Kart Barth GEESTELIJK LEDER
Rome en Vaticanum II
Steeds minder interesse
voor de actualiteit
Dat ziet
Nederland
's avonds
„Lichte" ontspanning wint
Helpt deze kinderen
op college over
door
Drs. G. Puchinger
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1948
bee)
iristj
dod
i een onzer verslaggevers.)
AT is er vanavond
op de buis? Niet
veel mensen zul
len nog de illusie
hebben, dat in
gezin aan het begin van
•llenytijkavond een zorgvuldige
ncMctie gemaakt wordt. Het is
a^s *n were^ van
giboek: er zijn overdag te
1 problemen om 's avonds
nog eens „moeilijk" te
doen. Daarom gaan we
1 ja^n en laten het gebodene
hfons afkomen: films, sport
rtij&eel amusement, vooral wat
met een mooie term
rev#lt amusement" noemen,
eva» kan ook zeggen: niets-
ristfcend vermaak.
mF
oen verleden week "het door
NTS en NRU uitgebrachte
't Whort over de kijkdichtheid in
mntjerland verscheen, zijn we,
idarjiwsgierig als we zijn naar de
tocigewoonten en vooral de inte-
veje van de kijkers, eens gaan
ajerzoeken hoe het komt dat
programma's plotseling
kijkdichtheidspiek vertonen.
ffi Journaal
)liti^o staat bij de eerste 22 pro-
van 1967 (tenminste
kijkdiohtheid betreft) op de
plaats het journaal van 1
irt. Wat zou er gebeurd kun-
pr(? zijn, dat het publiek ineens
org4saal belangstelling op kan
venen gen, waar de afgelopen Jaren
i dalende aandacht voor het
.g uws is gesignaleerd? We hoe-
\wi,
Zonder sport, vooral voetbal,
geen kijkdichtheid.
ven niet lang te zoeken. Het is
niet de bespreking van de werk
loosheid in de, Tweede Kamer,
ook niet nieuwe onthullingen in
de moordzaak-Kennedy, maar de
voetbalwedstrijd Ajax-Dukla.
Het journaal was in de pauze.
Vijf van de elf keer, dat het
journaal in 1967 het recordlijstje
haalde, was een voetbalwedstrijd
er de kennelijke oorzaak van.
Zelfs het journaal van 10 mei,
toen het ontslag van burge
meester Van Hall uitgebreid in
het nieuws was, is voor ons geen
twijfelgeval meer na wat we ge
zien hebben van de relatie jour
naal-sport: op 10 mei was ook
Hongarije-Nederland op de
beeldbuis.
De enige keren dat we met
enige zekerheid kunnen stellen,
dat gekeken werd om het nieuws
zelf, waren 15 februari, toen pro
fessor Zijlstra een aardig eind
gevorderd was met de kabi-
netsinformafie en 23 juli, een
zondag, toen na NTS-sport tra
gische voorvallen uit Detroit
(rassenrellen) en Turkije (aardbe
ving) in het journaal waren te
zien.
Actualiteit
Dat de kijkers niet om nieuws
zitten te springen (hebben ze het
soms al in de krant gelezen?)
blijkt ook uit de actualiteitenru
brieken die in het recordlijstje
van 120 in 1967 opgenomen zijn:
twee keer AVRO's Televizier en
één keer achter het nieuws. En
dan nog wel alle drie op het
twede net.
Televizier met de verkiezingen
van 15 februari en de affaire Van
Heyst en Achter het nieuws over
het naar buiten gekomen „con
flict" in de ARP naar aanleiding
van de gewraakte woorden van
dr. Berghuis over de spijtstem
mers. Daar moet aan toegevoegd
worden, dat deze rubriek werd
uitgezonden voor Mies en scène,
een oude bekende in de top-tv.
Voor het overige vielen de re
cordjournaals na films als Dick
van Dyke, kolonel Hogan of voor
de Weekendshow van Johnny en
Rijk, een ongedachte trekpleister.
De kijkdichtheid van het jour
naal daalde in vergelijking met
1966 gemiddeld vijf tot tien pro
cent.
Smaak
Met kolonel Hogan en de
lachsalvo's van 't Is zo bij de
luchtmacht zitten we gelijk mid
denin een ander chapiter: de
smaak van het kijkpubliek.
Het is bekend dat de kijkdicht
heid tussen 7 en 8 uur enorm is
toegenomen door de wensen van
kinderen. Maar evenzeer is het
duidelijk, dat van de ouders wei
nig of geen matigende invloed
uitgaat om of iets goeds te zien
of het apparaat helemaal af te
zetten. Slappe aftreksels dat is
heel zacht uitgedrukt als De
vliegende non, De helden van ko
lonel'Hogan en nog wat van dat
spul, bleven het hele jaar in trek.
Over smaak valt niet te
twisten, maar het kijkpubliek
zou ervan verdacht kunnen wor
den het argument: „De kinderen
willen het zo graag", aan te voe
ren om zelf te kunnen kijken.
Hoe komt het anders dat ty
pische tienerprogramma's niet in
de toplijst voorkomen?
Quiz
Nog een voorbeeld om de
smaak of de afwezigheid daarvan
te toetsen. Er is veel belangstel
ling voor de quiz op de televisie.
Tel uit je winst, Wie van de
drie? en Per seconde wijzer ko-
Amusement zonder pro
blemen. De mensen houden
van lichteprogramma's.
De alles-kijker onder alle
omstandigheden.
men herhaaldelijk op de lijst
voor. Maar.. vrijwel zonder
verschil in kijkdichtheid. Je zou
haast denken dat de kijker klak
keloos en zonder nadenken kijkt,
dat hij alles zo maar op zich af
laat komen zonder zich te rea
liseren, dat hij de ene keer, in
het geval van Per seconde wijzer,
naar een leerzaam en verant
woord spelletje zit te kijken en
dat hij de andere keer, in Wie
van de drie?, het gewillige slacht
offer is van goedkoop amuse
ment met wat botte en soms
platte grapjes.
Nee, uit de kijkdichtheid van
bepaalde programma's na 8 uur
kan worden afgeleid, dat de mas-
saprodukten van voor 8 uur, die
dan zogenaamd door de kinderen
gewenst zijn, echt wel beant
woorden aan de smaak van een
groter publiek.
Een boek
Bewijs daarvoor is ook buiten
de televisie te vinden. Een recent
onderzoek op middelbare scholen
heeft aangetoond, dat de leerlin
gen het liefst schrijvers als Bo-
mans, Anton Coolen, Dert Dool
aard, Toon Kortooms, Graham
Green en Bordewijk lezen.
Bekijk daarentegen de boeken
kast van degene, die de middel
bare school al tientallen jaren
achter de rug heeft en ook de
universiteit reeds als verleden
beschouwt, dan kom je vaak tot
de verrassende ontdekking, dat
het aantal meters pocketboeken,
die ontspannend heten, detectives
enz., aanzienlijk is toegenomen.
Overdag druk en bezig? 's Avonds
lekker in een stoel zitten,
wat televisie kijken, soms een
boekje en dan liefst niet te
zwaar.
Film
Vandaar de voorliefde voor
films en amusement op de buis.
Bij een film hoef je niet bezig te
zijn, je kunt gelaten kijken en
soms een beetje dromen van de
wereld waarin je graag had wil
len leven, maar „je moet nu een
maal zo nodig overdag op kan
toor zitten om het huis te kunnen
betalen, auto te kunnen rijden en
met vakantie te gaan".
Voor de bioscoopexploitant
moet het wel een zwaar te verte
ren brok zijn, dat bij de 120 top-
programma's van Nederland 1 45
films zijn of afleveringen van
filmseries. Op Nederland 2 is dat
getal nog hogen
Willem
Willem blijkt het toch „beter"
te doen dan Mies. Willem haalt
de top bijna elke maand. Mies
moet met een paar keer genoegen
nemen. Bij Willems absolute top
op 17 februari keken 5.780.000
personen naar zijn programma,
maar dat was ook in combinatie
gebracht met een aflevering van
The fugitive, die nog eens 350.000
kijkers meer trok. De VARA
heeft ook een formule gevonden:
de Rudi Carrell-show en Per se
conde wijzer op één avond. Met
die combinatie kwam de VARA
vier keer bij de eerste 22.
Opvallend is wel, dat NCRV,
KRO, VPRO en Tros het moesten
laten afweten bij de race naar
goud, zilver of brons. NTS
(sport), VARA en AVRO verdeel
den de buit onderling.
Tot slot zo maar een greep uit
de programma's die in dit ver
haal nog niet genoemd zijn, maar
die toch een indruk geven van
wat men graag ziet. De Gert en
Hermien-show, Dorus, Bonanza,
Piste, Willy en Willeke, Maigret,
De Lucy-show, Lekkere diertjes,
Ja zuster, nee zuster (toch laag
genoteerd), Het gulden schot,
Swiebertje, Stief been en Dit is de
Karei Doorman. Zijn we een zee
varende natie of zijn we het
niet?
Een triest heeld, deze
recordlijst? De kijker kan de
conclusie zelf trekken.
Stille Zuidzee: Fijt-eilanden. Hoofdeiland is iets groter dan
Nederland. Daarop de stad Loutoka, toaar een weduwe op eigen
initiatief enkele jaren geleden een inrichting voor gehandicapte
kinderen begon. Haar hele kapitaaltje is nu op en ze heeft dringend
geld nodig om haar pupillen (zie foto) Ie kunnen blijven verzorgen
en zo mogelijk operatief te laten behandelen, waardoor ze zich veel
beter kunnen bewegen.
Neem dat grappige jongetje, links zittend op de foto. Het werd
naar Australië gestuurd, waar artsen voor een gereduceerd bedrag
van 400 gulden het kind hielpen. Hij hoeft zich nu niet meer krui
pend voort te bewegen, maar kan lopen en springen.'
De Wilde Ganzen vliegen voor dit prachtige initiatief. Wie wil
helpen om nog meer kinderen te doen behandelen? Gironummer
/KOR 40 000 met vermelding „Fiji" of no. 390353 van de Spaar
bank van Huizen met zelfde vermelding De mentor van de actie
is namelijk de heer W. Verhoef, Crailoseweg 26, Huizen.
„Ik heb u ook dit semester weer uitgenodigd voor een
Colloquium.
Het woord colloquium is een eufemisme voor het woord
Seminar. Een Colloquium is geen college, en ook geen
gesprek, geen morgen- en geen avondgesprek. Colloquium
betekent eenvoudig arbeidsgemeenschap, een studiege
meenschap, waar men een bepaalde tekst bestudeert.
Voor dit semester zal dat ditmaal zijn de door paus Paulus
VI op 21 november 1964 goedgekeurde en afgekondigde
Dogmatische Constitutie over de Kerk, die aanvangt met de
woorden Lumen Gentium.
In de tijd dat ik nog gewone werkcolleges gaf, hechtte ik
er het grootste gewicht aan de dames en heren studenten
teksten te leren lezen. En dat gaat zo maar niet van zelf.
Want men leest als student wel veel, maar men leest daar
om nog niet goed!
Belangrijk is vooral dat men met elkaar leest, en zó leert
lezen! Het gaat hier dus om een arbeidsgemeenschap.
Deze keer zal Ik het woord voeren; maar een volgende
keer gaan we samen lezen, en de gelezen tekst samen
bespreken."
de voorgeschiedenis van de con
cilietekst, die hij aan de orde
heeft gesteld. Cullmann, die het
concilie als waarnemer bijwoon
de, meent dat je een concilietekst
niet kunt verstaan, zonder de
voorgeschiedenis werkelijk volle
dig te kennen.
„De Paus heeft mij persoonlijk,
toen ik door hem ontvangen
werd, de toezending van al deze
bronnen beloofd, als het zover
zal zijn. Maar, ik vrees bijna dat
Met deze opmerkingen opende
de 81-jarige emeritus hoogleraar
Karl Barth op zaterdagmorgen 28
oktober J.l. om 10 uur een nieuwe
serie werkcolleges op het Theolo
gisch Instituut am Nadelberg te
Bazel.
In de ruime, lange collegezaal
waren zestig studenten rondom
tafels gezeten, vogels van de
meest diverse pluimage: dames
en heren, jongeren en ouderen,
rooms- katholieken en protestan
ten, theologen en niet- theologen.
Allen met het doel om opnieuw
of voor het eerst Karl Barth te
horen. Onder hen bevonden zich
ook enkele Nederlanders.
Krachtig
Barths stem klonk krachtig,
maar wij waren bij zijn lang
zaam binnenkomen wel
geschrokken van zijn verschij
ning: een gezicht waarop de ziek
te van deze afgelopen zomer nog
zwaar getekend stond. Alleen
zijn glinsterogen en zijn milde
lach scheen hij nog behouden te
hebben. De ziekte had diepe spo
ren op Barths gelaat achtergela
ten.
Even na Barth kwam zijn
\touw binnen, die haar man op
deze colleges altijd trouw verge
zelt, en vlak bij hem aan de
hoofdtafel plaats nam.
Barth was wat vroeg, wachtte
rustig tot het klokslag 10 uur
was, en ving daarna met bo
venstaande woorden zijn college
aan. Het was echter alsof tijdens
dit college een wonder gebeurde:
toeft Barth een tien minuten ge
geven had, kwam er meer leven
en kleur in zijn gezicht; het was
alsof de zware schaduwen we
ken, alsof zijn gezicht zich ver
jongde. „Hij gaat er weer beter
uitzien", zei iemand, die naast
mij zat, mij tijdens het college,
en hij had volkomen gelijk.
Na een kwartier vergaten wij
dat Barth oud en ziek is: het was
eenvoudig weer het aloude en al
tijd boeiende Barth-college! Het
leek een levende demonstratie
van wat in Bazel in universitaire
kring wel gezegd wordt: dat
Barth college moet blijven geven,
om gezond te blijven. In ieder
geval vergaten we zijn jaren en
ouderdom, toen hij bezig was ons
in te leiden in dit hoogst actuele
werkcollege!
Ook dit keer ving Barth aan
met de regels aan te geven, die
door hen op ieder werkcollege
gesteld worden:
Drie regels
„Er gelden drie regels bij dit
colloquium; dat moet u wel over
wegen als u zich op de lijst van
deelnemers plaatst. En wie aan
die regels niet kan voldoen, en
reeds ingetekend heeft, die moet
zijn naam maar weer schrappen.
Want mijn regels zijn (kijkt
bars) streng als die van een
kloostergemeenschap (bevrijden
de lach!).
Ze luiden als volgt:
1. Absoluut trouw bezoek aan
dit colloquium. Er kan slechts
een uitzondering gemaakt wor
den bij een heel bijzonder onge
val, bijvoorbeeld een auto- onge
luk of de dood van een beminde
grootmoeder.
2. Je moet goed voorbereid zijn
op de tekst die wij samen gaan
lezen, en ook de literatuur daaro
ver goed bestudeerd hebben!
Want je komt hier niet om er
maar wat bij te zitten en wat te
luisteren. Je moet de stof eigen
lijk al in je hoofd hebben, want
hoe meer je weet, hoe meer je
van het gehoorde meeneemt.
3. Iedereen krijgt een keer zijn
beurt. Allereerst moet er een
verslag (protocol) gemaakt wor
den van het te lezen tekstgedeel
te. In de tweede plaats worden er
studenten aangewezen, die over
het gelezene met mij en gesprek
moeten voeren, de z.g. periti.
Dit keer zal dat nog niet het
geval zijn. Maar een volgende
keer wil ik de periti naast mij
aan deze tafel hebben, rechts en
links van mij, om er een gesprek
mee te voeren. In de loop van dit
semester moeten ze allemaal
naar voren komen.
Wie zich hier aanmeldt voor
dit éolloquium moeten dit
plichtsgetrouw en met vreugde
doen.
Het voorlezen van het op
gestelde protocol mag tien,
hoogstens elf minuten duren.
Mijn assistent, de heer Eberhard
Busoh kan u zo nodig aanwijzin
gen geven hoe zulk protocol ge
maakt dient te worden.
En nu de dit Jaar te behande
len tekst, de Dogmatische Consti
tutie over de Kerk, Lumen Gen
tium zelf!
De geleerden discussiëren ero
ver of dit het belangrijkste stuk
van het Tweede Vaticaanse Con
cilie is.
Toen ik in september 1966 in
Rome was, en ook kardinaal Ot-
taviani bezocht, vroeg ik hem
wat volgens hem het belang
rijkste stuk van Vaticanum II
was. Hij antwoordde mij toen,
zonder zich te bedenken: De
Dogmatische Constitutie over de
Kerk.
Natuurlijk kan men van onze
zijde, als protestanten zeggen:
nee, de Constitutie over de Open
baring, over het Verbum Dei,
vinden wij veel belangrijker;
want dat interesseert óns, als
protestanten, het meest, omdat
de Bijbel er zo in naar voren
komt.
Maar afgaande op de inhoud,
ben ook ik toch van mening dat
het stuk De Ecclesia en sleutel
tekst is, om het Tweede Vati
caans Concilie te leren kennen.
Natuurlijk moet men daarnaast
ook kennis nemen van wat het
Concilie heeft gepubliceerd over
de kloosterordes, over de
priesters en over de religieuze
vrijheid. Maar dat «lies hangt
toch weer nauw samen met deze
Constitutie over de Kerk.
We hebben in Lumen Gentium
als het ware te doen met een
nieuwe presentatie van de
Rooms- katholieke Kerk, een
presentatie die eigenlijk zo nog
niet voorgekomen is!"
Nadat Barth allerlei studiema
teriaal heeft aangegeven, om zich
op dit colloquium te kunnen
voorbereiden, vertelt hij over een
soortgelijk werkcollege, dat hij
in 1956 gehouden heeft over de
rooms- katholieke kerkopvatting.
Het blijken grote verschillen tus
sen toen en nu.
„In 1956 gaf ik een werkcollege
over de rooms-katholieke ecclesi-
ologie. Er werd een verslag (pro-
is in Trente bevestigd via de leer
van de transsubstantiatie, die,
kort gezegd, wil zeggen, dat het
brood vlees wordt, en de wijn
bloed.
Ja zeker, zegt Schillebeeckx, zo
moést de Kerk destijds de waar
heid van de eucharistie wel stel
len, omdat men toen leefde onder
het beslag van de aristotelische
filosofie. Maar, vervolgt Schille
beeckx, die filosofie is nu niét
meer de onze. Wij zeggen nu het
zelfde als in 1215 en als in de
dagen van Trente, maar wij
spreken niet meer van trans
substantiatie; wij gebruiken lie
ver de termen transfiguratio en
transfinalisatie.
Radicaal
KARL BARTH
ik tegen de tijd dat die publika-
tie voltooid zal zijn, niet meer in
leven ben. Wanneer je strikt met
de aanwijzing van Cullmann re
kening hield, zou je nooit klaar
komen.
Ik waag het er daarom op, on
danks Cullmann, de tekst van
deze besluiten met u te lezen,
zoals deze tekst nu voor ons ligt,
al erken ik natuurlijk dat deze
omstandigheid een bepaalde be
perking betekent.
Uitspraak
Dit is een dogmatische tekst.
Maar nu kan men vragen: welke
is het bindend karakter van deze
tekst?
Eén ding is zeker: we moeten
deze tekst niet lezen alsof het
een dogma in strenge zin is.
Want dogma's heeft het Concilie
van Trente geproclameerd,
alsmede canones (regels) en ana
thema's (verwerpingen).
Maar Johannes XXIII zei bij
voorbaat: ditmaal komen er géén
veroordelingen! Er diende vol
gens hem onderling gesproken te
worden, en er zouden geen echte,
nieuwe dogma's worden gepro
clameerd.
Dat betekent natuurlijk niet,
dat deze teksten geen enkel bin
dend karakter hebben. Ze hebben
bijvoorbeeld méér te betekenen
dan wat Küng en Ratzinger
schrijven. Ze pretenderen een
ernstige uitspraak te zijn. Ze wil-
tocol) van opgesteld, dat ik be
waard heb. Er is toen erg goed
geprotocolleerd. Hoe de
rooms-katholieke ecclesiologie
toen was, om dat na te gaan,
daartoe zal ik dat verslag (proto
col) onnieuw laten stencillen, en
voor lVs franc de volgende keer
te beschikking van u stellen.
Want in die tijd (lach) waren de
meesten van u nog kleine kinde
ren.... Maar goed, vi,a dat protocol
kan men zien hoe de rooms-ka
tholieke opvattingen toen waren.
Ik zelf stond toen heel kritisch
jegens Rome. Ik zag nog niet wat
er komen zou. Mijn bronnen wa
ren toen de uitspraken van Vati
canum I en de encycliek Mystici
Corporis Christi uit 1943. Wan
neer men die bronnen met van
daag vergelijkt, dan ziet men wat
er allemaal veranderd is.
Goed boek
Inmiddels verscheen na het
Concilie het boek van Hans Küng
in 1967: De Kerk. Het telt
zeshonderd pagina's.
Ja, hoe daarvan een karakte
ristiek te geven? Toen ik die
zeshonderd pagina's in mei jl.
doorgelezen had, belde ik Hans
Küng in Tübingen op, en zei
hein: „Herr Küng, wanneer dat
katholiek is, dan ben ik het ook!"
Het is een heel genuanceerd
geschreven, zeer goed boek. Vis
ser 't Hooft zei mij er enige tijd
geleden over: „Wanneer je een
goed boek over de kerk wilt le
zen, lees dan dat van Küng." Let
wel, hij zei niet: over de
rooms-katholieke kerk. maar
over DE KERK! Küng gaat ook
in dit boek zijn eigen weg.
Wat mij een beetje bedenkelijk
lijkt, is wat hij, na de eerste
vijftig pagina's, over de Bult-
mannschool schrijft. Maar wan
neer hij dat glibberpad gepas
seerd is, kan ik mij over zijn
boek slechts verheugen: hij
schrijft zowaar een katholieke
ecclesiologie zonder de Moeder
Gods. Dapper en fris gaat Küng
zijn eigen weg. Enzijn kerk
doet hem niets, want hij kreeg zijn
imprimatuur. Maar ja, in de ka
tholieke theologie is nu alles mo
gelijk."
Dan gaat Barth spreken over
len met respect aangehoord wor
den door de Rooms-katholieke
Kerk.
En wanneer een zo grote kerk
als de Rooms-katholieke vier
jaar met dit alles bezig is, en met
zoveel ernst en ijver, dan hebben
ook wij, niet-rooms-katholieken,
het recht en de plicht de oren te
spitsen, en te zeggen: zó blijkt
Rome het te zien! En van onze
zijde is er dan niet weinig te
leren, wanneer wij eentnaal we
ten: dit en dat heeft de
Rooms-katholieke Kerk uit
gesproken."
Moet men deze constitutie nu
niet lezen tegen de achtergrond
van de theologische traditie bin
nen de Rooms-katholieke Kerk?
Rome kan haar vroegere dogma's
toch niet terugnemen? Met zulke
beweringen moet men toch voor
zichtig zijn, waarschuwt Barth.
„Het is natuurlijk niet te ver
wachten dat een rooms-katholiek
theoloog of synode of concilie
zégt wat geheel in tegenstelling
is met Denzinger, het boek waar
in alle besluiten staan die bij Ro
me min of meer dogma zijn.
Maar wanneer men de rooms-ka
tholieke boeken en de Concilie
besluiten leest en bestudeert, en
men spreekt met de rooms-ka
tholieke theologen, dan blijkt dat
alles niet zo gevaarlijk te zijn.
Want de rooms-katholieke priva-
tim. het Concilie en de Synoden
bezitten de mogelijkheid om
Denzinger duidelijk te maken en
op te helderen, te kritiseren en te
corrigeren.
Het Tweede Vaticaans Concilie
is zelfs vol geweest van uiteen
zettingen en nadere toelichtingen.
En dan ontstaat er toch wel iets
anders dan er bij Denzinger
staat. Ja, er is op dit Concilie
dapper gecorrigeerd! Wat er in
Denzinger staat, kan men nu in
terpreteren, en vandaag een
nieuwe betekenis geven.
Zo las ik onlangs die Neder
landse katholieke theoloog met
die moeilijk uit te spreken naam,
Schielle..., (Nederlanders noemen
zijn naam!), ja juist, Schille
beeckx. Hij schreef heel grondig
en boeiend over de eucharistie.
Hij zei: kijk eens. wat het Conci
lie van Lateranen in 1215
uitsprak over de eucharistie, dat
Nu zijn de katholieken met na
me in Holland bijzonder radicaal,
maar het is toch maar heel bij
zonder dat Schillebeeckx zo
schrijft Ik heb hem daarom met
grote vreugde gelezen. En dat te
meer omdat Bullinger, die zeer
oecumenisch was ingesteld, vol
gens sommigen reeds veel eerder
gezegd heeft wat nu Schille
beeckx hier opmerkt.
Vervolgens kunnen de
rooms-katholieken jegens de tra
ditie het accent verleggen. Wat
toen belangrijk was, hoeft het nu
niet meer te zijn; terwijl de oude
uitspraken toch blijven staan.
En ten slotte is er de konink
lijke weg van de Rooms-katho
lieke Kerk: zij kan een oude stel
ling verzwijgen.
Zo verzwijgt bijvoorbeeld Hans
Küng in zijn zo goede boek over
de Kerk de gehele mariologie,
terwijl Ratzinger er nog slechts
iéts over zegt.
Kortom, en dat wil ik vooral
opmerken, geen rooms-katholiek
theoloog zit vandaag met geboei
de handen, in angst voor de
Paus. Op hun manier zijn zij
werkelijk vrij! Ongeveer zo vrij
als onze kleine autoriteitjes bin
nen het protestantisme! Want
ook bij ons zingt een elk zijn
eigen lied, maar.... dat behoeft
nog niet te zijn het lied van de
vreugde van de vrijheid Gods!
Eén ding staat daarbij on
omstotelijk vast: hoewel de tra
ditie binnen Rome bestéat, is er
binnen haar grenzen een open
breken waar te nemen in de
richting van de Bijbel en naar de
moderne tijd toe.
Dit punt wilde ik noemen, eni
germate in onderscheid met
Gullmann.
Geen einde
En nu nog dit: al deze veran
deringen zijn voor mij veel en
veel interessanter dan dat wij
steeds maar zeggen: „Ja, maar
ten slotte is Rome toch fout!"
Want die veranderingen bij Ro
me zijn voor ons veel belang
rijker dan dat wij de grens met
hen zo nauwkeurig trekken, hoe
wel het natuurlijk waar is dat
deze grens zijn sporen heeft na
gelaten in de vorm van vele gro
te en kleine compromissen, die
zij als een ballast met zich
meeslepen.
Zeker, men houdt zich daar
Denzinger nog voor ogen; er zijn
de zweideutige en zelfs mehrdeu-
tige interpretaties. En een ieder
kan nu nemen wat hem goed
dunkt. Dat was zelfs de bedoe
ling! Daarmee heeft men op het
Concilie radicalen en conserva
tieven bijeengehouden; men
heeft links noch rechts willen
verontrusten. Ik erken, dat is en
blijft de schaduwzijde, waarmee
men die minieme minderheid van
vier stemmen heeft gekocht.
Maar.... dit Concilie betekent het
einde niet.
Misschien komt er in de Éénen
twintigste eeuw wéér een Conci
lie.
En nog altijd woont de hoogste
autoriteit van de Rooms- katho
lieke Kerk in het Vatlcaan: de
Paus. Veel is mogelijk; ik zou
zeggen: alles is mogelijk.
Maar ik ben er tegen dat wij
protestanten vervuld van wan
trouwen eeuwig en altijd maar
komen aandragen met het „Ja
maar, Rome is en blijft hetzelfde.
Rome verandert nooit!"
Er zijn verrassingen.
Ik was zowaar, bij mijn laatste
verblijf in Rome, het liefst op
bezoek bij de Jezuieten!
Wij hebben alle aanleiding,
wanneer wij iets hopen voor on
ze kerken, om ook iets te hopen
voor die grote, rooms- katholie
ke kerk, en om haar werkelijk te
volgen met ons gebed".
Wat mij met name opviel ge
durende het college was, dat hij,
de eenentachtigjarige, de kunst
der verjonging verstaat, door op
zijn leeftijd rustig afstand te
kunnen nemen van wat hij in
1956 (toen was hij toch ook al
zesenzestig!) gezegd en geleerd
had over Rome. Nieuwe feiten,
nieuwe gegevens, nieuwe peilin
gen, ook al schijnen ze in strijd
met eeuwenoude tradities, wor
den door Barth niet slechts ge
noemd en verdisconteerd, maar
hij plaatst ze zonder meer in het
midden van zijn onderwijs, en
zet zijn studenten er regelrecht
voor!
Hij doet dat tevens in zo klare,
onopgesmukte taal, dat ieder
mens het begrijpen kan, en doet
daarmee het duidelijkste beroep
op zijn studenten om de feiten
van deze tijd ernstig te nemen.
Dat vooral vormde voor mij
het eigentijdse, het actuele en te
vens zuivere element van dit
oriënterend Rome- college van de
vergrijsde, maar door eerlijkheid,
humor en studie jong gebleven
grote theoloog Kar] Barth.
I