BLAD ZIJ SCHOONHEIDSSALON VOOR RASHONDEN BENT U ZESTIG? Zorg voor goed eten dialoog ZATERDAG 4 NOVEMBER 196T £E heeft een op rashon den gespecialiseerde schoonheidssalon. Haar clientèle, poedels en bed- lingtons, komen van ver om getoiletteerd te wor den. „Clarence, wat zeg je daar nu van, kind?", zegt mevrouw Dolly Tempel- Strohand uit Rotterdam te gen een lieve lammetjes- hond. Het dier kijkt haar ver standig aan en laat zich geduldig de nagels knip pen, de oren scheren met tondeuse, kammen, knip pen. in had, tandsteen ver wijderen. Toiletmaken is geen kleinigheid als je een hond van standing bent. En is de natuurlijke haar dos volgens de regels der kunst die voor poedels en bedlingtons in Engeland worden opgesteld), dan koopt het vrouwtje kleer tjes. Jawel, honderden mo dellen in de boetiek aan de Brielselaan. Clarence loopt meer op gras dan op stenen en daarom heeft re lange nagels. Noëlletje wordt door haar „moeder" gehaald en doet een plasje in de winkel. „Foei" zegt de moeder. „Van mij mag het" zegt mevrouw Tem pel. Ze luistert belangstellend naar het relaas. „Ik ben met haar aan de slanke lijn, een el lende!" Intussen ratelt de kassa. Tien gulden voor het toilet van een grote poedel, 16.50 voor toilet met bad. Met de föhn wordt het hondekapsel zorgvuldig gedroogd en in model gekamd en gebors teld. Als de baas Jerry komt ha len luidruchtige verwelko ming na het toilet kijkt hij de hond aan zoals een ander rijn vrouw bekijkt als die van de kapper komt: tjongejonge wat rie je er weer leuk uit! Het is een zeer bedrijvige zaak hier, een hondenkapsalon annex boetiek. Achter de winkel de sa- 1 Mevrouw Tempel: rsjet voor dt vuile voelen. Ion van enkele vierkante meters. Daar zijn de assistenten Willy de Kurver, Maggy Eldering en Sjaan van de Gijn druk bezig, mét mevrouw Tempel. Honden «fr -fr TJET hele leven door is een juiste voeding een belang rijke bijdrage tot gezondheid, le vensvreugde, activiteit en presta tie. Ook als u de zestig gepas seerd bent, komt het er wel dege lijk op aan hoe uw voeding eruit ■let. Al blijft een mens bij het groei en der jaren actief alleen maar toe te juichen! dan neemt de activiteit naar binnen (stofwisseling) en naar buiten (spierarbeid) af. Blijft de voeding even rijk aan suiker, vet en meelstoffen, dan wordt er te veel In onderhuids vet afgezet. Ge wicht en omvang nemen toe. daardoor raakt men sneller ver moeid, want dat teveel wordt ie der uur meegedragen. Een eerste eis voor de rijpere mens is: gebruik weinig vet, sui ker en zoetigheid en kleinere por ties brood en aardappelen. Ge bruik verder alles wat goed voor u is: melk. tenminste een ''t liter. Kaas - tenminste twee plakken. Vlees of vis - tenminste 75 gram. beleg meegerekend. Ei: twee tot drie per week. Brood en aardap pelen - met mate. Groente 150 gram stevige, of 350 gram slinken de groente. Fruit - ongeveer 100 gram. zo mogelijk rauw. eventu eel als broodbeleg „Dieven" goed aan een deel van het wit brood te vervangen. Besmeer de boterhammen zo dun mogelijk. Tipje om uw botergebruik te beperken: zet 's morgens een schaaltje met uw rantsoen (1/8 pakje) klaar, zowel voor beleg als warme maaltijd bestemd. Ook de suiker kunt u zo verdelen, een koekje minder als u van suiker in koffie of thee houdt. Het wordt gewoon een sport om niet meer te gebruiken! Makkelijk Kauwen Goed eten is belangrijk, goed kauwen evenzeer. Slecht ge kauwd voedsel veroorzaakt spijs verteringsmoeilijkheden. Hebt u last van rauwe groente of bruinbrood, ga dan na of uw ge bit wel in orde is. Dat is beter dan pap, moes of gehakt te eten Houdt uw gebit in goede staat. Er zijn mensen die een halve liter melk verschrikkelijk veel vinden. Melk kan verwerkt zijn ln pap, pudding, yoghurt, een kop chocolade. Karnemelk en yo ghurt die iets verwarmd zijn, zijn soms beter te verdragen. Denk naast wittebrood en beschuit ook aan de donkere broodsoorten Bruin - rogge - knacke-brood. Ze komen de stoelgang ten soede Pap van havermout en gaar tar- wegries zijn ook rijker aan vita- ■oines dan wittebrood U doet er De warme maaltijd vinden ve len een corvee, waaraan ze liever maar niet beginnen. Uw warme maaltijd is echter onmisbaar. Maak het daarom makkelijk. Uit een oogpunt van voedingswaarde is er geen bezwaar tegen pankla re. blik- of dicpvriesgroente. Veel gemak hebt u van flespap. kant-en-klare soep en saus uit het pakje, peulvruchten uit pot of blik. Dat laatste is meteen een goede vlees- of visvervanging. Aardap pelen en groente wel iedere dag vérs berejden, dan trekt u er het meeste profijt van. Wat knappen de. kort gekookte groente wordt dikwijls beter verdragen dan te lang gekookte en zachte groente. Er zijn koelkastjes van klein for maat die in een huiskamer niet misstaan: kunt u vlees en beleg voor enige dagen tegelijk inslaan en bereiden. Weinig eetlust? Ver deel de porties dan eens in vijf in plaats van drie en wees extra karig met zoetigheid en vet. Tenslotte: ideetje voor menu's en wenken vindt u in het vouw blad ..Onze voeding als we ouder worden". Per briefkaart te bestel len bij het Voorl. Bureau voor de voeding. Laan Copes van Catten- burch 44 Den Haag met aan de adreszijde 0.20 aan postzegels krul oldornrie onder mijn krukje, op de tafels, onder de tafels, de vloer be zaaid met hondebont van wit tot zwart. Een poes in de kamer, een konijn in de winkel. „Kimbel, kom hier". Kazan, gedraag je, zo'n klein hondje te plagen! Nizzan en Loraine lopen elegant rond in hun zachtgrijze nature bontjasjes. Ze zijn alle maal even leuk en lief en wor den niet met kettingen vast ge zet. Ze luisteren en zijn gehoor- nachtpyjama, of maar liver een japonnetje van lurex, ijden jer sey, een zilverplastic jasje of een warte, met rood gevoerd? Imi tatie persianer kan ook, of een apricot-poedeljasje. „Ik heb een klant die iedere zes weken nieu we kleertjes koopt" en „Broek jes gaan iedere dag over de toonbank" zegt mevrouw Tem pel. Is het niet dwaas de hond zijn bontje af te scheren en haar een suèdejasje, met teddy gevoerd, aan te trekken? Ach, zegt me vrouw Tempel, dat toilet is nu eenmaal voorgeschreven. En een bedlington is allang geen natuur- maar een fokprodukt geworden. Ze leven bij kachels en verwar ming en gaan dan poedelnaakt de deur uit. Een bedlington (lammetjeshond) is vatbaar op de longen en zo dwaas is het dan ook weer niet. Wat die laarsjes betreft, als een dier een verwon ding heeft is zo'n schoentje wat makkelijk; natuurlijk behoeven het er geen vier te zijn. Maar het dier loopt in de modder en springt zo weer op bank of bed, en dan laarsjes en regenkleding lang zo gek nog niet. Fokken Voor de camping worden ze ook verkocht: een hond wordt er vuil en loopt zo de entt weer in en maakt de boel vuil. Ik heb in het geheel vijftien honden; jonge dieren trek ik geen kleren aan" zeg tmevrouw Tempel. Ze fokt bedlingtons, en met succes. „Wij doen mee aan schoonheids tentoonstellingen, Esclarmond van Bedlyhous heeft zelfs 22 kampioenstitels op haar naam, we halen nationale en interna tionale kampioen prijzen". Een hond kopen by mevrouw Tempel is een kwestie van ver trouwen. van de zijde van de fokster dan. Als ze ervan over tuigd is dat het dier goed terecht komt, mag men kopen. Ze weet precies waar haar honden wo nen: in Zwitserland, Zweden, Duitsland en België ook. In de vakantie plant ze haar reis langs de „kinderen" en wordt altijd hartelijk ontvangen. De eigenaars sturen foto's en schrijven brie ven hoe het dier het maakt. Per vliegtuig (man en vrouw hebben beiden een brevet) voor het toiletteren van de hond naar de salon in Rotterdam. Kimbeltje, die ze nu onder handen heeft, komt uit Kaatsheuvel. Tijdens die vakan tie n Lugano of Stockholm krijgt de Van Bedlyhous (kennelnaam) een gratis trimbeurt. „Ik heb een enorme kennissenkring" zegt me vrouw Tempel. Haar vaardige handen bewer ken intussen een poedel en ze prijst „wat heb je een kuif, kind!" Maggy, die boven komt met een natte poedel in een bad handdoek gerold de badin richting met douche is beneden zegt: je bent hier méér dan trimster. Het is echt het fijne werk. Ze is intern en twee jaar in dienst. Willy is schippersdoch- ter en werkt hier al vier jaar, ook intern. „Erg afwisselend hoor, en fijn om een hond onder je handen mooi te zien worden". Er zijn honde-accessoires te over, ontdekten we. Banken met (nylon) pluche, katoenen over trekken in frisse ruiten voor de mand, gevoerd met schuimrub ber, stretchers met hoes of de ken, nylonbedden, hondespeel goed dat eetbaar is, halsbanden in alle kleuren, zelfs met „edel"- stenen en een reservezakje steen tjes voor het verlies. Er is haar lak, haarglans, het woord „toilet" is lang niet overdreven. Amerika Wat die mode-show betreft, „een borreltje met zoutjes is gauw vergeten, maar dit was in Europa nog nooit vertoond!" zegt mevrouw Tempel Rotter dams-nuchter. Ze vertelt nog, dat de Amerikaanse kleuren tv be langstelling heeft voor een op name van zo'n hondse mode show. Inderdaad héél wat meer spectaculair dan een receptie met hadje-slokje! In Amerika gaan ze trouwens veel verder met hondemodé, weet ze. Zoals u op de foto's ziet: de natuur kan zijn vrije loop hebben. De kapster kennen de dieren precies en u gelooft het of niet, maar de bedlingtons geven me vrouw Tempel gewoon een kus je. Praat hier niet over „bees ten", dat zijn onopgevoede kin deren. Spreek over „honden" of „dieren" en kijk niet gek op van „kind" en „moeder". Wie de uiterst goede verstand houding tussen dieren en men sen ziet. staat er niet van te kij ken dat etr gelegenheid van het vijfjarig bestaan van deze zaak. e enmode-show werd gegeven in Hilton. Er kwamen honderden belangstellenden. De show werd opgeluistrde door een bruid- en bruidegom, er was e enaanstaan- de moeder-hond in een positie pakje, „nu ja, dat waren mode grapjes" lacht zakenvrouw Tem- vel. Feit is dat ze honderden honde-kleertjes heeft. Noorse trui Wat wilt u: een echte Noorse trui met hoge col en Noors pa troon voor de wintersport, een regenpyjama met laarsjes die echt met een vetr deichtgan, een TIPS BIJ HET WINKELEN Leen man zal eraan denken een hoofd niet krulspelden te strelen. Bovendien slaap je nu niet bepaald lekker met al die rollers in. Een fabrikant heeft erover nagedacht wie kan het zich permitteren iedere dag naar de kapper re gaan? en ziedaar. De rollers die u in een pan warm water gooit, ze daarin een kwartiertje laat warm worden: in draaien en met een klem vastzetten. Hangmandjes om uw handschoenen, -jaaltjes, nylons, kraagjes, al die kleine zaken die onze linnenkast gauw een slordig aanzien geven, op te bergen. U schuift ze met twee ..poten" aan de kastplank. Hebt u extra bergruimte nodig in keuken- of werkkast dan is zo'n hangmandje ook ge-chikt; niet gek om in de nabijheid van de kapstok te hebben, en er een „wanten" of „sjaal" bergplaats voor de kinderen van te maken. Voor ƒ3,75 weet u alle». DE één na laatste maal ons gesprek over de auto. Er valt nog meer te vertellen. Mevrouw v. E. te d. H. wil graag de lof trompet steken over de vrouw achter het stuur. „Wat is hierover lang ge praat en wat is het fijn dat het nu zo heel gewoon is eer •rouw te zien chaufferen. In elk geval van groot nut. Als de man om de een of andere reden niet meer kan of mag rijden, iets wat maar al te vaak gebeurt, wat een rust is het dan als de vrouw het stuur kan overnemen. Er zijn natuurlijk nog vele andere ge vallen, maar hoe dan ook: veel lof voor de vrouw achter het stuur! We hebben jaren geleden iets heel grappigs mee gemaakt. Een van mijn broers had met enkele vrienden sa men een oude auto gekocht. Het was er een met drie wie len, die zag je toen wel meer. Het ding werd voor ons huis gezet en en werd flink en lang aan gesleuteld. Eindelijk was het zover. We. dat wil zeggen de buurtgeno ten. stonden er vol spanning naar te kijken. Even starten en ja hoor, de motor liep! Nu zat er „ergens" vooraan een vliegwiel dat er al onmiddel lijk afvloog. Het wiel huppel de de straat uit en een heel stel jongens er achteraan. 't Was geen gezicht. Maar het mooiste was dat er uit een zijstraat en jochie schoot dat heel hard riep: „Houdt de dief!" De „dief' rolde door en kwam tegen een trottoir band tot stilstand. Wat heb ben we daar een plezier om gehad. De eigenaar sleepte het vehikel naar een garage en dat was dan ook het laatste wat ik er van gezien heb. Zoiets gebeurt nu niet meer. alles zit bij de tegen woordige wagens onder de kap. Maar sleutelen is er nog Oorlog Mevrouw M. te G. maakte het volgende tijdens de oorlog mee: „Het was herfst 1944. Ik moest naar een specialist in Groningen. Treinen waren er niet, ik ging met een taxi waaraan een gaspot gekoppeld was. Dichtbij Groningen moest de chauffeur even een boodschap doen over het Winschoterdiep. Daarvoor moest hij gebruik maken van een bootje. Toen hij terugkwam zette hij het bootje vast aan de wal. De auto startte niet, een passe rende auto besloot ons te hel pen. Er werd een kabel aan onze wagen bevestigd, en de chauffeur gooide remmen los. Toen schreeuwden ze van de overkant van het kanaal: „Chauffeur, gooi het bootje los!" De chauffeur uit de au to: maar de man die de auto zou slepen had dat niet ge hoord en begon te rijden. Zo reden wij mee zonder chauf feur, (er was nog een passa gier). Benauwd dat we ,het had den en de auto slingerde zo raar. Links van ons het Winschoterdiep en rechts een sloot met een rij bomen. We namen geen risico, en spron gen uit de rijdende auto. Vlak daarna schoot de kabel los, de auto kwam op een bruggetje terecht dat ook nog brak en de chauffeur had het ook flink benauwd, want die zag het allemaal gebeuren. De au to was beschadigd, maar toch konden we onze tocht voort- Mevrouw D. te B. heeft zelf geen auto en mag geen ge bruik maken van fiets, auto bus of trein. „Wanneer het noodzakelijk is ben ik aange wezen op een personenauto. Sinds een jaar word ik twee maal per week of door drie neefs of door een lid van de kerk 's avonds bij een mas seur in Gouda gebracht. Zelf heb ik het er wel eens moei lijk mee. maar zij zien dit als naastenliefde. Alleen met woorden mag ik hen dankzeg gen voor wat zij voor mij doen. Vindt u dit geen prachti ge daad van christelijke naastenliefde?" We hebben het al meerma len over het rijbewijs gehad. Nu kregen we er ook weer brieven over. Kennelijk is het rij-examen een ingrijpende ge beurtenis in de dagelijkse gang van het leven. Fouten Mevrouw S. te D. schrijft: ..Zesendertig jaar geleden was het proefrijden heel wat ge makkelijker dan nu. Veel ver keersborden waren er nog niet en meestal slaagde men de eerste keer al. Wij woonden toen op één van de Zeeuwse eilanden. Bij het proefrijden behoorde ook van de steiger op de veerboot rijden, keren en weer naar boven rijden zon den fouten maken. Wanneer het hoog water was, was er geen kunst aan. De boot lag dan bijna gelijk met de stei ger. Bij eb lag de boot twee- en een halve meter lager, zo dat men tamelijk steil naar be neden moest via de ebsteiger Meestal maakte men dan toch nog fouten. Ik geloof niet dat ik het na zoveel jaren nog zou durven, maar 't is ook niet meer nodig dank zij de bruggen en dammen die nu al le eilanden met elkaar verbin- Nog een herinnering aan de auto van vroeger. Mevrouw W. te dH. weet nog: „Zo'n vijfenvijftig jaar geleden vlogen we nog als kin kinderen tijdens het eten de straat op om een auto te zien. We woonden nl. op een dorp, niet langs de weg. Eens vroeg mijn zusje waar ik zo lang bleef. Zij was al teruggegaan, maar ik had een tweede auto om de hoek zien komen. Dat kon volgens haar niet, twee auto's achterelkaar! Nu ben ik een liefhebster van auto méérijden; twee vriendinnen en mijn zoon hebben er een en vragen mij nooit tever geefs." Cursus Tot slot laten wij N. te N. aan het woord: „Als je een eind met de auto gaat rijden is dat geen prestatie, zoals dat vroeger wèl met de fiets was. Het fietsen vergde wel eens veel kracht en inspanning, maar we deden het toch maar. Dat heb je met een auto niet, je zit en trapt dat ding maar op zijn staart en rijden maar. Alleen de chauffeur moet maken dat hij niet te ver moeid raakt. Voor mij blijft het 't zelfde of de vrouw of de man achter het stuur zit. De vrouw is in de meeste geval len voorzichtiger dan de man. Zij waagt niet zoveel, ik vind dat de vrouw ook wel verstand van de motor moet hebben. Mocht zij dan eens wat pech hebben, dan zit ze niet meteen met de handen in het haar. Dus een cursus volgen. Laat iemand die zo nu en dan rijdt de grote wegen vermijden, daar komen maar stukken van. En iemand op leeftijd moet maar liever het stuur in andere handen overgeven, de reactie is niet meer zo snel, daar komen gemakkelijk onge lukken van. We spelen niet alleen met ons eigen leven, maar ook met dat van vele anderen." Nieuw onderwerp: Beroep: huisvrouw Na onze gesprekken over De goede oude tijd en De auto kwam ik tot de conclusie dat het leven van de vrouw in enkele tientallen jaren drastisch gewijzigd is. Het huishouden is niet langer de enige keuze voor het meisje, ook niet als zc trouwt. Hoe ziet u uw beroep als huisvrouw? Bent u beledigd, omdat het ge^n officieel „beroep" is? Studeert u in uw beroep verder cursus sen over baby, kleuter, koken, budget, bloemschikken, gasten ontvangen? Welke karweitjes doet u graag, welke ziet u liever ver deeld over het gezin? Hoe is de toekomst van onze dochters nu de flats met crèches verrijzen? Vindt u dat een vrouw die naast het huishouden een beroep uitoefent, minder „dienstbaar" is ze blijft niet bij hem om den brode, maar omdat ze van hem houdt? Of is uw huishouden een ondersteuning van de car rière van uw man? Als het huisvrouwschap u niet helemaal bevredigt, zoekt u naar compensatie? En u, die op uw pas wèl een beroep ingevuld (arts, onderwijzeres, directrice, advocate): en u, alleenstaande vrouw die naast de-baan-overdag nog het huishouden hebt, hoe speelt u het klaar? Ook ditmaal De dokter zegt 1, 2. Tipparade of een verrassing naar keuze bij plaatsing. SOMS. bü het ontvangen van een brief, bemerk ik dat ik in de ze rubriek aan het vergrijzen ben. Kinderen van briefvriendin- nen, bij het begin van onze corres pondentie nog in de box of veilig een paar uur op school (zodat hun moeders heerlijk konden wegpen- nen) zijn de mammoetmuil van het middelbaar onderwijs ingestapt, en de nog ongeboornen van toen, zij die we als het ware samen heb ben verwacht, zijn jonge scholle- Allemaal komen ze met vragen: zijn er muizen in de hemel (bij het sterven van een geliefd wit muis je) en: leef je echt wel verder, en via hun moeders komen de vragen bij mij, als was ik een veel oudere, wijzere. En ik voel dat ik dan ook maar eens een flinke dot rood door mijn haar moet verven zodat do zogenaamde wijsheid misschien van binnen zit maar absoluut niet van buiten te zien is. en we alle maal weten dat we in deze rubriek in vlam kunnen staan. Als vriendinnen, midden in do vragen. Omdat dat heerlijk is, vra gen te krijgen en vragen te stellen. Je bent eenvoudig geen mens zon der die twee. Als het goed is, hoort het óók bij elkaar: krijgen en stellen. Geen vraag over de dood, je gesteld door je kind van 6, of geloof ik eigenlijk? Wat zei ik al 36 jaar na, waar sta ik achter, wat durf ik niet door te denken? MENSEN die bang zijn voor vra gen van hun kinderen zijn bang voor vragen aan zichzelf. En men sen die zeggen: doe niet zo gek, of nog erger: doe niet zo oneerbiedig, tegen kinderen die roepen, (hoe geweldig eigenlijk) als ze naar bui ten rennen: „dag moeder, 'khoop dat je nooit zult sterven", mensen die deze woorden niet heerlijk vin den, snijden in beginsel alle con tact af tussen het kind en zichzelf. Later komen dan natuurlijk de andere vragen: hoe houd je toch het contact met je kinderen? Hoe doe je dat: ze niet kwijtraken? Er is maar één vlammend antwoord: door ze niet te zien als kleine last posten die jouw weetje belagen en je uit je luie „zeker"heden halen, maar als wordende mensen, aan jou toevertrouwd, bestemd om waarachtigheid, vrede, zuiverheid, liefde (om er maar eens eventjes een paar te noemen) in deze we reld tot gestalte te brengen. Met andere woorden: elke vraag van je kleuter is een serieuze vraag. Niet om het rationele ant woord dat is er vaak niet maar als blijkt dat zijn mens-zijn begint. Een mens kan het niet al leen, hij staat in de dialoog, hij heeft een twee-gesprek nodig. Jij geeft niet zozeer een antwoord, jij bént zijn antwoord. En je geeft en je bent des te vrijer naarmate ja zelf meer mens bent, meer ge- oefend in het onophoudelijk en eerlijk vragen. OOK tenslotte in het eerlijk vra gen aan God, want daar loopt het op uit. En dan ook in het ge oefend zijn in het geloof. Want ook God geeft minder antwoord dan dat Hij antwoord IS. Wie in deze wisselwerking leeft, gooit veel meer overhoop dan zijn menselijke gemakzucht opbrengt: maar zij verliest nooit haar kind, integen deel: met het kind wordt zij meer mens, ziet zij beter hoofd- en bij- -zaken (ook al staat ze in dat on derscheid misschien helemaal al leen). Daarom: doe altijd wat jezelf in eerlijkheid ziet als waar, als zui ver, als gewoon. Waarom zou het gek zijn met je kind eens op een kerkhof tc wandelen, zomaar, om dat zijn piekerbolletje zeg jij, ik zou zeggen: omdat dit wordend mensje zo met de dood bezig is? Ik heb het zo dikwijls gedaan, wij hadden in ons vroeger dorp een oud kerkhof, helemaal vol, geslo ten, waar een soort latyrus in bi zarre kronkels groeide, wij ge bruikten het voor tafelversiering. En soms zei een kind aan tafel tegen een gast: dit zijn ranken van het oude kerkhof, daar zijn niets dan witte botten onder de grond en meestal kon de gast vol begrip daarop ingaan. Dat kerkhof was een absoluut kerkhof, ik bedoel: het was alleen van de doden. Meestal zegt een kerkhof meer van de levenden: mooie zerken en wat er op staat, in het buitenland de beelden en de tempeltjes, de afge- broken zuilen, de plastic bloemen, heel de hokuspokus waarin onze machteloze liefde probeert te krui- W'ANT briefvriendin, en dat pro beer ik je hierbij, bij dit ver haalt jes-gedoe, te vertellen: je kunt je kind. evenmin als jezelf, afhou den van de laatste vragen. Noch van de laatste pijn. Alle antwoord in de zin van: de ziel is in de he mel, is voos als het slechts de ont kenning wil zijn van dat daar, voor onze voeten, iets vergaat dat wij hebben omhelsd en liefgehad. Ik herinner me dat wij, mijn man, de twee oudsten en ik, zo eens op de Airborne Cemetery in Oosterbeek stonden; het kerkhof was klaar, men kon het „zien". Bevangen door het in de houding staan van hun vader, het gewapper der vlaggen in de stilte, de rijen gelijke zerken, zeiden de kinderen eerst niets. Tot het meisie gebo ren tijdens de slag om Arnhem altijd iets meer op het detail inge steld dan de jongen (die ongetwij feld de kleur van de dag wa« het herfst, lente? waren er bomen, velden? zich herinnert) vroeg: wat betekent dat woord, mama: „unknown"? en die toen ze het wist zei: laten we weggaan, ik word er misselijk van. Waarop de jongen antwoord gaf. Niet met de ziel. niet met de he mel. Had ik soms zelf gehuiverd voor dat antwoord? Had ik hem dat antwoord niet diep genoeg inge prent. bang als ik was voor een ontwijken, een vlucht? Hij zei: Och, je kunt ie laten cremeren, dan ben je ook onbekend, of je bent in de lucht gevlogen door een mijn, dan ben je ook weg; en an ders ben je tóch weg na een jaar of twee. Of zoals in Hiroschima Zie je, briefvriendin, er staan te kenen aan onze hemel. Toch is dia hemel mild. Onze aarde wordt ver scheurd. Toch is die aarde schoon, gaat de wind zacht door het graa. De wereld van je kind Daarom jouw wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 14