BLAD ZIJ
SCHOONHEIDSSALON
VOOR RASHONDEN
BENT U ZESTIG?
Zorg
voor
goed
eten
dialoog
ZATERDAG 4 NOVEMBER 196T
£E heeft een op rashon
den gespecialiseerde
schoonheidssalon. Haar
clientèle, poedels en bed-
lingtons, komen van ver
om getoiletteerd te wor
den. „Clarence, wat zeg je
daar nu van, kind?", zegt
mevrouw Dolly Tempel-
Strohand uit Rotterdam te
gen een lieve lammetjes-
hond.
Het dier kijkt haar ver
standig aan en laat zich
geduldig de nagels knip
pen, de oren scheren met
tondeuse, kammen, knip
pen. in had, tandsteen ver
wijderen. Toiletmaken is
geen kleinigheid als je een
hond van standing bent.
En is de natuurlijke haar
dos volgens de regels der
kunst die voor poedels en
bedlingtons in Engeland
worden opgesteld), dan
koopt het vrouwtje kleer
tjes. Jawel, honderden mo
dellen in de boetiek aan de
Brielselaan.
Clarence loopt meer op gras
dan op stenen en daarom heeft
re lange nagels. Noëlletje wordt
door haar „moeder" gehaald en
doet een plasje in de winkel.
„Foei" zegt de moeder. „Van mij
mag het" zegt mevrouw Tem
pel. Ze luistert belangstellend
naar het relaas. „Ik ben met
haar aan de slanke lijn, een el
lende!"
Intussen ratelt de kassa. Tien
gulden voor het toilet van een
grote poedel, 16.50 voor toilet
met bad. Met de föhn wordt het
hondekapsel zorgvuldig gedroogd
en in model gekamd en gebors
teld. Als de baas Jerry komt ha
len luidruchtige verwelko
ming na het toilet kijkt
hij de hond aan zoals een ander
rijn vrouw bekijkt als die van
de kapper komt: tjongejonge wat
rie je er weer leuk uit!
Het is een zeer bedrijvige zaak
hier, een hondenkapsalon annex
boetiek. Achter de winkel de sa-
1
Mevrouw Tempel:
rsjet voor dt vuile voelen.
Ion van enkele vierkante meters.
Daar zijn de assistenten Willy de
Kurver, Maggy Eldering en
Sjaan van de Gijn druk bezig,
mét mevrouw Tempel. Honden
«fr -fr
TJET hele leven door is een
juiste voeding een belang
rijke bijdrage tot gezondheid, le
vensvreugde, activiteit en presta
tie. Ook als u de zestig gepas
seerd bent, komt het er wel dege
lijk op aan hoe uw voeding eruit
■let.
Al blijft een mens bij het groei
en der jaren actief alleen
maar toe te juichen! dan
neemt de activiteit naar binnen
(stofwisseling) en naar buiten
(spierarbeid) af. Blijft de voeding
even rijk aan suiker, vet en
meelstoffen, dan wordt er te veel
In onderhuids vet afgezet. Ge
wicht en omvang nemen toe.
daardoor raakt men sneller ver
moeid, want dat teveel wordt ie
der uur meegedragen.
Een eerste eis voor de rijpere
mens is: gebruik weinig vet, sui
ker en zoetigheid en kleinere por
ties brood en aardappelen. Ge
bruik verder alles wat goed voor
u is: melk. tenminste een ''t liter.
Kaas - tenminste twee plakken.
Vlees of vis - tenminste 75 gram.
beleg meegerekend. Ei: twee tot
drie per week. Brood en aardap
pelen - met mate. Groente 150
gram stevige, of 350 gram slinken
de groente. Fruit - ongeveer 100
gram. zo mogelijk rauw. eventu
eel als broodbeleg
„Dieven"
goed aan een deel van het wit
brood te vervangen. Besmeer de
boterhammen zo dun mogelijk.
Tipje om uw botergebruik te
beperken: zet 's morgens een
schaaltje met uw rantsoen (1/8
pakje) klaar, zowel voor beleg als
warme maaltijd bestemd. Ook de
suiker kunt u zo verdelen, een
koekje minder als u van suiker
in koffie of thee houdt. Het
wordt gewoon een sport om niet
meer te gebruiken!
Makkelijk
Kauwen
Goed eten is belangrijk, goed
kauwen evenzeer. Slecht ge
kauwd voedsel veroorzaakt spijs
verteringsmoeilijkheden. Hebt
u last van rauwe groente of
bruinbrood, ga dan na of uw ge
bit wel in orde is. Dat is beter
dan pap, moes of gehakt te eten
Houdt uw gebit in goede staat.
Er zijn mensen die een halve
liter melk verschrikkelijk veel
vinden. Melk kan verwerkt zijn
ln pap, pudding, yoghurt, een
kop chocolade. Karnemelk en yo
ghurt die iets verwarmd zijn, zijn
soms beter te verdragen. Denk
naast wittebrood en beschuit ook
aan de donkere broodsoorten
Bruin - rogge - knacke-brood. Ze
komen de stoelgang ten soede
Pap van havermout en gaar tar-
wegries zijn ook rijker aan vita-
■oines dan wittebrood U doet er
De warme maaltijd vinden ve
len een corvee, waaraan ze liever
maar niet beginnen. Uw warme
maaltijd is echter onmisbaar.
Maak het daarom makkelijk. Uit
een oogpunt van voedingswaarde
is er geen bezwaar tegen pankla
re. blik- of dicpvriesgroente.
Veel gemak hebt u van flespap.
kant-en-klare soep en saus uit
het pakje, peulvruchten uit pot
of blik.
Dat laatste is meteen een goede
vlees- of visvervanging. Aardap
pelen en groente wel iedere dag
vérs berejden, dan trekt u er het
meeste profijt van. Wat knappen
de. kort gekookte groente wordt
dikwijls beter verdragen dan te
lang gekookte en zachte groente.
Er zijn koelkastjes van klein for
maat die in een huiskamer niet
misstaan: kunt u vlees en beleg
voor enige dagen tegelijk inslaan
en bereiden. Weinig eetlust? Ver
deel de porties dan eens in vijf
in plaats van drie en wees extra
karig met zoetigheid en vet.
Tenslotte: ideetje voor menu's
en wenken vindt u in het vouw
blad ..Onze voeding als we ouder
worden". Per briefkaart te bestel
len bij het Voorl. Bureau voor de
voeding. Laan Copes van Catten-
burch 44 Den Haag met aan de
adreszijde 0.20 aan postzegels
krul
oldornrie
onder mijn krukje, op de tafels,
onder de tafels, de vloer be
zaaid met hondebont van wit tot
zwart. Een poes in de kamer, een
konijn in de winkel.
„Kimbel, kom hier". Kazan,
gedraag je, zo'n klein hondje te
plagen! Nizzan en Loraine lopen
elegant rond in hun zachtgrijze
nature bontjasjes. Ze zijn alle
maal even leuk en lief en wor
den niet met kettingen vast ge
zet. Ze luisteren en zijn gehoor-
nachtpyjama, of maar liver een
japonnetje van lurex, ijden jer
sey, een zilverplastic jasje of een
warte, met rood gevoerd? Imi
tatie persianer kan ook, of een
apricot-poedeljasje. „Ik heb een
klant die iedere zes weken nieu
we kleertjes koopt" en „Broek
jes gaan iedere dag over de
toonbank" zegt mevrouw Tem
pel.
Is het niet dwaas de hond zijn
bontje af te scheren en haar een
suèdejasje, met teddy gevoerd,
aan te trekken? Ach, zegt me
vrouw Tempel, dat toilet is nu
eenmaal voorgeschreven. En een
bedlington is allang geen natuur-
maar een fokprodukt geworden.
Ze leven bij kachels en verwar
ming en gaan dan poedelnaakt
de deur uit. Een bedlington
(lammetjeshond) is vatbaar op
de longen en zo dwaas is het dan
ook weer niet. Wat die laarsjes
betreft, als een dier een verwon
ding heeft is zo'n schoentje wat
makkelijk; natuurlijk behoeven
het er geen vier te zijn. Maar het
dier loopt in de modder en
springt zo weer op bank of bed,
en dan laarsjes en regenkleding
lang zo gek nog niet.
Fokken
Voor de camping worden ze
ook verkocht: een hond wordt
er vuil en loopt zo de entt weer
in en maakt de boel vuil. Ik heb
in het geheel vijftien honden;
jonge dieren trek ik geen kleren
aan" zeg tmevrouw Tempel. Ze
fokt bedlingtons, en met succes.
„Wij doen mee aan schoonheids
tentoonstellingen, Esclarmond
van Bedlyhous heeft zelfs 22
kampioenstitels op haar naam,
we halen nationale en interna
tionale kampioen prijzen".
Een hond kopen by mevrouw
Tempel is een kwestie van ver
trouwen. van de zijde van de
fokster dan. Als ze ervan over
tuigd is dat het dier goed terecht
komt, mag men kopen. Ze weet
precies waar haar honden wo
nen: in Zwitserland, Zweden,
Duitsland en België ook. In de
vakantie plant ze haar reis langs
de „kinderen" en wordt altijd
hartelijk ontvangen. De eigenaars
sturen foto's en schrijven brie
ven hoe het dier het maakt.
Per vliegtuig
(man en vrouw hebben beiden
een brevet) voor het toiletteren
van de hond naar de salon in
Rotterdam. Kimbeltje, die ze nu
onder handen heeft, komt uit
Kaatsheuvel. Tijdens die vakan
tie n Lugano of Stockholm krijgt
de Van Bedlyhous (kennelnaam)
een gratis trimbeurt. „Ik heb een
enorme kennissenkring" zegt me
vrouw Tempel.
Haar vaardige handen bewer
ken intussen een poedel en ze
prijst „wat heb je een kuif,
kind!" Maggy, die boven komt
met een natte poedel in een bad
handdoek gerold de badin
richting met douche is beneden
zegt: je bent hier méér dan
trimster. Het is echt het fijne
werk. Ze is intern en twee jaar
in dienst. Willy is schippersdoch-
ter en werkt hier al vier jaar,
ook intern. „Erg afwisselend
hoor, en fijn om een hond onder
je handen mooi te zien worden".
Er zijn honde-accessoires te
over, ontdekten we. Banken met
(nylon) pluche, katoenen over
trekken in frisse ruiten voor de
mand, gevoerd met schuimrub
ber, stretchers met hoes of de
ken, nylonbedden, hondespeel
goed dat eetbaar is, halsbanden
in alle kleuren, zelfs met „edel"-
stenen en een reservezakje steen
tjes voor het verlies. Er is haar
lak, haarglans, het woord „toilet"
is lang niet overdreven.
Amerika
Wat die mode-show betreft,
„een borreltje met zoutjes is
gauw vergeten, maar dit was in
Europa nog nooit vertoond!"
zegt mevrouw Tempel Rotter
dams-nuchter. Ze vertelt nog, dat
de Amerikaanse kleuren tv be
langstelling heeft voor een op
name van zo'n hondse mode
show. Inderdaad héél wat meer
spectaculair dan een receptie
met hadje-slokje! In Amerika
gaan ze trouwens veel verder
met hondemodé, weet ze. Zoals
u op de foto's ziet: de natuur kan
zijn vrije loop hebben.
De kapster kennen de dieren
precies en u gelooft het of niet,
maar de bedlingtons geven me
vrouw Tempel gewoon een kus
je. Praat hier niet over „bees
ten", dat zijn onopgevoede kin
deren. Spreek over „honden" of
„dieren" en kijk niet gek op van
„kind" en „moeder".
Wie de uiterst goede verstand
houding tussen dieren en men
sen ziet. staat er niet van te kij
ken dat etr gelegenheid van het
vijfjarig bestaan van deze zaak.
e enmode-show werd gegeven in
Hilton. Er kwamen honderden
belangstellenden. De show werd
opgeluistrde door een bruid- en
bruidegom, er was e enaanstaan-
de moeder-hond in een positie
pakje, „nu ja, dat waren mode
grapjes" lacht zakenvrouw Tem-
vel. Feit is dat ze honderden
honde-kleertjes heeft.
Noorse trui
Wat wilt u: een echte Noorse
trui met hoge col en Noors pa
troon voor de wintersport, een
regenpyjama met laarsjes die
echt met een vetr deichtgan, een
TIPS BIJ HET
WINKELEN
Leen man zal eraan denken een
hoofd niet krulspelden te strelen.
Bovendien slaap je nu niet bepaald
lekker met al die rollers in. Een
fabrikant heeft erover nagedacht
wie kan het zich permitteren iedere
dag naar de kapper re gaan? en
ziedaar. De rollers die u in een pan
warm water gooit, ze daarin een
kwartiertje laat warm worden: in
draaien en met een klem vastzetten.
Hangmandjes om uw handschoenen,
-jaaltjes, nylons, kraagjes, al die
kleine zaken die onze linnenkast
gauw een slordig aanzien geven, op
te bergen. U schuift ze met twee
..poten" aan de kastplank. Hebt u
extra bergruimte nodig in keuken- of
werkkast dan is zo'n hangmandje ook
ge-chikt; niet gek om in de nabijheid
van de kapstok te hebben, en er een
„wanten" of „sjaal" bergplaats voor
de kinderen van te maken. Voor
ƒ3,75 weet u alle».
DE één na laatste maal
ons gesprek over de
auto. Er valt nog meer te
vertellen. Mevrouw v. E.
te d. H. wil graag de lof
trompet steken over de
vrouw achter het stuur.
„Wat is hierover lang ge
praat en wat is het fijn dat
het nu zo heel gewoon is eer
•rouw te zien chaufferen. In
elk geval van groot nut.
Als de man om de een of
andere reden niet meer kan of
mag rijden, iets wat maar al
te vaak gebeurt, wat een rust
is het dan als de vrouw het
stuur kan overnemen. Er zijn
natuurlijk nog vele andere ge
vallen, maar hoe dan ook:
veel lof voor de vrouw achter
het stuur! We hebben jaren
geleden iets heel grappigs mee
gemaakt. Een van mijn broers
had met enkele vrienden sa
men een oude auto gekocht.
Het was er een met drie wie
len, die zag je toen wel meer.
Het ding werd voor ons huis
gezet en en werd flink en lang
aan gesleuteld.
Eindelijk was het zover. We.
dat wil zeggen de buurtgeno
ten. stonden er vol spanning
naar te kijken. Even starten
en ja hoor, de motor liep! Nu
zat er „ergens" vooraan een
vliegwiel dat er al onmiddel
lijk afvloog. Het wiel huppel
de de straat uit en een heel
stel jongens er achteraan.
't Was geen gezicht. Maar
het mooiste was dat er uit een
zijstraat en jochie schoot dat
heel hard riep: „Houdt de
dief!" De „dief' rolde door
en kwam tegen een trottoir
band tot stilstand. Wat heb
ben we daar een plezier om
gehad. De eigenaar sleepte
het vehikel naar een garage
en dat was dan ook het
laatste wat ik er van gezien
heb. Zoiets gebeurt nu niet
meer. alles zit bij de tegen
woordige wagens onder de
kap. Maar sleutelen is er nog
Oorlog
Mevrouw M. te G. maakte
het volgende tijdens de oorlog
mee: „Het was herfst 1944. Ik
moest naar een specialist in
Groningen. Treinen waren er
niet, ik ging met een taxi
waaraan een gaspot gekoppeld
was. Dichtbij Groningen
moest de chauffeur even een
boodschap doen over het
Winschoterdiep. Daarvoor
moest hij gebruik maken van
een bootje.
Toen hij terugkwam zette
hij het bootje vast aan de wal.
De auto startte niet, een passe
rende auto besloot ons te hel
pen. Er werd een kabel aan
onze wagen bevestigd, en de
chauffeur gooide remmen los.
Toen schreeuwden ze van de
overkant van het kanaal:
„Chauffeur, gooi het bootje
los!" De chauffeur uit de au
to: maar de man die de auto
zou slepen had dat niet ge
hoord en begon te rijden. Zo
reden wij mee zonder chauf
feur, (er was nog een passa
gier).
Benauwd dat we ,het had
den en de auto slingerde zo
raar. Links van ons het
Winschoterdiep en rechts een
sloot met een rij bomen. We
namen geen risico, en spron
gen uit de rijdende auto. Vlak
daarna schoot de kabel los, de
auto kwam op een bruggetje
terecht dat ook nog brak
en de chauffeur had het ook
flink benauwd, want die zag
het allemaal gebeuren. De au
to was beschadigd, maar toch
konden we onze tocht voort-
Mevrouw D. te B. heeft zelf
geen auto en mag geen ge
bruik maken van fiets, auto
bus of trein. „Wanneer het
noodzakelijk is ben ik aange
wezen op een personenauto.
Sinds een jaar word ik twee
maal per week of door drie
neefs of door een lid van de
kerk 's avonds bij een mas
seur in Gouda gebracht. Zelf
heb ik het er wel eens moei
lijk mee. maar zij zien dit als
naastenliefde. Alleen met
woorden mag ik hen dankzeg
gen voor wat zij voor mij
doen. Vindt u dit geen prachti
ge daad van christelijke
naastenliefde?"
We hebben het al meerma
len over het rijbewijs gehad.
Nu kregen we er ook weer
brieven over. Kennelijk is het
rij-examen een ingrijpende ge
beurtenis in de dagelijkse
gang van het leven.
Fouten
Mevrouw S. te D. schrijft:
..Zesendertig jaar geleden was
het proefrijden heel wat ge
makkelijker dan nu. Veel ver
keersborden waren er nog
niet en meestal slaagde men
de eerste keer al. Wij woonden
toen op één van de Zeeuwse
eilanden. Bij het proefrijden
behoorde ook van de steiger op
de veerboot rijden, keren en
weer naar boven rijden zon
den fouten maken. Wanneer
het hoog water was, was er
geen kunst aan. De boot lag
dan bijna gelijk met de stei
ger. Bij eb lag de boot twee-
en een halve meter lager, zo
dat men tamelijk steil naar be
neden moest via de ebsteiger
Meestal maakte men dan toch
nog fouten. Ik geloof niet dat
ik het na zoveel jaren nog zou
durven, maar 't is ook
niet meer nodig dank zij de
bruggen en dammen die nu al
le eilanden met elkaar verbin-
Nog een herinnering aan de
auto van vroeger.
Mevrouw W. te dH. weet
nog: „Zo'n vijfenvijftig jaar
geleden vlogen we nog als kin
kinderen tijdens het eten de
straat op om een auto te zien.
We woonden nl. op een dorp,
niet langs de weg. Eens vroeg
mijn zusje waar ik zo lang
bleef. Zij was al teruggegaan,
maar ik had een tweede auto
om de hoek zien komen. Dat
kon volgens haar niet, twee
auto's achterelkaar! Nu ben ik
een liefhebster van auto
méérijden; twee vriendinnen
en mijn zoon hebben er een
en vragen mij nooit tever
geefs."
Cursus
Tot slot laten wij
N. te N. aan het woord: „Als
je een eind met de auto gaat
rijden is dat geen prestatie,
zoals dat vroeger wèl met de
fiets was. Het fietsen vergde
wel eens veel kracht en
inspanning, maar we deden
het toch maar. Dat heb je met
een auto niet, je zit en trapt
dat ding maar op zijn staart
en rijden maar.
Alleen de chauffeur moet
maken dat hij niet te ver
moeid raakt. Voor mij blijft
het 't zelfde of de vrouw of de
man achter het stuur zit. De
vrouw is in de meeste geval
len voorzichtiger dan de
man. Zij waagt niet zoveel, ik
vind dat de vrouw ook wel
verstand van de motor moet
hebben. Mocht zij dan eens
wat pech hebben, dan zit ze
niet meteen met de handen in
het haar.
Dus een cursus volgen. Laat
iemand die zo nu en dan rijdt
de grote wegen vermijden,
daar komen maar stukken
van. En iemand op leeftijd
moet maar liever het stuur in
andere handen overgeven, de
reactie is niet meer zo snel,
daar komen gemakkelijk onge
lukken van. We spelen niet
alleen met ons eigen leven,
maar ook met dat van vele
anderen."
Nieuw onderwerp:
Beroep: huisvrouw
Na onze gesprekken over De goede oude tijd en De
auto kwam ik tot de conclusie dat het leven van de
vrouw in enkele tientallen jaren drastisch gewijzigd is.
Het huishouden is niet langer de enige keuze voor het
meisje, ook niet als zc trouwt. Hoe ziet u uw beroep als
huisvrouw? Bent u beledigd, omdat het ge^n officieel
„beroep" is? Studeert u in uw beroep verder cursus
sen over baby, kleuter, koken, budget, bloemschikken,
gasten ontvangen?
Welke karweitjes doet u graag, welke ziet u liever ver
deeld over het gezin? Hoe is de toekomst van onze
dochters nu de flats met crèches verrijzen? Vindt u
dat een vrouw die naast het huishouden een beroep
uitoefent, minder „dienstbaar" is ze blijft niet bij
hem om den brode, maar omdat ze van hem houdt?
Of is uw huishouden een ondersteuning van de car
rière van uw man? Als het huisvrouwschap u niet
helemaal bevredigt, zoekt u naar compensatie? En u, die
op uw pas wèl een beroep ingevuld (arts, onderwijzeres,
directrice, advocate): en u, alleenstaande vrouw die
naast de-baan-overdag nog het huishouden hebt, hoe
speelt u het klaar? Ook ditmaal De dokter zegt 1, 2.
Tipparade of een verrassing naar keuze bij plaatsing.
SOMS. bü het ontvangen van een
brief, bemerk ik dat ik in de
ze rubriek aan het vergrijzen
ben. Kinderen van briefvriendin-
nen, bij het begin van onze corres
pondentie nog in de box of veilig
een paar uur op school (zodat hun
moeders heerlijk konden wegpen-
nen) zijn de mammoetmuil van
het middelbaar onderwijs ingestapt,
en de nog ongeboornen van toen,
zij die we als het ware samen heb
ben verwacht, zijn jonge scholle-
Allemaal komen ze met vragen:
zijn er muizen in de hemel (bij het
sterven van een geliefd wit muis
je) en: leef je echt wel verder, en
via hun moeders komen de vragen
bij mij, als was ik een veel oudere,
wijzere. En ik voel dat ik dan ook
maar eens een flinke dot rood door
mijn haar moet verven zodat do
zogenaamde wijsheid misschien
van binnen zit maar absoluut niet
van buiten te zien is. en we alle
maal weten dat we in deze rubriek
in vlam kunnen staan.
Als vriendinnen, midden in do
vragen. Omdat dat heerlijk is, vra
gen te krijgen en vragen te stellen.
Je bent eenvoudig geen mens zon
der die twee. Als het goed is,
hoort het óók bij elkaar: krijgen en
stellen. Geen vraag over de dood,
je gesteld door je kind van 6, of
geloof ik eigenlijk? Wat zei ik al
36 jaar na, waar sta ik achter, wat
durf ik niet door te denken?
MENSEN die bang zijn voor vra
gen van hun kinderen zijn bang
voor vragen aan zichzelf. En men
sen die zeggen: doe niet zo gek, of
nog erger: doe niet zo oneerbiedig,
tegen kinderen die roepen, (hoe
geweldig eigenlijk) als ze naar bui
ten rennen: „dag moeder, 'khoop
dat je nooit zult sterven", mensen
die deze woorden niet heerlijk vin
den, snijden in beginsel alle con
tact af tussen het kind en zichzelf.
Later komen dan natuurlijk de
andere vragen: hoe houd je toch
het contact met je kinderen? Hoe
doe je dat: ze niet kwijtraken? Er
is maar één vlammend antwoord:
door ze niet te zien als kleine last
posten die jouw weetje belagen en
je uit je luie „zeker"heden halen,
maar als wordende mensen, aan
jou toevertrouwd, bestemd om
waarachtigheid, vrede, zuiverheid,
liefde (om er maar eens eventjes
een paar te noemen) in deze we
reld tot gestalte te brengen.
Met andere woorden: elke vraag
van je kleuter is een serieuze
vraag. Niet om het rationele ant
woord dat is er vaak niet
maar als blijkt dat zijn mens-zijn
begint. Een mens kan het niet al
leen, hij staat in de dialoog, hij
heeft een twee-gesprek nodig. Jij
geeft niet zozeer een antwoord, jij
bént zijn antwoord. En je geeft en
je bent des te vrijer naarmate ja
zelf meer mens bent, meer ge-
oefend in het onophoudelijk en
eerlijk vragen.
OOK tenslotte in het eerlijk vra
gen aan God, want daar loopt
het op uit. En dan ook in het ge
oefend zijn in het geloof. Want ook
God geeft minder antwoord dan
dat Hij antwoord IS. Wie in deze
wisselwerking leeft, gooit veel
meer overhoop dan zijn menselijke
gemakzucht opbrengt: maar zij
verliest nooit haar kind, integen
deel: met het kind wordt zij meer
mens, ziet zij beter hoofd- en bij-
-zaken (ook al staat ze in dat on
derscheid misschien helemaal al
leen).
Daarom: doe altijd wat jezelf in
eerlijkheid ziet als waar, als zui
ver, als gewoon. Waarom zou het
gek zijn met je kind eens op een
kerkhof tc wandelen, zomaar, om
dat zijn piekerbolletje zeg jij, ik
zou zeggen: omdat dit wordend
mensje zo met de dood bezig is?
Ik heb het zo dikwijls gedaan, wij
hadden in ons vroeger dorp een
oud kerkhof, helemaal vol, geslo
ten, waar een soort latyrus in bi
zarre kronkels groeide, wij ge
bruikten het voor tafelversiering.
En soms zei een kind aan tafel
tegen een gast: dit zijn ranken van
het oude kerkhof, daar zijn niets
dan witte botten onder de grond
en meestal kon de gast vol begrip
daarop ingaan. Dat kerkhof was
een absoluut kerkhof, ik bedoel:
het was alleen van de doden.
Meestal zegt een kerkhof meer van
de levenden: mooie zerken en wat
er op staat, in het buitenland de
beelden en de tempeltjes, de afge-
broken zuilen, de plastic bloemen,
heel de hokuspokus waarin onze
machteloze liefde probeert te krui-
W'ANT briefvriendin, en dat pro
beer ik je hierbij, bij dit ver
haalt jes-gedoe, te vertellen: je kunt
je kind. evenmin als jezelf, afhou
den van de laatste vragen. Noch
van de laatste pijn. Alle antwoord
in de zin van: de ziel is in de he
mel, is voos als het slechts de ont
kenning wil zijn van dat daar, voor
onze voeten, iets vergaat dat wij
hebben omhelsd en liefgehad.
Ik herinner me dat wij, mijn
man, de twee oudsten en ik, zo
eens op de Airborne Cemetery in
Oosterbeek stonden; het kerkhof
was klaar, men kon het „zien".
Bevangen door het in de houding
staan van hun vader, het gewapper
der vlaggen in de stilte, de rijen
gelijke zerken, zeiden de kinderen
eerst niets. Tot het meisie gebo
ren tijdens de slag om Arnhem
altijd iets meer op het detail inge
steld dan de jongen (die ongetwij
feld de kleur van de dag wa«
het herfst, lente? waren er bomen,
velden? zich herinnert) vroeg:
wat betekent dat woord, mama:
„unknown"? en die toen ze het
wist zei: laten we weggaan, ik
word er misselijk van.
Waarop de jongen antwoord gaf.
Niet met de ziel. niet met de he
mel. Had ik soms zelf gehuiverd
voor dat antwoord? Had ik hem dat
antwoord niet diep genoeg inge
prent. bang als ik was voor een
ontwijken, een vlucht? Hij zei:
Och, je kunt ie laten cremeren,
dan ben je ook onbekend, of je
bent in de lucht gevlogen door een
mijn, dan ben je ook weg; en an
ders ben je tóch weg na een jaar
of twee. Of zoals in Hiroschima
Zie je, briefvriendin, er staan te
kenen aan onze hemel. Toch is dia
hemel mild. Onze aarde wordt ver
scheurd. Toch is die aarde schoon,
gaat de wind zacht door het graa.
De wereld van je kind Daarom
jouw wereld.