DE ONTEVREDEN KOE Deens beeld op zegel Verenigde Naties PUZZEL VAN DE WEEK Damrubriek S3 ES a j - Si i mB p 5a B i i S C mM Fm L j: BONTEKOE I I Bontste ZATERDAG 74 FEBRUARI 1MB Postzegelrubriek door J. J. M. KIGGEN in 1913 het Vredespa leis in Den Haag voltooid t, stonden tientallen landen wgrijke geschenken ten be- m°e tve van de inrichting en de oratie van het gebouw af. Zo Dnk Nederland o.a. het com- x grond voor het gebouw en tuinen. 'eibp ongeveer gelijke wijze ft een groot aantal landen in ura bijdragen voor het ge- v van de Verenigde Naties in York gegeven. derland schonk ruim tien r geleden een Foucault-pendu- n. een met bladgoud bedekte dbol. Denemarken nam de gaderzaal van de Be rschapsraad voor zijn reke- (2ig. Het geschenk bevatte o.a. i beeld van de Deense kunste- ir Henrik Starcke, dat 1 maart bruik. Sinds 3 juni 1953 staat het beeld in de vergaderzaal. Griekenland, de bakermat van de Olympische Spelen, zal 28 fe bruari een serie van zeven fraaie postzegels het licht doen zien, ge wijd aan een aantal sportevene menten dat zich in het land zal afspelen. Sommige keren regel matig terug, andere zullen alleen dit jaar plaatsvinden. Zo wordt op 6 april, ter herinnering aan de stichtingsdag van de moderne Olympische Spelen (6 april 1896) öe zogenoemde Olympische Dag gevierd. Het is een dag van teruggrij pen naar de Olympische idealen. De postzegel toont de bekende vijf ringen tegen de achtergrond van een wereldkaart. Verder wordt in augustus een acht jaar geleden in het leven geroepen Internationale Akade- mie van Olympia gehouden. Dit zijn internationale studiedagen over Olympische thema's door het Olympisch comité financieel gesteund. De zegel draagt als af beelding de kop van Apollo, zoals die in de gevel van de oude Zeustempel in Olympia voorkomt (460 v. Chr.). Het derde sportgebeuren zal in september in Athene plaatsvin den; de negende wedstrijd om het Europese kampioenschap at letiek. Op de zegel een discuswerper, naar een beeld van de Griekse kunstenaar K. Deme- triades. Aan het Olympisch vuur, dat dit jaar van Olympia naar Mexico zal worden gebracht, is de zegel van dr 2.50 gewijd. De afbeelding is een oude At tische vaas, waarop de scène van het ontsteken van een fakkel te zien is. Als laatste sportgebeuren de 27e Balkankampioenschappen, die van 29 augustus tot 1 septem ber in Athene worden gehouden als voorbereiding op de vermelde Europese kampioenschappen van 1969. Hieraan zullen drie zegels ge wijd worden; de afbeeldingen worden: een speerwerper, een polsstokhoogspringer en een groep lange-afst andlopers. Op een onlangs in Zwitserland gehouden bijeenkomst van verte genwoordigers van de CEPT-lan- den zijn de ontwerpen voor de Europa-postzegels voor 1969, 1970 en 1971 gekozen. Voor het vol gend jaar viel de keus op het ontwerp van de Italiaan T. Ma- rangoui. Voor de jaren daarna komen in aanmerking ontwerpen van dr. Louis le Brocquai (Ierland) en H. Haflidassy (IJsland). De Euro pa-postzegel voor dit jaar. naar het ontwerp van de Zwitser H. Schwarzenbach, komt in Neder land en de meeste andere CEPT-Ianden op 29 april uit. De waarden voor ons land zijn 20 en 45 cent. kar op de postzegels van 6 en 75 "jj® ran de Ver. Naties zal verschij- ,260ttarck6 (geb. 1899) was aan- ïkelijk medisch student, maar g al vroeg naar de kunstaca- mie van Kopenhagen. In 1925 Mj erp hij zich volledig in Parijs PR de beeldhouwkunst. Het beeld etel t de postzegels zal sieren, is vrouwenfiguur van drie me- hoog, de armen uitstrekkend 55 ar een grote vogel boven haar, p sof zij naar toekomstig geluk 't 1 grijpen. Het oeuvre is gemaakt uit één de uk teakhout; voor de armen Bakte de kunstenaar van de tale takken van de boom ge- Oplossing vraagstuk Hub. A. Fermin rubriek 13-1-1968: Zwart: 1. 6, 9, 11. 12, 13. 14. 19, 25. 36. 42. Wit: 15, 22. 27, 29, 32, 33, 34, 38. 39. 41. 47. 22—18 13x31: 32—27 31x22 34—30 25x32; 47x16 36x47 29—24 47x20; 16x4 6—11 a. b, c: 26x7 1x12: 4—15 (Ch. Alix 1860) 12—17: 13—42 17—21: 42—26 21—27; 26—3 14—19; 3—9 27—32; 9—4 19—23 4—15 32—37: 15—10. a) 1—7: 4—18 14—19; 18x1 6—11; 16x7 19—23: 1-6. b) 14—19 4—10; 19—24 10—23: c) 14—20 4—15: 20—25 15—29. De heer G. van der Meulen, voor zitter van HCDV ln Den Haag. zond ons enige fragmenten voor de huis dammers bestemd. Het blijkt dat onze rubriek regelmatig met zwakkere spelers wordt doorgenomen. Op voorwaarde dat het geschikt is voor publikatie zijn wij gaarne bereid ook andere clubs of personen van tijd tot tijd aan het woord te laten. In dien daarvoor belangstelling bestaat. Zw.: 5. 9, 11, 13. 14. 16. 18, 19. 24. Wit": 25, 27. 31. 35. 36. 37. 39. 40, 41. 43. 46. Wit maakte dam door: 35-30 24x33 25—20 14x25 43—38 33X42 37 X 48 26 X 37 41X3 C. A. de Krom Zw.: 3. 6. 8 t/m 11, 13. 18. 16. 17. 20. 21. 26. Wit: 22. 24. 27. 28. 32. 33. 36. 37. 43. 45, Zwarts laatste zet 1420 was fout. Wit, M. van Reenen, had de volgen de damslag kunnen maken: 45—40 20 X 38 28—23 17x19 37—31 26 x 28 43X5 G. v. d. Meulen Zw.: 6. 8. 9. 12, 13, 15. 16. 25. 26. 30. 35. Wit: 23. 27. 28. 33. 34. 36 t/m 39. 44. 45. iet „zetje van Weiss") door: 23—29 13 x 24 37—31 26 X 37 27—21 16X27 28—22 27x18 38—32 37X28 33x4 waarna het afspel verliep 12—17 4—18 17—21 36-31 6—11 44—40 35X33 18—29 30X39 29X48 Correspondentie voor deze rubriek te richten aan de beer A. J. Ivens, Frankcnslag 69, Den Haag. Kruiswoord-puzzel Hor.: 1. vreemde munt, 6. plaats in België, 11. gemalin van Satur- nus, 12. water in Utrecht, 14. viervoetig dier, 16. in het jaar der wereld (afk. Lat.), 18. plaats in Zeeland, 20 water in N.-Brab., 21. plaats in N.-Brab., 22. verborgen, 23. vervoeging van een hulp werkwoord, 24. overblijfsel bij verbranding, 26. familielid, 27. scheik. element (afk.), 28. visje, 30. wereldtaal, 32. plaats in N.- Brab., 34. vreemde munt (afk.), 35. dat is (afk. Lat.), 37. scheik. element (afk.), 38. deel van de mast, 40. kleur, 41. zonnescherm, 42. soort van kabeljauw, 43. voorzetsel, 44. voorzetsel, 45. scheik. element (afk.), 47. maanstand, 49. jongensnaam, 51. gewicht, 53. huisdier, 56. oude lengtemaat, 58. lengtemaat (afk.), 59. scheik. element (afk.), 61. jongensnaam, 62. stad in Spanje, 64. wijnsoort, 65. landbouwwerktuig, 66. dril, 69. meisjesnaam, 70. staafje om een rad vast te zetten, 72. rivier in Rusland, 73. plaats in N.-Brab., 75. dolmakende gifplant, 76. gebaar. Vert.: 2. radio-omroep (afk.), 3. stad in Portugal, 4. rund, 5. deel van een huis, 7. soort onderwijs (afk.), 8. bewaarder van een kerk, 9. voedsel, 10. bedelaar, 12. oude lengtemaat, 13. muzieknoot, 15. volk, 17. verkeerd, 18. graafwerktuig, 19. groente, 20. voorvoegsel, 25. muzieknoot, 26. soort onderwijs (afk.), 28. gekleurde plaat, 29. als vert. 25, 31. plaats in Utrecht, 32. water in Friesl., 33. correct, (ZN), 34. steen, 36. boom, 37. mandje, 39. lichaamsdeel, 44. voor zetsel, 46. pers. voornaamw., 48. jongensnaam, 50. op alle plaatsen, 51. als 44 vert., 52. sint (afk.), 54. niet hetzelfde, 55. rang, 57. plomp, 58. soort van hond, 60. vriend (Fr.), 61. bid (Lat.), 63. overal, 67. bekende afkorting, 68. voegwoord, 70. rivier in Italië, 71. munt in China, 73. water in Friesl., 74. oude inhoudsmaat (afk.). 3. dol, 4. al, 5. en, 6. mos, 8. aroma, 9. nes, 11. bes, 13. pas, 16. enig, 17. wee, 19. Mora, 21. Poe, 22. esp, 24. Aaron, 25. snaak, 26. takel, 28. sloot, 30. elp, 32. rat, 37. stop, 38. ram, 39. ben, 40. slag, 42. arend, 44. pat, 46. aleer, 48. eek, 50. dam, 51. Lia, 52. lid, 53. nar, 54. lei, 57. Po, 58. ha. INZENDINGEN OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. ant, 3. Dalem, 7. Pan, 10. ra, 11. bol, 12. nop, 14. re. 15. abeel, 18. samos, 20. Ans, 21. pee, 23. som, 24. Ali, 25. Soest, 27. ras, 29. gene, 31. para, 33. re, 34. la, 35. ka, 36. do, 37. spar. 39. Bets, 41. nat, 43. kapel, 45. "lat, 47. roe, 49. man, 50. dal, 51. lepel, 53. nagel, 55. in, 56. kip, 58. ham, 59. Ee, 60. Ada, 61. donar, 62. Ari. Vertikaal: 1. ara, 2. nabal, Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau verwacht. Oplossingen mogen uitsluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel oplossing". Er 2ijn drie prijzen: een van 5,en twee van 2,50. i'OOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VÖÖR DE 'JÉC/GD' VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR: EK iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ]£EN grote roodbonte koe liep mistroostig door de wei en zuchtte eens diep. Bah, dacht ze, altijd maar datzelfde eten! Gras, gras en nog eens gras en 's winters is 't nog erger, dan krijgen we dat oud bakken gras, dat helemaal bruin ziet. De boer noemt dat hooi, maar ik vind 't maar taai en naar eten. „Jij bent ook een ontevreden mopperpot, zeg!", sprak een stier verontwaardigd. „Wees tenminste blij dat hier genoeg mals gras voor ons allemaal groeit. Honger hoef je tenminste niet te lijden. Je moest eens wetenhoeveel koeien jaloers op ons grasland zijn." „En jij moest eens weten, hoe t me verveelt altijd maar gras te moeten eten", antwoordde de koe hem nijdig. „Nou, waarom blijf je dan hier? Ga dan op zoek naar iets anders, zoveel te meer gras blijft er voor ons over." gebeten appel op de grond. „Brrrr", mopperde ze, brrrr, wat een nare smaak!" Ze keerde de appelbomen haastig de rug toe en wandelde verder. AP haar weg kwam ze grote gele dotterbloemen tegen, die een heerlijke geur verspreidden. „Hmm", mompelde de koe, „dat zal vast wel beter smaken" en ze hapte gulzig ih de bloemen. „Jakkes, wat vies", riep ze uit, „dat is geen koeieneten, bah!" „We zijn er voor 't plezier van de mensen", spraken de dotters verontwaardigd, „wij zijn hier niet om door een koe te worden opgegeten! Stel je voor!" De koe, die begreep dat de bo ze dotterbloemen helemaal niet te spreken waren, haastte zich weg. AR had de koe nog niet aan gedacht en 't idee leek wel wat. fff Maar wat zou de boer zeggen, jt ze zo maar verdween? Ach wat, bedacht ze, ik kom ker weer terug. Ik ga er maar een paar dagen tussenuit, leen maar om eens echt lekker eten. Dat nare gras staat me verschrikkelijk tegen. f de koe wandelde de wei door naar 't hek, waar de tijheid haar toelachte. De klink t op 't hek, maar ze had al zo ak gezien, hoe de boer 't hek rnde, dat haar dat geen moei- heden/ opleverde. Met haar tchtervoorpoot tilde ze de klink «hoog en met een zwaai opende 't hek. De koe deed vrolijke prongen, maar al spoedig was ze buiten adem, dat ze hijgend stilstaan om op adem te Ik lijk wel een lammetje, «dacht ze met een glimlach, die oen altijd zo mal! Even la- wandelde ze op haar gemakje erder en ze keek haar ogen uit iaar al die vreemde dingen, die M onderweg tegenkwam. :ENS zag ze tal van bo men staan met ronde rode llen eraan. «Wat zou dat zijn?", mompelde %0-i m ze verbaasd. „Zou je dat kunnen opeten?", vroeg ze zich af, terwijl ze weifelend naar de bomen keek. De koe wist helemaal niet, dat 't doodgewone appelbomen waren en toen nam ze eindelijk een besluit 7E schudde met haar zware lichaam tegen de stam en daar vlogen de appels om haar oren. Gulzig propte ze er toen een in haar mond, maar ze schrok van jewelste. Haar gebit, dat gewend was aan zacht voedsel, kon de sappige harde appel niet de baas en ze stikte bijna in die harde stukken. Ook de smaak viel haar bitter tegen, de appels waren zo zuur, dat de tranen in haar ogen sprongen en haastig spuwde ze de in stukken "VTOG steeds had ze geen lek kernij kunnen vinden, maar ze gaf de moed nog niet op. Ze liep een weg af, die naar een oude boerderij voerde. Misschien vind ik daar wel iets van mijn gading, bedacht ze. en zé keek hoopvol naar een grote stapel kisten, waarin vele tomaten, die naar de veiling moesten, keurig op een rijtje lagen. „Wat zouden dat zijn?", vroeg de koe zich weer af. Ze stak haar kop in de bovenste kist en werk te hongerig twee tomaten achter elkaar naar binnen. Toen schudde ze haar kop heen en weer en zei: „Wat waren dat nou weer voor onsmakelijke din gen?" „Wij zijn tomaten", klonk 't boos uit de kisten, „de mensen zijn er dol op." „Menen jullie dat in ernst?" vroeg de koe. „Verbeeld je, dat ik de hele dag tomaten zou moe ten eten, ik zou er misselijk van worden!" „Je bent een eigenaar dig beest, hoor", spraken de to maten. „Welke koe zou ook to maten lekker kunnen vinden? En je beledigingen slikken we ook niet langer", vervolgden ze. „Wij zijn gezond en nog heerlijk van smaak op de koop toe. Hou jij je maar bij gras!" T\E koe, die schrok van al die kwade tomatengezichtjes, maakte, dat ze wegkwam en dacht, ze hebben wel een beetje gelijk. Nog steeds ben ik niets lekkerders tegen gekomen dan gras en terwijl ze met gebogen hoofd een beetje neerslachtig verder liep, stootte ze haar hoofd tegen een grote kar, die beladen was met gevulde gonjezakken. „Au", riep de koe uit, maar haar nieuwsgierigheid won 't van de pijn en ze stak haar kop in een van de zakken. „Hé, hé, wat moet dat?", hoorde de koe zeggen. De koe keek om zich heen en juist toen ze weer aanstalten maakte om de inhoud van de zakken te verkennen, klonk 't weer: „Hé, brutaal beest, steek jij alsjeblieft niet je neus in onze zakken, je hebt er niets mee te maken." De koe schrok zo geweldig van die boze stem, dat ze zo hard ze kon wegrende, zonder te weten wat er in de zakken zat. „Ha, ha, ha", klonk 't uit een weiland, waar de koe geschrok ken langsholde, „ha, ha. ha, kijk me dat eens aan. 't Lijkt wel of de duivel op je hielen zit" en toen de koe zag, dat twee kleine geitjes haar zo onbeschaamd stonden uit te lachen, ontstak ze in woede. „Weten jullie wel tegen wie je het hebt?" Brutale beesten, zou den jullie je niet eens wat waar diger en behoorlijker gedragen?", loeide de koe de twee kleine diertjes nijdig toe. „Ha, ha, ha," gaven ze spottend ten antwoord, „Je geeft zelf wel een prachtig voorbeeld! Welke koe loopt nu zo te rennen? 't Is geen gezicht. Ha, ha, ha!" „Wacht maar, ik zal jullie!" en loeiend van kwaadheid rende ze in de richting van de twee kleine geitjes, die dapper bleven staan en samen onbezorgd om de nijdi ge koe lachten. Toen de koe dat zag, werd ze nog bozer en terwijl ze zich wil de wreken op die twee kleine plaaggeesten, nam ze een stevige aanloop en belandde midden in een vuile moddersloot, die 't weiland scheidde van de weg. T~\E koe, die na enkele secon den vol slijk en modder bo ven water kwam, schaamde zich diep en snikte 't uit. De geitjes kregen toen medelij- 25 Vader was helder bij kennis die middag, Freek zag het zodra hij de kamer binnen kwam. Moeder rustte wat, de dagverpleegster zat bij het venster te breien; toen zij Freek zag, stond zij op en ging de kamer uit. Arnold keek naar zijn zoon en wenkte hem met de ogen. Zijn gelaat was ingezonken en bleek, met scherpe blosjes op de jukbeenderen, zijn vingers gleden krachteloos erver de omslag van het laken. Maar er lag iets van verheugd zijn over zijn trekken, een blijdschap, die op de jongen oversloeg. Arnold glimlachte. Kom nu eens heel dicht bij mij zitten, verzocht hij toen Freek naderkwam. Zijn stem was wonderlijk zacht en om floerst. Hij wilde zijn zoon naar zich toe trekken, maar vond er de kracht niet toe. Hij hoestte, een trek van onwil tussen de wenkbrauwen, schraapte zijn keel en kneep even met de ogen omdat het in zijn hoofd en borst nog zo martelend pijn deed. Zo, en hoe staat het met jou? Naar je zin bij oom John en Queeny? Verwonderd keek Freek op. O ja, zei hij niet zeer overtuigend, maar toch ben ik liever bij jou en thuis. Dat zal nu wel weer gauw wezen, mijn jonden, ik geloof, dat ik nu heel gauw van de narigheid af zal zijn. Hij haalde zo diep zijn zieke longen het toelieten adem. keek met een glimlach in de ogen naar zijn zoon. Hij voelde zich inderdaad beter, wonderlijk licht en tevreden, het doffe gevoel van somberheid, dat hem somwijlen zo had gedrukt wanneer hy helder was tijdens zyn ziekte, was nu geheel weg. Hij voelde zijn opgewektheid op Freek overspringen, bekeek scherp het fijne jongensgezicht alsof hij elke trek ervan voorgoed in zich wilde griffen. Hij moest weer gauw eens een portret van zijn kind schilderen, het dwong zich aan hem op. Freek lachte verheugd toen zijn vader het hem zei, alle donker was ook van hem afgegleden. Hij streelde de verma gerde handen, die gloeiden in de zijne. Hij begon toekomst plannen te maken voor als vader gauw weer helemaal beter zou zijn. Iets van een zachte vrede begon uit Arnolds ogen te stralen. Het was zo heerlijk zijn jongen bij zich te hebben en dat vrolijk gesnap te horen. Hoe hadden ze het hem al die dagen kunnen onthouden en hoe was het mogelijk, dat hijzelf er niet eens zin in had gehad. Ben je gelukkig? vroeg hij plotseling en een ogenblik schemerde iets van vrees door zijn vreugde. Freek knikte. Gelukkig zijn is de hoogste levenskunst, zei de schilder met een peinzende glimlach; zijn ogen vestigden zich op de verte, op de grauwe lucht waaruit nog spaarzaam droppels vielen. De hoogste levenskunst... Grijp altijd naar het hoogste, stel je nooit tevreden met minder dan het Beste en Zui verste... en later... zofek Aljola, luister naar je Muze, luister goed naar je Muze... en volg de weg, waarop de Heere God je leidt... Zijn stem haperde even en hij moest snel ademhalen, maar zijn gezicht bleef rustig, zonder benauwdheid, vriende lijk ernstig zoals vader altijd was. Hij ls veel beter, dacht Freek gelukkig, heerlijk, nu wordt weer alles goed. Arnold keek niet naar hem, hij bleef afwezig naar buiten turen, waar de regen langzaam aan het ophouden was. Beloof me, dat je altijd blij zult zijn... of althans het zult trachten.. Het is heerlijk om blij te zijn- Hij rekte zich een weinig, zijn blikken keerden terug uit de verte. (Wordt vervolgd) den met haar en riepen de hulp in van de boer, die verwonderd uit 't land kwam om te zien, waarom de geitjes zo alarmerend mekkerden. Met veel moeite kreeg hij de koe op 't droge en voor hij tot zijn verbazing was gekomen, was de koe al weer verdwenen. Zonder stoppen rende ze ln een ruk terug naar haar eigen wei, waar haar vrienden verwonderd keken haar zo snel terug te zien. „En?", vroeg de stier haar. „Niks te eten", antwoordde de koe. „Niets veiliger dan dit weiland en niets lekkerder dan gras!" T"\E stier deed ei; verder rt zwijgen maar toe, want hij begreep, dat de koe voortaan wel tevreden zou zijn. De RL$ WE VLUG ZIJN WEL 'T DORP 5LAAPT ÊM DE POORTWACHTER jfr NER6EHS TE ZiEri. van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 17