Ook beroepsopleiding voor vrouw van 40 BLAD ZIJ Mode-van-nu kan ook draagbaar zijn OLIE UIT KATOEN Overheid betaalt I nu Muzikale opvoeding van jonge kinderen dialoog ZATERDAG 2 MAART £ELFS al bent u „veertig plus", mevrouw, dan kunt u nog opgeleid worden voor een beroep. Of u gehuwd dan wel ongehuwd, kostwinster of niet bent, dat speelt in deze tijd van gelijkberechtiging geen enkele rol; wél de leef tijd, u moet wel tussen de achttien en vijfenvijftig jaar zijn. „Het leven begint bij veer tig" behoeft niet langer een loze kreet te zijn. In Amster dam heeft een kleine voor hoede vrouwen de Vakoplei ding voor Volwassenen ge volgd na keuring en een test. De overheid betaalde de kos ten en gaf bovendien een loondervingsvergoeding. Moederverpleegster-A, kan haar wijkaantékening be halen ook als vader een goed inkomen heeft op rijks kosten. Een journaliste die voor haar beroep meer waard is met een rijbewijs, zou dat eveneens kunnen halen bui ten de huishoudbeurs om. Al les op kosten van het minis terie van sociale zaken. „De bedoeling van de minister? Inschakeling ol omschakeling in het arbeidsproces. Ophalen van beroepskennis valt daar ook on der." zegt de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Rotterdam, ir. A. J. de Wildt. „In de praktijk wordt daar nog maar weinig gebruik van ge maakt. Op een aantal plaatsen op de arbeidsmarkt komen we de gehuwde vrouw tegen. Overspannen Voor de vrouw is er, wat be treft Rotterdam, nog altijd een overspannen arbeidsmarkt! Per Wie mocht menen dat ka toenzaad bestemd was voor onze lakens, zomerkleding en regenplunje heeft het mis. Het is zelfs mogelijk dat de boter ham, die u zojuist voor uw hongerlap smeerde, bestreken werd met een katoenprodukt. Uit katoenzaad wünt men na melijk olie. In Nederland, België, de Bondsrepubliek, Zweden en Engeland blijkt een goede vraag naar ruwe en halfgeraf- fineerde katoenolie. Japan wil uitsluitend zuivere katoenolie hebben. Deze olie wordt in ons werelddeel gebruikt bij de vervaardiging van margarine. De Jappen maken er mayo naise van. Dit blijkt uit een marktonderzoek waarom Ni caragua vroeg. Jammer is dat de ontwikkelingslanden zelf nauwelijks de ruwe katoenolie kunnen zuiveren. Loop eens binnen bij het gewestelijk arbeidsbureau. januari 1968 was er een gere gistreerde vraag naar 2053 vrou wen, waarvan 970 jonger dan 19 jaar. Daaronder zijn bijvoorbeeld negen apothekersassistenten, drie entwintig telefonistes, honderd typistes, tien directiesecreta ressen, 177 naaisters. Er zijn 521 vacatures voor kantoor-, en on derwijzend personeel, waarvan 148 jonger dan 19 jaar dienen te zijn. Je vraagt je af: zijn er in heel Rotterdam geen negen apothekers assistenten die dat voor haar huwelijk ook waren, bereid die plaatsen te vullen? Zijn de werk gevers bereid, met part-time krachten te werken? Weten zij voldoende van de mogelijkheden en de moeilijkheden van de wer kende vrouw? Wordt het ar- beidsbestand dat bestaat uit ge huwde wouwen wel voldoende benut? Bereidheid Er blijkt zij het soms aarze lende bereidheid ln het be drijfsleven tot opname ln het ar beidsproces van de gehuwde vrouw. Drie jaar geleden werd een Stichting tot onderzoek van de arbeidssituatie in het Rijn mondgebied opgericht, die ln Ja nuari 1965 een studie maakte van de gehuwde werkende vrouw. Haar arbeid heeft voordelen voor haar gezin (opheffen van gevoe lens van eenzaamheid of doel loosheid) en positieve gevolgen voor de welvaart. Zelfs indien een klein deel der gehuwde vrouwen buitenshuis zou gaan werken, zou daardoor het nationale inkomen niet on aanzienlijk verhoogd worden: el ke tien procent der ruim 2V* mil joen gehuwde vrouwen die slechts part-time zouden gaan werken, betekent een toename met ruim drie procent van de full-time beroepsbevolking, dat is verhoging van produktiviteit, van het nationaal inkomen of moge lijke verkorting van de werk week bij gelijkblijvend nationaal inkomen. Reële mogelijkheden voor de vrouw noemt het rapport onder meer: het bewaken van half- en volautoma tische processen, la boratoriumwerk (in de petro-chemische sector) „hun nauw gezetheid maakt hen hiervoor zeer ge schikt". Arbeid in de metaalsector: fre zen, boren, honen, draaien, monteer-, boor- en tap werk noemt het rapport eveneens een moge lijkheid, want dit geldt niet te zware arbeid met een tamelijk routine karakter. Dat in de elektro-technische en elektronische industrie gunstige ervaringen werden opgedaan met de vrouw als werkneemster is voldoende bekend, (o.a. bij Heemaf, Hazemeijer, Standard Electric, Philips). Vrouwen zijn voor dit soort arbeid beter geschikt dan mannen door hun fijnere vingers en grotere nauw keurigheid, terwijl ze bovendien beter reageren op kortcyclisch routinewerk. Als assistente van een fa brieksbaas zou ze op haar plaats zijn. Ook arbeid in vliegtuigin dustrie, polyester- en glasvezel- verwerkende industrie en draad- verwerkende industrie is geschikt voor de vrouw, want het gaat om schoon en licht routine werk, aldus drs. R. F. Geijer. Crèche Op 19 oktober 1966 werd een forumdiscussie voor het Rijn mondgebied gehouden waarbij een groot aantal bedrijven werd uitgenodigd. Men toonde veel be langstelling voor de arbeid van de gehuwde vrouw. Dat men zich in de bedrijven nu wezenlijk met alle facetten van de vrouw in het arbeidsproces is gaan bezighou den, is niet juist. Er zijn geen speciale wervingsmethoden, ge richt op de (gehuwde) vrouw. Eén bedrijf in Rotterdam had een crèche, zodat moeders hun jonge kinderen bezorgd wisten; maar dan moest zij al om half acht v.m. aanwezig zijn, u voelt de moeilijkheid. De crèche werd dan ook opgeheven, is trouwens voor de werkgever een kostbare zaak met de nodige voorzienin gen en geschoold personeel. In Zweden daarentegen is het nu normaal dat moeder haar kinde ren naar een crèche brengt. Er zijn hoegenaamd geen weerstan den meer; overheid en bedrijfsle ven hebben die mogelijkheid geschapen. Ook technisch De gehuwde vrouw zelf staat bij ons niet te dringen om een baantje. De latente bereidheid tot werken bij de vrouw als het haar aangeboden werd op een presenteerblaadje zou ze wel wil- Dat mode-van-nu ook heel draagbaar kan zijn laten we u hier zien. Links een slank af kle dende wollen tailleur. De geraffi neerde belijning wordt door sier8tiksel geaccentueerd. Let op hoed en blouse, beide van zuiver imprimè. Voor de maten 44 - 48. Rechts de cape, elegant, zwie rig, modern en makkeliju te ma ken. Deze is vervaardigd van een blauw-grijze wollen double-face stof. Hierbij de correcte over hemdblouse en (hoera!) een rok waarmee je ook als je zit keurig bent dankzij de ingestikte plooi en. Ceintuurs worden veel gedra gen op de rok. Maten 38-42. U kunt beide modellen bewon deren in de (vijftiende) Margriet modeshow die op tournee is in den lande tot en met 4 april. Bij dit derde lustrum kunnen knip patronen van de geshowde mo dellen in de zaal besteld worden. len wordt niet gestimuleerd. De werkloosheid wordt er niet groter door. Het gaat om ar beidsplaatsen, waarvoor geen of onvoldoende mannen beschikbaar zijn of om specifiek vrouwelijke beroepen. Maar voor u die wèl wilt, die kunt organiseren, ge zond bent, het goed met uw man kan vinden, kinderen hebt die u een tijd van de dag missen kun nen vertellen wij het nog eens nadrukkelijk: in principe is het mogelijk om u te laten scholen of bijscholen op rijkskosten. Hebt u ambitie, maak dan de gang naar het arbeidsbureau dat u er alles over kan vertellen, desnoods op de avondspreekuren samen met uw man. Van het be drijfsleven uit gezien: een lege stoel of machine kost geld, bui tenlandse arbeidskrachten zijn duur. Ook technische scholing is voor de vrouw mogelijk. Weinig vraag De Vakopleiding voor Volwas senen heeft ruime aandacht. Er zijn zelfs drie scholingsmaatrege len: de vakopleiding voor mensen zonder ervaring, een opleiding in het bedrijf met een „trai ningstoeslag", (bijvoorbeeld in de kantoorsector van een beetje ni veau,) en vrij recent: de studie kostenregeling, waarbij iemand, dus ook een vrouw van veertig, op kosten van het ministerie van sociale zaken een opleiding kan volgen. In theorie is dat laatste moge lijk, in de praktijk is er nog wei nig vraag naar. Wie zo graag een baan erbij wil, hoeft niet langer Ergens heeft men u nodig: het Geweste lijk Arbeidsbureau weet waar, óók alles over opleiding, scho ling en de financie ring daarvan. te mopperen, vraag eens voorlich ting bij het arbeidsbureau! De emancipatie is niet in één dag gegroeid en heeft tijd nodig. Als wij bereidheid tonen, blijkt het bedrijfsleven veelal ook een stap te willen doen in de goede richting. Bereidheid maar wil len we écht? Mogelijkheden zijn er! Voorbeeld: Mejuffrouw C. G. Lub, personeelschef van de NV Nederlandsche Kroonkurk- maatschappij in Rotterdam, plaatste dertig vrouwen als part-time krachten in drie ploe gen, ochtend-, middag- of avond. Voor de avonduren bleken wedu wen en ongehuwde moeders ge porteerd. De eerste twee maanden is het verloop heel hoog, daarna blijkt de gehuwde vrouw verknocht aan haar groepje. Het bedrijf heeft begrip voor redelijk verlet in verband met de gezins-situatie (een kind dat ziek is, extra va kantie in de schoolvakanties). Dat regelt de hoofd juffrouw alle maal en het loopt tamelijk soe pel. "FEN paar weken geleden kreeg ik een heel aardige brief van iemand die me hier nog nooit schreef. Als zij de naam van de straat, waarin zij woont zou willen schrijven, zou ik haar eens kunnen antwoorden; want al is haar dorp misschien niet groot, ik durf toch echt niet me vrouw Die te Daar en Daar te zetten, stel je voor dat het he le zaakje bij een schoonzuster terecht komt. Maar een leuke brief wès het; het was een brief van iemand, die zelf vaak schrijft aan kin deren overzee. Er stonden een paar vragen in: of ik geleerd heb om brieven te schrijven? Nee, nooit. (Bewijst uw eigen brief niet dat je er niet voor hoeft te leren? Er zijn ook ijselijk geleerde mensen die hoegenaamd niet kunnen praten op papier.) En nog een vraag: Overweegt u wat u schrijft? Nou en of. Die vraag heeft deze week in me geklonken, gelooft u dat maar. Want niet voor niets begon ik de vorige keer te praten over moe ders die nu ze eenmaal moeder zijn, moeten meedenken met hun kinderen en daar vaak geen lust toe hebben. Hoe komt dat toch? Ik zal met deze vraag moeten beginnen, wil ik grotere vragen beantwoorden. Is het waar dat de getrouwde vrouw nu ze na eeuwen voor ne gentig procent vrij is van zwoegen en sloven (de vrouw in Europa en daaromtrent dan), lui is? Moet zij, nu niet meer zo bedreigd door sterfte in het kraambed en ziek ten van haar kinderen, een paar generaties uitrusten? Is zij soms van nature uit op knusheid, heeft zij met opzet die traplopers, beur-' ka Als onze kinderen erg druk zijn, zet ik weieens een klassieke plaat op. U kunt me geloven of niet: ze worden er rustig van. Let u maar op, veel kleine kinde ren houden van muziek. Als ze heel jong zijn bewegen ze mee op het ritme. Nu neemt het muziekonder- richt in Nederland nog riiet zo'n grote plaats in bij de opvoeding, vooral niet van de kleuters. In de Vandaag vóór- en tegen standers van tv aan het woord. Op één ding wilde ik u nog wijzen: velen van u schreven dat als zij op bezoek gaan, daar vaak de tv aan blijft zo dat er zo van praten niet veel te rechtkomt. Dat ligt beslist niet aan de tv maar aan de mensen waar u komt. Gewoon een kwestie van beleefdheid om de knop om te draaien „Wij zijn van plan een tv te kopen in hoofdzaak vanwege het feit dat de kinderen nogal eens het huis uit gaan om bij anderen te kijken" zegt de heer K. te H. „Voor we het toestel kopen, willen we eerst nog eens praten met onze kin deren. Wij willen, behoudens het nieuws, in geen geval elke avond kijken, maar voor een paar avonden per week echt kiezen. Voorts hebben we nog een bezwaar om elke avond te kijken, terwijl er nog jonge kinderen bijzitten. Er zijn uit zendingen waarbij de moraal te enenmale ontbreekt. Vaak hoor ik op kantoor de opmer king: „De tv-programma's wa ren weer niets gisteravond. Betaal ik daarvoor mijn kijk geld?" Dan denk ik bij me zelf: waarom kijkt u dan de hele avond? Overigens hoop ik toch dat wij bij verstandig gebruik nog wat plezier van de t.v. mogen hebben." Creatief „In ons gezin doen we het nog zonder t.v. doordat de kinderen veel knutselen en zich echt nooit vervelen" al dus mevrouw H. te H. „Ik ben dankbaar dat ze creatief zijn. Daar zou de tv afbreuk aan doen. Wanneer we als gezin er op uittrekken of als de kinde ren buiten spelen zou er ook misschien nog rekening mee gehouden moeten worden om voor een bepaald programma op tijd thuis te zijn. Nee, voor ons voorlopig nog geen tele visie!". Mevrouw M. te G. haakt erop in: ,,'k Geloof dat als je geen tv hebt, de kinderen niet meer mee kunnen praten met 'hun vriendjes, of ze worden erg uithuizig. Ik heb altijd vriendjes of vriendinnetjes in huis. De kinderen lezen nu wel minder dan vroeger, maar de kijk op aardrijkskunde, ge schiedenis, is door het beeld véél duidelijker voor de kinde ren geworden." Meegevallen „Zo lang mogelijk 'heb ik getracht de televisie te we ren" begint mevrouw W. te H. „Ik was bang dat de studie van onze drie kinderen er on der zou lijden. Het is me alle maal erg meegevallen. Onze zoon, toen in de vierde klas lyceum, was zelf zo verstandig om zich eerst met zijn huiswerk bezig te houden. Daarna moest hij nog zo veel lezen dat er van tv-kijken weinig meer kwam. Het inte resseert hem ook niet, dus was mijn vrees ongegrond. De twee jongere kinderen hebben zo hun „eigen" programma's. Het ligt natuurlijk aan mezelf of ze op tijd naar bed gaan en dat gebeurt dan ook altijd wel. Ze lezen ook nog altijd veel, zoals zij gewend waren. Ik vind wel, dat sommige pro gramma's die voor kinderen uitgezonden worden helemaal niet voor hen geschikt zijn, zoals bijv. „De drie muske tiers." Geen probleem Mevrouw S. te R. maakt van het tv-kijken geen pro bleem: „Wij hebben twee jon gens die hard moeten leren en daarom kijken we alleen vrij dags- en zaterdagsavonds. Als er tenminste programma's zijn die iedereen leuk vindt, echt dus voor ontspanning. Dat zijn gezellige avonden, waar we echt iedere week naar toe leven. Zo blijft er voor ons ook tijd voor andere dingen." De heer S. te P. is een paar maanden in Amerika geweest en vindt dat de tv-uitzendin- gen daar veel beschaafder wa ren dan hier. „Ik vroeg mijn dochter eens een uitzending voor mij op te zoeken met veel „bloot". Zij keek mij vanzelf wat verwonderd, mis schien wel een tikkeltje beschaamd aan, maar slaagde er niet in om aan mijn wens te voldoen, ondanks de zeven stations die zij kan krijgen. Ik heb haar gezegd dat in Neder land nog al eens wat wordt uitgezonden dat in feite niet door de beugel kan. Meer kwaad Zotternij en spotternij ge ven menigmaal een zodanige aanstoot dat het klachten re gent. Mijn mening? Ik vind dat de tv meer kwaad dan goed doet. De enkele te waar deren uitzendingen wegen bij lange na niet op tegen het ve le dat te laken is. De opvoed kundige waarden van de tv zijn praktisch nihil, zoniet dikwijls positief fout. En de ouderen en oudsten? Och ar me „tijdverdrijf". Eén van mijn vroegere dominees zei eens op de kansel: „Zolang je niet weet in leven en sterven het eigendom van Christus te zijn, heb je nog zoveel te doen, dat „tijdverdrijf" een duivels woord is." Lawaai „Het is jammer" zegt me vrouw G. te H. „dat de mensen die geen tv hebben maar alleen radio, nu stiefkin deren zijn geworden. Want een mooi christelijk hoorspel is er niet meer bij, zoals b.v. „De jeugd vliegt uit". Ook heb je dikwijls last van de buis van de buren. Je kunt je krant vooral 's zaterdagsa vonds niet lezen, zo'n lawaai maakt die tv. Wordt er nog wel rekening gehouden met mensen, die niet voor de kijk kast zitten?" De heer S. te H. en zijn vrouw kijken graag, hij heeft alleen één bezwaar: „Bij bui tenlandse film kun je door een witte achtergrond vrijwel nooit de onderschriften lezen. Odk de grote snelheid van het onderschrift maakt dat wij het nauwelijks bij kunnen houden en een groot deel voor ons verloren gaat. Feuilletons als Peyton Place en de Forsy te Saga, daar kijken we al niet meer naar. Waarom het onderschrift niet vervangen door het gesproken woord, zo als vroeger bij de stomme films, dan kunnen de ogen ge heel op het filmspel gericht worden, zodat het kijken niet meer zo vermoeiend is." De heer S. is tachtig jaar en zijn vrouw vijfenzeventig, wij ge loven dat veel ouderen zijn klacht delen. „Wij kijken van te voren waar wij als christenen en als volwassenen niet naar willen kijken. Je onderscheidt dan toch de dingen wel, en daar om begrijp ik heel veel pro testbrieven niet" zegt me vrouw A. te G. „We gaan toch ook niet naar nachtclubs en dergelijke? Zondags zetten wij de t.v. niet aan. Wat de kinderen betreft, ook zij moe ten weten dat vader en moe der beslissen. We leggen hen wel uit waarom we dan niet kijken. De tv vinden wij goed voor natuurfilms, landen en volken, nieuws en dingen waarbij wij ons geweten geen geweld behoeven te doen. Is er een avond waarvan we vinden dat we niet moeten kijken (wat nogal eens ge beurt) dan lezen wij en halen de achterstand in. Teleurstelling „Voor onze oudste van vijf jaar was het een teleurstelling toen hij er achterkwam dat veel dingen niet „echt" zijn. „Als Pipo zijn gezicht wast is het ook een gewone man" enz. „Gelukkig zijn er twee dingen die écht bestaan" zei hij giste ren tegen mij. Toen ik voor zichtig informeerde wat dat wel was, zei hij: „Sinterklaas en de metro". Die eerste il lusie kon ik hem op dat mo ment niet ontnemen" aldus mevr. K. te S. Bondsrepubliek is het nu moge- dijk dat kinderen van hun vierde levensjaar af muzieklessen kun nen volgen die speciaal voor zul ke jonge toehoordertjesklaar zijn gemaakt. Zou het niet mogelijk zijn dat in Nederland dit initiatief navol ging vindt? We zullen heus geen wonderen van onze kleuters ver wachten, maar déze leeftijd is wel erg geschikt omdat de kinde ren nog zo open staan voor alles. OF liet de man haar dat huisje- spelen om daardoor des te vrijer de wezenlijke taken te kun nen behartigen: politiek, kerk, maatschappij? Ontbreekt er iets aan haar, ziet zij de grote lijnen slechts en kan zij moeilijk gestal te geven? Houdt zij daarom haar gevoel van de mindere van de man te zijn achter haar vitrages? Of is dat maar een smoes, kan ze wel maar wil ze niet? Vindt ze haar status zo wel goed, lekker verzorgd, per slot de hele dag be zig met verzorgen? Want hier liggen ze, de brie ven met vragen: omgang van ver loofde kinderen, dienstweigering van zoons of juist niet-dienstwei- gering, wat wel, wat niet voor on ze tieners, omgang met geld al lemaal dingen waar we op ons eigen houtje (als we niet bang zijn) uit kunnen komen, allemaal besluiteloosheid als we ons niet ge oefend hebben in denken. Benijd me niet, roept de getrouwde vrouw tot de ongehuwde, ik heb in deze tijd zóveel dingen aan mijn hoofd. Goed, ik mag dan van heel dichtbij een paar mensen liefheb ben, en ik geef je toe, dat is van, tijd tot tijd (niet zo dikwijls als! je denkt) een zegen, een gift, maar1 lieve kind, wat staat er dan ook niet tegenover. Een vol leven betekent meestal een leven vol van ónderen, ze sle pen alles bij je binnen, je gaat er maar al te dikwijls in onder. En zeker in deze tijd is dat geen grap je. GELIJK heeft ze. Voor het hu welijk, dat diepe van mensen, voor het gezin, dat uitstromen in allerlei interessen, is geen opleiding. Geen andere in ieder geval dan de opleiding die elk meisje naar aard en aanleg be hoeft en die ze minder krijgt naarmate het haar aan te zien is dat ze „toch wel" trouwen zal. Waarom, vraag ik mij wel eens af, moeten jongens toch altijd door zetten, en worden meisjes al gauw in een uitwijkmogelijkheid gezet? Maar afgezien daarvan, al zou een meisje al het mogelijke leren, ze kan toch niet de ontstellende veranderingen van deze tijd bij houden, geen mens kan er meer tegen leren. Elke vrouw moet zich blijven ontwikkelen, er zit niets anders op. Eén generatie geluilakt en de kinderen zetten je voor vol dongen feiten. Vroeger was spa ren een deugd. Sparen bv. voor een huis. Nu worden de huizen steeds hoger in prijs, je kunt je wel te pletter sparen, 't is niet meer een deugd, integendeel, het lijkt het domste dat je doen kunt. Is dat zo? Dat vraagt denken. Vroeger waren er grenzen in de omgang van jonge mensen die met elkaar wilden trouwen. Zij over schreden die grenzen wel, maar dan toch altijd met schuldgevoe lens. Heden ten dage zeggen jonge mensen hardop dat zij geen gren zen erkennen. In de slijtageslag van de liefde staan ouders ver wilderd en onzeker. Ja? Dat vraagt denken. ^yAN onze lezeressen die nu on- V geveer 25 jaar getrouwd zijn, werd in 1939 man of verloofde op geroepen ter mobilisatie. Misschien vocht hij nog wel even in de Mei dagen van '40, wie weet nam hij deel aan het verzet. Daar kwamen nauwelijks vragen aan te pas als: mag je doden. Zolang het mobili satie was, zou het nog wel los lo pen en toen de vijand binnenviel, sloegen we er natuurlijk op. Om vrede en gerechtigheid voor onze kinderen. En goddank, die wer den ons gegeven, alle drie. Twintig jaar verder zeggen onze zoons dat zij inzien dat vechten niet helpt. Kon men vroeger er nog uit komen met „verdedigen van het land, van de beschaving, enz.", die vlieger gaat nu niet meer op: het is doden of het gij zult niet doden. Er is een vijand öf er is een naaste. Je kunt als ouders niet meer zeggen: „ga nu maar even, het doet er voor óns nog niet toe", want dienst ne men hier is anderen helpen te vechten elders. Kinderen willen de woorden vrede en gerechtigheid verstaan. Er is geen vrijheid om niets, er zijn ook geen kinderen zonder be doeling geboren. Is het nog niet pas geleden dat de jongens hier in huis zeiden: „Wat zitten de men sen toch te gillen omdat Claus von Amsberg in een keurkorps ging? Gingen niet alle jongens van goeden huize? Wist hij wat voor beestenbende het bestaan onder een zekere Hitier zou worden? Er was weer werk, brood en in dienst moest je tóch. Hij dacht niet na, goed, maar wie denkt er tegenwoordig na? 't Moet nu een maal, zegt men. En wie kan de gevolgen daarvan voorzien?" Is dat zo? Dat vraagt denken. Daarvoor hebben we de Bijbel en daarvoor hebben we elkaar. En dan vooruit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 16