am BLAD ZIJ eeuwige waarden van het Evanëelie BRIEF Kleurige kindermode Duitser geeft laatste cent voor beetje zon Visschotel dialoog van ZATERDAG 30 MAART 1968 RIE VAN ROSSUM: RIE VAN ROSSUM, schrijfster van: De Kloof zonder Brug, Cinde rella, De Tinnen Soldaat, de trilogie over Koosje MansveltHet scheepje naar Arcadia, De gestolen Roos, Kleine Poppenkast, Een lied in een vreemd land, Zeven engelen rond Selma, Keer terug, mijn dochter, Gepaarde schel pen; verder kinderhoeken (van Koen en Koosje, Guusje-serie, Gijs-grapjas- serie, De zon is zoek, Jetje uit het Huis), kerst verhalen, artikelen school uitgaven. Een veelgelezen schrijfster, door kinderen, meisjes en vrouwen. Ze woont in Leeuwarden. „Wie is Rie van Ros- sum?" vroegen we me vrouw Dijkstra, die onder haar meisjesnaam werkt. „Een objectief zelfportret is een onmogelijke opga ve", zegt ze nuchter. „Bo vendien doet het weinig terzake". ZIJ bedrijft haar ambacht met de pen, „nog liever met de ball point, dat stoort niet door enig geluid." Hoe haar verhalen ontstaan? „Soms zie ik het slot (Een lied in een vreemd land) soms het begin (Keer terug, mijn dochter). Soms zie Ik het geheel, met grijze plek ken die mij gaandeweg helder worden, bijvoorbeeld bij De tin nen soldaat en Gepaarde schel pen. Een schema? Ja, dat is altijd noodzakelijk, wil men geen fou ten maken of zichzelf tegenspre ken. Fictief Bovendien moet ik van alle de tails die zich voordoen terdege op de hoogte zijn, er desnoods een stapel lectuur voor doorwerken, zoals de episode over de Gardes d'honneur in Zeven engelen rond Selma. Jeugdherinneringen spelen nauwelijks een rol, alleen in de Kloof, dat wil zeggen wat sfeer en jeugdmentaliteit betreft; de Snipper honderdvijftig gram uien en fruit deze samen mei een teentje knoflook in twee lepels boter. Snijd een half pond diep vries-kabeljauw in kleine stuk jes, zout deze en bak ze snel goudbruin en gaar. Voeg een theelepel kerrie en een eetlepel paprikapoeder toe. Kook een kilo aardappelen gaar en snijd deze in plakjes. Beboter een vuurvaste schaal, vul deze laag om laag met de aardappelenplakjes en het vis- mengsel. De bovenste laag be staat uit aardappelen. Bestrooi de schotel met een dikke laag geraspte kaas. Nu ongeveer twintig minuten in een hete voorverwarmde oven voor een goudbruin korstje. personages in het boek zijn allen vol komen fictief. Hoog stens staat hier en daar „een neus van herinnering op een gezicht van verbeel ding". Hoe ontstond Cri- nolientje, de vrolijke wijsneus van de ge zusters Mansvelt? (trilogie Koosje Mansvelt, Crinolien- tje, De erven Hasse laar), „Het werd op verzoek geschreven, moest een vervolg verhaal worden in een tijdschrift voor jonge meisjes: een genre dat ik tot dat ogenblik nog niet be oefend had." „De entourage van Koosje werd mij opeens helder bewust toen iemand mij vertelde dat zij op marktdag in een kleine pro vinciestad Delft in een manufacturenzaak een kopje koffie kreeg aangeboden. Ik zag dat kopje staan op een ronde mahonietafel in een opkamer. Het begin was er. De drie oudere zusters ver schenen het eerst ten tonele; aan het eind van de dag kwam Koosje binnenstappen. Want dat doen mijn figuren altijd: het zijn geen vermomde bekenden. Ik wacht maar met grote aandacht af wat zij gaan uitvoeren Muziek beluisteren en piano spelen Moeilijk Rie van Rossum is met groot genoegen bij het onderwijs ge weest, van de kleinsten af tot de grootsten van de ULO. Over het kinderboek zegt ze: „Schrijven voor kinderen is heel moeilijk. Een kind is totaal anders dan een volwassene, heeft een veel be perkter woordenschat, een klei ner horizon, een eigen opvatting van goed en kwaad, een aparte humor. Kinderen hebben recht op literatuur, jazeker! Er was een tijd dat in de pro testants-Christelijke letterkunde de „bekering" een grote rol speelde. Hoe denkt Rie van Ros sum nu over de bekeringsroman? „Voorzover ik dit genre ken, is het een hachelijk gegeven, dat een groot talent vereist om ge loofwaardig te zijn. Het enige sublieme voorbeeld dat ik ken is „A burnt-out case," van Graham Greene." Rie van Rossum voelt zich met auteurs van het Engelse taalge bied verwant Welke auteur zij het meest bewondert? Friesland BENT u ook zo blij dat de kinderen uit de winterkleren zijn? Liever een gat In een jongensknie dan in een pantalon; nu sokjes in plaats van maillots, san dalen geruild voor laarzen. Toch maken zich alweer veel mensen druk om de winterkleding van de lieve jeugd. Dankzij het Instituut voor de Kindermode is het ook werkelijk mode, al zullen we geen echte Bonnies en Clydes naar de kleuter school zien trekken. Behalve modieus wordt de kinderkleding ook praktisch, van stoffen die sterk en licht zijn, waarin de lieverdjes zich goed kunnen bewegen en die moeder makkelijk zelf kan wassen. In het komende herfst- en winterseizoen zal kleur in kinderkleren een belangrijke rol spelen. De kleuren van de dralonstoffen zul len zijn afgestemd op de kleuren van het breigoed, dankzij samenwerking van fabri kanten van bonneterie, van geweven stoffen en de confectie. Zo zal het mogelijk zijn voor uw kind een heel ensemble op te bouwen uit artikelen van verschillende fabrikanten. Neem nu een over- gooiertje van geruite dralon. Bij iedere kleur die in deze ruit voorkomt is een passend jumpertje te krijgen. Of een maillot of kousjes, sjaal, muts of wanten. Bij de foto: Broer en zus in eenzelfde kleurencombinatie van dralon. Zij een kabeltruitje in gebroken wit met een rood rokje. Hij een gebroken wit pakje met een rode jacquard bies over buik en mouwen. woordelijkheidsgevoel heeft en zich een serieuze levensovertui ging heeft eigen gemaakt: opko men voor de eeuwige waarden van het evangelie en zich niet van haar stuk laten brengen door heethoofdige nieuwlichterij of gemakzucht die zich als eerlijk heid aandient." Wat Rie van Ros sum vindt van televisie? „Een voortreffelijke uitvinding om de radioprogramma's op beter peil te brengen!" Geen tijd statement gemeen, zou dus liever van waardering spreken. Ik noemde Graham Greene, en laat ook geen boek van Marnix Gijsen ongelezen. Ik heb een bij zonder zwak voor Priestley. Charles Kingsley is een oude fa voriet Van mij, zogoed als Ken neth Grahame, Katherina Mansfield en Richard Hughes. Van de jongeren vind ik John Fowles een zeer opmerkelijk ta lent. Stefan Zweig is voor mij als historisch biograaf nog niet over troffen. Van de Franse literatuur noem ik Alain Fournier en Mar guerite Yourcenar. Bij de kinder literatuur staat naast Andersen Erich Kastner bovenaan." Een lange lijst. Haar brede be langstelling uit zich in lezingen: „Ik ben de tel van mijn cause rieën al lang kwijt geraakt. Ik do? het bijzonder graag en gaf hier in Friesland meermalen een lite raire cursus van tien lessen." Persoonlijke problemen houdt zij anders dan Diet Kramer of Jan Wolkers buiten haar boe ken. Uiteraard kent haar roman een probleem en pointe (Cinde rella, De gestolen roos, Kleine Poppenkast). Positie kiezen? „Ik heb mij altijd aangetrokken ge voeld en de partij gekozen van de underdog, de „kleinen" uit het evangelie." Heeft Rie van Ros sum contact met andere christe lijke vrouwelijke auteurs. Daar voor kan ze nauwelijks tijd vin den. Begrijpelijk als u weet dat er vele boeiende bezigheden zijn in haar leven. Bovenaan staat uiter aard lezen, dan muziek beluiste ren, (toen we haar om een inter view vroegen moest ze eerst de radiogids bekijken of ze geen be langrijk stuk miste), pianospelen, belangrijke films en toneelstuk ken zien, reizen en vooral rond kijken. Blijft er tijd „over": teke nen. Daarnaast toekomstplan nen: vele. Een historische bio grafie, romans, kinderboeken, vertalingen. En wekelijks met veel genoegen het uurtje rit mische gymnastiek. z£LS je klein bent leert je moeder je vooral niet te wijzen naar iets. Het lijkt net of je naar iemand wijst en dat is niet netjes. Roddelen 1 Schoonmaaktip H Zijn uw aluminium braad- pannen vuil en dof geworden? Was ze dan met water waarin een paar druppels ammoniak 2 zijn gedaan en u' krijgt de pannen zonder moeite weer snel glimmend. Als de wanden van uw bad- S kuip dof zijn geworden kunt u die vlug van die vette laag ontdoen door ze met een lap met wat terpentijn te wrijven. is een slechte gewoonte en hardop je mening over iemand uiten verre vcvn be leefd. De volwassenen zelf steken in tussen hun mening niet onder stoelen of banken. Het is bijna mode commentaar te leveren op de leefwijze van anderen. Een Spanjaard schrijft over „de Ne derlanders". Lijvige rapporten le veren stof over „de" huisvrouw. Volwassen cursisten uit alle landen van het talen- en tolken- instituut in München werden onlangs uitgenodigd hun mening ten beste te geven over „Wat doet de Duitser met zijn geld?" Zonder meer zijn alle jeugdige tolken het er over eens dat zoals Snober Irani uit India for muleert de Duitsers „reisgek" zijn. Hij meent „De Duitsers zijn echt verslaafd aan de zon.. Ze zouden hun laatste pfennig wil len betalen om een week in de zon te kunnen liggen en ver brand als een stuk houtskool te rug te komen. De Duitsers verdienen weinig in verhouding tot de hoge huren en de hoge kosten van levenson derhoud; ze moeten veel be lasting betalen. Ze leven er desondanks goed van en brengen ook nog elke maand geld naar de spaarbank." Marie-France Breton uit Frankrijk is het met hem eens: „Er is haast geen straat zonder bank of filiaal" en een Italiaanse zegt „De mode om mo dern te zijn is bepalend voor wat de Duitsers met hun geld doen... De dagelijkse maaltijden zijn dikwijls nogal zuinig en armza lig. Worst, margarine en aardap pelen vormen de basis van de voeding. De Griekse student prijst de Duitse vrouw om haar voorliefde voor bier en... honden. Welke periode van haar leven vond ze het boeiendst? „Onder voorbehoud van wat nog komen kan," zegt ze wijs „zou ik willen noemen de vier jaren voor de Tweede Wereldoorlog en de be zettingstijd in Friesland. Ik ben daarom zeer ingenomen met de derde druk van Het scheepje naar Arcadia, waarin een gedeel te gewijd is aan de Friese boer en zijn vanzelfsprekende riskante gastvrijheid tegenover onderdui kers. „Bewondering is mij een te wei- Wat ik het belangrijkste pro- nig objectief woord", corrigeert bleem vind van de christenvrouw ze. „Met de Engelse auteurs heb van vandaag? Hetzelfde als van ik de voorliefde voor het under- elke vrouw die nadenkt, verant- HE vorige keer vroegen wij of er onder u ook waren die naar de school televisie kijken. Mevrouw S. te V. kijkt er bijna altijd naar: „Het is reuze inte ressant, ook de kinderen steken er nog heel wat van op. Twee van onze kinde ren (de één is juist vandaag zes jaar geworden (ge feliciteerd!) en de andere is negen jaar) zijn vaak ziek. A.ls ze dinsdag gekeken hebben willen ze het vrij dag weer zien. De oudste zei vanavond toen er een dominee uit Djokjakarta voor de tv sprak: „Zijn jullie nou eens stil, ik wil zo graag die taal horen". Hij zit in de vierde klas van de lagere school. Nu stond er nog een vraag in dialoog, nl. wie van uw volgt er een cursus via de Te- leac? Kun je daar dan als en keling ook aan mee doen? En wat zijn daar voor kosten aan verbonden? Ik heb wel eens een proefles Engels aange vraagd. maar dat sprak me niet zo aan... Ook de kosten waren me wat te bezwaarlijk. (Het fijne van de Teieac is dat je cursussen kunt volgen terwijl je heerlijk thuis kunt blijven. Vooral voor gehandi capten, bejaarden en- huisvrouwen een uitkomst. De cursussen spreken misschien niet iedereen aan, nu geeft men les in: Problemen van het brugjaar, Mens in de Ruimte, en de Russische taal. Meestal is het de bedoeling dat men een leerboek aanschaft en bij een taal een grammofoonplaat. De kosten zullen zeker niet boven de vijfentwintig gulden gaan. Als u bijvoorbeeld leest in de krant dat de Teieac een be paalde cursus begint, schrijft u een briefkaart naar de Stichting Teieac in Delft en dan hoort u vanzelf wel hoe het verder gaat.) Reclame Mevrouw S. vraagt verder of er meer kinderen zo dol zijn op de reclame. Wij weten niet wat ze mooier vinden, Pi- po of de reclame. „Ik voor mij zou best Pipo wat vroeger op het scherm willen zien. Nu mag de jongste vaak niet kij ken omdat ze dan veel te laat in bed ligt. Alleen als ze op de vrije middagen naar bed is geweest mag ze Pipo zien. Ik weet dat ze, omdat ze zo vaak ziek is, haar slaap hard nodig heeft." Te vlug Mevrouw S. te R. vindt dat sommige sprekers en to neelspelers erg onduidelijk spreken: „Veel te vlug en soms met de rug naar de kij kers. Zoals bijvoorbeeld Swie- bertje, die kan ik niet meer volgen. Nu heeft mijn klein zoon voor mij een apparaatje gemaakt achter in het toestel, daar steek ik dan twee stek- kertjes in en dan heb ik 'een klein microfoontje voor mij, in liet midden van een V- vorm. Dat doe ik in mijn oren. zo als de tingleiding in de kerk. Geen gekuch en geritsel, al leen de dominee Ik heb e^n gehoorapparaat. Als men het microfoontje zelf maakt, hoeft het niet veel te kosten." (Fijn, zo'n kleinzoon Actueler De heer K. te B. vindt de tv een heerlijk medium: „Hoewel men de krant geen dag kan missen, kan zonder meer wor den geconstateerd dat de tv vaak meer biedt en de pro gramma's of onderdelen daar van actueler zijn. Ik kijk bij voorbeeld graag naar sport, en omdat onze krant nog geeri verslagen geeft van de be langrijke wedstrijden, die juist op zondag worden gespeeld, kijk ik met genoe gen naar het wekelijkse pro gramma „Sport in beeld." „Als wij tv zouden hebben, zou het ding slechts aanstaan voor Pipo en als ik moest strijken (een keer in de week een uurtje)" zegt mevrouw W. te Z. „Nu, daarvoor is de aanschaf te kostbaar. Wij vul len onze vrije tijd nog heel, heel ouderwets, met de zang vereniging, vergaderingen van verschillende clubs, lezen e.d. Ja, zelfs ganzeborden en kwartetten wij nog! Daarom zijn we niet tegen tv hoor, maar het vindt tot nog toe geen plaats in ons leven. We hebben het nog zo ger zellig. Als ik 's avonds nog even een brief ga posten, en ik al die mensen voor de beeldbuis zie zitten, denk ik wel eens: er zitten daar vast veel vrouwen bij die net zo goed een paar avonden in de week in het ziekenhuis (of iets dergelijks) zouden kunnen gaan helpen, inplaats van zó hun tijd te verdoen." Moed Mevrouw H. te H. heeft pas tv aangeschaft toen haar man met pensioen ging: „Daarvoor hadden wij meer behoefte aan, rustige avonden en op tijd naar bed. Nu genieten wij van de tv hoewel er wel dingen zijn die we niet willen zien. Gelukkig hebben wij de moed om de knop om te draaien. De kinderprogram ma's zien wij graag, hoewel wij ons niet kunnen voorstel len dat al die zogenaamde kinderprogramma's ook voor kinderen geschikt zijn. Maar dat kan ook aan onze leeftijd liggen, wij gaan mis schien vergelijken met onze'1 jeugd wat niet altijd goed is. De tijd heeft nu eenmaal niet stilgestaan. Als wij niet naar de kerk kunnen, en er komt een kerkdienst op de t.v„ dan kijken wij graag. Het is toch weer anders dan alleen horen. Hoewel dat ook een zegen is voor de radio. Vroeger waren oudere mensen uitgeschakeld. Nu worden wij daar overal ook in mee gere kend. Als er visite komt gaat de tv direct uit, want met el kaar wat babbelen is toch nog gezelliger dan t.v. kijken." Indringer „Op de tv als zodanig heb ik niets tegen, want er is geen uitvinding zonder de toelating Gods", meent mevrouw G. te L. „Wat ik er wel tegen heb is het volgende: het is een stille maar zekere indringer in het gezinsleven die overwegend meer last dan lust veroor zaakt. En,de waarde van het gezinsleven overtreft verre de kostprijs en het bezit van een tv." Tot slot het woord aan de heer J. te S. „Een groot na deel van de t.v. is het toestel zélf, want al is het kastje nog zo mooi van teak, of eiken of noot, het is en blijft een groot loos open oog dat niet te versieren is met tierelantijn tjes. Je kunt een vaasje op de kast zetten maar dat trekt al leen maar de aandacht. In de moderne, dus pas ge bouwde huizen lijkt het me wenselijk een ruimte uit te sparen zodat het ontsierende oog aan het oog wordt ont trokken. Weliswaar zijn er aparte t.v.-kasten in de handel die als een tovergrot open gaan en u de wereld in uw huis brengen, maar dan blijft men altijd met een meu belstuk zitten dat vrij duur is in de aanschaf en dat boven dien niet altijd even gelukkig in de kamer is opgesteld. Nee, als u het mij vraagt, is in' de meeste gevallen in onze dege lijke kamertjes het oog geen gezicht." Jeugd en vrije tijd, u weet het, is ons nieuwe onderwerp van gesprek. Jongelui maak van je hart geen moordkuil en doe mee! We sturen je na plaatsing een fijne sierknij- per. Tot ziens in dialoog. U WAAROM eigenlijk niet, zei U de vorige keer. Waarom eigenlijk NIET. Waar in zouden in een andere tijd dai de tegenwoordige jonge mensei wel hun weg naar samenleving contact en evenwicht kunnen den, en nu niet. Waarom kijken ouders zo ang-^ stig. Wat is er in gevaar. Ging het vroeger soms zo goed. Of zijn we vergeten dat het soms verkeerd ging, of dat het soms bijna verkeerd ging, Iemand, Claartje, heeft me ge-T' schreven dat men vroeger pas» trouwde als men een baan had. Misschien wel, ik kan niet optel len wie vroeger etc. en wie nu etc. Maar men had dan ook eer der een baan. Vroeger volgde je b.v. je vader op in het schoenmakersbedrijf. Dat wil zeggen dat je bij hem in de - leer kwam en dat je, als je zuiniger wilde beginnen, na een poos kon trouwen. Het leven werd daarvan niets eenvoudiger, behalve dat je er samen voor wilde staan en sa men door wilde komen. Tegenslag, ziekte, concurrentie het hing alles boven je hoofd, en natuurlijk waren er ouderen die zich knepen voor je: hoe moest si dat gaan? Zo jong, straks in de kleine kinderen, wie moest die monden open houden? Zóu je wel, jongen? Ja, zei de jongen. En later, als hij het vergeten is, als dit leven zo goed en kwaad (en gezegend) als het ging, ondertussen toch ge leefd is, als hij de kinderen groot mag zien dan knijpt hij zichzelf weer. Want Jan Junior die niet in de zaak hoeft het wordt toch alle maal machinaal straks en die kleine schoenmakerijen gaan er uit en op de HBS is geweest het er leuk heeft gedaan, studeert eco nomie of medicijnen en wil trou wen. Hij wil precies hetzelfde als zijn vader vroeger, samen met zijn meisje voor iets staan, samen eer taak opnemen, samen erdoor ko men. Hem hangen even donkere wolken boven het hoofd: kan hij een praktijk krijgen, zit hij niet op te zware lasten de eerste jaren? Maar Jan zegt dat zijn meisje voorlopig wil blijven werken, dat hij ergens een kleine baan, of een assistentschap kan krijgen, of hij geeft nog een andere oplossing, hij ziet een weg. En hij ziet één ding duidelijker dan alle andere: het leven van zijn meisje en hem begint nü; niet pas als alle „voorwaarden" vervuld zijn: huis. gangloper, vrouw met theepot, kind. W ig h TTOE komt dat. Ik geloof, Claar- H tje, dat jij en ik en onze ge neratie gewend zijn geraakt aan bepaalde vormen: een dokter is zó, een dominee is zó, middenstanders behoren zus te zijn, dan is het in orde, dan is het zoals je je dat altijd hebt gedacht. De kinderen leren ons dat het evengoed anders kan. Dat het veel meer loont in deze tijd je in te denken hoe de ander wil, dan steeds verontwaardigd te zijn om dat hij anders wil dan jij wilt. Waar haal je eigenlijk die norm vandaan? van dat iets zeker, safe moet zijn. Heel het leven is hache lijk, als een handvol mensen eens eerlijk schreef hoe zij leefden, dan zou je eens wat zien. Kijk de rij eens langs waarin je woont, bij hoeveel mensen gaat het daar op rolletjes. Leef niet meer in de schijn, zeggen de kinderen. IEEF ik dan in schijn? vraag je -> verdrietig. Ga eens na, zeggen ze. U kunt goed met elkaar opschieten, wij hebben een fijn thuis. U hebt het druk, in uw werk, met ons, met anderen. Allemaal nuttig. Vader vergadert, moeder gaat naar zang of vrouwenbond, wie weet naar de Kamerzitting, straks naar Kerkeraad. 't Is nodig, het is, in verste echo, toch liefde tot de Heer. Het is weten van taak, van opdracht. Maar, maar is er nog wel eens vuur in u? Beschroomdheid, ver wondering over het wonder van elkaar te beleven voor dat éne leven, gloed en enthousiasme voor nieuwe gedachten, nieuwe inzich ten. Werkt u zelf ooit aan een ver gezicht Gods, of blijft u bij het hartelijk kopje koffie, de bestaan de instellingen, de verschrikkelijke verjaarsvisites met de mannen over politiek rechts en de vrou wen over de schoonmaak links? Maakt u, oudere mensen, deze wereld mee? Beleeft u hem, bouwt u hem? Of wilt u hem zo houden als hij is? Dat wil zeggen, zoals hij dat hele kleine tijdje is waarin u adem haalt? Zachtjes ademhaalt, als bij een zondagmiddagslaapje, nu eens even stil. Dat kan niet, dan leeft u in min der dan geen tijd in schijn. Als u eens echt leefde. Als u eens minder „mooi", naar het uiterlijk leefde, niet alleen praatte over wat u aanstaat, meer over wat u be nauwt. U kunt jaren bevriend zijn met mensen die b.v. tobben met een zoon, en uw vriendschap toont u door er niet over te praten, nou. dat snappen we niet. Zo zijn jongeren. Zij willen opener, minder naar een systeem, meer naar het hart leven. Het is alleen zo moeilijk dit goed van elkaar te begrijpen. LAALTST werd ik op een school uitgelaten door een heer. Wij moesten bij de deur even wach ten. Een groot aantal jongens stond er tegen aan geleund. Zij hadden een -uur vrij. Leraar ziek. Ze deden totaal niets dan hangen en i'oken. Zie je dat? zei de oudere ver ontwaardigd, dat moest in mijn tijd niet gebeuren. Wij waren ak- bief. Wij waren dan ten minste nog aan het haasje over springen. Ik peinsde op weg naar huis hierover. Ik snapte die jonge men sen best. Niet dat ik landerigheid zo mooi vind om te zien. Maar vijf tig minuten niet aan je kop ge zeurd worden in een wereld die je overstelpt, is dat zo'n luxe? Wat gebeurde er vroeger bij die haasje-overs? Ik denk dat toen een oudere zei: móet je nu eens zien. dat springt maar. IK werkte al op die leeftijd. Voor drie stuivers in de week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 16