HANOI HEEFT TIJD NODIG aantak» aantak» aantak» Gastenboek M' Amerika spreekt geruchten tegen Japan verhoogt kredieten niet Parachutist door vliegtuig geraakt Druk van Peking is nog sterk Vertragingstactiek als wapen DRAMA IN DE LUCHT CHU 60 jaarnog lang geen pensioen Aanslag op auto van De Telegraaf Gesprek over Vietnam WOENSDAG 24 A°RIL 1968 Ho Tsji Minh ÉT Archiefopname van een Beaver van de Koninklijke Luchtmacht (hoven). De foto onder laat het vernielde toestel zien nadat het boven Garderen tijdens een oefening met commandotroepen tegen een parachutist was gevlogen. GARDEREN Hoog boven de heide van de Houtdorpervlak- te speelde zich dinsdagmiddag een drama af, dat het leven kost te van de twintigjarige dienst plichtige vaandrig J. C. Dirven uit Huibergen (Noord-Brabant) en van de 48-jarige adjudant onderofficier-vlieger W. Erke- lens uit Rjjswyk. Als onderdeel van de oefening „Aprilstorm" waren zeven Beavers van de Koninklijke Luchtmacht van de basis Venlo opgestegen. Zij hadden leden van de Commandotroepen uit Proef 'ns... MMM... Nu al! BREDA Drie jongelui hebben in de nacht van dinsdag op woensdag geprobeerd een aanslag te plegen op een krantenauto van de Telegraaf. Zij deden dat voor het station in Breda. Zij probeerden de auto in brand te steken door middel van een Molotov-cocktail. De chauffeur die de kranten aan het uitladen was, be merkte echter snel dat er onraad heerste en wist door vlug handelend optreden met een schuimblusser het vuur te bedwingen De namen van de drie jongelui zijn niet be'kend. De politie stelt een onderzoek in. Proef 'nsMMM Nu al! Oproer in gevangenis in Tsjechoslowakije PRAAG In de gevangenis van Minichovice, bij Hradec Kralove in Tsjechoslowakije, zijn gisteren ge vangenen in opstand gekomen. Zij wierpen matrassen en meubilair op de binnenplaats en staken er de brand in. Een deel van de gevangenis is afgebrand, maar geen van de 900 gestraften is er in geslaagd te ontko men. Gisterochtend was de rust hersteld. Politieke gevangenen zaten er niet in die gevangenis, zo meldt radio Praag. Roosendaal aan boord, die bij de vrij gunstige weersomstandigheden van gisteren een parachutesprong moesten maken. Enkele militairen hadden die sprong reeds gemaakt, toen op een hoogte van driehonderd meter het drama zich voltrok. Parachutist Dirven kreeg het sein „Go" van zijn begeleider en sprong. Terwijl hij naar omlaag suisde, dook een ander Beavertoestel op, be stuurd door vlieger Erkelens. Deze machine raakte met een vleugel de nauwelijks ontplooide parachute van vaandrig Dirven. De vleugel knapte af en het toestel ging als een vallend blad naar de grond. Vaandrig Dirven en vlieger Erkelens vonden de dood. De 23-jarige sergeant A. C. G. Dij kers (die even tevoren in het toestel van Erkelens als zgn. dispatcher aan drie andere springers het „spring- sein" had gegeven) zag nog kans het in een vrille geraakte toestel te ver laten. Zijn parachutesprong slaagde. Sergeant Dijkers, die een vriend was van vaandrig Dirven (hij zou zaterdag Dirvens 21ste y er jaar dag meevieren) zweefde nog naar de grond, toen de wrakstukken van het toestel al op de heide lagen. De omgekomen heer Erkelens was gehuwd en had twee kinderen. Hij was gestationeerd op Ypenburg. De oefening „Aprilstorm" werd ter stond afgelast. (Van een onzer redacteuren) "EN vraagt zich af, waarom Amerika en Noord-Vietnam geen overeenstemming kunnen bereiken over de plaats waar inleidende besprekingen over een vreedzame oplossing van het Vietnamese probleem gehouden kunnen worden. Houdt president Johnson zich niet aan zijn woord, is Ho Tsji Minh er nog niet aan toe, of vinden beide „ge sprekspartners" de huidige stand van zaken voorlopig nog de minst kwade? Voor het laatste is wellicht 'net meest te zeggen. Hanoi heeft een be langrijk winstpunt geboekt, nu Ame rika de bombardementen op het grootste deel van Noord-Vietnam heeft gestaakt. En Washington wordt niet meer achtervolgd door de felle kritiek die de luchtaanvallen in bin nen- en buitenland teweegbracht. Toch is dit slechts een gedeeltelijke verklaring voor de vertraging, die bij het organiseren van inleidende besprekingen is opgetreden. Temeer omdat tevredenheid over de bestaan de toestand slechts een tijdelijk ka rakter kan hebben. Binnen niet al te lange tijd kan een situatie ontstaan, waarin Hanoi is teruggekeerd tot zijn oude tactiek. Strategie De strategie van Noord-Vietnam was voor dit jaar geheel afgestemd op de Amerikaanse presidentsverkie zingen. Hanoi ging ervan uit, dat Johnson te midden van een iherver- ikiezingscampagne aan 'handen en voeten gëbonden zou zijn en ge- dwon'gen zou kunnen worden, be langrijke concessies te doen om te voorkomen dat 'hij zou worden weg gestemd. Johnson heeft een streep gehaald door de rekening van Hanoi, toen hij niet alleen de bombardementen op het grootste deel van Noord-Vietnam liet stopzetten, maar tevens meedeel de, zich niet beschikbaar te stellen als kandidaat bij de presidentsver kiezingen van november a.s. Hoezeer de leiders te Hanoi de betekenis hier van inzagen, bleek uit de snelle en positieve reactie. Hiermee verraste het velen, die het dramatische optreden van Johnson als een blunder zagen en meenden, dat Hanoi er eenvoudig niet over zou peinzen, op het aanbod van de Ame rikaanse president in te gaan. Zelfs Moskou, dat het optreden van Johnson snel als misleiding aan de kaak had gesteld, werd overrompeld. Meerderheid Het feit dat Noord-Vietnam tegen de verwachting Johnsons aanbod aanvaardde, terwijl de bombarde menten op een deel van het land zouden voortduren, was een aanwij zing dat er op een beslissend ogen blik in Hanoi een meerderheid was, die de noodzaak of de wenselijkheid inzag van een positieve reactie. Dat later een vertragingspolitiek werd toegepast verandert niets aan dit opvallende voorval. Deze past ge heel in het optreden van Hanoi, dat om te beginnen tijd nodig heeft om zich te bezinnen op een aangepaste strategie. Hierbij is het o.a. van be lang te weten, welke kandidaten in november de strijd om het Ameri kaanse presidentschap zullen uit vechten. Dit is echter niet debelangrijkste verklaring voor de weigering van Hanoi, andere plaatsen dan Warschau of Phnom Penh in overweging te ne men, waar de inleidende besprekin gen gehouden kunnen worden. De onmiddellijke aanleiding moet in Hanoi zelf worden gezocht en wel Proef 'ns.MMM in de invloed, die China daar nog blijkt te hebben. Vorige week beschuldigde radio Moskou de Chinese communisten er openlijk van, vredesbesprekingen tussen Washington en Hanoi onmoge lijk te maken. Zoals bekend heeft Peking het Amerikaanse aanbod een valstrik genoemd en dringt het er bij Noord-Vietnam op aan, de strijd te gen de Amerikanen tot het einde voort te zetten. Beziet men de houding van Hanoi in dit onverdachte Russische licht, dan wordt veel duidelijk. Zo kan er bijna geen twijfel aan bestaan, dat de Pekinggezinde groep in Hanoi weer aan het langste eind trekt en dat de kans op werkelijke vre desbesprekingen opnieuw gering moet worden geacht. Ook al zou Amerika toegeven aan de Noordviet- namese eis betreffende de plaats waar onderhandeld moet worden. We hebben al eerder geschreven, dat president Johnson er goed aan zou hebben gedaan, in het beginsta dium geen probleem te maken van de plaats waar de eerste contacten ge legd zouden worden. Nu hij dit wel gedaan heeft, kan Hanoi dit niet in lossen van een belofte voor propa gandadoeleinden gebruiken. Johnson had kunnen vermijden, dat hij de schijn tegen zich kreeg. Tijdschema Dit neemt niet weg dat de houding van Hanoi in deze kwestie niet wijst op bereidheid tot onderhandelen. Sommige autoriteiten in Washington zijn van mening dat Noord-Vietnam werkt aan een nieuw tijdschema, dat ten doel heeft, tijdens de campagne vcor de presidentsverkiezingen druk uit te oefenen op de Ver. S.taten, niet alleen in politiek, maar ook en vooral in militair opzicht. Volgens de New York Times blijkt uit een analyse van de Noordvietna- mese bedoelingen, dat in mei of juni een zorgvuldig voorbereid offensief kan worden verwacht, waarvan de afloop beslissend is voor het deelne men van Hanoi aan vredesbesprekin gen. Zou het slagen, dan kan Noord-Vietnam aan de conferentieta fel de houding aannemen van de par tij, die het voor het zeggen heeft. Veel hangt af van wat Amerika en Zuid-Vietnam kunnen doen om te ontkomen aan het sluipende gevaar van de zijde van de Vietcong en Noordvietnamese infiltranten. Een herhaling van het Tet-offensief van 30 januari is nog steeds mogelijk en als het komt, zal het weer een ver rassing zijn. Daarbij is het dan nog de vraag, of de vijand geen lering zal trekken uit de fouten die hij de vori ge keer gemaakt heeft. Verandering Intussen is een ontwikkeling aan de gang, die tot een belangrijke wij ziging kan leiden van het karakter van de strijd in Vietnam. Amerika is vastbesloten, zijn aandeel in de strijd te Verminderen en de Zuidvietname- zen geleidelijk de volle verant woordelijkheid over te dragen, zon der dat het tekort doet aan de ver plichtingen die het tegenover de lan den van Zuidoost-Azië op zich heeft genomen. Van deze weg kan Amerika niet meer terugkeren. Hij sluit uitbrei ding van het Vietnamese conflict uit en kan zelfs beperking daarvan in de hand werken. Zonder de medewer king van Hanoi zal dit laatste echter niet mogelijk zijn. Vermindering van de Amerikaanse inmenging in de strijd moet samen gaan met eenzelfde beperking van de Noordvietnamese tussenkomst. Zolang dit niet gebeurt zal de oor log voortduren, ook al zullen de omstandigheden waaronder hij ge voerd wordt, zich wijzigen. De vol ken van Zuid-oost-Azië moeten hun eigen onafhankelijkheid verdedigen. Zij kunnen daarbij ook in de toe komst rekenen op Amerikaanse steun. Maar niet langer op de manier waarop dit de laatste jaren in Viet nam is gebeurd. Voorkomen Bovendien dient men zich in Azië als in andere delen van de wereld meer en meer te realiseren dat het beter is te voorkomen dan te gene zen. Het krachtig doorvoeren van in grijpende sociale hervormingen kan voorkomen, dat „bevrijdingsoorlo gen" uitbreken, die nog meer landen onder communistische heerschappij brengen. Nu al! WASHINGTON Amerika heeft met klem geruchten tegengesproken, als zou met Hanoi overeenstemming zijn bereikt over de plaats voor in leidende vredesbesprekingen. Genoemd werden Wenen en Parijs. VN-secretaris-generaal Oe Thant meent, dat Phnom Phen en War schau (door Hanoi genoemd), maar ook Genève (aanvaardbaar voor Amerika) en Parijs in aanmerking komen. Oe Thant, die van Teheran op weg was naar New York, zou tegenover een vriend in Parijs hebben gezegd, dat het overleg nog deze week in de Franse hoofdstad zal beginnen. In Washington zei president John- Pussycat de Parbo Surina is mis schien de beroemdste kat van Ne derland op dit ogenblik. In ieder geval staat ze in Den Haag hoog genoteerd. Zeker omdat het velletje zo wit en de ogen zo goud zijn, maar voornamelijk omdat Caroline Kaart de bazinne is. Een mens is een egocentrisch we zen en met poes Jeroen in huis, ook goudogig, maar zwart-bruin gedekt als een schildpad en met een oranje mijnlampje op het voorhoofd, heb ik me nimmer erg bekommerd om an dersmans- of -vrouwskatten. Dat is niet aardig, en het is nog dom ook. Zo kon ik stomverbaasd kijken naar de naam van de witte boetiek aan de Lange Poten, die sinds kort op nummer 6 beheerd wordt door John Fraser Storm en Rosalie Mok. Die boetiek heet Papoum. Omdat John in de deur stond en ik hem al jaren ken, waagde ik de vraag: „Wie of wat is Papoum?" Mijn onwetendheid bleek een ge brek aan algemene ontwikkeling te zijn. Papoum is de kat van Gilbert Bécaud. Om van mijn katterigheid te be komen heb ik uitvoerig de boetiek bekeken. Een kleine modeshow die ik, ware ik niet uitstedig geweest, had kun nen bekijken van de straat af, want Papoum de collectie werd tot vreugde van de lunchgangers nog onlangs getoond in... de (piepkleine) etalages. Een evenement, dat de Hagenaars, die niet allemaal altijd op gouden stoeltjes modeshows kunnen zien, hogelijk waarderen. Daarom nu eens rondgeneusd, eerst beneden en toen een echte spi- ralende wenteltrap op naar boven. Veel bewonderd, maar John spijt als haren op zijn hoofd, dat de klan ten hem geen tijd gunnen de eigen ontwerpen in de winkel te houden. Zo komen die van het atelier en zo zijn ze weg. Kon ik dus niet beoor delen. Maar wel wat Parijs, Londen en Amsterdam (Dick Holthaus) maken voor de jonge vrouw van nu. Vraag niet hoe jong die vrouw is. Zolang ze niet boven de maat. 42 uitkomt, doen de jaren er niet toe. En dan te bedenken, dat in onze familie het verhaal gaat, dat mijn grootmoeder zich eens een mantel kostuum had laten maken in diep paars. Ze was toen veertig. Reactie van mijn grootvader toen het fraais thuisbezorgd werd: „Als je maar niet denkt, dat ik met je ga wandelen als je er zo opzichtig uit ziet." Terwijl ik rondneusde, kwam er een moeder met dochter binnen. Doken in de rekken. Verdwenen in de paskamers. Stil ben ik weggeslopen, niet zo zeer het familieverhaal indachtig, maar belast met een maat. die niet meer van de boetieks is. Maar Papoum was in ieder geval een heerlijk kijkspel! son, dat al enkele dagen (waar schijnlijk in Vientiane, hoofdstad van Laos) met Hanoi wordt over legd over een plaats, die voor beide partijen aanvaardbaar is. Intussen hebben Noordvietnamese dagbladen duidelijk te kennen ge geven dat China druk op Hanoi uit oefent om verder af te zien van pogingen, met Amerika in contact te treden. Er werd echter geen kri tiek op Peking geleverd, dat overi gens niet met name genoemd werd. Strijd De bombardementen op het meest zuidelijke smalle deel van Noord- Vietnam duren voort. Ook in Zuid- Vietnam nemen de activiteiten in de lucht toe. Op de grond vonden slechts kleine gevechten plaats. Na een aanval op Noord-Vietnam is opnieuw een F 111 verloren ge gaan. Het toestel kwam waarschijn lijk in Thailand neer, waar het zijn basis had. Het is de derde keer binnen vrij korte tijd, dat een mo derne gevechtsbommenwerper van dit type tijdens of na een vlucht boven Noord-Vietnam neerstortte. Drs. A. D. IF. Tilanus werd geboren op 11 november 1910 in Utrecht, volgde het gymnasium in Den Haag en deed in 1940 zijn artsexamen in Utrecht. Van dat jaar tot 1950 tvas hij huisarts in Voorburg/Den Haag, waarna hij (tot 1963) directeur was van de Stichting Gelderland voor Maatschappelijk 1Ferk te Arnhem (Provinciaal Op bouw Orgaan). Sinds 1963 is de heer Tilanus lid van de Tweede Kamer en vanaf 1966 voorzitter van de Christe- lijk-Historische Unie. DIT jaar bestaat de Christelijk-Historische Unie zestig jaar. 19081968. Betekent dit binnenkort pensioen? Is er nog reden van bestaan voor deze christelijke politieke organisatie? Laat ik maar direct zeggen, dat pensioen er niet bij is en dat christelijke politiek niet gemist kan worden. Wel is de politieke organisatie een middel en geen doel. Maar zolang er geen beter middel is, waarbij een constante groep van 8 a 9 procent van de kiezers zich thuis voelt, zolang zal die organisatie zo goed mogelijk moeten functioneren. Politiek is het nastreven van de beste vorm van menselijk samenleven. Daar komt meteen al een waarde-oordeel in het geding. Wat is de beste vorm? Men moet zich een ideaal-beeld van de samenleving voor ogen stellen en dat proberen te verwezenlijken. Nu kan men voor dat ideaal-beeld uitgaan van een socialistische maatschappij, van een liberalistische maatschappij, of van welke andere menselijke gedachtenconstructie ook. Zelfs kan men zonder een ideaal-beeld voor ogen uitsluitend pragmatisch de politieke vraagstukken benaderen. BIJBEL: DE TOETSSTEEN Christelijke politiek zoekt het uitgangspunt buiten de meris, n.l. in het Evangelie. Daarin vindt men meer houvast dan in wisselende menselijke theorieën. In de Bijbel worden de mens, de intermenselijke verhoudingen, de verhouding van volkeren beschreven, zoals God die bedoeld heeft. Daaraan dient het politieke denken en handelen naar het oordeel van de CHU steeds getoetst te worden. Dit betekent, dat wij er ons van bewust moeten zijn, dat wij steeds te kort schieten. Wat wij mensen bereiken, is altijd minder dan wat God wil. Daarom kunnen we ook nooit genoegen nemen met het bestaande. De maatschappij en onze instellingen zijn verre van ideaal. Wij zullen moeten blijven streven naar vernieuwing en verbetering. De CHU wil als christelijke volkspartij haar bijdrage leveren aan de opbouw en versterking van de samenleving, zowel in Nederland als daar buiten, uitgaande van deze vernieuwings-gedachte. Het niet zonder meer aanvaarden van het bestaande en het zoeken naar vernieuwing is het tegengestelde van conservatisme: het is „een vooruitstrevend beleid, gericht op de vooruitgang van de maatschappij in al haar geledingen." Deze zinsnede is uit de resolutie, die op de Buitengewone Algemene Vergadering van de CHU op 16 december 1967, bezocht door ruim 1700 leden, praktisch unaniem werd aanvaard. EEN ERNSTIGE ZAAK Op twee fronten is de CHU heel duidelijk en actief met vernieuwing bezig, n.l. ten aanzien van de eigen partij-organisatie en ten aanzien van de relatie met andere christelijke partijen. Wat het eerste betreft, op de Algemene Vergadering werden belangrijke besluiten genomen, die het mogelijk maken de interne organisatie te versterken, het contact met de leden te verbeteren, het studiewerk uit te breiden en het politieke orgaan, de Unieraad, weer aan zijn doel te doen beantwoorden. De uitwerking van deze besluiten is in gang gezet. Natuurlijk moet men even geduld hebben om resultaten te zien, omdat er een aanlooptijd nodig is. Het tweede, de relatie met de andere christelijke partijen, vind ik eigenlijk belangrijker dan de interne partijorganisatie. Op 24 april 1967 kwamen voor het eerst de delegaties van ieder zes personen van KVP, ARP en CHU bijeen. Deze „Groep van Achttien" heeft sindsdien intensief verga derd en heeft na tien vergaderingen een interim-rapport uitgebracht. De partij organen hebben nu de gelegenheid zich hierover te beraden. De Unieraad heeft dit reeds gedaan en heeft in overgrote meerderheid het interim-rapport aanvaard. Men vond daarin voldoende inzichten en doelein den om vertrouwen te hebben in het gesprek en men vroeg unaniem dat zo spoedig mogelijk voort te zetten. Van het begin af heeft de Unie-delega tie zich zeer positief opgesteld in dit gesprek en daaraan ook zo groot mogelijke bijdrage geleverd. Dat is ook begrijpelijk, omdat het in de geest van de CHU is meer te zoeken naar wat bindt dan naar wat scheidt. Maar bovendien: hier zijn christenen met elkaar bezig te zoeken naar mogelijkheden van samenwerking. Dat is een ernstige zaak, omdat dit wellicht een nieuwe vorm en richting kan geven aan het politieke leven in Nederland voor de eerstvolgende decennia. In deze vernieuwing gaan de christelijke politieke partijen, ook de CHU, voorop! ANTWOORD OP VELE VRAGEN Dat is ook nodig omdat de vraagstukken van de tweede helft van de 20 eeuw niet meer kunnen worden opgelost in structuren van de eerste helft. De structuur van de samenleving is zich grondig aan het wijzigen. De medische techniek stelt ons in staat over leven en dood te beslissen. Is biologisch voortbestaan nog leven? De elektronische techniek stelt ons in staat beslissingen, zelfs over oorlog of geen oorlog, aan de computer over te laten. Is de mens nog verantwoordelijk? Met wetenschap en techniek zal een derde van de wereld de andere twee-derde uit de ellende moeten halen. Hoeveel mogen of moeten we daarbij onszelf en onze kinderen te kort doen? Hier komen ethische vragen aan de orde van onvoorstelbaar vergaande strekking. De mensen krijgen angst voor de menselijke mogelijkheden. Nu meen ik dat juist hier, in deze fundamenteel structurerende vragen, vanuit de Evangelische visie op mens en maatschappij een antwoord gegeven kan worden door de christelijke partijen. Een antwoord, dat de mensen nieuwe toekomst laat zien, nieuwe idealen geeft nieuwe perspectieven opent en nieuwe normen stelt, waarvoor het waard is te leven. GEEN ISOLEMENT Dat antwoord wil de CHU zoeken tezamen met anderen. Openstaan voor de mening van anderen is steeds een kenmerk van de CHU geweest. Die openheid wil zij behouden, ook in de samenwerking met KVP en ARP. Zij wil de kracht niet zoeken in het isolement. Het is geen club van en voor de leden. De CHU wil heel het volk dienen. Drie kenmerken van de CHU, die hun tijd nog niet gehad hebben, die integendeel steeds actueler worden Bijbel is maatgevend, ook voor de politiek; Dienende houding ten opzichte van de gehele samenleving; Openheid tegenover anderen. Deze kenmerken kunnen in de Nederlandse politiek niet gemist worden. Zij zullen ook in de toekomst voor de CHU bepalend zijn. (Vervolg vaD pag. I) „Het bedrag van 325 miljoen dol lar", aldus minister Udink, „is door het Internationale Monetaire Fonds indertijd dat was november 1967 als een richtgetal bedoeld. Nu we de situatie in Indonesië wat beter kennen, kunnen zeker bedragen van omstreeks 300 miljoen dollar worden aangehouden. Uiteraard kan dit wat meer of wat minder zijn". De speling, die men heeft, lijkt in de gedevalueerde roepiah te liggen als tegenwaarde van de kredieten komt er dus meer beschikbaar dan aanvankelijk was verondersteld zomede in het feit, dat ontwikke- lingsprojekten een lange periode van voorbereiding behoeven. Voor deze projektenhulp was dit jaar een bedrag van 75 miljoen dollar uitgetrokken. De betekenis hiervan is dat ook met een kapitaal van 250 tot 275 miljoen dollar dit jaar de nodige structuurverbeteringen kunnen wer den verricht. Amerika overweegt nog of het het voorbeeld van Japan moet navolgen of niet. De verwachting is echter dat 'het alsnog met een hoger krediet (het vorig jaar 66 miljoen dollar) uit de bus zal komen. Aanvankelijk heeft Washington beloofd het derde deel van de benodigde 325 miljoen op ta fel te zullen brengen, op voorwaarde dat het tweede derde deel voor reke ning van Tokio kwam en het laatste derde deel voor rekening van de Westeuropese donorlanden en Australië. (Volgens het Japanse persbureau Kyodo hebben de Verenigde Staten in Rotterdam 110 miljoen dollar toe gezegd, ongeacht Japans bereidheid om zich al dan niet over zijn aandeel uit te spreken. Bij monde van zijn delegatieleider, de heer C. T. Moodie (Australisch ambassadeur in Nederland), heeft Canberra alle donorlanden opgeroe pen een deel van de kredieten a fond perdu te verstrekken, en de rest op bijzonder gunstige voorwaarden. Australië, dat met bijna 15 miljoen dollar over de brug gekomen is een verdubbeld bedrag in vergelij king met het vorige jaar is het enige donorland van Indonesië dat zijn financiële hulp op basis van gif ten verleent. Door de donorlanden is ook het moeilijke onderwerp van het zoge naamde bonus-exportsysteem aan gesneden. De deviezen, welke hier voor worden bestemd, worden tegen betaling van roepiahs aan importeurs verkocht, die hiervoor onontbeerlijke produkten uit het buitenland moeten invoeren. De roepiahs de tegen waarde volgens het systeem van de overbekende Marshallhulp dus worden dan weer voor de binnen landse financiering van ontwikke- lingsprojekten gebruikt (lonen en materialen bijvoorbeeld), zonder dat de inflatiespiraal in werking kan tre den. De grote vraag was niet welke pro- jekten dienen te worden ontwikkeld, maar wel hoe noodzakelijk de import van bepaalde goederen was. Sterk de nadruk is voorts gelegd op het scheppen van de noodzake lijke voorwaarden vcor een gunstig particulier investeringsklimaat. Indo nesië zal zodanige faciliteiten moeten verlenen dat het voor buitenlandse ondernemingen aantrekkelijk wordt hun aktiviteiten uit te breiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 5