Hoormik en Hölderlies motto
OPINIE
Kanttekening
Grieken leven al een jaar
onder militair bewind
De les van New Delhi
Zeven dagen uarcfa* J
APRIL ORANJEM
Schiedams koor
voor de radio
Gemeentetrots
was gestolen'
Anti-fascisme
Veilig voor
katastrofes
ZATERDAG 20 APRIL 1968
In een televiaie-forum na af
loop van de serie De besetting
kwam bijna schrijnend het
verschil aan het licht tassen de
Innerlijk bewogen, maar we-
tensohappelljk-mcthodische be
schrijving van concentratie
kampen aoals dr. De Jong die gaf
en de persoonlijke ervaring van
een halluctnair gevoelig dichter
als Ed. Hoornik. Bij dr. De Jong
móest een zekere distantie wor
den gehandhaafd; bij Hoornik
£^E wereldconferentie te New Delhi over de ontwikkelings
hulp heeft, so is de indruk, by velen gevoelens van on
vrede achtergelaten. Tot op zekere hoogte is daar ook reden
toe. Echter mogen die gevoelens niet het karakter aannemen
van moedeloosheid.
In de eerste plaats is daarvoor nu ook weer géén reden. Er
Is op de conferentie toch wel wat bereikt. Er zyn, om iets te
noemen, plechtige afspraken gemaakt over de preferenties,
en het wil er niet ln, dat, Indien men tot het publlekeiyk uit
spreken van plechtige afspraken komt, men niet tevens be
reid sou zyn se ook na te komen.
En in de tweede plaats is de zaak waarom het gaat by moede
loosheid allerminst gebaat. By iemand die niet langer geneigd
Is ln verwachtingen vertrouwen te hebben zal men niet gaar
ne verwachtingen wensen te wekken.
Toegegeven moet worden dat men ten aanzien van de ont
wikkelingshulp stellig graag een hoger tempo zou zien nage
streefd. Maar ook wat dat betreft toont onze gemeenschappe-
Ujke wereld niet meer dan een betrekkeiyk vermogen.
pR syn op de conferentie fouten gemaakt. Het is verkeerd
geweest dat men zich in blokken is gaan opstellen. Blok
vorming werkt altyd verstarrend. Aansluiting by een blok
sal men niet spoedig willen beëindigen. Men meent samen
sterker te staan. Maar in het diplomatiek verkeer is dat niet
selden een vergissing. Want de kans is niet denkbeeldig dat
blokvorming het gemeenschappeiyke tempo bedenkeiyk ver
traagt, ja de situatie van stilstand oproept. Wat niemand wil.
Ook New Delhi heeft dat te zien gegeven en verstandige
woorden van Nederlandse kant hebben deze vervelende toe
stand toch niet wezeniyk kunnen veranderen.
We hebben die toestand aardig horen vergeiyken met de
„chlcken-races", zoals die wel in Amerika worden gehouden.
Twee mannen nemen Ieder plaats in een oude auto en ryden
dan met grote snelheid op elkaar ln. De bedoeling is. dat de
het minst geharde van de twee op het laatste ogenblik ult-
wykt. Daarop is de hoop dan ook gericht. Het kan echter ook
gebeuren, dat géén van beiden uitwykt, en dan vallen er
doden.
f~y)K te New Delhi is het hard tegen hard gegaan, met wel
licht de heimeiyke hoop dat een van de partyen, een
van de blokken dus, alsnog overstag zou gaan.
Zoiets betekent evenwel een stevig partytje poker. De tyd
van samen zakendoen heeft men met deze politiek onbenut
gelaten, en dat terwyi men in eigen standpunt vermoedeiyk
toch reeds een marge van concessies had opgenomen.
Tot deze wederzijdse concessies is het nauweiyks meer kun
nen komen, hetgeen te betreuren valt. Misschien echter is
het een les voor de volgende keer, en ln zoverre kan ook in
dit geval verlies later nog wel op winst uitlopen.
Toegegeven moet ook worden, dat de conferentie nu juist
niet op het meest geschikte tydstlp is gehouden. Ten tyde van
de conferentie verkeerden verscheidene landen financieel ln
zorgeiyke omstandigheden, en dan geniet ontwikkelingshulp
nog niet een dergeiyke prioriteit dat men desondanks bereid
is gul in de buidel te tasten en inbreuken te dulden in de
eigen economie.
J^E noodzaak van de ontwikkelingshulp behoort overigens
op het geweten van de wereld te biyven drukken. Het
stemt ons niet tot hovaardy, maar we mogen het toch wel
opmerken, dat wat Nederland dan doet nu reeds uitgaat bo
ven de verplichtingen die meer algemeen voor de komende
jaren zyn aanvaard.
Het behoeft trouwens niet te verbazen, dat, by de nog altyd
toenemende informatie door krant, radio en televisie over de
zorgeiyke toestanden elders, de noodzaak van hulp al klem
mender wordt beseft.
Het kan niet anders, of gevoelens van eigenbelang worden
dan misschien niet geheel verdrongen, teruggedrongen wor
den ze zeker, om plaats te maken voor besef van verantwoor-
deiykheid van mens jegens medemens.
J^AT by dit alles de verstandige tyd en wyze behoort te
biyven weten, doet aan deze goede gevoelens niet af.
Het ware niet nodig, zelfs ware het onjuist, dat er In het
wilde weg wordt weggeschonken. Gelukkig is er ook meer
wetenschap ontstaan omtrent de behoeften, zodat de ver
lening metterdaad doeltreffender kan zyn.
Daarby zal men zyn betoogtrant óók weer niet moeten laten
bepalen door op zichzelf begrypeiyke maar niet afdoende ge
voelens. Ik denk daarby byvoorbeeld aan de op zichzelf juis
te constatering die men noga! eens hoort, dat namelyk de
kloof tussen de arme en de ryke landen, in plaats van klei
ner, groter wordt, en wel omdat de ryke landen sneller ryk
worden dan de arme landen bezig zyn hun armoede kwyt te
raken.
Dat zal wel zo zyn, maar daarmee is de vraag nog niet be
antwoord, of en in hoeverre men hiervan de ryke landen
bovendien als generalisering niet zonder bedenking een
grief zou mogen maken. Ook de ryke landen hebben eens
lange tyd nodig gehad om met hun ontwikkeling „op gang"
te komen.
Dat we van de conferentie te New Delhi graag méér hadden
verwacht, biyft een feit. Maar ook voor wat betreft de ont
wikkelingshulp moeten we misschien helaas eerst heen door
de fase hoe iets niet moet.
DIEMER
kón er niet alleen geen distantie
zijn, maar de herinneringen wa
ren zo met zijn persoonlijkste
bestaan verweven dat ze een ei
gen, bijna oppermachtig leven
waren gaan voeren.
Hoornlks roman, uitvoeriger
dan het in zijn poëzie kon gebeu
ren, is gebaseerd op dat leven
met herinneringen die noodt kun
nen worden geïntegreerd en dus
altijd een bedreiging blijven. Dit
geldt al voor nuchtere en min of
meer harde mensen, laat staan
voor een overgevoelig dichter
met een verbeeldingsleven dat
nooit ophoudt vormen, gestalten,
situaties te scheppen, vooral in
de visioenen die tussen slapen en
waken (of omgekeerd) ontstaan.
Hoofdfiguur
In het vliegtuig naar Spanje,
dat met veel remous te kampen
heeft, ziet de hoofdfiguur Kuyll
een bang meisje dat haar kleine
broertje probeert af te leiden
door een spelletje met een speel
goedvliegmachine. De manier van
kijken van die jonge vrouw is al
voldoende om een uiterst dunne
wand te doorbreken, die zijn
waakbewustzijn en zelfbe
heersing scheidt van dat bijna
eigenmachtig leven van die gru
welijke herinneringen zoals die
opgenomen zijn in de maalstroom
van zijn scheppende fantasie.
Wanneer dan nog in het leeg
gelopen hotel (er ligt een niet
ontplofte atoombom in de zee 100
km van het hotel) een Duitse
vrouw blijkt te logeren die Kuyll
aan een sadistische kampcom
mandante doet denken, is de boot
helemaal aan. In Kuylls fantasie
zit die jonge vrouw uit het vlieg
tuig in een vrouwenkamp en
heeft ze haar broertje clandestien
bij zich gehouden. Hij geeft ze
namen: Laura en Mark.
De bron
Nu gaat het in een recensie er
niet om alles precies en netjes na
Naar aanleiding van Ed. Hoornik, Da overlevende; uitgave
Meulenhoff, Amsterdam, (109 blz., 6.90).
ED HOORNIK
te vertellen, maar de lezer daar
te brengen waar het boek van
daan komt, aan zijn bron. Het is
een erkende methode zich te be
perken tot het boek zoals het
daar ligt en om het dan als een
interieur te beschrijven. Een si
tuatietekening dus, een platte
grond. Vooral deze laatste verge
lijking geeft treffend weer wat
deze descriptieve kritiek doet.
Maar het huis is ook ergens
gelegen, het staat in een ruimte.
Deze visie van buiten, van een
afstand, deze situatieve kritiek is,
zelfs als ze eenzijdig wordt toe
gepast (even eenzijdig als de
descriptieve kritiek), evengoed
gewettigd, legitiem. En daarom
vind ik het belangrijker om de
lezer van mijn kritieken t* leren
letten op de achtergronden.
Hoorniks poëzie en proza vor
men geen twee verschillende we
relden. En die overgevoeligheid
is niet iets dat hij uit zijn kamp
ervaringen heeft overgehouden
ze was er al.
Nergens halt
Ik moet eerlijk zijn: ik
beschouw Hoornik noch als een
groot dichter, noch als een groot
romancier. Ook zijn opstellen
vind ik niet briljant Ik voel me
altijd ongelukkig als ik zoiets
moet zeggen, maar net als in de
sport wordt in de literatuur het
niveau nu eenmaal door het re
cord bepaald. De literatuur wil
toppen vormen en zo hoog reikt
het werk van Hoornik niet Het
is niet aan iedereen gegeven ge
niaal te zijn, maar wel, zoals
Hölderlin zegt, „auf keiner Statte
zu ruh'n", nergens halt te hou
den. Aan dit criterium beant
woordt Hoornik, ook in dit zijn
jongste werk, volkomen.
Hedendaags
Dit geldt al op de begane
grond, in de taaihantering, in de
stijl. Het proza is hedendaags, zij
het niet avantgardistisch. Als de
auteur op blz. 28 spreekt over
„de zon, die met veel vertoon van
kleur en licht over de horizon is
gekomen", dan ziet men die zon
niet alleen, maar men hoort ook
de schrijver, een eerlijk man, die
niet literair doet en weet niet
voor kleurenblinden te schrijven.
Hetzelfde geldt ook voor de op
merking op blz. 31: „je weet wel,
zo'n magere heilige, nauwelijks
een gezicht, alleen ogen". Zelfs
zijn overgevoeligheid blaast hij
niet op, getuige wat men leest op
blz. 38: „Dat hij bij het overlezen
een paar maal een brok in zijn
keel had gekregen, zegt niets, hij
was nu eenmaal een man die dat
betrekkelijk gauw had".
Goede basis
Ziet u, zo'n eerlijkheid is een
goede basis voor wat daarboven
opgetrokken is. En dat is in
hoofdzaak die autonomie der her
inneringen. Wat ik van het
kampleven weet, dank ik aan
verzen van Willem Brandt en nu
ook weer aan dit boek van Hoor
nik. In die forumdiscussie had
Hoornik inzover gelijk, dat der
gelijke ervaringen van binnen uit
moeten worden gekend. Als de
documentatie het laatste docu
ment heeft getoond en de sta
tistiek de laatste cijfers heeft ge
noemd, is er veel gedaan, maar
weinig bereikt, innerlijk althans.
De wetenschappelijke documen
tatie heeft haar grenzen. De
dichterlijke herinnering en ver
beelding gaat uit van een fractie
van de feiten waarover de docu
mentatie beschikt, maar ze neemt
onmetelijke proporties aan.
Dit is de verdienste en mis
schien het lot van Hoornik; daar
toe is hij, om het met een bij
belse term te zeggen: uitverko
ren. Dit inferno breekt altijd bij
hem door. Het is daarover dat hij
schrijven moet.
Is dit ons duidelijk, dan heb
ben we zijn jongste boek funda
menteel begrepen. Wie het pret
tig vindt dit werk verder hele
maal uit te benen, zoals een sla
ger een half varken, hij ga gerust
zijn gang. Als zo'n literair-we-
tensohappelijke analyse dan
maar niet aan het leven van het
boek voorbijziet.
Dr. C. RIJNSDORP.
TV/TORGEN IS het een jaar ge-
leden, dat Griekenland over
rompeld werd door een militaire
staatsgreep. Vrees voor een com
munistische greep naar de macht
deed enkele kolonels besluiten,
het zekere voor het onzekere te
nemen.
Tegen de zin van de jeugdige
koning Konstantijn is het parle
ment ontbonden en zijn duizen
den mensen gevangen gehouden,
na van hun bed te zijn gelicht.
Dit lot trof ook premier Kanello-
poulo», die bepaald niet van com
munistische sympathiën kon
worden verdacht
Aanvankelijk leefde de hoop.
dat het militaire bewind slechts
van tijdelijke aard zou zijn en
dat de leiding van het land weer
zou worden toevertrouwd aan
burgerlijke autoriteiten, wie dat
dan ook mochten zijn. Naarmate
de tijd verstreek bleek echter,
dat de kolonels zich als „natio
nale hervormers" beschouwden
en niet zouden rusten, voordat de
Griekse samenleving zou zijn ge
organiseerd naar het model, dat
zij voor ogen hadden.
Dit had tot gevolg, dat duizen
den tegenstanders van het be
wind, die weigerden hun verzet
op te geven, gevangen werden
gehouden. Zulks ondanks het
feit, dat vele duizenden gevange
nen in vrijheid werden gesteld.
Tot degenen, die naar huis moch
ten terugkeren behoorden vader
en zoon Papandreou, de afgezette
premier Kanellopóulos en de
componist Mikis Theodorakis, die
zich lang schuil had gehouden,
maar zijn arrestatie niet kon ont
lopen.
Moeilijk
Gezien het feit. dat Kanello-
poulos en de oude Papandreou
deze week opnieuw onder huisar
rest werden geplaatst, verwacht
ten de machthebbers te Athene
moeilijkheden ter gelegenheid
van de verjaardag van de
staatsgreep. Een andere uitleg
kan aan deze maatregelen moei
lijk worden gegeven. Het is ech
ter bijzonder moeilijk na te gaan,
wat er werkelijk onder de
Griekse bevolking leeft.
De talrijke Grieken die zich in
het buitenland bevinden en tegen
het bewind van de kolonels age
ren, laten geen mogelijkheid on
beproefd, dat regime in een
kwaad daglicht te plaatsen. Ve
len van hen leefden reeds als
balling, voordat de staatsgreep
APRIL is oranjemaand bij
uitstek. Aan de reeks ver
jaardagen: 30 april de Ko
ningin en mr. Pieter van
Vollenhoven en 27 april
Willem-Alexander, is op de
17de die van de nog naam
loze welgeschapen zoon van
prinses Margriet en mr. Van
Vollenhoven toegevoegd:
Zijne Hoogheid prins van
Oranje-Nassau van Vollen
hoven, een wolk van een
kind.
Dat levert met name de mid
delbare-schooi jeugd een dag ver
lenging van de Paasvakantie op,
behalve de 25.000 zwoegers op de
een jaar geleden anderen naar
het buitenland deed uitwijken.
Het zijn vooral deze mensen ge
weest, die zich tot woordvoerder
van het verzet tegen de kolonels
hebben opgeworpen.
Waarde
Dat hun inlichtingen niet altijd
betrouwbaar zijn bleek uit een
publikatie van Amnesty Interna
tional over martelingen in Grie
kenland, waarvan de juistheid
zelfs door tegenstanders van het
bewind te Athene sterk in twijfel
wordt getrokken.
Een dergelijke berichtgeving
draagt niet bij tot een verant
woorde meningsvorming en doet
onwillekeurig de vraag rijzen,
welke waarde moet worden toe
gekend aan het nieuws dat uit
Griekenland tot de buitenwereld
doordringt.
Dit neemt niet weg. dat in het
land, waar de wieg van de demo
cratie heeft gestaan, geen werke
lijke vrijheid kan heersen, zolang
de militairen niet zijn terugge
keerd naar de kazernes, waar zij
horen. En het is juist de ver
wachting, dat dit laètste njet
spoedig zal gebeuren, die aanlei
ding is om niet optimistisch te
zijn over de toekomst van Grie
kenland.
De (slecht voorbereide) poging
van koning Konstantijn. het be
wind van de kolonels omver te
werpen, heeft aangetoond, dal
eindexamens. Ook de binnen
landse politiek staat even stil;
minister Luns laat zich in Lon
den in was vereeuwigen, en het
kabinet-De Jong viert in stilte
zijn eerste verjaardag.
Voor het burgemeesterschap
van het nog vacante Hilversum
wordt de naam van dr. P. J.
Platteel (Ede) genoemd. Voor Den
Haag heeft elke politieke richting
zijn kandiaten: Scholten,
Bieeshuevel, Aalberse, Bogaers,
Witte. Toxopeus. Geertsema,
Vrolijk; maar mr. Kolfschoten zit
nog wel een maand of vier.
In eigen land verder het ont
dekken van een clandestiene je
neverstokerij in St.-Oedenrode,
hier en daar een duinbrand, an-
ti-Navorelletjes in het zuiden en
600.000 buitenlands» toeristen op
een paar zonnige paasdagen. Uni
lever, Fokker, Albert Heijn mel
den goede resultaten in hun jaar
verslagen, Unilever tracht het
Engelse bedrijf Smith and Nep
hew te kopen, Domobedum wil
vijftien zuivelfabrieken in Drente
sluiten en de Beha-deurenfabriek
in Den Haag zorgt met een
plotselinge sluiting voor een on
aangename verrassing.
Nigeria en Biafra gaan over
vrede praten, maar in datzelfde
West-Afrika is nu weer Sierra
Leone van machthebbers gewis
seld. In de Verenigde Staten
keert de rust weer, terwijl de
FBI jacht maakt op een man die
Eric Starvo Galt zou heten en
beschuldigd is van moord op
Martin Luther King.
Engeland geeft zijn steun aan
de ELDO op, zodat er van een
Euroraket en een Eurokunstmaan
wel niets zal komen. Rusland
boekt een nieuw ruimtevaartsuc
ces door twee kunstmanen auto
matisch te laten koppelen.
De strijd in Vietnam woedt
voort, terwijl er nog altijd wordt
touwgetrokken om de plaats voor
het vredesoverleg. Rusland
beschuldigt China, een vreedza
me regeling van het conflict te
willen verhinderen.
Maar de meeste zorg baart de
ze week wel de ontwikkeling in
West-Duitsland, waar uiterst
links en uiterst rechts na de
aanslag op Dutschke en de aan
vallen op het Springerconcern
streven naar omverwerping van
de parlementaire democratie.
dezen hun machtspositie hebben
geconsolideerd en dat zij bijzon
der goed ingelicht worden over
hetgeen zich in het land afspeelt.
Op zijn beurt bewijst dit, dat
Griekenland een politiestaat is, al
ontbreken de uiterlijke tekenen
van terreur.
Na de vlucht van de koning
zijn de kolonels er in geslaagd,
hun regime een legale status te
geven, zonder wezenlijk toe te
geven aan de eisen, die hij van
Rome uit stelde als voorwaarden
voor zijn eventuele terugkeer. In
de nieuwe grondwet, die thans
door het militaire bewind wordt
bestudeerd en waarover wellicht
later in dit jaar een volksraad
pleging zal worden gehouden, is
nog wel een plaats voor hem in
geruimd. Niet zeker is echter, of
Konstantijn onder nieuwe
omstandigheden naar zijn land
wil terugkeren.
Voorwaarden
Er moet aan nog andere voor
waarden worden voldaan, wil hij
bereid zijn, terug te keren. Dat
zijn: vrijlating van alle politieke
gevangenen, herstel van de de
mocratische rechten, uitlopend op
vrije %'erkiezing van een parle
ment en de vorming van een ka
binet, dat niet onder de toeziende
voogdij van militaire leiders
staat. Enige garantie, dat zulks
binnen afzienbare tijd zal gebeu
ren ontbreekt.
De kolonels, die inmiddels bur
gerkleren hebben aangetrokken,
zijn niet van plan vrijwillig het
veld te ruimen, zolang niet vast
staat, dat de zaken in Grieken
land naar hun wensen verlopen.
Zij worden in deze houding
gesterkt door de wetenschap, dat
er voor hen geen weg terug is.
als zij deze weg al zouden willen
bewandelen. Gaan zij voort op de
DEZE WEEK GEZEGD:
„Ik weet wat hij denkt. Hij
zegt tegen zichzelf: het is al
leen maar een over
gangsverschijnsel. Door zijn
ervaringen zal hij later sijn
houding wel veranderen."
(Peter Brandt (19) over sijn
vader).
Koning Konstantijn en konin
gin Annemarie van Griekenland
bij de paus, na de Paasmis op
het St. Pietersplein.
vorig jaar ingeslagen weg, dan
kan die wel eens heel lang blij
ken te zijn.
Nieuw begin
Tenzij het militaire bewind
van binnenuit wordt ondermijnd
en krachten naar voren komen,
die steun zoeken bij de bevolking
om een nieuw begin mogelijk te
maken. De kans daarop lijkt ech
ter gering, ondanks de verwach
tingen, die buiten hun land le
vende Grieken (zoals Andreas
Papandreou, die volgende week
naar ons land komt) koesteren.
HILVERSUM Het Schie
dams Vrouwenkoor zal zich op
donderdag 25 april laten horen in
het NCRV-radioprogramma „Tijd
vrij voor muziek In vrije tijd",
uit te zenden 's middags om 6
uur.
HeJ koor zingt onder leiding
van alrigente Ria Borgmeyer ou
de en nieuwe liederen, o.a. „Al
om die Alderliefste myn" en
„Peynsen en treuren" van Cle
mens non Papa, „Lire boulire"
van Johannes Röntgen en „Petti-
tes Voix" van Poulenc.
Ter afwisseling speelt de
Christelijke muziekvereniging
„Concordia" uit Drachten.
VLAGTWEDDE De histo
rische brandspuit won Vlagtwed-
de, de trots van de gemeente, is
terug. Sinds februari was het ap
paraat spoorloos nadat het voor
dien jaren in het gemeentehuis
in Selllngen te pronk had
gestaan.
Gistermiddag stond het zo
De Nieuwe Rotterdamse
Courant schreef donderdag in
een hoofdartikel, dat „er in
Duitsland een traditie bestaat
die gewelddaden tegen linkse
„oproerkraaiers" verschonend
tegemoettreedt". „Die traditie
bestaat niet pas sinds 1933.
Ook de daders van de moord
op Rosa Luxemburg en Karl
Leibknecht in 1919 werden
mild behandeld". De NRC
verwacht (nogal voorbarig),
dat dit met de geschifte huis
schilder die Dutschke onder
schot nam, ook zo zal gaan.
Er bestaat nog een andere
traditie, minder in Duitsland
dan daarbuiten. De traditie
namelijk die gewelddaden van
ultra-links „verschonend tege
moettreedt" voorzover ze in
naam van het anti-fascisme
worden bedreven. Bestrijding
van „herlevend fascisme"
schijnt een moreel alibi voor
haat, straatterreur, demagogie
en onverdraagzaamheid. An
ti-fascisten die bestelwagens
verstoren en de politie met
stenen bekogelen, kunnen zo
niet op goedkeuring, dan toch
op begrip rekenen. Hun ge
drag is fout, maar de nobel
heid vaji hun motieven buiten
kijf.
Verleden
Dit meten met twee maten:
geen excuus voor rechtse ge
welddaden, wel excuus voor
ultra-linkse terreur, is begrij
pelijk, omdat het rechtse ex
tremisme besmet is door een
afschuwelijk verleden. In elk
normaal mens broeit de oer
angst voor een herhaling van
de gruwelen van het „derde
rijk". En alleen al daarom ligt
arifascisme ethisch goed in
de markt, zelfs als het zich
van strijdmethoden bedient
die met goed recht als
„links-fascistisch" kunnen
worden betiteld.
De vraag is alleen wat voor
het Duitsland van 1968 ge
vaarlijker is: het neo-fascisme
van de N.P.D., of het „dutsch-
kistisch" anti-fascisme, dat
door z'n provocerende geest
drijverij juist de krachten op
roept die het zegt te bestrij
den. Een andere vraag is of
datgene waartegen de
„dutschkisten" ageren, wel
fascisme is. Is Von Thadden
een nationaal-socialist of al
leen maar een rechts-autori-
taire nationalist? Is Axel
Springer fascist omdat hij
anti-communist is? Zijn de
gevestigde orde en het gezag
dat die orde in stand houdt,
per definitie fascistisch?
Alleen wie ziende blind is
kan ontkennen dat er reden is
tot zorg over de ontwikkeling
van het rechts-radicalisme in
Duitsland. Maar het hyste
risch kabaal dat de „dutsch
kisten" daarover maken,
misvormt de werkelijke situa
tie tot een karikatuur. Hun
agitatie is de verscherpte
versie van een eigenschap die
alle links-radicalen gemeen
hebben: de neiging om alle
kwaad in de wereld" onder één
noemer te brengen: fascisme.
Het spiegelbeeld van de
rechts-radicale gewoonte om
iedereen voor communist uit
te schelden die niet denkt in
termen van gezag, orde en
discipline.
Fantasie
Links-radicalen noemen zo
wat alles wat hen ongerust
maakt, fascistisch of fascistoi-
de. De Franse essayisten Plu-
myene en Lasierra hebben die
obsessie geanalyseerd in hun
boeken „Les fascismes fran
cais" en „Le complexe de gau
che", door Leopold de Buch
besproken in Vrij Nederland
van 22 april 1967. Overal ont
waart de linkse radicaal het
fascistisch gevaar, zonder te
beseffen dat het voor tachtig
procent een produkt is van ei
gen overspannen fantasie. Dat
gevaar bepaalt z'n morele iden
titeit. Wat zijn toch voor de
man van links deze woeste
beesten, hurkend in het donker,
klaar om hem naar de keel
te vliegen, geheten kapi
talisme, clericalisme, milita
risme, kortom fascisme? Niet
anders dan de anachro-
Leopold de Buch geeft in
simpeler bewoordingen de ge-
dachtengang van het Franse
schrijversduo (ex-commu
nisten, nu gematigd links) als
volgt weer: „Het grote
fascistische gevaar in de na
oorlogse wereld bestaat voor
namelijk in de verbeelding
van de linkse theoretici, en de
voortdurende waakzaamheid
die ertegen wordt gepredikt,
is in laatste instantie geen re
delijke houding, maar een
•rt geloofs&ijver. „La gauche"
of speciaal de intellectuele
linkervleugel, tracht zich
voortdurend te definiëren ten
opzichte van een of ander ge
vaar, en de verdere religieuze
karakteristiek daarvan is, dat
dit gevaar wordt vereenzel
vigd met het „absoluut boze",
het slechte dat slecht is uit
slechtheid. Het fascisme ver
vult in menig wereldbeeld de
rol van het blinde kwaad,
zonder verdere zin of beteke-
Projectie
De linkse radicaal, schrijven
Plumyene en Lasierra in Le
complèxe de gauche, ziet
overal onrecht. Hij is in een
6taat van permanente veront
waardiging, tegen zijn ouders,
tegen zijn superieuren, tegen
de monopolies, tegen de staat.
Zijn sympathie gaat uit naar
alle slachtoffers waar hij zich
mee identificeert: Joden, Ne
gers, Algerijnen enz.... Hij
kiest de partij van Sacco en
Vanzetti, van de Rosenbergs,
van Patrice Lumumba, van
Julian Grimau, van Mehdi
Ben Barka. en als het gaat
over de honger en dorst in de
wereld, dan is hij niet meer
stil te krijgen.
Deze hele woordenvloed ls
niet meer dan een huilerige
projectie van zijn eigen
misère op de buitenwereld.
Hij maakt zich druk om zich
zelf, niet om anderen. Zijn
verontwaardiging heeft nog
nooit iemand gered. Het is
tijd om eens het schandaal
van de petities en manifesten
aan de kaak te stellen die aan
de progressieve intellectuelen
de morele bevrediging geven
zich een denkbeeldig slachtof
fer te voelen tussen de werke
lijke slachtoffers."
De links-radicaal is perma
nent op speurtocht naar
fascistische rudimenten. Wat
hij vindt, koestert hij als
kostbaar museumstuk.
Mythologie
„De chronische weder
verschijning van vroegere ge
deporteerden in concentrate-
kamppakken die met naftaline
zorgvuldig tegen de motten
worden beschermd, maakt
deel uit van de ideologische
folklore, net als de manifesta
ties van de oud-strijders. De
overlevenden van de kampen
zijn de majorettes van links.
Maar dat is het ergste nog
niet. Onder voorwendsel de
terugkeer van de fascistische
gruweldaden te willen verhin
deren, slooft men zich uit
koste wat kost de herinnering
eraan levendig te houden in
het schuldige, geweten. Hele
carrières worden gegrondvest
op gruwelchantage.
Als een schooljongen die ru
zie met zijn ouders heeft een
hakenkruis op een muur te
kent, als er een antisemitische
krabbel op een urinoir
verschijnt, maken enkele klei
ne geesten vol haat zich van
die onbetekenende feiten
meester en proclameren dat
het fascisme op de loer ligt.
Het wordt tijd een eind te
maken aan dat ziekelijke zelf
behagen dat, ln de toga van
de moralist gehuld, niemand
zal kunnen redden van een
eventuele terugkeer naar de
barbarie".
Het is cru, gechargeerd,
maar niet onwaar. De
fascistofobie van de links-ra
dicalen is geen gezond
verschijnsel, omdat het een
stuk politieke mythologie is
dat. het werkelijke fascisme
niet bezweert, maar juist uit
lokt.
J. Prillevitz
Luisteren naar
Doelen-orgel
(Van onze radio- en tv-redactie)
HILVERSUM Het gebruike
lijke orgelconcert van de
NCRV>-radio zal donderdag
avond (25 april) uit Rotterdam
komen. De organist van De Doe
len, Arie J. Keyzer, zal het nieu
we orgel in het Rotterdamse
'Concertgebouw bespelen.
Hij geeft een uitvoering van de
Grande Pièce Symphonique van
César Franck, het werk waarmee
de componist in 1879 het ver
nieuwde orgel van de Parijse St.
Eustachekerk inwijdde.
Uitzending op Hilversum I, 7.30
uur.
maar in de hal van het nieuwe
politiebureau in Ter A pel, dat
even tevoren door de commissa
ris der Koningin was geopend.
Reservisten van de gemeente-
oolitie van Vlagtwedde blijken
deze grap te hebben uitgehaald.
Zij begingen hun daad in de
nacht van 9 op 10 februari. Het
kostbarebezit heeft al die tijd
opgeslagen gestaan in een brand
erij vertrek ün Jipsinghulzen.
(Van onze kerkredactie)
LONDEN De bijbelge
nootschappen willen er zeker van
zijn, dat een vertaling niet verlo
ren kan gaan door oorlogen of
katastrofes, een mogeiykheld, die
door de geringe oplaag ln sommi
ge talen niet denkbeeldig ls.
Daarom verzamelt de wereld
bond op het ogenblik bijbels in
alle talen. Op vijf plaatsen in de
wereld worden „veiligheidsde
pots" ingericht. Het is de bedoe
ling, dat in elk van deze depots
twee exemplaren van elke bybel-
uitgave bewaard worden.
De depots komen in Canberra,
Kaapstad, Londen, New York en
Stuttgart De eerste zending, die
in Stuttgart werd ontvangen,
bestond uit bijbeluitgaven in
acht Vietnamese talen.