MENTALITEIT MOET VERANDEREN Ingeslapen club wordt nieuw leven ingeblazen (R. A. SITSEN, VOORZITTER VAN JUBILERENDE LEIDSCHE VEREENIGING VAN INDUSTRIEELEN: Bulletin informeert over industrie Afvoer van een ammoniakketel bij de Nederlandsch e Electro- lasch Maatschappij aan de ZoetertvoiuUeiveg. genoeg met hun eigen zaken. Wat daarnaast aan verenigingswerk wordt gedaan, moet niet te veel tijd gaan kosten. KATALYSATOR Het belangrijkste probleem waar mee de Leidse industrie naar de me ning van de heer Sitsen te kampen heeft, is het gebrek aan woonruimte. Het gemeentebestuur heeft, vindt hij. in het verleden veel te weinig een beleid gevoerd dat erop was ge richt de stad leefbaar te maken. Het gevolg daarvan is dat het de in dustrie uiterst moeilijk valt perso neel aan te trekken. Zijn vertrouwen in de Leidse over heid is overigens niet verdwenen: hij gelooft dat vooral burgemeester Van der Willigen bereid is ..een nieu we bladzij om te slaan" en vestigt daarnaast zijn hoop op een betere communicatie met „het stadhuis." Ook hierbij gaat het dus om het kweken van een betere relatie. De vijftigjarige vereniging he^ft het antieke kabinet waarin zij zich te lang aan het gezicht van de wereld onttrok, verlaten. De borrel smaak te er voortreffelijk en de sigaren rook kringelde er behaaglijk tegen het plafond omhoog. Het is natuur lijk niet waar dat de heren alleen maar rookten en dronken. Er werd ook wel eens wat gedaan. Maar het gezicht van de vereniging ging toch te veel achter die dikke rook wolken van de sigaren schuil. De laatste tijd wordt het weer een beetje zichtbaar. De vereniging is uit haar clubfauteuil opgestaan en bezig de deur te openen. Er waait weer wat frisse licht doorheen. Als er ooit bij een jubileum voor uit en niet achterom gekeken moet worden, dan bij dit. Dat jubileum zelf kan bij de vernieuwingsdrang een belangrijke rol spelen. Het be stuur heeft het in elk geval aan gegrepen als, om met ir. Sitsen to spreken, „een dankbare katalysa tor". LEO KLEYN Vereniging gaat leden wer ven De Leidsche vereeniging van industrieelen werd opgericht op 14 november 1917. De eerste voorzitter was de heer D. Jae ger, de eerste secretaris mr. F. J. J. Trapman. De laatste bleef aan tot 1954, toen hij werd op gevolgd door de tegenwoordige secretaris, mr. Ph. J. de Ruyter de Wildt. In de vereniging zijn vijf groe pen vertegenwoordigd: de tex tielindustrie, de grafische in dustrie, de industrie van bouw materialen. de voedings- en ge notmiddelenindustrie en de me taal- en elektrotechnische in dustrie. Op het ogenblik telt de ver eniging 85 leden. Ongeveer 30 bedrijven in Leiden en omge ving. zijn (nog) niet bij de ver eniging aangesloten. Wanneer de festiviteiten rondom het vijf tigjarig jubileum achter de rug zijn, zal een ledenwerfactie worden gehouden om de „push ing power" om een aan de industrie ontleende term te ge bruiken te vergroten. (EÜWE LEIDSE COURANT 13 VRIJDAG 10 NOVEMBER 196T beter. De arbeidsvoorwaarden wor den niet meer per streek, maar - landelijk en branchegewijs geregeld, waardoor het accent elders kon ko men te liggen. Zo kan de vereniging zich om een recent voorbeeld te geven verdienstelijk maken bij de vaststelling van de elektriciteitsta rieven en is men nog steeds actief bij de bevordering van de woning- Maar krachtens haar opzet kan de vereniging geen daadwerkelijke hulp verlenen als een bepaalde tak van industrie of een bepaald bedrijf in moeilijkheden verkeert, zoals haar bestaan ook niet garandeert dat er morgen in Leiden geen „affaire-Van Heijst" is. BEDELCOMMISSIE Van een werkelijke behartiging van gemeenschappelijke belangen kan pas sprake zijn, als de vereni ging met allerlei andere organisaties en instanties in Leiden goede contac ten onderhoudt. Ir. Sitzen en zijn mede-bestuursleden zijn dan ook hard bezig met het leggen van die contacten. Op het ogenblik dragen ze nog veelal een informeel karakter, maar het is de bedoeling ze in de toekomst te formaliseren. In de kamer van koophandel is de vereniging al met vijf leden vertegenwoordigd. Een nog grotere inbreng, ook in die zin dat de vertegenwoordigers van de vereniging in de kamer een doelge richtere opdracht krijgen, zou echter niet overbodig zijn en daarnaar wordt dan ook ernstig gestreefd. Ook bij de uitvoering van bepaal de projecten in Leiden zou de vereni ging intensiever betrokken kunnen en willen worden. De heer Sitsen wijst in dit verband op de te bou wen sporthal in zuidwest. Ter gele genheid van het jubileum werd daar voor f 50.000 geschonken, maar het zou onjuist zijn daaruit te conclude ren dat de vereniging niet meer wil zijn dan een „veredelde bedelcom- missie", zoals de heer Sitsen het uit drukt. De inbreng van de vereniging hoeft niet alleen of zelfs maar in de eerste plaats uit geld te bestaan. Daarom wordt gewerkt aan de vor ming van een commissie die bij voor beeld ook nauwe contacten zal gaan onderhouden met de VW-directeur. Die commissie zal zich kunnen gaan bezighouden met zaken die voor heel Leiden en óók voor de industrie van belang zijn. De moeilijkheid is alleen, merkt ir. Sitsen op, mensen te krijgen die over voldoende tijd en capaciteiten beschikken. Bij middelgrote bedrij ven zoals Leiden die heeft, hebben de topmensen het meestal al druk Het bedrijf van Wernink aan de Oude Rijn in vogelvlucht. Wat er in de Leidse bedrijven gebeurt, is sinds kort te lezen in Industrie Rijnland, een maandelijks verschijnend bul letin dat wordt uitgegeven door de Leidsche vereeniging van industrieelen. Tot nu toe zijn ongeveer vijf nummers verschenen. Het bulletin wordt toegezonden aan o.a. burge meesters, wethouders en raadsleden uit Leiden en om geving, hoogleraren aan de Leidse universiteit en alle Kamerleden. Dat de uitgave van dit bulletin een doeltreffend middel is om de contacten met anderen te verbeteren, is gebleken uit de positieve reacties die het be stuur van de vereniging heb ben bereikt. Het bulletin verschijnt in een bescheiden omvang, maar de heer W. Koole, verbonden aan het public-relationsbureau Beauchez in Den Haag. die is belast met de nieuwsga ring speurt naar mogelijk heden om het in de toekomst nog meer inhoud te geven. De HCW houdt- zich op het ogenblik onder meer bezig met montageiverkzaamheden voor het nietuve gebouw van Vroom en Dreesmann aan de Maarsman- steeg. LEIDEN „Een betrekkelijk vegeterend club je lieden": met deze omschrijving, opgetekend Iiit de mond van ir. A. Sitsen, zou de nu vijftig jaar bestaande Leidsche vereeniging van indus trieelen gekwalificeerd kunnen worden, als niet begin vorig jaar binnen dat „clubje" het een en tinder ivas gaan veranderen. Een paar wakkere (of misschien beter: wakker geworden) leden ca gen in dat de vereniging even ouderwets was als de spelling van haar naam, staken de koppen bij elkaar en besloten er iets aan te gaan doen. IVog net op tijd om aan het jubileum dat nu wordt gevierd niet met weinig meer dan een paar Vriendelijke woorden voorbij te gaan. Ir. Sitsen, in het dagelijks leven directeur van Wernink. is 9inds twee jaar voorzitter van de vereniging. Hij heeft nog twee jaar voor de boeg voordat hij statutair moet af treden. Als het aan hem ligt. zal er in die twee jaar, en naar hij hoopt ook daarna, nog veel meer gaan veran deren dan nu al het geval is geweest. Toen hij en enkele mede bestuursleden in 1966 tot de ontdek king kwamen dat er van de vereni ging weinig of niets uitging of, om nogmaals ir. Sitsen te citeren, ..een aflopende zaak" was vatten fee de koe bij de horens, wierpen ze .de met spinrag overwoekerde ramen (open en begonnen ze moeizaam de indrukwekkende stoflaag die de vere- niging aan het oog onttrok, te verwij- Daarbij werden, zakelijk en syste- jmatisch, zoals van industriëlen ver- Iwacht mag worden, drie lijnen uit gestippeld: gestreefd wordt naar een verbetering van de publiciteit, daar naast wordt geprobeerd bestaande contacten te verstevigen en nieuwe contacten te leggen, en ten slotte wordt een inventarisatie opgemaakt van de vertegenwoordigingen die de vereniging via de leden in andere groeperingen en bestuursorganen heeft. Al deze aspecten vallen onder de noemer „public relations". Dat de vereniging de problemen modern aanpakt, blijkt alleen al hieruit dat niet wordt geprobeerd die public re lations op eigen houtje te beharti gen, maar dat daarvoor een bureau (Beauchez in Den Haag) in de arm is genomen. IMAGE Het gezicht van een vereniging, en zeker van een „vereeniging", veran der je niet van vandaag op morgen. Ir. Sitsen is zich ervan bewust dat daarmee jaren gemoeid zijn. Het is daarom nog te vroeg nu al op bepaal de concrete resultaten te wijzen. De grote moeilijkheid waarvoor het bestuur zich geplaatst ziet, is volgens de heer Sitsen dat de menta liteit van de leden of, ruimer gesteld, van de Leidse industriëlen moet veranderen. Die industriëlen moeten gaan inzien dat bij voor beeld een betere image van de Leidse industrie bij de bevolking niet alleen voor de gemiddelde Leide- naar, maar ook voor henzelf van groot belang is. Ze moeten en daar is de hele face-lifting van de vereniging eigen lijk om begonnen betrokken wil len worden bij de problemen waar mee zij rechtstreeks te maken heb ben cn bij de beslissingen die voor hen van vitaal belang zijn. Over een onderwerp als bij voorbeeld de bestrijding van de water- en lucht verontreiniging moeten zij met verstand en kennis van zaken willen en kunnen meepraten. In andere in dustriegebieden gebeurt dat al; het wordt hoog tijd, vindt ir. Sitsen, dat het ook in Leiden die kant opgaat. Alleen: zoiets gaat niet vanzelf; de mensen moeten ertoe worden opge- Onlangs hebben bu/rgemeester en wethouders van Leiden de raad een uitvoerige nota over de industrialisa tie in Leiden en omgeving voorge legd. Als het goed is, komt zo'n stuk tot stand in nauw overleg met een vereniging als de nu jubilerende, maar het is niet gebeurd. Dat ligt minder aan het gemeentebestuur dan aan de zich nQg druk hervormen de vereniging; als het stof er een beetje af is, zal men, verwacht ir. Sitsen, zeker in staat zijn voor zo'n nota met een eigen inbreng te ko- VOLDOENING ver hierboven al werd gesproken, was in 1966 ronduit slecht. Voornamelijk op grond daarvan ei genlijk werd besloten wat leven in de brouwerij te brengen. De Leide- naar is zich nauwelijks of niet be wust van de belangrijkheid van de industrie die zijn stad toch in sommi ge gevallen een wereldnaam geeft. Voor een groot deel ligt dat aan de bedrijven zelf: ze mogen dan produ ceren volgens de modernste metho den, op het gebied van de public relation tover en dus Ameri kaans woord van de twintigste eeuw zijn ze blijven steken in een ne- gentiende-eeuwse toestand. De directe voordelen van een bete re image zijn, meent de heer Sitsen, duidelijk: de Leidenaars, voor een belangrijk deel werkzaam in die in dustrie, zullen met meer trots en voldoening hun arbeid verrichten als ze beseffen dat ze midden in een bron van welvaart zitten en daad werkelijk aan die welvaart bijdra gen. Het ontbreken van dat inzicht, te kent hij hierbij aan, is niet een speci fiek Leids, maar een landelijk pro bleem, al ontbreekt het de Leidenaar RUZIES Een club waarvan de leden elkaar in leven houden, is de vereniging van industriëlen niet. De directe be langen van de aangesloten onderne mers worden niet behartigd. Hoogstens kan en zal de vereniging iets doen wanneer een van de leden meent dat een collega zijn personeel op een oneerlijke manier „weg- koopt", wat in Leiden overigens be paald niet aan de orde van de dag is. Aan ruzies over personeel heeft intussen de vereniging haar ontstaan te danken, onthult ir. Sitsen. Je kon dat natuurlijk niet in de statuten zetten, zodat daarin de doelstelling van de vereniging netjes werd omschreven als „de behartiging van de belangen der industrieën waarin de leden betrokken zijn." Nu de vereniging zich inderdaad met de gemeenschappelijke belangen bezig houdt, klopt die doelstelling meer dan anderen aan begrip op dit punt. Tot zijn verbazing heeft hij geconstateerd dat er zelfs leden van zijn vereniging waren die niet wisten wat nu voor Leiden de be langrijkste industrie is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 13