Korte wegen naar inzicht 11I
I
OPINIE
De Gaulle zaaide wind en
gaat nu storm oogsten
Kanttekening
Meedelen en deelnemen
als tourist
in de States
Zevett dogen verder
STAKEN, VECHTEN, DEMONSTREREN
ZATERDAG 25 MEI 1966
Het plezierige van deze krant
is, dat de lezers best willen we
ten niet op alle gebieden deskun
dig te zijn. Wie over literatuur
en kunst schrijft, hoeft niet door
lopend ifle houding aan te nemen
van iemand die (met Paulus)
spreekt „als tot verstandlgen" (in
easu: deskundigen). En hij hoeft
ook niet (met Eliza) het herhaal
de antwoord te verwachten: „Ik
weet het ook wel, zwijg gij stil".
Daarom bestijg ik nogmaals mijn
stokpaardje, om een pleidooi te
r\AT DE GAULLE een slim politicus is, daarvan heeft hij
in zijn rede van gisteravond tot het Franse volk het
zoveelste bewijs geleverd.
De situatie is het valt niet te ontkennen hem danig uit
de hand gelopen. De rebellie is als een vloedgolf over het
land gelopen, en zoals bij een vloedgolf men denke aan
1953 verscheidene factoren verhevigend op elkaar inwer
ken, zo vormden de afgelopen dagen in Frankrijk uiteenlo
pende groeperingen als studenten en arbeiders althans in het
verzet tegen de regering een eenheid.
Maar waarin openbaart zich nu de slimheid van de man?
Hierin, dat hij zich aan het hoofd wil stellen van het streven
naar hervorming onder studenten en arbeiders beiden. En
dat, terwijl het juist zijn bewind was dat de roep om her
vorming uitlokte. Hy ls in zyn rede zelfs zover gegaan dat
hy met aftreden heeft gedreigd indien men hem in dat stre
ven naar hervorming zyn zin niet geeft.
"TEN goed-Nederlandse zegswyze houdt ons voor, dat wie
niet sterk is moet slim zyn. Nu, aan sterkte heeft De
Gaulle de afgelopen dagen ingeboet. Terwyi hy de glorie had
kunnen beleven van de Amerikaans-Vietnamese vredesbe
sprekingen te Parys, Het zyn eigen volk hem een figuur
slaan. Tekenaars van spotprenten hielden hem al voor, dat
hij voor zyn eigen vredesbesprekingen nog altyd de keus had
tussen Hanoi en Washington
Zal zyn slimme tegenzet voldoende zyn? Zal er voldoende
mogeiykheid inzitten voor de ontevredenen? Het ls alweer
niet uitgesloten. Want de slimheid van De Gaulle komt ook
hierin uit, dat hy met zyn rede geen haast heeft gemaakt,
daarmee zelfs heeft getalmd.
Niet dat intussen de studenten tot kalmte zyn gekomen.
Maar er waren aanwyzingen, dat er onder de arbeiders ge
noeg van kregen. De organisatiedichtheid is in Frankryk niet
by ster hoog: van de stakingskassen mocht men daarom ook
geen overdreven voorstellingen maken; en dat zyn dan si
tuaties waarin moeder-de-vrouw haar woord gaat meespre
ken.
T~)AT OOK in Frankryk het wetenschappeiyk onderwijs
overigens aan enige hervorming toe was, lykt buiten
kyf. Niet dat de studenten het ons altyd gemakkeiyk ma
ken, In hun optreden ook nog positieve factoren te onder
scheiden. Niettemin zyn die er, al komen ze op vaak ruwe en
robuuste wijze tot uitdrukking.
Merkwaardig is het, dat men tegen veel van hetgeen de
studenten te zien geven het verwyt kan Inbrengen van een
onverantwoordeiyk gedrag, terwyi veel van datzelfde gedrag
toch Juist door gevoelens van verantwoordelijkheid Is inge
geven.
Nogmaals, men make hiervan los de wyzc waarop het ge
beurt. Maar de wetenschappeiyke wereld kent nu eenmaal
niet de mogeiykheid van een parlementaire inspraak en con
trole zoals de politieke wereld die kent. Wellicht echter gaat
het die kant nog wel op.
Ik heb boven dit artikeltje de woorden geschreven „Mee
delen en deelnemen". Het zyn eigeniyk twee kernwoorden
van de huidige tyd, zoals iedere tyd zyn eigen kernwoorden
heeft.
TEERST DAT „meedelen". Er wordt heel wat meegedeeld.
Elke dag opnieuw wordt een belangryke hoeveelheid
informatie over ons uitgestort. Dat ls alles kennisvermeer
derend. Nog deze week las ik van een groot Brits kranten
man dat het hem voldoening gaf te beseffen dat door het
lezen van zyn kranten de lezer elke dag weer méér te weten
gekomen was.
Maar die vermeerderde kennis zal, als het goed ls, leiden tot
meer begrip by de lezer van verantwoordeiykheid. Dit laat
ste temeer, omdat zoveel van die bügebrachte kennis helaas
betrekking heeft op menseiyk tekort.
En dat leidt dan tot dat tweede woord „deelnemen". Wie
zyn verantwoordeiykheid beseft, wil op de een of andere
manier gaan deelnemen aan de verwerkeiyking van de wer-
keiykheid.
J^AT DIT laatste wel in het byzondcr by de studenten-
maatschappy voorzit, laat zich alweer begrypen. We
kunnen moeiUjk volhouden dat er in de studentenhoofden
niet zelden ook een brok verwarring zit. Men moet hopen
dat ze, by al him kritiek, óók nog bereid zyn zich het nodige
te laten gezeggen. Maar zij ervaren intussen deze tyd als de
hünne, waarin ze staan met al hun verantwoordeiykheid
voor morgen en diis voor vandaag.
Of De Gaulle het nog redden zal. moet worden afgewacht.
Er is ook een slimheid die zich Iaat dóórzien. Meedelen is
al niet meer genoeg zal er iets van deelnemen op volgen?
D1EMER
voeren voor het lezen van letter
kundige essays, als zijnde korte
wegen naar inzicht en kennis.
Bert Bakker en Wim Gijsen
hebben uit twaalf jaargangen
Maatstaf elf opstellen uitgezocht
en bijeengebracht in een handig
boekje met de titel Lessen in le
zen (uitg. Bert Bakker/Daamen
N.V., Den Haag, 212 blz.). Het
laatste stuk heet „over essay en
essai" en is van de hand van dr.
S. Dresden. De spelUng met een i
is Frans en gaat terug op de uit
vinder van het genre, Montaigne
(1533-1592). De spelling met
y-grec is Engels en herinnert aan
de grote bloei van deze litera
tuursoort in het Engelse taalge
bied.
Het woord essay drukt beschei
denheid uit: een essay is een
proeve. Maar het werkwoord es-
sayer heeft toch ook de bijbete
kenis van toetsen, keuren. Dr.
Dresden grenst het genre duide
lijk af van de wetenschappelijke
verhandeling. Het verschil
bestaat voor een aanzienlijk deel
in de toon, die bij het essay vaak
speels, ironisch, onthecht en
quasi-nonchalant is.
Van de andere stukken noem
ik nog het meer wetenschappe
lijke artikel „De bronnen van het
psalmboek" van prof. M. A. Beek
en de beide opstellen over Bau
delaire: „Kunst en kunsttheorie
bij Baudelaire", weer van S.
Dresden en „Franciscae meae
laudes" (een Latijns gedicht van
Baudelaire), door mr. Evert
Straat. Het hele boekje trouwens
biedt instructieve lectuur.
Vakwerk
Meer typisch vakwerk geeft
het boek Van Bilderdijk tot Lu-
cebert, door (prof. dr.) Martien J.
G. de Jong, met de ondertitel
„Tekst en context van Neder
landse gedichten". Het werk telt
163 bladzijden: het is een uitgave
van A. W. Sijthoff te Leiden en
kost 8.75.
De Jong stelt terecht, „dat het
complexe mysterie van de poëzie
nooit ofte nimmer kan worden
ontraadseld" (blz. 12). Het ge
dicht moet in eerste instantie in
tuïtief worden beleefd, maar dan
is er wel terdege nog plaats voor
„een semantische ontraadseling
op reflectief niveau", d.w.z. het
gedicht verdraagt (en vraagt ook
eigenlijk om) een onderzoek naar
zijn betekenis.
Zo doorlicht de auteur het be
kende gedicht van Bilderdijk:
„Genadig God, die in mijn boe
zem leest" zowel door een verge
lijking met het Franse proza van
Fénélon, dat min of meer als „Un-
terlage" heeft gediend, als door
de historie van Bilderdijk met de
19-jarige Katharina Wilhelmina
Schweickhardt, het voorwerp
van Meester Willems „bedwelm
de zinnen".
Degelijk
Een degelijk opstel is ook het
derde stuk, t.w. „Schilderkunst,
muziek en poëzie", een bijdrage
tot de kennis van de diohter P.
N. van Eyck (1887-1954). In het
stuk over vertalen („Vertalen als
vorm- en levensprobleem") zegt
De Jong terecht: „Wie alles en
precies wil weergeven wat hij in
het „vreemde" gedicht ziet en
daarenboven óók nog de
oorspronkelijke prosodie wil
handhaven... wil als vertaler ei
genlijk het onmogelijke" (bl. 64).
Uit eigen ervaring weet ik, welk
een fascinerende bezigheid het
vertalen van buitenlandse poëzie
is en wat voor een gerijpte tech
niek daarvoor is vereist. Daar
komt bij (en daarover zou een
boeiend artikel te schrijven zijn),
dat het een groot verschil maakt
uit welke taal men overzet:
Frans. Engels of Duits. Ideaal is
natuurlijk, dat het vertaalde ge
dicht de indruk van een
oorspronkelijk Nederlands vers
maakt. Dit ideaal mag de verta
ler geen ogenblik uit het oog ver-
Uezen.
Maar keren we terug tot het
besproken boek. Het analyseert
voorts het gedicht Boere-
charleston van Paul van
Ostayen, poëzie van Maurice Gil-
liams, van Ed. Hoornik en van
Lucebert.
Boek als boek
Het zuiverst essayistisch is
Jacques den Haans boek Monnik-
je Lederzak en andere driesthe
den, met de ondertitel Nog wat
shop talk. Het is een uitgave van
De Bezige Bij te Amsterdam en
met zijn 180 dichtbedrukte blad
zijden kost het ƒ6,50. Het is on
doenlijk alleen maar de 46 titels
van het even grote aantal stukjes
te vermelden, dat in deze bundel
is herdrukt.
Den Haan houdt niet alleen
van literatuur, maar ook van het
boek als boek. Als vakman is hij
gek op het zeldzame, ongewone,
curieuze boek en ook heeft hij
grote belangstelling voor erotica
op verschillend niveau. Zijn
werk heeft nu eens de echte toon
van het essay; causerend, van
een schijnbare nonchalance die
toch niet bestudeerd-opzettelijk
is, belezenheid bewijzend maar
niet uitstallend. Hij praat over
boeken als fijnproever en die
gourmandise verraadt zich ook in
zijn stijl, de typische stijl van de
lettré, zoals we die ook kennen in
het werk van Van Huet.
Men krijgt bijna de indruk dat
een boek over een bepaald pro
bleem voor hem boeiender is dan
het probleem zelf, wat in wezen
dus de houding is van de estheet
en niet die van een literair
geëngageerde. Duidelijk is overi
gens wel zijn afkeer van alle
christelijkheid en alle min of meer
daaraan verwant moralisme.
Maar dit is vandaag zozeer de
algemene tendens in de litera
tuur dat het niet bijzonder op
valt.
Men leert overigens altijd meer
van zijn tegenstanders dan van
zijn vrienden en daarom heb ik
aan dit boek van deze „be
roepslezer" (bl. 137) plezier be
leefd, al is men aan het eind wat
duizelig van al die schrijversna
men, boektitels, citaten en grap
jes.
Dr. C. RIJNSDORP
T\E rebellie in Frankrijk
roept herinneringen op aan
het gevaar, dat het land tien jaar
geleden bedreigde: de opstand in
Algerije, waarbij de Franse
strijdkrachten gemene zaak
maakten met de kolonisten en
generaal De Gaulle aan de macht
brachten, nadat te nauwernood
bezetting van Parijs door para
chutisten uit Algiers was voorko-
Op dat moment had de gene
raal ongeveer twaalf jaar ge
wacht. De in de Tweede Wereld
oorlog verworven glorie was voor
hem van korte duur geweest. An
derhalf jaar na de bevrijding van
Frankrijk leek hij zijn roem al te
hebben overleefd.
Om te ontkomen aan de voor
zijn land zo kenmerkende partij-
intriges had hij een kabinet van
■nationale eenheid gevormd,
waarin ook de machtige commu
nistische partij zitting had.
Na verloop van tijd achtten de
communisten het echter beter.'
hun eigen weg te gaan. Dit
besluit leidde ertoe, dat De Gaul
le ontslag nam, omdat hij niet
het willoos werktuig wilde wor
den van de overige partijen.
En in de beslotenheid van de
Boisserie, zijn buiten in het dorp
Colombey les Deux-Eglises, trok
hij zich terug om te wachten op
het ogenblik, dat Frankrijk op
nieuw een beroep op hem zou
doen.
Afzondering
Ongeveer twaalf jaar duurde
deze afzondering. Vroeg men
hem in die tijd. hoe het met
Frankrijk ging, dan antwoordde
hij zonder aarzelen: „Slecht,
want ik word ouder". Overigens
zat hij nooit stil. In Parijs buitel
de het ene kabinet na het andere.
Als nieuwe kabinetten gevormd
moesten worden, was De Gaulle
een belangrijke figuur achter de
schermen zij het dan in
volstrekt negatieve zin.
Het duikelen van de vele kabi
netten was niet het directe ge
volg van de interventie van de
generaal. Wel had hij invloed op
de rivaliserende krachten in het
parlement, die slechts één doel
kenden: een ministersfunctie of
zo mogelijk het premierschap be
kleden. Ook de Russische ambas
sadeur Vinogradof was een trouw
bezoeker van de ivoren toren,
waarin De Gaulle zich had terug
getrokken.
Dat de situatie in Algerije in
tussen zo explosief was gewor
den, was voor een belangrijk
deel gevolg van de ondermijnen
de rol die de generaal speelde.
Enkele kabinetten hebben serieus
geprobeerd, voor de Algerijnen
de weg naar onafhankelijkheid te
openen.
Zij werden echter ten val ge
bracht, doordat de intrigerende
groepen in Parijs, waartoe ook
die rondom De Gaulle behoorde,
Algerije wilden handhaven als
een Franse provincie.
Eer redden
Het viel dan ook niet te ver
wonderen, dat Algerije tenslotte
aanleiding werd tot de terugkeer
van De Gaulle. Het leger, nog
maar nauwelijks bekomen van
de nederlaag in Indochina, stond
ook in Algerije machteloos. Om
de „eer" te redden, maakte het
gemene zaak met de blanke kolo
nisten, die de grond onder hun
voeten voelden wijken. De rege
ring te Parijs kreeg overal de
schuld van.
De meest fundamentele fout
die De Gaulle toen maakte was,
dat hij de opstand in Algerije
weigerde te veroordelen. Hij
deed het tegendeel, omdat hij be
greep, dat daarin zijn wellicht
laatste kans lag om in Frankrijk
de macht in handen te nemen.
Dat hij later Algerije toch prijs
»»88wXï$x^"ï4wïvï«w8wfövXvX-:*:-:*:*:-Xv:-:-&SéSSvS»SrtraSRHRRftv
JE KUNT het niet over één
kam scheren: de mammoet
staking in Frankrijk, de rode
en zwarte vlaggen die stu
denten in Brussel, Londen en
Amsterdam uithangen, de de-
pauze in Utrecht, de vreemde
monstratie tegen de loon-
troepenbewegingen in en om
Tsjechoslowakije en de in
vasie op Haïti.
Maar het gebeurde alle
maal in dezelfde week, ter
wijl er op één front helemaal
niets schijnt te vorderen: uit
gerekend het gesprek om de
\Tede in Vietnam.
Aan het eind van de week
schijnen de Franse arbeiders de
vrolijke en nogal ordelijke sta
king en het bezet houden van de
grootste fabrieken van het land,
een beetje beu te worden. Geen
vliegtuig, geen trein, geen tele
foon, dat gaat nog, maar geen
post. geen metro, geen vuilop
haaldienst, dat wordt al minder
mooi.
Pompidou overleeft een linkse
motie van wantrouwen. De Gaul-
les rede wordt dagenlang tege
moet gezien, maar hij spreekt
geen dag eerder dan de geplande
vrijdagavond. De studentenleider
Cohn-Bendit wordt na een reisje
naar Amsterdam niet meer in
Frankrijk toegelaten en dat ont
ketent een nieuwe nachtelijke
veldslag in het Quartier Latin,
heviger dan tevoren.
In Zuid-Vietnam valt de rege
ring. De nieuwe premier, de ge
matigde Tran Van Hoeong. zal
nog niet klaar zijn met vice-pre-
mier Ky. In Parijs verzandt het
gesprek in beschuldiging en ont
kenning over en weer. „Wij heb
ben geen troepen in het zuiden,"
houdt Hanoi vol, alle Ameri
kaanse bewijzen van het tegen
deel ten spijt.
In eigen land valt het aankon
digen van een loonpauze in 1969
de vakbeweging rauw op de
maag. Vandaag demonstreren
duizenden werknemers in
Utrecht. Het NVV had nog wel
verder willen gaan en voorspelt
een „lange hete zomer" als de
Kamer komende dinsdag de rege
ringsvoorstellen slikt. In de
Eerste Kamer wordt om meer
compensatie gevraagd voor de
laagst betaalden, ook vanwege de
prijsstijging die de omzetbe
lasting volgens de BTW zal bren
gen. Minister Witteveen komt
aan die wens tegemoet. En de
Sociaal-economische raad gaat
protesteren omdat hij niet tevo
ren door de regering is geraad
pleegd.
De CHU spreekt zich uit voor
voortzetting van het gesprek van
de Achttien en ook het centraal
comité van de ARP is voorshands
positief, maar wil de verhouding
tot de Politieke Partij Radicalen
in de Achttien laten bespreken.
En dan nog even een blik in de
redactie-agenda om u te laten
zien dat de Spoorwegen en de
toeringcarbedrijven het vandaag
druk hebben: Apeldoorn
bondsdag Geref. mannen, Dor
drecht Ned. Zondagsschoolver
eniging. Hilversum slotdag van
de ABCZ-actie der Chr. Geref.
kerken, Rotterdam Kerk en
Israëldag. Utrecht protestde
monstratie vakcentralen,
AR-partijconvent, Het Zonnehuis
en landelijk orgaan geref. ge
zindte, in Scheveningen vlagge
tjesdag. en dat is dan echt nog
maar een bloemlezing.
DEZE WEEK GEZEGD:
„De christenen van morgen
zullen naar alle waarschijn
lijkheid eraan moeten wen
nen als vreemde eenden in
de bijt beschouwd te worden.
Want het ziet ernaar uit dat
het christendom dat alleen
maar overlevering is, nog
veel verder zal afbrokkelen".
(Dr. W. A. Visser 't Hooft)
Tien jaar geleden: tanks voor
het gebouw van de Franse Na
tionale vergadering. Het mocht
niet baten: het parlement
zwichtte en gaf De Gaulle vrij
maandaat.
gat en (tegen zijn verwachting)
hetzelfde moest doen met de Af
rikaanse koloniën, bevestigt
slechts, wat de directe oogmer
ken van De Gaulle waren, toen
hij tien jaar geleden het bewind
overnam.
Krachteloos
De volgende fout die hij maak
te en waarin de Fransen hem
tenslotte wat al te lichtzinnig
zijn gevolgd, was het krachteloos
maken van de politieke partijen
en de vakbonden, die hem al zo
lang een doorn in het oog waren
geweest. De grondwet van zijn
Vijfde republiek zou Frankrijk
voorgoed van dit euvel verlossen,
meende hij. Zij versterkte de uit
voerende macht zodanig, dat De
Gaulle in november 1958 de on
gekroonde koning van Frankrijk
werd.
Met democratie had dit niet
veel meer te maken, omdat de
bevolking bezweek voor het drei
gement: De Gaulle of de chaos.
Bovendien vonden vele Fransen
het nog wel een rustig idee dat
De Gaulle, die volgens zijn eigen
woorden Frankrijk uit de goot
had opgeraapt en het nieuw aan
zien in de wereld had gegeven,
met vaderlijke hand hun belan
gen behartigde.
Het was echter van het begin
af duidelijk, dat de Vijfde repu
bliek zonder een De Gaulle geen
levenskansen zou bezitten. Er zou
een gevaarlijke situatie kunnen
ontstaan, wanneer de generaal er
niet meer zou zijn, omdat er nie
mand was die zijn unieke plaats
zou kunnen innemen.
Het is een enorm gebrek aan
inzicht en werkelijkheidszin bij
De Gaulle geweest, dat hij niet al
in een vroeg stadium begon voor
waarden te scheppen om Frank
rijk regcerbaar te maken in het
onvermijdelijke postgaullistische
tijdperk.
Dooddoender
Dat moesten de Fransen zelf
blijkbaar maar uitzoeken. Op de
vraag wat er met Frankrijk
moest gebeuren als hij er niet
meer zou zijn, zei de generaal
eens: „Na mij de zondvloed". En
als er problemen waren, die in
het licht van toekomstige ont
wikkelingen om ernstige bestude
ring vroegen, maar waar hij het
antwoord op schuldig moest blij
ven, maakte hij er zich van af
met de dooddoener: „Dat is een
probleem van een andere genera
tie".
De gebeurtenissen van de afge-
D'66 kent het grote belang
van goede publiciteit. Mede
door haar goed voorbereide
verkiezingscampagne wisten
de Democraten de Tweede
Kamer-verkiezingen van 1967
tot een van hen glorieus ein
de te brengen.
verstandig, intelligent en
ook".
Welke punten in het AmeriJB
kaans systeem vindt U nadelig?"
Mr. Van Mierlo antwoordt:
kele hoofdlijnen van het Amen.
kaanse stelsel zijn wij ook voor I
Nederland niet afkerig van. Maat
ik zie ook wel bezwaren,
voorbeeld de combinatie van d« I
Door een frisse aanpak wilde presidentskeuze met die van vi.
D'66 de duffe atmosfeer van de ce-president.
lopen weken hebben echter ge
toond, dat de Vijfde republiek
ook met De Gaulle aan het stuur
Frankrijk geen uitkomst heeft
gebracht. De chaos verraste hem
nog bij zijn leven en nog wel
juist op het ogenblik dat hij zijn
triomfen dacht te vieren tijdens
vredesbesprekingen in Parijs.
De vernedering, die hij de
Amerikanen had toegedacht,
werd zijn eigen deel, nadat de
oproerpolitie van zijn autoritaire
regime voor de vonken had ge
zorgd. die het kruitvat deden
ontploffen.
Eind 1965 hadden de Fransen
hem al een onaangename verras
sing bezorgd, toen hij bij ge
brek aan een aanvaardbare op
volger naar herverkiezing als
president streefde. Bij de eerste
stemming slaagde hij er niet in,
de vereiste meerderheid te beha
len. Tevoren had hij gedreigd te
zullen terugtreden, als hij niet
meteen zou worden gekozen.
Toen dit dreigement niet had ge
holpen, koos hij eieren voor zijn
geld. En pas in de tweede ronde
lukte het hem een middelmatige
figuur als Mitterrand te verslaan
met bepaald niet indrukwekken
de cijfers.
Ook daarna besteede hij wei
nig aandacht aan de ontwikkelin
gen in Frankrijk zelf. Hij liet die
zaken over aan premier Pompi
dou, die er nog iets goeds van
probeerde te maken. De generaal
bleef de Amerikanen en Engelsen
voor de voeten lopen om zijn
verdrongen complexen af te rea
geren. Hij trachtte zoveel moge
lijk het Amerikaanse Vietnambe-
leid te doorkruisen en een eind
te maken aan de Amerikaanse
invloed in Europa. Door Enge
land buiten de EEG te houden en
het economisch en politiek te iso
leren dacht hij de Franse hege
monie pp het continent tot een
feit te maken.
Conclusie
De Gaulles prestige-projecten
(zoals de eigen kernmacht „Force
de frappe") kosten handen vol
geld. De generaal heeft lang ge
dacht, dat Frankrijks partners in
de EEG zich na verloop van tijd
wel onder de Franse atoompara
plu zouden scharen en aan de
instandhouding ervan zouden
meebetalen. Dit is niet gebeurd
en de Franse economie krijgt elk
jaar de hele rekening gepresen
teerd. Blijkbaar zijn de Fransen
niet langer bereid, die nog langer
zonder meer te betalen.
Waartoe de rebellie van de af
gelopen weken zal leiden, valt
nog niet te overzien. Een voor
zichtige conclusie, tien jaar na de
opstand in Algerije, waarmee al
les begon, kan echter zijn dat De
Gaulle wind heeft gezaaid en
thans bezig is, storm te oogsten.
Nederlandse politiek te lijf gaan.
Wel moet dan echter aan een
aantal voorwaarden zijn voldaan.
In de eerste plaats geldt wel
dat de politici in een goede con
ditie moeten zijn. Wanneer men
eenmaal wat langer in de politiek
meeloopt gaat spoedig het nieu
we er af. Bovendien heeft men
op den duur verplichtingen die
men liever kwijt dan rijk is.
Zo ontstaat voor de politicus
een dilemma. Moeten we publici
teit zoeken of kunnen we het be
ter laten? Iets van dit dilemma
moet de leider van D'66 mr. H.
Van Mierlo gevoeld hebben toen
hij gisteren na een verblijf van
zes weken uit Amerika terug
keerde. Hij besloot onmiddellijk
na zijn aankomst op Schiphol
een persconferentie te geven.
Arme mr. Van Mierlo. Het
liefst was hij waarschijnlijk met
een met zijn vrouw en drie-jarig
dochtertje naar huis gereden. Nu
moest hij na zes weken door
Amerika gereisd te hebben en
een vliegtocht van 10 uur de pers
te woord staan.
„Bovendien kwam na een uur
vliegen de zon al op. Dat geeft
wel een deprimerend effect", al
dus de Democraten-leider. Een
typisch parlementaire uitdruk
king om duidelijk te maken dat
hij niet geslapen had tijdens de
vliegtocht. Minder parlementair
gezegd Mr. H. A. F. M. O. van
Mierlo, leider van de Tweede
Kamerfractie van D'66 was ge
woon „duf".
Hij verontschuldigde zich voor
een nog wat zoemend geluid van
vliegtuigmotoren in zijn oren.
Van zijn vaak zo karakteristieke
gebaren tijdens een betoog was
weinig over. Zijn rechterhand
hield hij voortdurend rond zijn
koffiekopje. Met de linkerhand
maakte hij bewegingen alsof hij
een schrijfmachine hanteerde. In
zo'n vermoeide toestand is nie
mand in staat om een heldere,
politiek belangrijke uiteenzetting
te geven.
TOURIST
Van Mierlo had daarvoor ook
eenvoudig te veel indrukken ver
werkt. Hij leek nu meer op een
doorsnee-tourist die terugkomt
uit de States. Aan New York bij
voorbeeld had hij weinig bijzon
ders ontdekt. Het is precies zoals
de aardrijkskundeboeken het
weergeven. „Wat dat betreft kan
ik U geruststellen", zei hij la
chend. Hier openbaarde zich toch
de volksvertegenwoordiger in
Van Mierlo. Soms ontstond een
wat geforceerd touristisch beeld.
Sprekend over het particuliere
wapenbezit in de V.S. merkte hij
op: „In Amerika loopt iedereen
met pistolen."
Opvallend was ook zijn veel
vuldig gebruik van Amerikaanse
uitdrukkingen. We hoorden on
der meer dat: „Amerika zich de
laatste tijd meer bewust is ge
worden van zijn „domestic pro
blems" en dat momenteel in de
verkiezingstijd iedereen „runt"
voor een of ander „office". Ver
der vertelde hij onder meer: „Ik
heb enkele dagen met Nixon,
Kennedy en Mac Carthy „gecam-
paigned".
Dat wil overigens niet zeggen
dat Van Mierlo geen belangrijke
ervaringen heeft opgedaan. Er is
de laatste maanden zoveel veran
derd dat de Ameikanen niet
meer de opvatting huldigen „Wij
weten precies hoe alles gerund
moet worden", aldus Van Mierlo.
Men zit in een deadlock. Men wil
vernieuwing maar niemand heeft
nog precies in zijn achterhoofd
hoe het wel moet.
Dit zijn ongetwijfeld aspecten
in de Amerikaanse politiek die
de naar hervorming strevende
Democraten uit 1966 zullen
aanspreken. Grotere bewondering
heeft mr. Van Mierlo ook voor de
presidentskandidaat Eugene
McCarthy. „Als ik in Indiana
woonde had ik misschien wel op
hem gestemd. Geweldig wat een
beweging die man onder de
jeugd heeft losgemaakt. „En ook
voor zijn optreden heeft Van
Mierlo alle lof. „Zo wijs, zo
Tien jaar later: het begin van
de rebellie tegen De Gaulle.
Een studentenoproer groeide
uit tot een revolutionaire be
weging.
Soms is dit een combinatie van
personen die volkomen verschil
lende opvattingen hebben. Dit L
doet men om uit alle geledingen
stemmen te kunnen trekken". In
dit verband maakt hij ongewild
een beetje luguber grapje. „Zo'n
combinatie van geheel verschil,
lend denkende politici; dan denk
je wel eens „Dit is een uitnodi-
ging tot shooting".
Over het geheel is hij echter
opgetogen over de Amerikaans*
politiek. AI zijn er natuurlijk ook
wel negatieve kanten. In Ameri-
ka, aldus Van Mierlo, hebben we
eigenlijk een democratie met
„vuile handen", maar hij werkt.
In veel landen waar men „schone
handen" houdt is de democratie
daarentegen vaak morsdood."
TYPISCH HOLLANDS
Ondanks zijn verblijf in Ame
rika en zijn vele Amerikaanse
uitdrukkingen, blijft Van Mierlo
een typisch Hollander, die over
weldigd is door de grootheid en
de grootse aanpak van zaken in
de V.S.
„Ieder congreslid, aldus Van
Mierlo, heeft een staf van 10 man
ter beschikking. Bovendien heb
ben ze in Washington een eigen
bureau, uitstekend geoutilleerd'
„En dan klagen ze nog
Wat was zijn algemene indruk
van de Amerikaanse politiek?
„Ik had gedacht", antwoordt Van
Mierlo, „dat de Amerikanen
wanneer men hen voor de hypo-
tetische keuze stelt van commu
nistische dominatie of een nucle
aire oorlog voor het laatste alter
natief zouden kiezen. Maar dit
bleek niet waar. Er is de laatste j
tijd in Amerika niet meer zo'nj
strak anti-communisme. Men!
heeft begrip gekregen voor de
verschillen tussen het commu
nisme van Rusland, Tito, Mao
Tse Toeng en Ho Tsji Min."
Heeft zijn reis nog belangrijke
gegevens opgeleverd voor de po
litiek die D'66 in ons land denkt
te gaan voeren? De heer Van
Mierlo wil op dit moment liever
alle opgedane indrukken eens
rustig verwerken.
Toch denken we dat de PSP
met de uitlating van Van Mierlo
over de nucleaire bewapening
bijzonder verheugd is. Wellicht
zien Lankhorst en Van der Spek
in de uitlatingen van de Demo-|
craat reeds een grondslag voor!
een links front van D'66 en de
PSP gericht op het doorbreken
van het traditionele denken over
de atoombewapening.
Maar misschien gaat deze ge
dachte ook Van Mierlo veel 1
ver. Wij zeiden reeds dat hij veé
te vermoeid was voor een even>
wichtige politieke beschouwing
met nieuwe richtlijnen voor de
verstarde Nederlandse partijver
houdingen.
De gunstige beeldvorming of
zoals men tegenwoordig zegt de
„image building" van D'66 kwam
vrijdag niet van haar politiek
leider.
In dit opzicht was het optreden
van Van Mierlo's drie-jarig doch
tertje, die aan de hand van me
mevrouw Van Mierlo naar Schip
hol was gekomen, veel interes
santer. Gezeten achterin de ont
vangstzaal genoot de kleine
zichtbaar van een grote groene
appel.
Zij en mevrouw Van Mierlo
gestoken in „hippe" kleding
stalen de show. In dit opzicht
zijn er in de politiek van D'66
reeds nu al typisch Amerikaanse
elementen.
Er wacht de leider van de De
mocraten trouwens nog een hoop
werk. Ondanks het verkiezings
succes dat D'66 vorig jaar be
haalde, blijkt zij toch nog niet in
alle geledingen naam te hebben
gemaakt.
Een marechaussee die voor de
aanvang van de persconferentie
door de zaal kwam, op weg naaf
het vliegveld, vroeg belangstel
lend aan een journalist „Wordt
het erg belangrijk"? „Van Mier
lo" antivoordde onze collega.
„Wie is dat eigenlijk" luidde de
wedervraag. „De leider van D'66,
terug uit Amerika", verduidelijk
te onze vakgenoot.
De marechaussee trok een vra
gend gezicht alsof Mj de on
uitspreekbare naam van een nieu
we Chinese leider hoorde.