HANOI HEEFT TIJD NODIG
aantak»
aantak»
aantak»
Gastenboek
M'
Amerika spreekt
geruchten tegen
Japan verhoogt
kredieten niet
Parachutist door
vliegtuig geraakt
Druk van Peking is nog sterk
Vertragingstactiek als wapen
DRAMA IN DE LUCHT
CHU 60 jaarnog
lang geen pensioen
Aanslag op auto
van De Telegraaf
Gesprek over Vietnam
WOENSDAG 24 A°RIL 1968
Ho Tsji Minh
ÉT
Archiefopname van een Beaver van de Koninklijke Luchtmacht (hoven).
De foto onder laat het vernielde toestel zien nadat het boven Garderen
tijdens een oefening met commandotroepen tegen een parachutist was
gevlogen.
GARDEREN Hoog boven
de heide van de Houtdorpervlak-
te speelde zich dinsdagmiddag
een drama af, dat het leven kost
te van de twintigjarige dienst
plichtige vaandrig J. C. Dirven
uit Huibergen (Noord-Brabant)
en van de 48-jarige adjudant
onderofficier-vlieger W. Erke-
lens uit Rjjswyk.
Als onderdeel van de oefening
„Aprilstorm" waren zeven Beavers
van de Koninklijke Luchtmacht van
de basis Venlo opgestegen. Zij hadden
leden van de Commandotroepen uit
Proef 'ns... MMM...
Nu al!
BREDA Drie jongelui hebben in
de nacht van dinsdag op woensdag
geprobeerd een aanslag te plegen op
een krantenauto van de Telegraaf.
Zij deden dat voor het station in
Breda. Zij probeerden de auto in
brand te steken door middel van een
Molotov-cocktail. De chauffeur die de
kranten aan het uitladen was, be
merkte echter snel dat er onraad
heerste en wist door vlug handelend
optreden met een schuimblusser het
vuur te bedwingen De namen van de
drie jongelui zijn niet be'kend. De
politie stelt een onderzoek in.
Proef 'nsMMM
Nu al!
Oproer in gevangenis
in Tsjechoslowakije
PRAAG In de gevangenis van
Minichovice, bij Hradec Kralove in
Tsjechoslowakije, zijn gisteren ge
vangenen in opstand gekomen. Zij
wierpen matrassen en meubilair op
de binnenplaats en staken er de
brand in. Een deel van de gevangenis
is afgebrand, maar geen van de 900
gestraften is er in geslaagd te ontko
men. Gisterochtend was de rust
hersteld. Politieke gevangenen zaten
er niet in die gevangenis, zo meldt
radio Praag.
Roosendaal aan boord, die bij de vrij
gunstige weersomstandigheden van
gisteren een parachutesprong moesten
maken.
Enkele militairen hadden die sprong
reeds gemaakt, toen op een hoogte
van driehonderd meter het drama
zich voltrok. Parachutist Dirven kreeg
het sein „Go" van zijn begeleider en
sprong.
Terwijl hij naar omlaag suisde,
dook een ander Beavertoestel op, be
stuurd door vlieger Erkelens. Deze
machine raakte met een vleugel de
nauwelijks ontplooide parachute van
vaandrig Dirven. De vleugel knapte
af en het toestel ging als een vallend
blad naar de grond. Vaandrig Dirven
en vlieger Erkelens vonden de dood.
De 23-jarige sergeant A. C. G. Dij
kers (die even tevoren in het toestel
van Erkelens als zgn. dispatcher aan
drie andere springers het „spring-
sein" had gegeven) zag nog kans het
in een vrille geraakte toestel te ver
laten. Zijn parachutesprong slaagde.
Sergeant Dijkers, die een vriend was
van vaandrig Dirven (hij zou zaterdag
Dirvens 21ste y er jaar dag meevieren)
zweefde nog naar de grond, toen de
wrakstukken van het toestel al op de
heide lagen.
De omgekomen heer Erkelens was
gehuwd en had twee kinderen. Hij
was gestationeerd op Ypenburg.
De oefening „Aprilstorm" werd ter
stond afgelast.
(Van een onzer redacteuren)
"EN vraagt zich af, waarom Amerika en Noord-Vietnam geen overeenstemming kunnen
bereiken over de plaats waar inleidende besprekingen over een vreedzame oplossing
van het Vietnamese probleem gehouden kunnen worden. Houdt president Johnson
zich niet aan zijn woord, is Ho Tsji Minh er nog niet aan toe, of vinden beide „ge
sprekspartners" de huidige stand van zaken voorlopig nog de minst kwade?
Voor het laatste is wellicht 'net
meest te zeggen. Hanoi heeft een be
langrijk winstpunt geboekt, nu Ame
rika de bombardementen op het
grootste deel van Noord-Vietnam
heeft gestaakt. En Washington wordt
niet meer achtervolgd door de felle
kritiek die de luchtaanvallen in bin
nen- en buitenland teweegbracht.
Toch is dit slechts een gedeeltelijke
verklaring voor de vertraging, die bij
het organiseren van inleidende
besprekingen is opgetreden. Temeer
omdat tevredenheid over de bestaan
de toestand slechts een tijdelijk ka
rakter kan hebben. Binnen niet al te
lange tijd kan een situatie ontstaan,
waarin Hanoi is teruggekeerd tot zijn
oude tactiek.
Strategie
De strategie van Noord-Vietnam
was voor dit jaar geheel afgestemd
op de Amerikaanse presidentsverkie
zingen. Hanoi ging ervan uit, dat
Johnson te midden van een iherver-
ikiezingscampagne aan 'handen en
voeten gëbonden zou zijn en ge-
dwon'gen zou kunnen worden, be
langrijke concessies te doen om te
voorkomen dat 'hij zou worden weg
gestemd.
Johnson heeft een streep gehaald
door de rekening van Hanoi, toen hij
niet alleen de bombardementen op
het grootste deel van Noord-Vietnam
liet stopzetten, maar tevens meedeel
de, zich niet beschikbaar te stellen
als kandidaat bij de presidentsver
kiezingen van november a.s. Hoezeer
de leiders te Hanoi de betekenis hier
van inzagen, bleek uit de snelle en
positieve reactie.
Hiermee verraste het velen, die het
dramatische optreden van Johnson
als een blunder zagen en meenden,
dat Hanoi er eenvoudig niet over zou
peinzen, op het aanbod van de Ame
rikaanse president in te gaan.
Zelfs Moskou, dat het optreden van
Johnson snel als misleiding aan de
kaak had gesteld, werd overrompeld.
Meerderheid
Het feit dat Noord-Vietnam tegen
de verwachting Johnsons aanbod
aanvaardde, terwijl de bombarde
menten op een deel van het land
zouden voortduren, was een aanwij
zing dat er op een beslissend ogen
blik in Hanoi een meerderheid was,
die de noodzaak of de wenselijkheid
inzag van een positieve reactie.
Dat later een vertragingspolitiek
werd toegepast verandert niets aan
dit opvallende voorval. Deze past ge
heel in het optreden van Hanoi, dat
om te beginnen tijd nodig heeft om
zich te bezinnen op een aangepaste
strategie. Hierbij is het o.a. van be
lang te weten, welke kandidaten in
november de strijd om het Ameri
kaanse presidentschap zullen uit
vechten.
Dit is echter niet debelangrijkste
verklaring voor de weigering van
Hanoi, andere plaatsen dan Warschau
of Phnom Penh in overweging te ne
men, waar de inleidende besprekin
gen gehouden kunnen worden.
De onmiddellijke aanleiding moet
in Hanoi zelf worden gezocht en wel
Proef 'ns.MMM
in de invloed, die China daar nog
blijkt te hebben.
Vorige week beschuldigde radio
Moskou de Chinese communisten er
openlijk van, vredesbesprekingen
tussen Washington en Hanoi onmoge
lijk te maken. Zoals bekend heeft
Peking het Amerikaanse aanbod een
valstrik genoemd en dringt het er bij
Noord-Vietnam op aan, de strijd te
gen de Amerikanen tot het einde
voort te zetten.
Beziet men de houding van Hanoi
in dit onverdachte Russische licht,
dan wordt veel duidelijk. Zo kan er
bijna geen twijfel aan bestaan, dat
de Pekinggezinde groep in Hanoi
weer aan het langste eind trekt en
dat de kans op werkelijke vre
desbesprekingen opnieuw gering
moet worden geacht. Ook al zou
Amerika toegeven aan de Noordviet-
namese eis betreffende de plaats
waar onderhandeld moet worden.
We hebben al eerder geschreven,
dat president Johnson er goed aan
zou hebben gedaan, in het beginsta
dium geen probleem te maken van de
plaats waar de eerste contacten ge
legd zouden worden. Nu hij dit wel
gedaan heeft, kan Hanoi dit niet in
lossen van een belofte voor propa
gandadoeleinden gebruiken. Johnson
had kunnen vermijden, dat hij de
schijn tegen zich kreeg.
Tijdschema
Dit neemt niet weg dat de houding
van Hanoi in deze kwestie niet wijst
op bereidheid tot onderhandelen.
Sommige autoriteiten in Washington
zijn van mening dat Noord-Vietnam
werkt aan een nieuw tijdschema, dat
ten doel heeft, tijdens de campagne
vcor de presidentsverkiezingen druk
uit te oefenen op de Ver. S.taten, niet
alleen in politiek, maar ook en vooral
in militair opzicht.
Volgens de New York Times blijkt
uit een analyse van de Noordvietna-
mese bedoelingen, dat in mei of juni
een zorgvuldig voorbereid offensief
kan worden verwacht, waarvan de
afloop beslissend is voor het deelne
men van Hanoi aan vredesbesprekin
gen.
Zou het slagen, dan kan
Noord-Vietnam aan de conferentieta
fel de houding aannemen van de par
tij, die het voor het zeggen heeft.
Veel hangt af van wat Amerika en
Zuid-Vietnam kunnen doen om te
ontkomen aan het sluipende gevaar
van de zijde van de Vietcong en
Noordvietnamese infiltranten. Een
herhaling van het Tet-offensief van
30 januari is nog steeds mogelijk en
als het komt, zal het weer een ver
rassing zijn. Daarbij is het dan nog
de vraag, of de vijand geen lering zal
trekken uit de fouten die hij de vori
ge keer gemaakt heeft.
Verandering
Intussen is een ontwikkeling aan
de gang, die tot een belangrijke wij
ziging kan leiden van het karakter
van de strijd in Vietnam. Amerika is
vastbesloten, zijn aandeel in de strijd
te Verminderen en de Zuidvietname-
zen geleidelijk de volle verant
woordelijkheid over te dragen, zon
der dat het tekort doet aan de ver
plichtingen die het tegenover de lan
den van Zuidoost-Azië op zich heeft
genomen.
Van deze weg kan Amerika niet
meer terugkeren. Hij sluit uitbrei
ding van het Vietnamese conflict uit
en kan zelfs beperking daarvan in de
hand werken. Zonder de medewer
king van Hanoi zal dit laatste echter
niet mogelijk zijn.
Vermindering van de Amerikaanse
inmenging in de strijd moet samen
gaan met eenzelfde beperking van de
Noordvietnamese tussenkomst.
Zolang dit niet gebeurt zal de oor
log voortduren, ook al zullen de
omstandigheden waaronder hij ge
voerd wordt, zich wijzigen. De vol
ken van Zuid-oost-Azië moeten hun
eigen onafhankelijkheid verdedigen.
Zij kunnen daarbij ook in de toe
komst rekenen op Amerikaanse
steun. Maar niet langer op de manier
waarop dit de laatste jaren in Viet
nam is gebeurd.
Voorkomen
Bovendien dient men zich in Azië
als in andere delen van de wereld
meer en meer te realiseren dat het
beter is te voorkomen dan te gene
zen.
Het krachtig doorvoeren van in
grijpende sociale hervormingen kan
voorkomen, dat „bevrijdingsoorlo
gen" uitbreken, die nog meer landen
onder communistische heerschappij
brengen.
Nu al!
WASHINGTON Amerika heeft
met klem geruchten tegengesproken,
als zou met Hanoi overeenstemming
zijn bereikt over de plaats voor in
leidende vredesbesprekingen.
Genoemd werden Wenen en Parijs.
VN-secretaris-generaal Oe Thant
meent, dat Phnom Phen en War
schau (door Hanoi genoemd), maar
ook Genève (aanvaardbaar voor
Amerika) en Parijs in aanmerking
komen.
Oe Thant, die van Teheran op weg
was naar New York, zou tegenover
een vriend in Parijs hebben gezegd,
dat het overleg nog deze week in
de Franse hoofdstad zal beginnen.
In Washington zei president John-
Pussycat de Parbo Surina is mis
schien de beroemdste kat van Ne
derland op dit ogenblik. In ieder
geval staat ze in Den Haag hoog
genoteerd. Zeker omdat het velletje
zo wit en de ogen zo goud zijn,
maar voornamelijk omdat Caroline
Kaart de bazinne is.
Een mens is een egocentrisch we
zen en met poes Jeroen in huis, ook
goudogig, maar zwart-bruin gedekt
als een schildpad en met een oranje
mijnlampje op het voorhoofd, heb ik
me nimmer erg bekommerd om an
dersmans- of -vrouwskatten.
Dat is niet aardig, en het is nog
dom ook.
Zo kon ik stomverbaasd kijken
naar de naam van de witte boetiek
aan de Lange Poten, die sinds kort
op nummer 6 beheerd wordt door
John Fraser Storm en Rosalie Mok.
Die boetiek heet Papoum.
Omdat John in de deur stond en
ik hem al jaren ken, waagde ik de
vraag: „Wie of wat is Papoum?"
Mijn onwetendheid bleek een ge
brek aan algemene ontwikkeling te
zijn.
Papoum is de kat van Gilbert
Bécaud.
Om van mijn katterigheid te be
komen heb ik uitvoerig de boetiek
bekeken.
Een kleine modeshow die ik, ware
ik niet uitstedig geweest, had kun
nen bekijken van de straat af, want
Papoum
de collectie werd tot vreugde van de
lunchgangers nog onlangs getoond
in... de (piepkleine) etalages.
Een evenement, dat de Hagenaars,
die niet allemaal altijd op gouden
stoeltjes modeshows kunnen zien,
hogelijk waarderen.
Daarom nu eens rondgeneusd,
eerst beneden en toen een echte spi-
ralende wenteltrap op naar boven.
Veel bewonderd, maar John spijt
als haren op zijn hoofd, dat de klan
ten hem geen tijd gunnen de eigen
ontwerpen in de winkel te houden.
Zo komen die van het atelier en zo
zijn ze weg. Kon ik dus niet beoor
delen.
Maar wel wat Parijs, Londen en
Amsterdam (Dick Holthaus) maken
voor de jonge vrouw van nu.
Vraag niet hoe jong die vrouw is.
Zolang ze niet boven de maat. 42
uitkomt, doen de jaren er niet toe.
En dan te bedenken, dat in onze
familie het verhaal gaat, dat mijn
grootmoeder zich eens een mantel
kostuum had laten maken in diep
paars. Ze was toen veertig.
Reactie van mijn grootvader toen
het fraais thuisbezorgd werd: „Als
je maar niet denkt, dat ik met je ga
wandelen als je er zo opzichtig uit
ziet."
Terwijl ik rondneusde, kwam er
een moeder met dochter binnen.
Doken in de rekken. Verdwenen
in de paskamers.
Stil ben ik weggeslopen, niet zo
zeer het familieverhaal indachtig,
maar belast met een maat. die niet
meer van de boetieks is.
Maar Papoum was in ieder geval
een heerlijk kijkspel!
son, dat al enkele dagen (waar
schijnlijk in Vientiane, hoofdstad
van Laos) met Hanoi wordt over
legd over een plaats, die voor beide
partijen aanvaardbaar is.
Intussen hebben Noordvietnamese
dagbladen duidelijk te kennen ge
geven dat China druk op Hanoi uit
oefent om verder af te zien van
pogingen, met Amerika in contact
te treden. Er werd echter geen kri
tiek op Peking geleverd, dat overi
gens niet met name genoemd werd.
Strijd
De bombardementen op het meest
zuidelijke smalle deel van Noord-
Vietnam duren voort. Ook in Zuid-
Vietnam nemen de activiteiten in
de lucht toe. Op de grond vonden
slechts kleine gevechten plaats.
Na een aanval op Noord-Vietnam
is opnieuw een F 111 verloren ge
gaan. Het toestel kwam waarschijn
lijk in Thailand neer, waar het zijn
basis had. Het is de derde keer
binnen vrij korte tijd, dat een mo
derne gevechtsbommenwerper van
dit type tijdens of na een vlucht
boven Noord-Vietnam neerstortte.
Drs. A. D. IF. Tilanus werd geboren op 11 november
1910 in Utrecht, volgde het gymnasium in Den Haag en
deed in 1940 zijn artsexamen in Utrecht. Van dat jaar
tot 1950 tvas hij huisarts in Voorburg/Den Haag, waarna
hij (tot 1963) directeur was van de Stichting Gelderland
voor Maatschappelijk 1Ferk te Arnhem (Provinciaal Op
bouw Orgaan). Sinds 1963 is de heer Tilanus lid van de
Tweede Kamer en vanaf 1966 voorzitter van de Christe-
lijk-Historische Unie.
DIT jaar bestaat de Christelijk-Historische Unie zestig jaar.
19081968. Betekent dit binnenkort pensioen? Is er nog reden
van bestaan voor deze christelijke politieke organisatie? Laat ik
maar direct zeggen, dat pensioen er niet bij is en dat christelijke
politiek niet gemist kan worden. Wel is de politieke organisatie
een middel en geen doel. Maar zolang er geen beter middel is,
waarbij een constante groep van 8 a 9 procent van de kiezers zich
thuis voelt, zolang zal die organisatie zo goed mogelijk moeten
functioneren.
Politiek is het nastreven van de beste vorm van menselijk samenleven.
Daar komt meteen al een waarde-oordeel in het geding. Wat is de beste
vorm? Men moet zich een ideaal-beeld van de samenleving voor ogen
stellen en dat proberen te verwezenlijken.
Nu kan men voor dat ideaal-beeld uitgaan van een socialistische
maatschappij, van een liberalistische maatschappij, of van welke andere
menselijke gedachtenconstructie ook. Zelfs kan men zonder een ideaal-beeld
voor ogen uitsluitend pragmatisch de politieke vraagstukken benaderen.
BIJBEL: DE TOETSSTEEN
Christelijke politiek zoekt het uitgangspunt buiten de meris, n.l. in het
Evangelie. Daarin vindt men meer houvast dan in wisselende menselijke
theorieën. In de Bijbel worden de mens, de intermenselijke verhoudingen,
de verhouding van volkeren beschreven, zoals God die bedoeld heeft.
Daaraan dient het politieke denken en handelen naar het oordeel van de
CHU steeds getoetst te worden.
Dit betekent, dat wij er ons van bewust moeten zijn, dat wij steeds te
kort schieten. Wat wij mensen bereiken, is altijd minder dan wat God wil.
Daarom kunnen we ook nooit genoegen nemen met het bestaande. De
maatschappij en onze instellingen zijn verre van ideaal. Wij zullen moeten
blijven streven naar vernieuwing en verbetering.
De CHU wil als christelijke volkspartij haar bijdrage leveren aan de
opbouw en versterking van de samenleving, zowel in Nederland als daar
buiten, uitgaande van deze vernieuwings-gedachte.
Het niet zonder meer aanvaarden van het bestaande en het zoeken naar
vernieuwing is het tegengestelde van conservatisme: het is „een
vooruitstrevend beleid, gericht op de vooruitgang van de maatschappij in al
haar geledingen." Deze zinsnede is uit de resolutie, die op de Buitengewone
Algemene Vergadering van de CHU op 16 december 1967, bezocht door ruim
1700 leden, praktisch unaniem werd aanvaard.
EEN ERNSTIGE ZAAK
Op twee fronten is de CHU heel duidelijk en actief met vernieuwing
bezig, n.l. ten aanzien van de eigen partij-organisatie en ten aanzien van de
relatie met andere christelijke partijen.
Wat het eerste betreft, op de Algemene Vergadering werden belangrijke
besluiten genomen, die het mogelijk maken de interne organisatie te
versterken, het contact met de leden te verbeteren, het studiewerk uit te
breiden en het politieke orgaan, de Unieraad, weer aan zijn doel te doen
beantwoorden. De uitwerking van deze besluiten is in gang gezet.
Natuurlijk moet men even geduld hebben om resultaten te zien, omdat er
een aanlooptijd nodig is.
Het tweede, de relatie met de andere christelijke partijen, vind ik
eigenlijk belangrijker dan de interne partijorganisatie. Op 24 april 1967
kwamen voor het eerst de delegaties van ieder zes personen van KVP, ARP
en CHU bijeen. Deze „Groep van Achttien" heeft sindsdien intensief verga
derd en heeft na tien vergaderingen een interim-rapport uitgebracht. De
partij organen hebben nu de gelegenheid zich hierover te beraden.
De Unieraad heeft dit reeds gedaan en heeft in overgrote meerderheid het
interim-rapport aanvaard. Men vond daarin voldoende inzichten en doelein
den om vertrouwen te hebben in het gesprek en men vroeg unaniem dat
zo spoedig mogelijk voort te zetten. Van het begin af heeft de Unie-delega
tie zich zeer positief opgesteld in dit gesprek en daaraan ook zo groot
mogelijke bijdrage geleverd.
Dat is ook begrijpelijk, omdat het in de geest van de CHU is meer te
zoeken naar wat bindt dan naar wat scheidt. Maar bovendien: hier zijn
christenen met elkaar bezig te zoeken naar mogelijkheden van
samenwerking. Dat is een ernstige zaak, omdat dit wellicht een nieuwe
vorm en richting kan geven aan het politieke leven in Nederland voor de
eerstvolgende decennia. In deze vernieuwing gaan de christelijke politieke
partijen, ook de CHU, voorop!
ANTWOORD OP VELE VRAGEN
Dat is ook nodig omdat de vraagstukken van de tweede helft van de 20
eeuw niet meer kunnen worden opgelost in structuren van de eerste helft.
De structuur van de samenleving is zich grondig aan het wijzigen. De
medische techniek stelt ons in staat over leven en dood te beslissen. Is
biologisch voortbestaan nog leven? De elektronische techniek stelt ons in
staat beslissingen, zelfs over oorlog of geen oorlog, aan de computer over te
laten. Is de mens nog verantwoordelijk? Met wetenschap en techniek zal
een derde van de wereld de andere twee-derde uit de ellende moeten halen.
Hoeveel mogen of moeten we daarbij onszelf en onze kinderen te kort
doen?
Hier komen ethische vragen aan de orde van onvoorstelbaar vergaande
strekking. De mensen krijgen angst voor de menselijke mogelijkheden. Nu
meen ik dat juist hier, in deze fundamenteel structurerende vragen, vanuit
de Evangelische visie op mens en maatschappij een antwoord gegeven kan
worden door de christelijke partijen. Een antwoord, dat de mensen nieuwe
toekomst laat zien, nieuwe idealen geeft nieuwe perspectieven opent en
nieuwe normen stelt, waarvoor het waard is te leven.
GEEN ISOLEMENT
Dat antwoord wil de CHU zoeken tezamen met anderen. Openstaan voor
de mening van anderen is steeds een kenmerk van de CHU geweest. Die
openheid wil zij behouden, ook in de samenwerking met KVP en ARP. Zij
wil de kracht niet zoeken in het isolement. Het is geen club van en voor de
leden. De CHU wil heel het volk dienen.
Drie kenmerken van de CHU, die hun tijd nog niet gehad hebben, die
integendeel steeds actueler worden
Bijbel is maatgevend, ook voor de politiek;
Dienende houding ten opzichte van de gehele samenleving;
Openheid tegenover anderen.
Deze kenmerken kunnen in de Nederlandse politiek niet gemist worden.
Zij zullen ook in de toekomst voor de CHU bepalend zijn.
(Vervolg vaD pag. I)
„Het bedrag van 325 miljoen dol
lar", aldus minister Udink, „is door
het Internationale Monetaire Fonds
indertijd dat was november 1967
als een richtgetal bedoeld. Nu we
de situatie in Indonesië wat beter
kennen, kunnen zeker bedragen van
omstreeks 300 miljoen dollar worden
aangehouden. Uiteraard kan dit wat
meer of wat minder zijn".
De speling, die men heeft, lijkt in
de gedevalueerde roepiah te liggen
als tegenwaarde van de kredieten
komt er dus meer beschikbaar dan
aanvankelijk was verondersteld
zomede in het feit, dat ontwikke-
lingsprojekten een lange periode van
voorbereiding behoeven.
Voor deze projektenhulp was dit
jaar een bedrag van 75 miljoen dollar
uitgetrokken. De betekenis hiervan is
dat ook met een kapitaal van 250 tot
275 miljoen dollar dit jaar de nodige
structuurverbeteringen kunnen wer
den verricht.
Amerika overweegt nog of het het
voorbeeld van Japan moet navolgen
of niet. De verwachting is echter dat
'het alsnog met een hoger krediet (het
vorig jaar 66 miljoen dollar) uit de
bus zal komen. Aanvankelijk heeft
Washington beloofd het derde deel
van de benodigde 325 miljoen op ta
fel te zullen brengen, op voorwaarde
dat het tweede derde deel voor reke
ning van Tokio kwam en het laatste
derde deel voor rekening van de
Westeuropese donorlanden en
Australië.
(Volgens het Japanse persbureau
Kyodo hebben de Verenigde Staten
in Rotterdam 110 miljoen dollar toe
gezegd, ongeacht Japans bereidheid
om zich al dan niet over zijn aandeel
uit te spreken.
Bij monde van zijn delegatieleider,
de heer C. T. Moodie (Australisch
ambassadeur in Nederland), heeft
Canberra alle donorlanden opgeroe
pen een deel van de kredieten a fond
perdu te verstrekken, en de rest op
bijzonder gunstige voorwaarden.
Australië, dat met bijna 15 miljoen
dollar over de brug gekomen is
een verdubbeld bedrag in vergelij
king met het vorige jaar is het
enige donorland van Indonesië dat
zijn financiële hulp op basis van gif
ten verleent.
Door de donorlanden is ook het
moeilijke onderwerp van het zoge
naamde bonus-exportsysteem aan
gesneden. De deviezen, welke hier
voor worden bestemd, worden tegen
betaling van roepiahs aan importeurs
verkocht, die hiervoor onontbeerlijke
produkten uit het buitenland moeten
invoeren. De roepiahs de tegen
waarde volgens het systeem van de
overbekende Marshallhulp dus
worden dan weer voor de binnen
landse financiering van ontwikke-
lingsprojekten gebruikt (lonen en
materialen bijvoorbeeld), zonder dat
de inflatiespiraal in werking kan tre
den.
De grote vraag was niet welke pro-
jekten dienen te worden ontwikkeld,
maar wel hoe noodzakelijk de import
van bepaalde goederen was.
Sterk de nadruk is voorts gelegd
op het scheppen van de noodzake
lijke voorwaarden vcor een gunstig
particulier investeringsklimaat. Indo
nesië zal zodanige faciliteiten moeten
verlenen dat het voor buitenlandse
ondernemingen aantrekkelijk wordt
hun aktiviteiten uit te breiden.