Revolutionair plan
uit beglin 19e eeuw
Friesland zingt
belijdenis op
Franeker melodie
DE PROTESTANT EN
DE WEG SAMEN
MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID
GEESTELIJK LEVEN
Bijbel en
evolutie
Over Schrift en
inspiratie
ZATERDAG 30 MAART 1968
OP 1 april is het 150 jaar geleden dat
met de oprichting van de Maatschap
pij van Weldadigheid te Frederiksoord, in het
noordelijk deel van de herboren Verenigde
Nederlanden een plan werd verwezenlijkt,
waarmee op het gebied van de armenzorg een
geheel nieuwe weg werd ingeslagen.
Revolutionair noemde men in die dagen het
plan„ en dat was het voor die tijd ook in hoge
mate. De Maatschappij van Weldadigheid nl.
had tot doelstelling „den toestand der armen
en lagere volksklassen te verbeteren", en hen
tot „eene hoogere beschaving, verlichting en
werkdadigheid op te leiden".
De grote man achter het pro
ject was Johannes van den Bosch
(1780-1844), de latere gouver
neur-generaal van Neder-
lands-Oost-Indië en minister van
koloniën.
Deze zoon van een dorpsdokter,
die wegens zijn grote verdiensten
voor land en volk tot graaf werd
verheven en als een van de be
langrijke sociale hervormers uit
het begin van de negentiende
eeuw de geschiedenis Is ingegaan,
begon zijn carrière als luitenant
•der genie in het Oostindische le
ger.
In 1810 keerde hij terug naar
Nederland, sloot zich in 1813 als
«en der eersten bij de opstand
aan en bevrijdde met een hand
vol vrijwilligers Utrecht nog
juist voor de komst van de
Pruisen.
Brabant woonde bijvoorbeeld
geen enkel bedeeld gezin.
De armoede waarmee hij werd
geconfronteerd, liet Van den
Bosch niet met rust. Hij zocht
naar een oplossing, maar was er
van overtuigd, dat het probleem
gezamenlijk diende te woeien
aangepakt.
In een verhandeling over die
aanpak ging hij ervan uit dat
ondersteuning van armen door
liefdegiften schadelijk was voor
de samenleving. Naar zijn me
ning zou de luiheid toenemen,
terwijl het aantal armen groter
werd. Naar schatting schonk men
in de Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden per jaar ongeveer
15 miljoen aan de armen. Dit
geld nu aldus Van den Bosch
Armoede
Na de val van Napoleon zag
het er in Europa, dus ook in de
Verenigde Nederlanden, niet zo
best uit. De handel lag volkomen
lam," met de nijverheid was het
slecht gesteld en als gevolg daar
van was het aantal werklozen en
bedelaars tot een ongekende
hoogte gestegen.
Van den Bosch berekende dat
zo omstreeks 1815 het aantal ar
men in Europa de 16 miljoen had
bereikt. In de Noordelijke Neder
landen waren 190.000 bedeelde
armen, van wie er aldus Van
den Bosch 142.000 geschikt
waren om te werken. En onder
die 142.000 armen bevonden zich
50.000 bedelaars en 20.000 tijde
lijk noodlijdenden.
De armlastigen woonden vooral
ln de grote steden. Daar was de
armoede het grootst. Op het plat
teland was de toestand minder
nijpend. In vele streken in Gel
derland, Overijssel en Noord-
Oudste bejaardentehuis uit
1893, bestemd voor oude
echtparen uit de kolonie,
en nog steeds in gebruik.
Oudste koloniehuisje, in de
oorspronkelijke vorm.
zou beter besteed kunnen
worden aan het verschaffen van
arbeid door kolonisatie.
Van den Bosch begreep, dat de
kolonisatie met drie moeilijkhe
den te kampen zou krijgen. In de
eerste plaats ging het om de op
leiding van armen tot arbeidza
me kolonisten, daarnaast was een
moeilijkheid de verwerving van
de benodigde oppervlakte woeste
grond en ten slotte moest er vol-
idoende geld kunnen worden aan
getrokken ter financiering van
het project. Maar die moeilijkhe
den werden over
wonnen.
Op 1 april 1818 dus
werd de Maatschap
pij van Weldadig
heid opgericht
Een landbouwkun
dig en sociaal-econo
misch experiment",
zoals dr. J. D. Dor-
gelo in zijn proef
schrift waaran
voor dit verhaal en
kele gegevens zijn
ontleend de Maat
schappij noemde.
Over de uitslag van
het experiment was
Van den Bosch ge
matigd optimistisch
„geenszins zou
daardoor de oorzaak
der armoede in de
toekomst zijn wegge
nomen". De oorzaak
was zijns inziens een
„onvermijdelijk gevolg onzer
maatschappelijke inrigtingen".
De eerste kolonie met 52 kolo
nisten-woningen werd gevestigd
op het landgoed Westerbeeksloot
in de gemeente Vledder en Fre
deriksoord genoemd naar prins
Frederik, de tweede zoon van ko
ning Willem I. Later kwamen er
enkele koloniën bij: Wilhelmi-
naoord genoemd naar de wedu
we van prins Willem V, en Wil
lemsoord, waarvan de prins van
Oranje de naamgever was.
Deze koloniën waren zg. vrije
koloniën (men ging er immers
Graaf Johannes van den
Bosch, stichter van de
Maatschappij van Welda
digheid.
vrijwillig heen), in tegenstelling
tot de koloniën bij de Om-
merschans in Overijssel en te
Veenhuizen, opgericht ter bestrij
ding van de bedelarij.
De gezinnen in de vrije kolo
niën waren zeer overwegend af
komstig uit de grote en kleine
steden in het westen en van huis
uit met de landbouw onbekend.
De belangstelling was wel groot.
In 1824 was het aantal bewoners
van de vrije koloniën gestegen
tot ongeveer 2240 personen, en
daardoor betekende de
Maatschappij voor Drenthe „een
hoofdzakelijk Hollandse mensen
groep ter grootte van tien pro
cent van de eigen bevolking".
Maar.... de kinderen van de ko
lonisten mochten niet in de kolo
niën trouwen en zich daar blij
vend vestigen. Zij moesten elders
een bestaan zoeken. Men kan
aannemen, dat dit laatste vaak
moeilijkheden zal hebben opgele
verd.
Waardering
De werkzaamheden van de
Maatschappij ondervonden naast
veel kritiek toch ook wel waar
dering. Zo stond naast de
uitspraak „...de oprigting der ko
loniën van weldadigheid (heeft)
tot eene den lande millioenen
schats kostende en daarbij
mislukte proeve van armen-
verschaffing gevoerd..." Het lo
vende: deze koloniën, welke
welligt de belangrijkste staat- en
landhuishoudkundige onderne
ming onzer eeuw zijn...."
Het behoeft geen betoog, dat
de Maatschappij v.an Weldadig
heid in de loop van de decennia
zich aan de steeds veranderende
omstandigheden heeft moeten
aanpassen. In de laatste tiental
len jaren tracht het bestuur op
sociaal terrein nieuwe wegen te
vinden die kunnen leiden tot een
voortzetting van de sociale ar
beid van Johannes van den
Bosch. Een voorbeeld daarvan is
het prachtige rusthuis De Men
ning in Wilhelminaoord.
Enclave
Vermeldenswaard is nog,
dat men van de huidige be
woners van Frederiksoord en
'vVilhelminaoord 41 gezinnen
3n 17 alleenstaanden kan be
schouwen als nakomelingen
/an kolonisten tot 1850. Het is
opvallend dat deze bevol
kingsgroep in overwegende
oiate de oorspronkelijke tong
val heeft bewaard. In zekere
sin kan men nog steeds spre
ken van een „Hollandse
anclave" in de provincie
Drenthe.
A'AWWAVMW.VAV
(Van onze kerkredactie)
QE laatste jaren is het in steeds meer kerken
gewoonte geworden dat de gemeente de
apostolische geloofsbelijdenis zingt. Velen me
nen, dat de gemeente in de eredienst te passief
is en dat pogingen om de kerkgangers meer
bij de dienst te betrekken met vreugde moeten
worden begroet.
Er zijn verschillende melo
dieën. In de nieuwe bundel ge
zangen van de Gereformeerde
Kerken is een melodie opgeno
men, die in sommige kerken
wordt gezongen, maar de kritiek
luidt, dat ze zo weinig in het
gehoor ligt en dat de wijs te
moeilijk is.
In steeds meer kerken gaat
men er daarom toe over het
apostolicum te zingen op de me
lodie van Paul C. van Westering.
In de meeste hervormde gemeen
ten wordt deze melodie ook ge
bruikt en onder andere door ra
diokerkdiensten zijn velen er
min of meer mee vertrouwd ge
raakt.
Enkele weken geleden is in een
vergadering van de generale sy
node der Gereformeerde Kerk de
vraag gesteld of het aanbeveling
verdient de melodie van Van
Westering op te nemen in een
volgende uitgaaf van de gezan
genbundel.
En dan is er nog een derde
melodie. Slechts aan een beperkt
aantal kerkgangers in Friesland
en aan nog minder mensen bui
ten dit gewest is deze bekend.
In bepaalde plaatsen in
Friesland wordt de melodie ge
zongen van de heer Yme G. Vis
ser uit Franeker, die over het
algemeen zeer wordt gewaar
deerd.
Enkele jaren geleden werd de
ze melodie al gezongen in de ge
reformeerde kerk van Franeker
Op aandrang van dr. A.
Kruyswijk, destijds predikant in
Franeker. schreef Yme Visser,
die ongeveer 38 jaar organist is
in de gereformeerde kerk te Fra
neker, deze melodie.
De gemeente zong weldra het
apostolicum met enthousiasme en
op het ogenblik komen veel
mensen, die eens een dienst in de
Franeker kerk hebben bijge
woond, met opgetogen verhalen
thuis. Daar wordt de geloofsbelij
denis verrassend goed gezongen!
Nadat in Franeker de ge
loofsbelijdenis enige tijd op de
melodie van Yme Visser was ge
zongen. vroegen de kerken in de
omgeving naar de muziek. Het
aantal aanvragen steeg en daar
om heeft uitgeverij Wever in
Franeker de muziek uitgegeven,
maar er nagenoeg geen reclame
mee gemaakt.
YME VISSER
Franeker is geboren, volgde on
der andere opleidingen voor or
ganist. pianist en koordirectie.
Hij was aan muziekscholen ver
bonden en is dirigent van
verschillende koorwerken.
Gemakkelijk
Een voordeel van de melodie
van de heer Visser is, zo vertellen
gebruikers, dat tekst en melodie
nauw verband houden met el
kaar en vooral dat eentonigheid
wordt vermeden. De melodie ligt
vrij goed in het gehoor en is
makkelijker dan die uit de gere
formeerde gezangenbundel.
De heer Visser, die in 1911 in
Kamper Cahiers
In de mooi uitgegeven serie
Kamper Cahiers van J. H. Kok,
(colleges e.d. van de Theologische
hogeschool der Gereformeerde
kerken) verschenen weer twee
verhandelingen die ook voor de
niet-theoloog zeer leesbaar en in
teressant zijn: Het laatste woord
door prof. dr. J. L. Koole (de
Aaronitische zegen Numeri 6:
22-27) en Beginselen van refor
matorisch kerkrecht, door prof. J.
Plomp. (Resp. 22 en 20 blz., elk
2.75).
Bijbel en evolutie, door drs. J.
Bult. Uitgave J. H. Kok, Kam
pen.
De schrijver meent, dat wij
van de Bijbel uit zin en inhoud
moeten geven aan ons bestaan,
onze wereld en onze kennis. Is
het mogelijk, te geloven in din
gen die tegen alle wetenschappe
lijke kennis ingaan?
De Bijbel spreekt over het ge
loof op een wijze die begrijpelijk
was voor de mensen van die tijd.
Hoe kunnen wij spreken over de
zin van ons bestaan, waartoe ook
onze kennis behoort, als wij geen
rekening houden met die kennis?
Tussen geloof en wetenschap
bestaat een problematische span
ning. Van de wetenschap uit heb
ben wij een hoeveelheid kennis
die gedeeltelijk niet meer past
bij de manier waarop men over
het geloof spreekt. Deze proble
matiek zal verdwijnen als men
over het geloof gaat spreken op
een manier, die aansluit bij de
kennis van deze tijd. De bedoeling
van dit boekje is, de spanning tus
sen die twee te verminderen.
Drs. Bult, die leraar biologie is
aan een lyceum in Stadskanaal,
werkt zijn thema uit in voortdu
rende confrontatie met de Bijbel.
In heldere formuleringen bena
dert hij het evolutievraagstuk
zonder omwegen. In zijn denken
zijn geloof en wetenschap geen
onverzoenlijke tegenstelling
meer. De christen kan leven met
zijn kennis zonder te vrezen dat
zijn geloof wordt ondergraven.
(106 blz., 5.90).
Over Schrift en inspiratie, door
dr. G. P. Hartvelt. Uitgave Kok,
Kampen.
In ide kortgeleden begonnen se
rie Cahiers voor de gemeente
verscheen als nummer 3 deze po-
pulair-wetenschappelijke verhan
deling over een onderwerp dat
midden in de theologische en
kerkelijke belangstelling staat.
De Kamper hoogleraar Hart
velt behandelt op prettig leesba
re manier de weg van de Schrift
door de eeuwen, de houding van
de Kerk tegenover de Schrift,
van de kerkvaders tot heden, en
het hoe-en-waarom van de
geschilpunten.
Hij beperkt zich niet tot deze
situatietekening, maar formuleert
ook een standpunt omtrent gezag
en betrouwbaarheid van de
Schrift een standpunt dat
overeenkomt met de huidige
stand van zaken in de gerefor
meerde dogmatiek, met name bij
Berkouwer.
Zo kan dit boekje bijdragen tot
een open en verantwoorde
discussie >ok buiten de kring der
theologen, en dat is nog altijd
een goede gewoonte in Neder
land. (74 bl., 4.90).
(Van een onzer
verslaggeefsters)
De Protestant en De
Weg. twee bladen, die
voorlichting geven over de
verhouding Reformatie
Rome zullen van april af
gezamenlijk verschijnen,
voorlopig onder de naam
De Protestant -f- De Weg.
„Onnodige doublures kun
nen nu worden voorkomen,
redactionele mogelijkheden
vergroot en er kan efficiënter
worden gewerkt", aldus het
voorwoord in het maartnum
mer van De Protestant.
Dit blad gaat uit van de
vereniging Evangelische
Maatschappij, die voorlich
tend materiaal verschaft over
de verhouding protestan-
tisme-rooms-katholicisme. De
Evangelische Maatschappij re-
cruteert zijn leden uit alle
protestantse kerkelijke rich
tingen.
De Protestant, die historisch
een nogal sterk hervormd ka
rakter droeg en in veel her
vormde kringen werd gelezen,
heeft nu een gereformeerde
eindredacteur in de persoon
van ds. J. Spoelstra uit
Boskoop. In het nieuwe blad
wordt hij echter opgevolgd
door ds. A. T. Besselaar, gere
formeerd studentenpredikant
te Eindhoven, ds. Spoelstra
blijft medewerker.
Ook het vrijzinnig element
is in de redactie aanwezig.
Een van de redactieleden is de
remonstrantse mevrouw ds. H.
van Holk-Meyer uit De Bilt.
De Weg is een blad van ge
reformeerde huize. Het gaat
uit van deputaten Reforma
tie-Rome en moet het gesprek
met de rooms-katholieken be
vorderen.
Fusie
Een paar jaar geleden is
men op de gedachte gekomen,
juist omdat beide bladen het
zelfde doel voor ogen hebben,
tot een soort samenwerking
en zo mogelijk een fusie te
komen. Incidenteel kwam die
samenwerking er.
En verleden jaar ok'cober
verscheen er een reforma
tie-herdenkingsnummer onder
de naam De Protestant'De
Weg. Positieve reacties, ook
uit de rooms-katholieke krin
gen. hebben de redacties van
beide bladen aangemoedigd
verdere banden aan te kno
pen.
„Onze kolommen zullen
blijven openstaan voor iedere
auteur, die wezenlijk iets te
zeggen heeft en vanuit het
Evangelie bijdragen kan leve
ren aan de opbouw van de
verhouding tussen de kerken
van Rome en de Reforma'tie",
citeren we weer uit het voor
woord van het laatste num
mer van De Protestant
„Of deze bijdragen vloeien
uit gereformeerde. re
monstrantse, hervormde of
andere protestantse pen is
daarbij uiteraard voor ons
zonder betekenis. Ook
rooms-katholieke au'ceurs zul
len in de toekomst hun bij
dragen aan het nieuwe blad
blijven leveren. Het gaat ook
in dit werk om de toekomst
van de kerk. Het blijkt nood
zakelijk te zijn deze van
zelfsprekendheid af en toe
met nadruk te stellen."
Ook recht
Met ds. Spoelstra en me
vrouw Van Holk hebben we
een gesprek over he'c feit, dat
de aanwezigheid van het vrij
zinnig element in de redactie
van De Protestant voor een
samengaan met De Weg in
dertijd een punt van discussie
is geweest.
De vraag is namelijk hoe
twee bladen met hun totaal
verschillende achtergrond
kunnen worden gecombineerd.
De een heeft een specifiek ge
reformeerd karakter en is via
het deputaatschap toch min of
meer officieel kerkelijk ge
bonden en het andere staat op
een bredere basis, gaat uit
van een vereniging en heeft
een redactie „waarin het vrij
zinnig element aanwezig moet
zijn", zoals indertijd al werd
vastgesteld.
Ds. Spoelstra: „Hoewel van
weerskanten het verlangen
bestaat naar een zo groot mo
gelijke samenwerking hebben
de redacties gemeend voorlo
pig hun eigen verantwoorde
lijkheid ten aanzien van be
paalde artikelen te moeten
handhaven ter voorkoming
van moeilijkheden."
Mevrouw Van Holk voegt
eraan toe: Het moet niet
overhaast worden, er moet
naar samenwerking worden
gegroeid." Ze stelt: ..De vrij
zinnigheid heeft evengoed
recht van bestaan als de or
thodoxie."
Beiden vertellen over hun
ervaringen in de redactie: in
de praktijk is gebleken, dat er
nooi'c of te nimmer moeilijk
heden zijn geweest.
Ds. Spoelstra is ervan over
tuigd. dat theoretische zaken
worden vastgesteld, die in de
praktijk heel anders blijken
te liggen. „Je kunt de etiket
ten van de vorige eeuw niet
onverkort plakken op het he
den. Het gaa'c niet om honderd
jaar geleden, niet om een
richting, maar om mensen.
Als je met de mensen praat
wordt alles anders.
Zolang je elkaar persoonlijk
niet ontmoet leg je elkaar o
historische dingen vast."
Twee jaar geleden is me
vrouw Van Holk in de redac
tie van De Protestant geko
men. In Rome is ze, toen ze
haar echtgenoot prof. Van
Holk vergezelde die het Vati
caans concilie bijwoonde, al
gepolst door ds. Spoelstra en
ds. Besselaar of ze „mee wou
doen".
„De rol, die het concilie
heeft gespeeld voor de
verstandhouding van pro
testanten, is groot geweest. Je
bent samen toeschouwer van
dezelfde zaak", vertelt me
vrouw Van Holk. „Je ontdekt
verwantschap tussen gerefor
meerden en vrijzinnigen bij
voorbeeld. Prof. Berkouwer en
mijn man hebben elkaar daar
ontmoet en er is vriendschap
uit gegroeid."
Ze vindt het leuk, dat be
wust een vrouw in de redactie
is gekozen. „En doordat ik re
monstrants ben zijn ook de
kleinere kerkgenootschappen
vertegenwoordigd. Maar daar
zorgt ook ds. H. Johannes uit
Amsterdam-zuid als lutheraan
voor.
Als ik het gevoel heb, dat
het werkelijke christendom
klinkt, dan is het goed, dan
denk je wel over bepaalde
dingen anders, maar dan kan
het je op een moment niet
schelen, dat het anders wordt
gezegd. Misschien denk je op
een ogenblik: dat had ik an
ders gedaan. Maar vroeger
zijn we daar zo erg over ge
vallen.
Het is een kwestie van groei
van gedachtenwereld en groei
van geloofsovertuiging.
Bevordering
Vanuit de vrijzinnige hoek
heb ik bewondering voor de
voortrekkers in de gerefor
meerde wereld, die hebben
getracht he'c volle pond aan
ons vrijzinnigen te willen ge
ven. Wij begrijpen heel goed,
dat zij er interne moeilijkhe
den voor over hebben. Wij ko
men uit zo'n andere hoek.
Voor de gereformeerde
broeders is het niet eenvou
dig. maar voor ons ook niet.
Wij krijgen net zo goed op
ons kop", bekent mevrouw
Van Holk.
De Protestant De Weg zal
maandelijks verschijnen in
een omvang van ongeveer
twee maal de dikte van de
huidige Protestant, waarvan
het maartnummer zestien pa
gina's telt. Het gezamenlijke
adres van redactie en admi
nistratie is: Prins Hendriklaan
10a, Utrecht, het gironummer
25214. Het abonnementsgeld
bedraagt 10 per jaar.
Voor de abonnees van De
Weg is er een tussenregeling,
Die be'calen dit jaar 6. om
dat hun blad goedkoper was,
maar het volgende jaar 10.