren verhevigend op elkaar inwer ken, zo vormden de afgelopen dagen in Frankrijk uiteenlo pende groeperingen als studenten en arbeiders althans in het verzet tegen de regering een eenheid. Maar waarin openbaart zich nu de slimheid van de man? Hierin, dat hij zich aan het hoofd wil stellen van het streven naar hervorming onder studenten en arbeiders beiden. En dat, terwijl het juist zijn bewind was dat de roep om her vorming uitlokte. Hy ls in zyn rede zelfs zover gegaan dat hy met aftreden heeft gedreigd indien men hem in dat stre ven naar hervorming zyn zin niet geeft. "TEN goed-Nederlandse zegswyze houdt ons voor, dat wie niet sterk is moet slim zyn. Nu, aan sterkte heeft De Gaulle de afgelopen dagen ingeboet. Terwyi hy de glorie had kunnen beleven van de Amerikaans-Vietnamese vredesbe sprekingen te Parys, Het zyn eigen volk hem een figuur slaan. Tekenaars van spotprenten hielden hem al voor, dat hij voor zyn eigen vredesbesprekingen nog altyd de keus had tussen Hanoi en Washington Zal zyn slimme tegenzet voldoende zyn? Zal er voldoende mogeiykheid inzitten voor de ontevredenen? Het ls alweer niet uitgesloten. Want de slimheid van De Gaulle komt ook hierin uit, dat hy met zyn rede geen haast heeft gemaakt, daarmee zelfs heeft getalmd. Niet dat intussen de studenten tot kalmte zyn gekomen. Maar er waren aanwyzingen, dat er onder de arbeiders ge noeg van kregen. De organisatiedichtheid is in Frankryk niet by ster hoog: van de stakingskassen mocht men daarom ook geen overdreven voorstellingen maken; en dat zyn dan si tuaties waarin moeder-de-vrouw haar woord gaat meespre ken. T~)AT OOK in Frankryk het wetenschappeiyk onderwijs overigens aan enige hervorming toe was, lykt buiten kyf. Niet dat de studenten het ons altyd gemakkeiyk ma ken, In hun optreden ook nog positieve factoren te onder scheiden. Niettemin zyn die er, al komen ze op vaak ruwe en robuuste wijze tot uitdrukking. Merkwaardig is het, dat men tegen veel van hetgeen de studenten te zien geven het verwyt kan Inbrengen van een onverantwoordeiyk gedrag, terwyi veel van datzelfde gedrag toch Juist door gevoelens van verantwoordelijkheid Is inge geven. Nogmaals, men make hiervan los de wyzc waarop het ge beurt. Maar de wetenschappeiyke wereld kent nu eenmaal niet de mogeiykheid van een parlementaire inspraak en con trole zoals de politieke wereld die kent. Wellicht echter gaat het die kant nog wel op. Ik heb boven dit artikeltje de woorden geschreven „Mee delen en deelnemen". Het zyn eigeniyk twee kernwoorden van de huidige tyd, zoals iedere tyd zyn eigen kernwoorden heeft. TEERST DAT „meedelen". Er wordt heel wat meegedeeld. Elke dag opnieuw wordt een belangryke hoeveelheid informatie over ons uitgestort. Dat ls alles kennisvermeer derend. Nog deze week las ik van een groot Brits kranten man dat het hem voldoening gaf te beseffen dat door het lezen van zyn kranten de lezer elke dag weer méér te weten gekomen was. Maar die vermeerderde kennis zal, als het goed ls, leiden tot meer begrip by de lezer van verantwoordeiykheid. Dit laat ste temeer, omdat zoveel van die bügebrachte kennis helaas betrekking heeft op menseiyk tekort. En dat leidt dan tot dat tweede woord „deelnemen". Wie zyn verantwoordeiykheid beseft, wil op de een of andere manier gaan deelnemen aan de verwerkeiyking van de wer- keiykheid. J^AT DIT laatste wel in het byzondcr by de studenten- maatschappy voorzit, laat zich alweer begrypen. We kunnen moeiUjk volhouden dat er in de studentenhoofden niet zelden ook een brok verwarring zit. Men moet hopen dat ze, by al him kritiek, óók nog bereid zyn zich het nodige te laten gezeggen. Maar zij ervaren intussen deze tyd als de hünne, waarin ze staan met al hun verantwoordeiykheid voor morgen en diis voor vandaag. Of De Gaulle het nog redden zal. moet worden afgewacht. Er is ook een slimheid die zich Iaat dóórzien. Meedelen is al niet meer genoeg zal er iets van deelnemen op volgen? D1EMER voeren voor het lezen van letter kundige essays, als zijnde korte wegen naar inzicht en kennis. Bert Bakker en Wim Gijsen hebben uit twaalf jaargangen Maatstaf elf opstellen uitgezocht en bijeengebracht in een handig boekje met de titel Lessen in le zen (uitg. Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag, 212 blz.). Het laatste stuk heet „over essay en essai" en is van de hand van dr. S. Dresden. De spelUng met een i is Frans en gaat terug op de uit vinder van het genre, Montaigne (1533-1592). De spelling met y-grec is Engels en herinnert aan de grote bloei van deze litera tuursoort in het Engelse taalge bied. Het woord essay drukt beschei denheid uit: een essay is een proeve. Maar het werkwoord es- sayer heeft toch ook de bijbete kenis van toetsen, keuren. Dr. Dresden grenst het genre duide lijk af van de wetenschappelijke verhandeling. Het verschil bestaat voor een aanzienlijk deel in de toon, die bij het essay vaak speels, ironisch, onthecht en quasi-nonchalant is. Van de andere stukken noem ik nog het meer wetenschappe lijke artikel „De bronnen van het psalmboek" van prof. M. A. Beek en de beide opstellen over Bau delaire: „Kunst en kunsttheorie bij Baudelaire", weer van S. Dresden en „Franciscae meae laudes" (een Latijns gedicht van Baudelaire), door mr. Evert Straat. Het hele boekje trouwens biedt instructieve lectuur. Vakwerk Meer typisch vakwerk geeft het boek Van Bilderdijk tot Lu- cebert, door (prof. dr.) Martien J. G. de Jong, met de ondertitel „Tekst en context van Neder landse gedichten". Het werk telt 163 bladzijden: het is een uitgave van A. W. Sijthoff te Leiden en kost 8.75. De Jong stelt terecht, „dat het complexe mysterie van de poëzie nooit ofte nimmer kan worden ontraadseld" (blz. 12). Het ge dicht moet in eerste instantie in tuïtief worden beleefd, maar dan is er wel terdege nog plaats voor „een semantische ontraadseling op reflectief niveau", d.w.z. het gedicht verdraagt (en vraagt ook eigenlijk om) een onderzoek naar zijn betekenis. Zo doorlicht de auteur het be kende gedicht van Bilderdijk: „Genadig God, die in mijn boe zem leest" zowel door een verge lijking met het Franse proza van Fénélon, dat min of meer als „Un- terlage" heeft gediend, als door de historie van Bilderdijk met de 19-jarige Katharina Wilhelmina Schweickhardt, het voorwerp van Meester Willems „bedwelm de zinnen". Degelijk Een degelijk opstel is ook het derde stuk, t.w. „Schilderkunst, muziek en poëzie", een bijdrage tot de kennis van de diohter P. N. van Eyck (1887-1954). In het stuk over vertalen („Vertalen als vorm- en levensprobleem") zegt De Jong terecht: „Wie alles en precies wil weergeven wat hij in het „vreemde" gedicht ziet en daarenboven óók nog de oorspronkelijke prosodie wil handhaven... wil als vertaler ei genlijk het onmogelijke" (bl. 64). Uit eigen ervaring weet ik, welk een fascinerende bezigheid het vertalen van buitenlandse poëzie is en wat voor een gerijpte tech niek daarvoor is vereist. Daar komt bij (en daarover zou een boeiend artikel te schrijven zijn), dat het een groot verschil maakt uit welke taal men overzet: Frans. Engels of Duits. Ideaal is natuurlijk, dat het vertaalde ge dicht de indruk van een oorspronkelijk Nederlands vers maakt. Dit ideaal mag de verta ler geen ogenblik uit het oog ver- Uezen. Maar keren we terug tot het besproken boek. Het analyseert voorts het gedicht Boere- charleston van Paul van Ostayen, poëzie van Maurice Gil- liams, van Ed. Hoornik en van Lucebert. Boek als boek Het zuiverst essayistisch is Jacques den Haans boek Monnik- je Lederzak en andere driesthe den, met de ondertitel Nog wat shop talk. Het is een uitgave van De Bezige Bij te Amsterdam en met zijn 180 dichtbedrukte blad zijden kost het ƒ6,50. Het is on doenlijk alleen maar de 46 titels van het even grote aantal stukjes te vermelden, dat in deze bundel is herdrukt. Den Haan houdt niet alleen van literatuur, maar ook van het boek als boek. Als vakman is hij gek op het zeldzame, ongewone, curieuze boek en ook heeft hij grote belangstelling voor erotica op verschillend niveau. Zijn werk heeft nu eens de echte toon van het essay; causerend, van een schijnbare nonchalance die toch niet bestudeerd-opzettelijk is, belezenheid bewijzend maar niet uitstallend. Hij praat over boeken als fijnproever en die gourmandise verraadt zich ook in zijn stijl, de typische stijl van de lettré, zoals we die ook kennen in het werk van Van Huet. Men krijgt bijna de indruk dat een boek over een bepaald pro bleem voor hem boeiender is dan het probleem zelf, wat in wezen dus de houding is van de estheet en niet die van een literair geëngageerde. Duidelijk is overi gens wel zijn afkeer van alle christelijkheid en alle min of meer daaraan verwant moralisme. Maar dit is vandaag zozeer de algemene tendens in de litera tuur dat het niet bijzonder op valt. Men leert overigens altijd meer van zijn tegenstanders dan van zijn vrienden en daarom heb ik aan dit boek van deze „be roepslezer" (bl. 137) plezier be leefd, al is men aan het eind wat duizelig van al die schrijversna men, boektitels, citaten en grap jes. Dr. C. RIJNSDORP T\E rebellie in Frankrijk roept herinneringen op aan het gevaar, dat het land tien jaar geleden bedreigde: de opstand in Algerije, waarbij de Franse strijdkrachten gemene zaak maakten met de kolonisten en generaal De Gaulle aan de macht brachten, nadat te nauwernood bezetting van Parijs door para chutisten uit Algiers was voorko- Op dat moment had de gene raal ongeveer twaalf jaar ge wacht. De in de Tweede Wereld oorlog verworven glorie was voor hem van korte duur geweest. An derhalf jaar na de bevrijding van Frankrijk leek hij zijn roem al te hebben overleefd. Om te ontkomen aan de voor zijn land zo kenmerkende partij- intriges had hij een kabinet van ■nationale eenheid gevormd, waarin ook de machtige commu nistische partij zitting had. Na verloop van tijd achtten de communisten het echter beter.' hun eigen weg te gaan. Dit besluit leidde ertoe, dat De Gaul le ontslag nam, omdat hij niet het willoos werktuig wilde wor den van de overige partijen. En in de beslotenheid van de Boisserie, zijn buiten in het dorp Colombey les Deux-Eglises, trok hij zich terug om te wachten op het ogenblik, dat Frankrijk op nieuw een beroep op hem zou doen. Afzondering Ongeveer twaalf jaar duurde deze afzondering. Vroeg men hem in die tijd. hoe het met Frankrijk ging, dan antwoordde hij zonder aarzelen: „Slecht, want ik word ouder". Overigens zat hij nooit stil. In Parijs buitel de het ene kabinet na het andere. Als nieuwe kabinetten gevormd moesten worden, was De Gaulle een belangrijke figuur achter de schermen zij het dan in volstrekt negatieve zin. Het duikelen van de vele kabi netten was niet het directe ge volg van de interventie van de generaal. Wel had hij invloed op de rivaliserende krachten in het parlement, die slechts één doel kenden: een ministersfunctie of zo mogelijk het premierschap be kleden. Ook de Russische ambas sadeur Vinogradof was een trouw bezoeker van de ivoren toren, waarin De Gaulle zich had terug getrokken. Dat de situatie in Algerije in tussen zo explosief was gewor den, was voor een belangrijk deel gevolg van de ondermijnen de rol die de generaal speelde. Enkele kabinetten hebben serieus geprobeerd, voor de Algerijnen de weg naar onafhankelijkheid te openen. Zij werden echter ten val ge bracht, doordat de intrigerende groepen in Parijs, waartoe ook die rondom De Gaulle behoorde, Algerije wilden handhaven als een Franse provincie. Eer redden Het viel dan ook niet te ver wonderen, dat Algerije tenslotte aanleiding werd tot de terugkeer van De Gaulle. Het leger, nog maar nauwelijks bekomen van de nederlaag in Indochina, stond ook in Algerije machteloos. Om de „eer" te redden, maakte het gemene zaak met de blanke kolo nisten, die de grond onder hun voeten voelden wijken. De rege ring te Parijs kreeg overal de schuld van. De meest fundamentele fout die De Gaulle toen maakte was, dat hij de opstand in Algerije weigerde te veroordelen. Hij deed het tegendeel, omdat hij be greep, dat daarin zijn wellicht laatste kans lag om in Frankrijk de macht in handen te nemen. Dat hij later Algerije toch prijs »»88wXï$x^"ï4wïvï«w8wfövXvX-:*:-:*:*:-Xv:-:-&SéSSvS»SrtraSRHRRftv JE KUNT het niet over één kam scheren: de mammoet staking in Frankrijk, de rode en zwarte vlaggen die stu denten in Brussel, Londen en Amsterdam uithangen, de de- pauze in Utrecht, de vreemde monstratie tegen de loon- troepenbewegingen in en om Tsjechoslowakije en de in vasie op Haïti. Maar het gebeurde alle maal in dezelfde week, ter wijl er op één front helemaal niets schijnt te vorderen: uit gerekend het gesprek om de \Tede in Vietnam. Aan het eind van de week schijnen de Franse arbeiders de vrolijke en nogal ordelijke sta king en het bezet houden van de grootste fabrieken van het land, een beetje beu te worden. Geen vliegtuig, geen trein, geen tele foon, dat gaat nog, maar geen post. geen metro, geen vuilop haaldienst, dat wordt al minder mooi. Pompidou overleeft een linkse motie van wantrouwen. De Gaul- les rede wordt dagenlang tege moet gezien, maar hij spreekt geen dag eerder dan de geplande vrijdagavond. De studentenleider Cohn-Bendit wordt na een reisje naar Amsterdam niet meer in Frankrijk toegelaten en dat ont ketent een nieuwe nachtelijke veldslag in het Quartier Latin, heviger dan tevoren. In Zuid-Vietnam valt de rege ring. De nieuwe premier, de ge matigde Tran Van Hoeong. zal nog niet klaar zijn met vice-pre- mier Ky. In Parijs verzandt het gesprek in beschuldiging en ont kenning over en weer. „Wij heb ben geen troepen in het zuiden," houdt Hanoi vol, alle Ameri kaanse bewijzen van het tegen deel ten spijt. In eigen land valt het aankon digen van een loonpauze in 1969 de vakbeweging rauw op de maag. Vandaag demonstreren duizenden werknemers in Utrecht. Het NVV had nog wel verder willen gaan en voorspelt een „lange hete zomer" als de Kamer komende dinsdag de rege ringsvoorstellen slikt. In de Eerste Kamer wordt om meer compensatie gevraagd voor de laagst betaalden, ook vanwege de prijsstijging die de omzetbe lasting volgens de BTW zal bren gen. Minister Witteveen komt aan die wens tegemoet. En de Sociaal-economische raad gaat protesteren omdat hij niet tevo ren door de regering is geraad pleegd. De CHU spreekt zich uit voor voortzetting van het gesprek van de Achttien en ook het centraal comité van de ARP is voorshands positief, maar wil de verhouding tot de Politieke Partij Radicalen in de Achttien laten bespreken. En dan nog even een blik in de redactie-agenda om u te laten zien dat de Spoorwegen en de toeringcarbedrijven het vandaag druk hebben: Apeldoorn bondsdag Geref. mannen, Dor drecht Ned. Zondagsschoolver eniging. Hilversum slotdag van de ABCZ-actie der Chr. Geref. kerken, Rotterdam Kerk en Israëldag. Utrecht protestde monstratie vakcentralen, AR-partijconvent, Het Zonnehuis en landelijk orgaan geref. ge zindte, in Scheveningen vlagge tjesdag. en dat is dan echt nog maar een bloemlezing. DEZE WEEK GEZEGD: „De christenen van morgen zullen naar alle waarschijn lijkheid eraan moeten wen nen als vreemde eenden in de bijt beschouwd te worden. Want het ziet ernaar uit dat het christendom dat alleen maar overlevering is, nog veel verder zal afbrokkelen". (Dr. W. A. Visser 't Hooft) Tien jaar geleden: tanks voor het gebouw van de Franse Na tionale vergadering. Het mocht niet baten: het parlement zwichtte en gaf De Gaulle vrij maandaat. gat en (tegen zijn verwachting) hetzelfde moest doen met de Af rikaanse koloniën, bevestigt slechts, wat de directe oogmer ken van De Gaulle waren, toen hij tien jaar geleden het bewind overnam. Krachteloos De volgende fout die hij maak te en waarin de Fransen hem tenslotte wat al te lichtzinnig zijn gevolgd, was het krachteloos maken van de politieke partijen en de vakbonden, die hem al zo lang een doorn in het oog waren geweest. De grondwet van zijn Vijfde republiek zou Frankrijk voorgoed van dit euvel verlossen, meende hij. Zij versterkte de uit voerende macht zodanig, dat De Gaulle in november 1958 de on gekroonde koning van Frankrijk werd. Met democratie had dit niet veel meer te maken, omdat de bevolking bezweek voor het drei gement: De Gaulle of de chaos. Bovendien vonden vele Fransen het nog wel een rustig idee dat De Gaulle, die volgens zijn eigen woorden Frankrijk uit de goot had opgeraapt en het nieuw aan zien in de wereld had gegeven, met vaderlijke hand hun belan gen behartigde. Het was echter van het begin af duidelijk, dat de Vijfde repu bliek zonder een De Gaulle geen levenskansen zou bezitten. Er zou een gevaarlijke situatie kunnen ontstaan, wanneer de generaal er niet meer zou zijn, omdat er nie mand was die zijn unieke plaats zou kunnen innemen. Het is een enorm gebrek aan inzicht en werkelijkheidszin bij De Gaulle geweest, dat hij niet al in een vroeg stadium begon voor waarden te scheppen om Frank rijk regcerbaar te maken in het onvermijdelijke postgaullistische tijdperk. Dooddoender Dat moesten de Fransen zelf blijkbaar maar uitzoeken. Op de vraag wat er met Frankrijk moest gebeuren als hij er niet meer zou zijn, zei de generaal eens: „Na mij de zondvloed". En als er problemen waren, die in het licht van toekomstige ont wikkelingen om ernstige bestude ring vroegen, maar waar hij het antwoord op schuldig moest blij ven, maakte hij er zich van af met de dooddoener: „Dat is een probleem van een andere genera tie". De gebeurtenissen van de afge- D'66 kent het grote belang van goede publiciteit. Mede door haar goed voorbereide verkiezingscampagne wisten de Democraten de Tweede Kamer-verkiezingen van 1967 tot een van hen glorieus ein de te brengen. verstandig, intelligent en ook". Welke punten in het AmeriJB kaans systeem vindt U nadelig?" Mr. Van Mierlo antwoordt: kele hoofdlijnen van het Amen. kaanse stelsel zijn wij ook voor I Nederland niet afkerig van. Maat ik zie ook wel bezwaren, voorbeeld de combinatie van d« I Door een frisse aanpak wilde presidentskeuze met die van vi. D'66 de duffe atmosfeer van de ce-president. lopen weken hebben echter ge toond, dat de Vijfde republiek ook met De Gaulle aan het stuur Frankrijk geen uitkomst heeft gebracht. De chaos verraste hem nog bij zijn leven en nog wel juist op het ogenblik dat hij zijn triomfen dacht te vieren tijdens vredesbesprekingen in Parijs. De vernedering, die hij de Amerikanen had toegedacht, werd zijn eigen deel, nadat de oproerpolitie van zijn autoritaire regime voor de vonken had ge zorgd. die het kruitvat deden ontploffen. Eind 1965 hadden de Fransen hem al een onaangename verras sing bezorgd, toen hij bij ge brek aan een aanvaardbare op volger naar herverkiezing als president streefde. Bij de eerste stemming slaagde hij er niet in, de vereiste meerderheid te beha len. Tevoren had hij gedreigd te zullen terugtreden, als hij niet meteen zou worden gekozen. Toen dit dreigement niet had ge holpen, koos hij eieren voor zijn geld. En pas in de tweede ronde lukte het hem een middelmatige figuur als Mitterrand te verslaan met bepaald niet indrukwekken de cijfers. Ook daarna besteede hij wei nig aandacht aan de ontwikkelin gen in Frankrijk zelf. Hij liet die zaken over aan premier Pompi dou, die er nog iets goeds van probeerde te maken. De generaal bleef de Amerikanen en Engelsen voor de voeten lopen om zijn verdrongen complexen af te rea geren. Hij trachtte zoveel moge lijk het Amerikaanse Vietnambe- leid te doorkruisen en een eind te maken aan de Amerikaanse invloed in Europa. Door Enge land buiten de EEG te houden en het economisch en politiek te iso leren dacht hij de Franse hege monie pp het continent tot een feit te maken. Conclusie De Gaulles prestige-projecten (zoals de eigen kernmacht „Force de frappe") kosten handen vol geld. De generaal heeft lang ge dacht, dat Frankrijks partners in de EEG zich na verloop van tijd wel onder de Franse atoompara plu zouden scharen en aan de instandhouding ervan zouden meebetalen. Dit is niet gebeurd en de Franse economie krijgt elk jaar de hele rekening gepresen teerd. Blijkbaar zijn de Fransen niet langer bereid, die nog langer zonder meer te betalen. Waartoe de rebellie van de af gelopen weken zal leiden, valt nog niet te overzien. Een voor zichtige conclusie, tien jaar na de opstand in Algerije, waarmee al les begon, kan echter zijn dat De Gaulle wind heeft gezaaid en thans bezig is, storm te oogsten. Nederlandse politiek te lijf gaan. Wel moet dan echter aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. In de eerste plaats geldt wel dat de politici in een goede con ditie moeten zijn. Wanneer men eenmaal wat langer in de politiek meeloopt gaat spoedig het nieu we er af. Bovendien heeft men op den duur verplichtingen die men liever kwijt dan rijk is. Zo ontstaat voor de politicus een dilemma. Moeten we publici teit zoeken of kunnen we het be ter laten? Iets van dit dilemma moet de leider van D'66 mr. H. Van Mierlo gevoeld hebben toen hij gisteren na een verblijf van zes weken uit Amerika terug keerde. Hij besloot onmiddellijk na zijn aankomst op Schiphol een persconferentie te geven. Arme mr. Van Mierlo. Het liefst was hij waarschijnlijk met een met zijn vrouw en drie-jarig dochtertje naar huis gereden. Nu moest hij na zes weken door Amerika gereisd te hebben en een vliegtocht van 10 uur de pers te woord staan. „Bovendien kwam na een uur vliegen de zon al op. Dat geeft wel een deprimerend effect", al dus de Democraten-leider. Een typisch parlementaire uitdruk king om duidelijk te maken dat hij niet geslapen had tijdens de vliegtocht. Minder parlementair gezegd Mr. H. A. F. M. O. van Mierlo, leider van de Tweede Kamerfractie van D'66 was ge woon „duf". Hij verontschuldigde zich voor een nog wat zoemend geluid van vliegtuigmotoren in zijn oren. Van zijn vaak zo karakteristieke gebaren tijdens een betoog was weinig over. Zijn rechterhand hield hij voortdurend rond zijn koffiekopje. Met de linkerhand maakte hij bewegingen alsof hij een schrijfmachine hanteerde. In zo'n vermoeide toestand is nie mand in staat om een heldere, politiek belangrijke uiteenzetting te geven. TOURIST Van Mierlo had daarvoor ook eenvoudig te veel indrukken ver werkt. Hij leek nu meer op een doorsnee-tourist die terugkomt uit de States. Aan New York bij voorbeeld had hij weinig bijzon ders ontdekt. Het is precies zoals de aardrijkskundeboeken het weergeven. „Wat dat betreft kan ik U geruststellen", zei hij la chend. Hier openbaarde zich toch de volksvertegenwoordiger in Van Mierlo. Soms ontstond een wat geforceerd touristisch beeld. Sprekend over het particuliere wapenbezit in de V.S. merkte hij op: „In Amerika loopt iedereen met pistolen." Opvallend was ook zijn veel vuldig gebruik van Amerikaanse uitdrukkingen. We hoorden on der meer dat: „Amerika zich de laatste tijd meer bewust is ge worden van zijn „domestic pro blems" en dat momenteel in de verkiezingstijd iedereen „runt" voor een of ander „office". Ver der vertelde hij onder meer: „Ik heb enkele dagen met Nixon, Kennedy en Mac Carthy „gecam- paigned". Dat wil overigens niet zeggen dat Van Mierlo geen belangrijke ervaringen heeft opgedaan. Er is de laatste maanden zoveel veran derd dat de Ameikanen niet meer de opvatting huldigen „Wij weten precies hoe alles gerund moet worden", aldus Van Mierlo. Men zit in een deadlock. Men wil vernieuwing maar niemand heeft nog precies in zijn achterhoofd hoe het wel moet. Dit zijn ongetwijfeld aspecten in de Amerikaanse politiek die de naar hervorming strevende Democraten uit 1966 zullen aanspreken. Grotere bewondering heeft mr. Van Mierlo ook voor de presidentskandidaat Eugene McCarthy. „Als ik in Indiana woonde had ik misschien wel op hem gestemd. Geweldig wat een beweging die man onder de jeugd heeft losgemaakt. „En ook voor zijn optreden heeft Van Mierlo alle lof. „Zo wijs, zo Tien jaar later: het begin van de rebellie tegen De Gaulle. Een studentenoproer groeide uit tot een revolutionaire be weging. Soms is dit een combinatie van personen die volkomen verschil lende opvattingen hebben. Dit L doet men om uit alle geledingen stemmen te kunnen trekken". In dit verband maakt hij ongewild een beetje luguber grapje. „Zo'n combinatie van geheel verschil, lend denkende politici; dan denk je wel eens „Dit is een uitnodi- ging tot shooting". Over het geheel is hij echter opgetogen over de Amerikaans* politiek. AI zijn er natuurlijk ook wel negatieve kanten. In Ameri- ka, aldus Van Mierlo, hebben we eigenlijk een democratie met „vuile handen", maar hij werkt. In veel landen waar men „schone handen" houdt is de democratie daarentegen vaak morsdood." TYPISCH HOLLANDS Ondanks zijn verblijf in Ame rika en zijn vele Amerikaanse uitdrukkingen, blijft Van Mierlo een typisch Hollander, die over weldigd is door de grootheid en de grootse aanpak van zaken in de V.S. „Ieder congreslid, aldus Van Mierlo, heeft een staf van 10 man ter beschikking. Bovendien heb ben ze in Washington een eigen bureau, uitstekend geoutilleerd' „En dan klagen ze nog Wat was zijn algemene indruk van de Amerikaanse politiek? „Ik had gedacht", antwoordt Van Mierlo, „dat de Amerikanen wanneer men hen voor de hypo- tetische keuze stelt van commu nistische dominatie of een nucle aire oorlog voor het laatste alter natief zouden kiezen. Maar dit bleek niet waar. Er is de laatste j tijd in Amerika niet meer zo'nj strak anti-communisme. Men! heeft begrip gekregen voor de verschillen tussen het commu nisme van Rusland, Tito, Mao Tse Toeng en Ho Tsji Min." Heeft zijn reis nog belangrijke gegevens opgeleverd voor de po litiek die D'66 in ons land denkt te gaan voeren? De heer Van Mierlo wil op dit moment liever alle opgedane indrukken eens rustig verwerken. Toch denken we dat de PSP met de uitlating van Van Mierlo over de nucleaire bewapening bijzonder verheugd is. Wellicht zien Lankhorst en Van der Spek in de uitlatingen van de Demo-| craat reeds een grondslag voor! een links front van D'66 en de PSP gericht op het doorbreken van het traditionele denken over de atoombewapening. Maar misschien gaat deze ge dachte ook Van Mierlo veel 1 ver. Wij zeiden reeds dat hij veé te vermoeid was voor een even> wichtige politieke beschouwing met nieuwe richtlijnen voor de verstarde Nederlandse partijver houdingen. De gunstige beeldvorming of zoals men tegenwoordig zegt de „image building" van D'66 kwam vrijdag niet van haar politiek leider. In dit opzicht was het optreden van Van Mierlo's drie-jarig doch tertje, die aan de hand van me mevrouw Van Mierlo naar Schip hol was gekomen, veel interes santer. Gezeten achterin de ont vangstzaal genoot de kleine zichtbaar van een grote groene appel. Zij en mevrouw Van Mierlo gestoken in „hippe" kleding stalen de show. In dit opzicht zijn er in de politiek van D'66 reeds nu al typisch Amerikaanse elementen. Er wacht de leider van de De mocraten trouwens nog een hoop werk. Ondanks het verkiezings succes dat D'66 vorig jaar be haalde, blijkt zij toch nog niet in alle geledingen naam te hebben gemaakt. Een marechaussee die voor de aanvang van de persconferentie door de zaal kwam, op weg naaf het vliegveld, vroeg belangstel lend aan een journalist „Wordt het erg belangrijk"? „Van Mier lo" antivoordde onze collega. „Wie is dat eigenlijk" luidde de wedervraag. „De leider van D'66, terug uit Amerika", verduidelijk te onze vakgenoot. De marechaussee trok een vra gend gezicht alsof Mj de on uitspreekbare naam van een nieu we Chinese leider hoorde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 14