JAN H. DE GROOT:
een spontaan en fel dichter
OPINIE
KaMER~
MUZIEK'
Kanttekening
Protest en protesthouding
H"
N"
Amerika en Europa wenden zich
steeds meer van elkaar af
Waarom geen
drijvende Kamer?
Zeven dogen verder
ONRUST EN ONZEKERHEID
ZATERDAG 16 MAART 19
pSSENTlEEL voor mijn werk
en dus voor mijzelf is de
verwarring waarin ik verkeer,
nadat zoveel zekerheden des ge
looft onder onze voeten zijn
doorgebrand, zoveel heilige huis
jes zijn ingestort. Het beeld van
God en Christus ia bedorven en
ET ligt voor de hand. dat een tyd die zich kenmerkt door
een gemakkelijke publiciteit meer dan een andere moge
lijkheden heeft om een tyd te worden waarin protest en
demonstratie gemakkelijk worden beoefend.
De veronderstelling is niet gewaagd dat. indien men een
onderzoek zou gaan instellen naar de veelvuldigheid waar
mee thans woorden worden gebezigd die men enkele jaren
nog maar weinig tegenkwam, daarbij behalve het woord
„publiciteit" ook de woorden „protest" en „demonstratie"
zouden zijn.
Die woorden passen bij het beeld van deze tijd. Het is een
tijd waarin velen behoefte hebben zich „af te zetten".
Die velen hebben een wereld aangetroffen aan welker in
houd ze niets hebben kunnen doen. Het is een wereld met
gevestigde ordeningen, waaraan en waarin ze geacht worden
zich te zullen aanpassen en Inpassen.
Dit laatste nu beschouwen ze zelf heus niet als iets vanzelf
sprekends. Ze willen niet gevangen zijn in patronen aan
welker totstandkoming ze geen aandeel hebben gehad. Ze
willen Integendeel onbevangen in het leven staan.
kunnen ze van die bestaande ordeningen natuurlijk
niet zonder meer afstand nemen. Die ordeningen zijn cr
en leggen zich als regel ook dwingend op. Welnu, dan rest
voorlopig alleen de houding van het protest ertegen. En dat
protest wordt dan gewoonlijk langs de moderne weg van
de demonstratie tot uitdrukking gebracht.
Een protest, zo omschrijft het mijn woordenboek, is een
mondelinge of schriftelijke verklaring dat men zich tegen
een handelwijze verzet hoewel men die niet kan beletten.
Duidelijk is wel. dat in onze dagen het protest niet zelden
van aanmerkelijk wijder strekking is dan hier aangegeven,
en zich niet maar richt tegen een bepaalde handelwijze,
doch tegen de structuur van de samenleving als zodanig.
Duidelijk Is verder dat men ook niet tevreden is met de
erkenning van het onvermogen dat men iets niet heeft
kunnen beletten.
Integendeel, men tracht, vla het protest en ook via de demon
stratie. te geraken tot nieuwe situaties.
TT/" AT verder zichtbaar Is. Is dat het protest in onze dagen met
name wordt gevonden bij een deel van de studerende
Jeugd.
Ook dat Is niet toevallig. Zelfs wanneer men aanneemt dat
er heel wat protest-alleen-om-de-sensatie bij is, mag men
tegelijk aannemen dat er een brok verontrusting bij Is. Ver
ontrusting, geboren uit wetenschap en uit bewustzijn van
verantwoordelijkheid.
Daarnaast treft echter bij de jeugdige protestant niet zelden
gebrek aan kennis omtrent zaken waarover bij ouderen be
halve voldoende kennis ook voldoende zekerheid bestaat.
Dan is er heel wat geduld nodig om te trachten bepaalde
bestaande toestanden te verklaren, maar dat geduld is aan
de andere zijde van de tafel lang niet altijd aanwezig.
Daar is men veelal juist geneigd om dat geduld aan deze
kant van de tafel te zien als onzekerheid die de proteste
renden des te meer in hun protesthouding doet volharden.
TT ET is ook al weer niet toevallig, dat men de protesteren
den vooral vindt onder de beoefenaars van jonge weten
schappen, hetzij waarin zich spectaculaire ontwikkelingen
voltrekken, die de beoefenaars zelf bezorgd maken vanwege
de mogelijke consequenties, hetzij deze wetenschappen aan
leunen tegen de samenleving zelf en dan als vanzelf ertoe
brengen om de maatschappij te toetsen aan allerhande
wetenschappelijke bespiegelinge^ óver die maatschappij.
Maar waar het als regel jongelieden betreft die reeds enige
wetenschappelijke specialisering hebben ondergaan, missen
ze gewoonlijk de voldoend algemene blik die voor eenzijdig
heid kan behoeden.
Ze zijn trouwens niet vrij van gehaastheid om voorbij te *'en
aan begrippen die op zichzelf waardevol zijn, maar die zich
nu eenmaal moeilijk laten invoegen in hun eigen ideeën
wereld.
TS zo reeds het meer algemene beeld, wat óók duidelijk Is,
is dat binnen heel dit proces de kwestie-Vietnam is gaan
functioneren als wat men met een vreemd woord noemt een
katalysator. Hieronder verstaat men een stof die een be
paald proces hetzij vertraagt hetzij zoals in dit geval
bespoedigt.
Ook zonder Vietnam zou het protest er stellig zijn; daarvoor
behoort het nu eenmaal tot het beeld van deze tijd. Maar het
krijgt nu in het bijzonder gestalte met betrekking tot de
zaak-Vietnam en sneller en heviger dan zonder Vietnam
zou zijn geschied.
Dat daarin sentimenten meespreken ligt voor de hand en is
ook niet verwerpelijk. Maar die leiden wel tot een bepaalde
versimpeling van het probleem een versimpeling die bij
voorbeeld uitdrukking vindt in zekere bejegeningen waarvan
men de president der Verenigde Staten tot doelwit wenst te
maken.
Het probleem-Vietnam is reeds van heel wat wijder strek
king dan deze bejegeningen suggereren, omdat in dat pro
bleem zelf tot uitdrukking komt, hoezeer de politieke wereld
van vandaag gevangen ligt in een moeizaam bereikt en even
moeizaam gehandhaafd politiek evenwicht dat Amerika niet
verstoord wenst te zien.
Aan de plaatsing intussen van een probleem als dat van Viet
nam In het onvermijdelijke wijdere kader komt de protes
terende, oordelend vanuit zijn sentimenten, oorbaar op zich
zelf maar hem tegelijk beperkend in zijn blik, nu eenmaal
niet spoedig toe.
I-IET probleem, niet maar van Vietnam maar zoals het be
trekking heeft op de protesterende-in-het-algemeen. is
het probleem van de jongeman en de jonze vrouw voor wie
het een vraag is hoe het leven te leven, hoe van dat leven
zoals zij het om zich heen aantreffen de inventaris op te
maken, en hoe te streven naar verandering van wat voor
verandering in aanmerking komt. daarbij wat nogal eens
een heet hangijzer is al dan niet uitgaande van het be
staande.
Soms denk ik: hoe zou het over tien jaar staan met de
protesterende-van-vandaag.
Zal hy zich dan. wellicht „onder protest", hebben laten
opnemen in de gevestigde orde? Zullen zijn sentimenten dan
het karakter hebben gekregen van een medelijdenswaardige
frustratie? Of zal hy erin geslaagd zyn. veranderingen In
de maatschappu teweeg te brengen die hem misschien geen
algehele voldoening verschaffen, maar die hy toch als op
zichzelf nuttige verbeteringen aanmerkt?
Ook dit laatste Is zeker niet onmogelijk, al maakt de protes
terende-van-vandaag het de medemens zeker niet altyd ge-
makkeiyk. met genoegzame mate van redeiykheid aan het
waarheidsgehalte in zyn protest het oor te lenen.
Dan In elk geval moet het protest toch wel graag wat
méér zyn dan alleen een houding.
DIEMER
U'e hebben geen nieuwe be
trouwbare 'beeltenis' waarop we
onze hoop kunnen vestigen. We
hebben God voor onze privé wa
gentjes gespannen en de wielen
z(;n er afgelopen. Alle predik
heren zijn dichtzalvers geworden
van vraagstukken waar we niet
meer uitkomen."
In de moderne poëzie ziet
het er niet anders uit. Elke jonge
poëet houdt zich met de vragen
van mens en tijd en toekomst
bezig. Een toekomst die overi
gens geen perspectief meer biedt.
De jongere generaties leven bij
de dag en geloven niet meer in
morgen voordat die morgen
daagt. En wat biedt die? Elke
toekomstverwachting eindigt met
vandaag. Elke horizon is dicht
geklapt.''
In elk geval geven de
jonge dichters (de echte dan)
een verbluffend getuigenis van
onzekerheden, van smartelijke
onrust en wanhopige pogingen
vaste grond te vinden waarop zij
'hun huis kunnen bouwen'."
Deze ontboezeming van sde
dichter Jan H. de Groot (op 13
maart 67 jaar geworden) ontleen
ik aan een onlangs door hem aan
mij gerichte brief in verband met
de a.s. verschijning van zijn
jongste dichtbundel.
De Groot heeft namelijk op
vrijdag 8 maart in besloten kring
te Den Haag uit die bundel voor
gelezen. De flinke suite was hele
maal vol met aandachtig luiste
rende mensen uit en van buiten
Den Haag. Ook de Friese telefoon-
dichters waren er. Voor ons ou
deren was het een kleine feünie
van mensen uit de voormalige
Opwaartsche Wegen-groep, nu
historie geworden en bovendien
half vergeten.
„Doorgebroken"
De Groot is niet veel veran
derd. Vergeleken met de jeugd
portretten uit de jaren dertig is
hij nu zijn eigen vader gewor
den. drager van een goed ver
zorgde. pittige grijze sik. Een
non-conformist is hij altijd ge
weest. ook toen hij behoorde tot
de protestantse jongeren en lid
was van de Christelijke Au
teurskring.
Onder de invloed van ert mis
schien nog meer in de sfeer van
de theologie van Karl Barth, niet
het minst ook door zijn ver
zetswerk gedurende de tweede
wereldoorlog, is De Groot inder
tijd „doorgebroken". Na de oorlog
bleek hij niet meer te vinden
voor een specifiek christelijk ge
heten organisatie op literair ge
bied.
Vooral fel
De Groots dichtwerk (een klei
ne twintig bundels) wordt geken-
Naar aanleiding van Jan H. de Groot, SIGNALEN TEGEN
DE HEMEL, uitg. Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag,
45 bldz., 5.90.
Jan Hein de Groot
merkt door spontaneïteit en fel
heid. In het vroegere werk is er
veel blijmoedige levensaanvaar
ding, waarbij de spontaneïteit
overwoog. De jongst bundel,
eveneens uit spontane reacties
geboren, is vooral fel.
Hij opent met een zestal ge
dichten in vrije vorm tegen de
oorlogsmisdadiger Eichmann.
Dan volgen ettelijke vrije verzen
onder de titel Operatie X. De
Groots ervaringen als operatiepa
tiënt in de geneesfabriek,
doorspekt met politieke toespe
lingen.
Dit vers behoort tot de besta
van de bundel. Het begint zo:
ik ben geval X
operatiepatiënt
tussen 9999 andere
(of 10001, omdat ik dat
een mooi getal vind)
in deze geneesfabriek
ik werd tot lettertekens op
een ruitjeslijst
een nummer in de hoek
een dubbele kurve op
millimeterpapier
één rood één blauw.
Ik ontwaak in mijn zij
een oven van pijn
met protuberansen tot mijn
keel.
Ik moet nu de oude weg
van het hart verlaten
mij neerleggen in de berm
van mijn bed
niet meer met mijn adem
onderhandelen
mijn huid uit handen geven
de voeten strékken
mijn hoofd verliezen
geen gedachte komt meer
rond
De rest van de bundel wordt
gevormd door achttien „sonnet
ten tegen de hemel" en drie ge
dichten „strofen tegen de aarde".
De wereld na een atoomoorlog,
de aardbeving van Skoplje, een
gestorven oude man voor het
raam, nog eens de angst voor
een atomaire verwoesting, en
nog eens, opnieuw verbeeldingen
uit deze angst geboren, een
„psalm" voor schroothandelaar
Louis Worms, een felle aanval
tegen de dagsluiters, een bejaar
dentehuis aan de vooravond van
een ramp, nachtelijk gezoem van
autobanden als zang ervaren
dat zijn ongeveer de thema's van
deze tegen de hemel opgeschre
ven sonnetten. De „strofen tegen
de aarde" heten De jacht, De
wolfshond en De zwanen.
In 1949 schreef Heeroma aan
De Groot:
„Je hebt het als dichter al
tijd moeten hebben van de
momentane inspiratie. Daar
naast heb je ook altijd een
flinke erfenis aan traditionele
orde in je leven meegedragen,
want een bohémien ben je
nooit geweest. Het merkwaar
dige is echter dat er nooit een
volkomen harmonie heeft kun
nen groeien tussen de momen
ten der inspiratie en de mach
ten der traditie."
Onomkoopbaar
Met de betreurde Hein de
Bruin en wijlen Henk van Rand
wijk heb ik Jan de Groot voor
mijzelf altijd gerekend tot de
specifiek „onomkoopbaren" in de
Opwaartsche Wegen-groep. Mis
schien is hij de grootste indivi
dualist van deze drie.
Het leven op felle, spontane
reacties tegen bloeddorst, slecht
heid en onrecht, vooral op maat
schappelijk gebied, maakt De
Groots kracht als dichter uit,
maar de onmiddellijkheid van
deze reacties brengt inderdaad,
zoals Heeroma het op een andere
manier zei, een afhankelijkheid
mee van de momentane inspira
tie en een gemis aan bezonken
heid en distantie, die voor een
gerijpt meesterschap nodig zijn.
Dit neemt niet weg dat men
hier te doen heeft met een echt
levend mens, getuigend met een
eigen stem.
Dr. C. RIJNSDORP
TV/1EER en meer wenden
Amerika cn Europa zich van
elkaar af. Er is een tijd geweest,
dat de anti-Amerikaanse houding
van de Franse president de ande
re Europese lanen in de armen
van de Amerikanen dreef. Dit is
al geruime tijd niet meer het ge
val. Er zijn andere dingen. die«
verwijdering hebben gebracht.
En het is de vraag of dit proces
van vervreemding nog kan wor
den gestuit.
De Europeanen hebben hun be
zwaren tegen het Amerikaanse
Vietnambeleid en de interventie-
drang, die over het algemeen de
buitenlandse politiek van de Ver.
Staten bepaalt. Europa verdenkt
Washington er (wellicht terecht)
van, dat het een eenzijdige aan
dacht voor Azië heeft. Ook ver
moedt men in Europa, dat Ame
rika zich wil onttrekken aan de
militaire verplichtingen, welke
het in het kader van de Navo op
zich heeft genomen.
Van hun kant verwijten de
Amerikanen de Europeanen
provincialisme, waar zij wat
Frankrijk betreft bepaald wel
gelijk in hebben. Zij zeggen, dat
Europa niet meer interessant is
en dat het zo welvarend is ge
worden. dat het een groot deel
van de defensielasten in het ei-
ren werelddeel van Amerika be-
hoort over te nemen.
Er bestaat geen werkelijke dia
loog meer tussen beide continen
ten. De oprichters van de Navo
houden weliswaar nog contact
met elkaar, maar zij maken zo
schrijft Die Zeit de dienst niet
meer uit. De eendracht van de
oudste generatie politici
maskeert de reeds lang verdwe
nen samenwerking. In de afgelo
pen vijf jaren zijn de werelden
van Amerika en Europa sterk
veranderd.
De oorzaken van de verande
ring in Amerika zijn duidelijk: de
persoon van president Johnson,
de concentratie op Azië, de groei
ende binnenlandse moeilijkheden
en de dubbelzinnigheid van de
Amerikaanse ontspanningspoli-
tiek. Deze is gericht op handha
ving van de status quo. van de
bestaande toestand in Europa en
wekt reeds om die reden arg
waan. niet alleen bij de West-
duitse kanselier Kiesinger.
Johnson heeft volgens genoemd
blad geen feeling en geen voor
liefde voor Europa, zoals andere
presidenten voor hem. Hij kent
het van enige korte reizen, maar
met Europese leiders heeft hij
geen contact. Johnson kan bij
wijze van spreken vijf uur achter
een met een Europese bezoeker
spreken, zonder vragen te stellen
naar de onwikkelingen in de „ou
de wereld".
Azië is het toneel van de grote
gebeurtenissen. Niet alleen van
wege de gevaren, die uit China
en Vietnam dreigen, maar vooral
ook om de opwindende perspec
tieven die zich daar openen. Het
Duitse economische wonder ver
bleekt in Amerikaanse ogen bij
de opkomst van Japan. Dit land
zal West-Duitsland binnenkort
als industriestaat van de derde
plaats verdringen. In 1975 zal Ja
pan naar verwachting tweemaal
zo belangrijk zijn als welk Euro
pees land ook.
De fantasie van de Amerikanen
wordt beziggehouden, aldus Die
Zeit. door de visie van de Stille
oceaan als tweede „binnenzee"
naast de Atlantische. Europa
wordt een mooie streek, die men
bezoekt en waar men investerin-
gën verricht. Maar een ambte
naar van State Department of
Pentagon, die carrière wil ma
ken, laat zich er niet graag heen
sturen. Er is geen nieuw isolatio
nisme. maar Amerika is meer
met zichzelf bezig dan.ooit:sinds
1945.
Een storende factor is ook de
dubbelzinnigheid van de Ameri
kaanse ontspanningspolitiek. Drie
scholen zouden verschillende in
zichten verdedigen. De ene is te
gen concessies aan Moskou, die
de status quo in Europa verster
ken en als reactie daarop de Eu
ropese landen tot bilaterale on
derhandelingen met Oost-Europa
kunnen aansporen.
De ontspanningspolitici zien dit
laatste gevaar ook, maar houden
niettemin vast aan de bestaande
toestand. Een derde groep, tot
welke ook minister van buiten
landse zaken Rusk zou behoren,
neemt een tussenstandpunt in.
In Europa zijn de veranderin
gen nog sterker geweest. Bekijkt
men ons werelddeel door de ogen
van Amerikanen, dan verbaast
men zich niet meer over het bre
der worden van de Atlantische
oceaan, zo schrijft bedoeld blad.
Frankrijk, dat provoceert, wordt
in Washington genegeerd. Enge
land is niet in staat zijn proble
men op te lossen. Ook de be
langstelling voor West-Duitsland
is sterk verminderd, vooral sinds
Berlijn niet meer wordt be
dreigd.
Amerika verwijt Europa, dat
het zich niet aaneensluit om op
het wereldtoneel een belangrijke
rol te spelen. Het ziet zijn strate
gische. technologische en politie
ke overwicht steeds groter wor
den. Intussen zijn de Europeanen
te fantasieloos om hun krachten
te bundelen en zich zo tot een
werkelijke bondgenoot van de
Ver. Staten te maken.
Het ontbreken van een dia
loog met hun Europese bondge
noten wijst erop. dat Amerika
zich niet op zijn gemak voelt.
Het heeft echter ervaren, dat een
gesprek met het huidige
West-Europa niet lonend is. pat
verleidt tot onbillijke reacties. Zo
wijt men wel het falen van Ame
rika in Vietnam aan het ontbre
ken van Europa op het wereldto
neel.
Anderen vinden de Europeanen
lasting en onverbeterlijk. Zii
vragen steeds nieuwe garanties,
zonder zelf een zinvolle defensie-
bijdrage te leveren. Zij vrezen
een verharding van de Russisch-
Amerikaanse betrekkingen maar
evenzeer een ontspanning in die
relaties. Zij verwijten tenslotte
de Amerikanen een streven naar
overheersing, terwijl zij zelf niet
in staat zijn, zich onafhankelijk
te gedragen.
De vraag hoe het verder zal
De oorlog in Vietnam. Ameri
kaanse militairen brengen een
gewonde kameraad in veiligheid
Het gevaar blijft echter dreigen,
met name in het noorden van
Zuid-Vietnam.
gaan, wordt actueel als een ande
re president dan Lyndon B.
Johnson in het Witte Huis komt.
De verbintenis met Europa zal op
de een of andere manier blijven
bestaan, maar zij zal een ander
karakter krijgen. Veel zal afhan
gen van de vraag, hoe lang de
provocerende politiek van Frank
rijk nog zal duren.
En ongetwijfeld zullen de ge
beurtenissen in Oost-Europa,
waarover nu nog weinig met ze
kerheid valt te zeggen, grote in
vloed uitoefenen op de verhou
ding tussen Europa en Amerika.
„Het Zweedse parlement
zal voor langere tijd een
merkwaardig domicilie
krijgen, namelijk een pas
sagiersschip. Het gebouw
van de Rikstag moet gron
dig verbouwd worden,
daar er in de toekomst in
het parlement een éénka
mer- in plaats van een
tweekamerstelsel komt,
met een aanmerkelijk gro
ter aantal gedeputeerden.
Een commissie van het
parlement is naar Londen
gevaren om het passa
giersschip Caronia van de
Cunardlijn te bezichtigen.
Het ligt namelijk in het
voornemen om dit schip
te charteren en in Stock
holm als parlementsge
bouw te laten fungeren.
Het zal dan in het Malar-
meer komen te liggen" (be
richt uit „Het Parool)".
Zo'n nieuwtje zet je aan het
denken. Weliswaar zijn we in
dit land nog lang niet toe aan
een éénkamerstelsel. Ik betwij
fel trouwens of het ooit zover
zal komen. Maar los daarvan
moet de Tweede Kamer zich
toch eens afvragen of het
geen tijd wordt naar een an
der onderkomen uit te kijken.
Let wel, het Binnenhof is
me bijna heilig. Een Tweede
Kamer zonder Binnenhof lijkt
me minstens zo absurd als een
CHU zonder Tilanus. Maar we
moeten ook aan de toekomst
denken. Als de statistici zich
niet op de werking van de Pil
verkijken, zitten we hier rond
het jaar 2000 dicht in de buurt
van de 20 miljoen inwoners,
en die kunnen natuurlijk
nooit door 150 Tweede-Ka
merleden vertegenwoordigd
worden. Binnen 30 jaar moe
ten daar zeker 50 alOO bij.
In caravan
Zo'n gezelschap kan het
voormalige paleisje van stad
houder Willem V onmogelijk
meer bergen. Kamerleden,
personeel, pers en publiek
puilen er nu al uit, de aan
bouw van een nieuwe vleugel
ten spijt. Met hangen en wur
gen heeft men de groep-Aar-
den en voorlichter Van Berkel
nog een eigen kamertje kun
nen verschaffen, maar de el
lende zou niet te overzien zijn
als b.v. de groep-Boersma of
de proep-Schakel onverhoeds
van de AR*fractie zouden
afschilferen. Die moeten hun
fractievergaderingen dan
maar in een caravan op het
Binnenhof houden.
Honderd Kamerleden erbij
betekent: uitbreiding van de
griffie, meer fractieassisten
ten, meer bodes, obers, ser
veersters en werksters. Waar
laat je ze. De groeiende ver
zorgingsstaf zal de nevenver-
trekken opslokken, die de Ka
merleden zelf hard nodig heb
ben. Eigenlijk zou elk Kamer
lid een eigen optrekje moeten
hebben, om te studeren, een
speech voor te bereiden, de
post af te werken, bezoekers
te ontvangen, desnoods een
dutje te doen op een luchtbed.
Misschien komt dat nog, als de
Raad van State, Verkeer en
Waterstaat en Binnenlandse
Zaken hun verblijfplaats op
het Binnenhof aan de Ka-
mer(s) zouden afstaan.
Vergaderzaal
Het parlementaire ruimte
probleem van de toekomst zit
HET IS NIET de week van
de grote beslissingen, maar
er hangt de wereld wel het
een en ander boven het
hoofd: een dollarcrisis, een
zwenking naar meer demo
cratie in Oost-Europa, een
herziening van de Ameri
kaanse Vietnampolitiek, in
eigen land regeringsmaatre
gelen uit bezorgdheid over
onze economie onrust en
onzekerheid allerwegen.
In Vietnam begint het grootste
Amerikaanse offensief van de
hele oorlog. Geruchten over een
invasie in Noord-Vietnam wor
den tegengesproken. Twijfel rijst
over het Tonkin-incident,
startsein voor de uitbreiding van
de strijd.
Deze twijfel is mede een voe
dingsbodem voor de kritiek van
hoogleraren en studenten in ons
land. waar met de steun van
sommige Kamerleden de leus-
„Johnson oorlogsmisdadiger"
steeds luider weerklinkt. Studen
ten horen er in Utrecht een boete
voor eisen. De Eerste Kamer is
het in meerderheid met minister
Polaks vervolgingsbeleid eens. De
kwestie van de belediging van
een bevriend staatshoofd wordt
intussen bestudeerd.
De goudkoorts woedt in wilde
aankopen, vooral in Londen. Op
Amerikaans verzoek gaat de
beurs daar een dag dicht. Ameri
ka verhoogt het disconto. De
gouverneurs van eeri aantal nati
onale banken steken de hoofden
bij elkaar.
Warschau en Praag: in de
Poolse hoofdstad gevechten tus
sen studenten en politie om de
geestelijke vrijheid, en van rege
ringszijde nogal eens een antise
mitische, op zijn minst anti-zio
nistische uitlating in Praag
een postume hulde aan de demo
craat Masaryk. zuivering van de
stalinistische gelederen rondom
president Novotny. beloften van
herstel der parlementaire demo
cratie.
Verder in de wereld: uitvoe
ring van doodvonnissen én gratie
verlening aan veroordeelden in
Rhodesië zijn even zovele klap
pen in het gezicht van Londen.
De voorverkiezingen in New
Hampshire worden een succes
voor vredeskandidaat Eugene
McCarthy. Robert Kennedy wei
gert Johnson te steunen. Grie
kenland gaat 1 september stem
men over een nieuwe grondwet.
De Franse chef staf, generaal
Ailleret, verongelukt in Réunion.
Mansholts plan om Europa's bo-
teroverschot kwijt te raken, stuit
op tegenstand. Mauritius, arm en
innerlijk verdeeld, wordt
zelfstandig.
Om maar weer met het aardse
slijk te eindigen: bij Philips
stijgt de winst over 1967 met 2
procent tot 355 miljoen gulden
netto; de leraren krijgen eenvou
diger salarisschalen en de stu
denten een hogere toelage; som
mige branches hebben het op de
voorjaarsbeurs niet best, maar de
directie constateert een alweer
voorbijgaande recessie; de huren
van ongesubsidieerde woningen
mogen 1 april maximaal 4 pro
cent omhoog, en de regering
vindt drastische werktijdverkor
ting een bedenkelijke zaak, die
de „ruimte" in 1969 ernstig doet
slinken.
DEZE WEEK GEZEGD:
„Dit is de actie van de le
ken. Als het van de
ambtsdragers had moeten
uitgaan, was „Kom over de
Brug" mislukt." (Wika Th. J.
Rijks)
'm vooral in de vergaderzaal
Die is nu voor 150 leden ei
genlijk al te klein. Dat mer\
je bij belangrijke debatten
Als iedereen present is, d
groene driepersoonsbankjt
uit hun voegen barsten, d
ambtenarenloges er uitzien al
zwaarheden perenbomen, d
staatssecretarissen achter d
regeringstafel het betreurei
dat ze geen klapstoeltje va
thuis hebben meegenomen, d
tribunes op instorten staan e
een kwart van de parlemen
faire pers vertwijfeld naa
een staanplaats zoekt, besef j
dat griffier Schepel ge kwelt
wordt door nachtmerries ove
het jaar 2000.
Tegen twaalven heeft el)
normaal mens in de Kame
hoofdpijn van de lijf- en an
dere luchtjes. De ventilatie i
om te huilen, de atmosfeer zi
droog als woestijnzand. Geer
wonder dat Kamerleden zo
veel drinken. Een beten
luchtverversing lost niets op
Een verbouwing, di
hoogstens een paar mete
ruimtewinst zou betekenen
nog minder. De vroegere stad
houderlijke balzaal is char
mant en knus, maar te oud e:
veel te benauwd voor een mo
dern parlement van straks 25
man.
Overkap het Binnenhof
je hebt een nieuwe, ruim
vergaderzaal. Dag Ridderzaa
dag Prinsjesdag. Nee, van t"
soort misdaden tegen histori
en traditie zijn we in dit lan
nog net niet gediend. Ee
nieuw parlementsgebouw
dan? Natuurlijk, maar waar
Op het Malieveld? Zolang e
nog mensen rondlopen me
dierbare herinneringen aan d
pro-Oranje-anti-Troelstra-ma
nifestatie van 1918, hoeven
daar niet over te piekeren.
Nieuw-Amsterdam
Om het in Kamerstuk
kenstijl te zeggen: na zorgvul
dige afweging van alle voor
en nadelen zijn we tot de con
clusie gekomen, dat h«
Zweedse voorbeeld ten onzen
navolging verdient. Het Rijl
moet de Nieuw-Amsterdai
(die toch z'n beste tijd geha
heeft) aankopen en inrichte
voor de Tweede Kamer. D
moet 'r dan wel permanei
gebruik van maken, want
verbouwing van het schl
gaat een slordige 50 miljoe
gereserveerd voor Eerste Ki
mer, kabinet en natuurlij
voor Prinsjesdag.
De voordelen van het pla
zijn overweldigend, vooral a
de Kamer om het half jaa
van Rotterdam naar Amster
dam zou worden versleep
Rotterdam heeft na de neder
laag tegen Ajax (pardon, w
doen niet aan zondagssporl
en de technische storingen i
de metro een moreel opkik
kertje nodig. En Amsterdai
is volgens de weekbladen toe
al het officieuze politieke een
trum van Nederland. Dl
faam krijgt dan door de half
jaarlijkse logeerpartij van d
Kamer nog een extra glansj
Beide steden zouden dan oo
eens worden afgeholpen va
het ellendige minderwaard^
heidscomplex jegens „De
Haag", dat geen Europoort e
geen Schiphol heeft, maar w<
over de centen gaat.
Frustraties
Als het weer mooi en de zt
vlak is, mag de Kamer zie
wat ons betreft best buiten
gaats wagen. Liefst niet bui
ten de territoriale waterei
want dan schepen we dr. Va
Raalte op met het probleem
de aangenomen wetsontwel
pen wel rechtsgeldig zijn. Dt
alleen maar een beetje heen
en weer varen voor de kus
onder de hoede van een stevi
ge torpedobootjager om de
monstrantenschepen op ee
afstand te houden. De zeewir
zal kalmerend op de gemoede
ren werken en de frustrate
uit de parlementaire breine
wegblazen. In een licht-de
nende vergaderzaal zullen al
politieke tegenstellingen t(
offer vallen aan een zielenzu
verende zoutwaterromantie
Wie praat dan nog ovi
linkse of rechtse concentrj
ties? De hele Kamer zal
grote concentratie zijn. wal
een schip is een gemeenscha |j
Iedereen is op iedereen aang«
wezen, vooral in de ure d
gevaars als de stormwir
plotsklaps opsteekt, de brai
ding gevaarlijk dichtbij kom
dokter Lamberts zich naf
zeeziekte SGP-ers spoedt,
ter Stokman de P$P de bied
afneemt, D'66 al in de rei
dingsboten kruipt en alleen
AR-fractie saevis tranquilly,
in undis blijft. Hoewel, vli 5
ook kapitein ter zee De Joi
niet uit. die dan in een lef
vergaderzaal kalm en waard 1
op de indringende vragen vs e
VVD's vice-admiraal Koudi t
zal blijven antwoorden. i
We mogen Zweden dan)
baar zijn. Het land heeft m«
te bieden dan blootcultuur
hoge zelfmoordpercentages.
J. Prillivi