God in |e hart, voordat je begint Nederlandse soldaat oefent te weinig H MINISTER AL LANG OP DE HOOGTE Klacht in Kamercommissie Rotterdams bureau maakt ontwerp voor Israëlische stad H Kelner in hoger beroep, strengere straf geëist DONDERDAG 19 OKTOBERJ96J Eind november komt de nieuwste herenpantalon op de markt: van heup tot zoom versierd met een bies in afstekende tint. (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG „De instelling van verreweg de meeste Neder landse militairen is heel goed, maar het gebrek aan geoefend heid en daardoor aan paraatheid kan een fnuikende invloed heb ben op het moreel van de troep." Dit betoogden gisteren de heren Koudijs (lib.) en Walburg (a.r.) bij de begrotingsbehandeling in de Twee de-Kamercommissie voor defensie. Zij maakten zich ernstige zorgen over het ontbreken van voldoende oe fenmogelijkheden voor de Neder landse militair. „De normale Nederlandse soldaat, de gezonde Hollandse jongen, ligt niet wakker over kwesties als het afsohaffen van de groetplicht, het dra gen van burgerkleren, het „halt en front malken in de gang*' enz. Wat hij verlangt is, dat zijn eenheid op een kwalitatief hoog niveau staat. Dat be paalt zijn instelling", meende de heer Koudijs. „Het moet geen slap zootje Rondklungelen De heer Walburg was het daar hart roerend mee eens. „Het rondklunge len van de militairen, het systeem van lesje hier en lesje daar, geeft hen niet het idee dat ze met iets zinvols bezig zijn. Ze hebben oefenin gen nodig." OVER JAAR BEGIN ROEW ASHDOD KOSTEN 120 MILJOEN GELDEN (Van een onzer verslaggevers) ROTTERDAM Het Rot- tefdamse architectenbureau Van den Broek en Bakema heeft van de Israëlische rege ring opdracht gekregen het ha ven kwartier van de stad Ash- dod te ontwerpen. De plannen zijn al zover ge vorderd, dat waarschijnlijk over een jaar al met de bouw kan worden begonnen. De kosten zullen ongeveer 120 mil-- joen gulden bedragen. Voor het bureau (dat o.m. de Rot terdamse Lijnbaan ontwierp) is dit niet het eerste contact met Israël. Vijf jaar geleden al werd het uitge nodigd deel te nemen aan een prijsvraag voor het ontwerpen van een nieuw stadsdeel van Tel Aviv: de verbindende schakel tussen het' moderne Tel Aviv en het oude Ara bische Jaffa. De jury vond toen de inzending dermate geslaagd, dat besloten werd tot aankoop van het plan niettegenstaande het niet in de prijzen viel. Uitnodiging Het resultaat van dit eerste con tact was een nieuwe uitnodiging dit jaar voor deelname aan een prijsvraag voor het ontwerpen van een stadscentrum voor Ashdod (tweede prijs) en een reële op dracht voor het ontwerp van het havenkwartier, dat de verbinding moet vormen tussen dit centrum en de haven. Het kwartier bestrijkt een strook van anderhalve kilometer lengte en een grootste breedte van 250 meter. In dit plan zijn opgenomen de bouw van pakhuizen, groothan delsinrichtingen, kantoren, wonin gen, hotels en restaurants. Ideaal „Het prettige van deze opdracht is," zegt prof. J. B. Bakema, „dat wij al onze nieuwe ideeën kunnen verwerken in ons ontwerp. Ashdod wordt een nieuwe stad. Het terrein, waarop het verrijst is nog maagde lijk: duinen en zandvlaktes. Voor een architect een ideale omstandig heid. Men hoeft geen rekening te houden met bestaande bebouwing. Stedebouwkundige en architecto nische beslissingen kunnen tegelijk worden genomen, wat betekent, dat wij infrastructuur en bebouwing volledig aan elkaar kunnen aanpas- ,.In Nederland ls dit nu alleen nog een theoretische mogelijkheid. Alleen in grote saneringsplannen kunnen deze twee aspecten worden samengevoegd. Of in een geval als de herbouw van Rotterdams city, al is hier ook al veel door de tijd achterhaald." Uitgangspunt in het Ash- dod-plan, dat in grote lijnen al ge reed is, vormt de directe bereik baarheid van woningen en kanto ren vanaf de weg: ruime parkeer terreinen zijn direct bij de bebou wing gepland evenals de wegen, ter wijl er voor de voetgangers ver hoogde plateaus zijn, waar zij niet door het verkeer worden gehin derd. Economisch „De uitvoering van zo'n project is", aldus prof. Bakema, „waar schijnlijk duurder dan dat van een traditioneel plan. Maar op den duur zal het economischer blijken te zijn. Door het direct aanbren gen van alle accommodatie, zo als het bouwen van parkeergara ges, heeft men bij de start al alle kosten gehad. Men hoeft niet later nog eens voorzieningen te gaan tref fen. Direct al wordt een zeer econo misch gebruik van de grond ge maakt. Bovendien bewerkstelligt men een betere ontsluiting van een heel stadsdeel en ook dat levert op den duur wel geld op." Prof. Bakema: „We hebben in dit plan rekening kunnen houden met de toekomst. Ook: met de verande rende mens, met nieuwe sociale omstandigheden (meer vrije tijd o.m.), kortom met een nieuwe tijd. In Nederland zitten we helaas nog steeds met die romantische nabou- werij van middeleeuwse stadjes. Deze moderne tijd vraagt een nieu we frisse aanpak in de bouw. En in Ashdod hopen we te kunnen laten zien hoe wij ons die voorstellen." Prof. J. B. Bakema voor de maquette. Onder de plaats, die hij aanwijst moet zich, volgens Israëlische archeolo gen het graf van Jona bevin den De zaak van de defensie moet ge loofwaardig worden gemaakt voor de „jongens". Ze moeten het hoe en waarom inzien. Dat bereiken we voor al ook met meer voorlichting. Minister Den Toom (defensie) had alle begrip voor de klachten van de Kamerleden, maar kon, mede gezien het gebrek aan oefenterreinen, ook niet direct een oplossing geven. „Ik meen overigens, dat je de jongens beter naar huis kunt sturen dan ze te laten rondhangen". De noodzaak van meer voorlichting onderschreef hij volledig. Zichtbaar De heer Kikkert (c.h.) benaderde het vraagstuk wat genuanceerder. Kwesties als de groetplicht en het dragen van burgerkleren vond hij niet zulke onbelangrijke zaken. De roep om vernieuwing kan ook de 'krijgsmacht niet onberoerd laten. Bestaande legertradities zijn niet goed omdat ze er nu eenmaal zijn. Ze dienen kritisch bekeken en zo nodig aangepast te worden. Daarmee was staatssecretaris Haex (landmacht) het eens, maar hij vond wel, dat het afschaffen van de groet plicht e.d. in de publiciteit onevenre dig veel accent hebben gekregen. De vermaatschappelijking van de krijgsmacht blijkt op tal van andere, belangrijker punten (vakopleiding, inschakeling industrie e.d.). De staatssecretaris deelde mee dat de paraatheid van de Nederlandse landstrijdkrachten 80 procent be draagt. Van een vermindering van het aantal parate brigades van 6 tot 4, waarop van verschillende kanten in de Kamercommissie werd aange drongen, wilde de bewindsman niet Eenzijdig Dr. ïmkamp (D'66) verweet mi nister Den Toom een eenzijdige voor lichting te hebben gegeven over de krachtsverhoudingen tussen de Navo en het Oostblok (Warschau-pact). De bewindsman heeft naar zich toe gere deneerd door onvermeld te laten, dat het Oostblok militair geen eenheid De minister antwoordde dat het Oostblok kwantitatief nu eenmaal sterker is dan de Navo en zo lang de communistische staten lid zijn van het Warschau-pact, moet men ze als een militaire eenheid blijven besohou- 'wen. De socialist Wierda legde de Ka mercommissie een ontwerp-motie voor, waarin de PvdA aandringt op een „redelijke verlaging van de uitga ven voor defensie, tegen de achter grond van de meest doelmatige beste ding der overheidsgelden". Deze verlaging zou moeten worden bereikt door het uit de vaart nemen van enkele verouderde grotere sche pen, zoals de Karei Doorman, het ver minderen van de parate sterkte, voor namelijk bij de Landmacht, onder het gelijktjjdig opvoeren van de personeelsbezettig en de materieel- uitrusting en het bevriezen van de on derhoudskosten bij luchtmacht en ma rine op het peil van 1967. Uitholling Minister Den Toom vond, dat -de strijdkrachten in de komende jaren in groei van de begrotingsuitgaven zullen moeten delen. Staatssecretaris Van Es (marine) noemde het zinloos de Karei Door man (kosten circa 8 miljoen per jaar) eerder uit de vaart te nemen dan aan het begin van de jaren '70, als er voldoende vervangende fregat ten zijn en de dan verouderde vlieg tuigen van de KD voor maritieme walvliegtuigen kunnen worden inge ruild. Staatssecretaris Haex onthulde, dat er tussen de rijksplanologen en De fensie verschil van mening bestaat over de (noodzakelijke) uitbreiding van de militaire oefenterreinen in Ne derland. De planologen denken aan de marginale landbouwgronden in de veenkoloniale gebieden. Defensie geeft de voorkeur aan vergroting van de bestaande oefenterreinen. De a.r. afgevaardigde Walburg, die het beleid inzake de oefenterreinen ma,ar niks vond en ook scherpe kri tiek had op hét weinig doelmatige karakter van vele herhalingsoefenin gen, kwam met de suggestie om een deel van de grond, die door uitvoe ring van het zg. twee-dammenplan in de Waddenzee beschikbaar zou ko men, als militair oefenterrein te clai men. Het debat in de commissie zal volgende week worden voortgezet. GA IN UW BINNENKAMER Het gaat om de gemeenschap tus sen Schepper en schepsel. Met als einddoel: de heerschappij van Jezus Christus over de gehele mens. Het antwoord van de mens op de genade moet bestaan uit de onderwerping van zijn gehele persoon aan de in werking van de Geest van God. Dit vereist een voortdurende hou ding van zelfdiscipline. Het komt er op aan, dat we onszelf vergeten om zo de vele verwarrende stemmen in ons tot rust te brengen en de zorgen die ons benauwen, meester te worden door stil te zijn. Onze omgang met Christus verlangt deze rust en stilte. Zo alleen wordt spreken met God mogelijk. Wie Hem daarin niet voortdurend alles toe vertrouwt, wie niet tot Hem spreekt met de eenvoud van een kind, zal N AARDEN Noem me ge rust met die befaamde term „wedergeboren": de verhouding God-mens is bij mij werkelijkheid. Ze is deel van mijn wezen, mijn bestaan. De conse quenties daarvan aanvaard ik en probeer ik te verwerkelijken. Toch heb ik in de protestantse kerk, waar ik gedoopt ben en opgegroeid, geen belijdenis gedaan. In de kerk heb je allerlei punten waar je in absolute zin ja of nee op moet zeg gen. Dat kan ik niet. Ik wil alleen ja zeggen op de kern. Dat ik, om met de Handelingen te spreken, van harte behoor tot degenen die de naam des Heren belijden en Zijn terugkeer ver wachten. Dat Jezus de Heer is. Dat Gods Woord neergelegd is in de bijbel en dat de Geest de kerk gegeven is om dat Woord te kunnen beluisteren. Mijn tweede moeilijkheid is, dat ik de gemeen schap waar ik mijn geloof kan beleven nog nooit heb ontdekt. In kerkgenootschappen heb ik veel ge grasduind. Bijna overal ben ik geweest, ofschoon niet in alle 100 kerkgenootschappen die ons landje Ik ben op zoek naar een klimaat waar ik met anderen God lof kan brengen, waar ik kan danken en waar ik mijn geloof kan versterken. Als God in je hart is wil je dat toch en heb je immers een bron waaruit veel opwelt? Je moet ergens heen om Hem te eren, om te'getuigen, om te ontvangen. Het is een jonge, reële knaap, die ons dat zo voor legt. Veelbelovend medewerker aan een grote in dustriële onderneming. Pas getrouwd met een even bewogen, christelijke jonge vrouw. Zij groeide op in de rooms-katholieke kerk. TUSSEN ONS is geen verschil in geloven. Toch mochten we noch in de hervormde, noch in de r.k. kerk trouwen. We zijn met de bijbel ln de hand naar de dominee en de pastoor ge weest om samen te lezen wat daarin over het huwelijk Staat. Ze zeiden als om strijd: Ja, jullie hebt wel gelijk. Maar jullie kunnen bij ons niet trouwen in de kerk. Die spelregels, weet je Wel. we wilden toch Gods zegen in de kerk bij onze huwelijkssluiting. Toen hebben we na veel zoeken en moeite een kerkgebouwtje kunnen huren en een dominee bereid kunnen vinden. Zo is het toen gegaan. Nietwaar Inge? (met een blik naar zijn vrouw die juist koffie binnenbrengt). De gemeenschap der heiligen, die met name 's zondags overvloedig en overal wordt nagestreefd. Daarvan wil ik niet zeggen dat „het" er nooit is. Overal vallen druppels, dat Heb ik in de loop der jaren wel ervaren. Maar het klimaat daar, over het geheel genomen? Je ondervindt nauwelijks of geen gemeenschap in de kerk. Gemeenschap ervaar je eerder op je werk, thuis en in je vrije tijd. Daar voel je je afhankelijk van elkaar, komt het gemeenschappelijke doel veel beter voor ogen, worden ervaringen samen beleefd en vormen ze de grondslag voor onderlinge binding. Maar zodra het over het geloof gaat dat een cen trale betekenis voor ons heeft Dan is de ge meenschappelijke beleving ineens zoek. De persoon lijke ervaring wordt geen gedeelde ervaring. Ieder gaat zijn eigen weg en je staat alleen met je eigen geloofsbeleving. KOMT HET ER misschien op neer dat er geen of bijna geen Godsmensen in de kerk (en) zijn? Zouden we misschien eerder dan louter theologen met hun „one man shows" mensen in de kerk nodig hebben, vervuld van de Heilige Geest? Door hun optreden kunnen simpele woorden metterdaad toespreken. Gaat het volk misschien onder omdat het geen kennis heeft? Is mijn gevonden instelling tegenover de bij bi rijke taal en soms uitvoerige manier van zeggen, verstandig lezen. Maar dat went gauw genoeg. Ten minste als je de bijbel gaat lezen als een brief van Iemand, waar je heel erg van houdt, waarover je alles wilt weten. Je moet gegrepen zijn-. God moet in je hart wezen, voordat je begint. Ik geloof, dat een verkeerde instelling tegenover de bijbel onbedoeld al op de lagere school wordt aangekweekt. Kun je de Schrift, kun je iets van haar essentie via verhaaltjes, vaak nog geromanti seerd en dus onbijbels ook, overbrengen? En zo blijft hij dan bij de meesten vaak ook „functione- j, rustig, zonder nadere toelichtingen gon te lezen, was, dat je God in alles kimt vertrouwen. Wijs me één plaats aan in de bijbel waaruit blijkt dat God Zijn woord niet hield. Die is er niet. En als je dénkt dat Hij iets niet deed, moet je nog eens goed nalezen wét Hij be loofde. Soms verbindt Hij er voorwaarde(n) aan die niet werden nagekomen. Wat ook heel duidelijk uit de bijbel spreekt ls dat je vrij bent van de wet. Overtreed hem maar dan zul je zien dat die geen verzwaring betekent, maar dat je die gewoon nódig hebt. Denk alleen maar aan het „zes dagen zult gij arbeiden". Dat hebben ze in Rusland destijds met tien dagen ge probeerd. Ze kwamen er allang van terug. Dat gaat niet, daar kun je als mensen niet tegen. Ik ben de bijbel al lezende gaan begrijpen als ge ïnspireerd door een praktische God, Mijn bezwaar tegen theologie is dat deze vaak van dingen uit de bijbel problemen maakt die dat helemaal niet zijn. Wat is er bijvoorbeeld al niet getheologiseerd over „heiligt mijn sabbat". Constructies over het nieuwe verbond en de zondag. Maar in feite is van Gods gebod in de bijbel hierover een menselijk ge bod gemaakt. Dat is nu al eeuwen zo en misschien wel maat- DE fout is, dacht ik. dat we keihard hebben af gerekend met de Geest door Wie de bijbel geschreven is. We laten de bijbel „functione ren" zonder er wezenlijk zelf in te lezen en er uit le leven. We laten de dominees erover praten. Met alle nonsens die soms op de preek stoel kan worden gedebiteerd ten koste van de waarheid. geen orde in zichzelf kunnen schep pen. Het is goed zich te verplichten op vaste tijden van de dag te bidden. Maar dan niet op grond van een wet, maar alleen uit liefde tot de Heer, Die wij innig zoeken en aanbid den. Zeker, er zullen dagen komen waar op de regelmaat ons zwaar zal vallen. Laten we ons dan deze raad herinne ren: het is nodig in uren van geeste lijke dorheid zich trouwer aan de regel te houden, dan op dagen, waar op het geloof spontaan tot gebed en inkeer voert. Wanneer de innerlijke vlam volle dig uitgedoofd schijnt te zijn blijft het altijd nog mogelijk in stilte ver trouwend te wachten en zich te her inneren: „Een roze, fris ontloken, die heeft een bloem gebracht, al in de koude winter te midden van de nacht"» (Naar Roger Schutz van Talzé) In sommige kerken is het zelfs zo, dat men hele maal naar één kant overslaat, doordat de mensen zich niet op de bijbel, maar op de voorganger richten. Hij is het ideaal; zijn geloof is hun ge loof. En o wee, als hij dan eens mocht derailleren. Dan zijn die mensen hun geloof kwijt. Maar dan vraag ik: waarop is in vredesnaam hun geloof ge baseerd? We zijn toch allemaal in het ambt, alle maal dominees in de kerk? Waar ik me ongelukkig naar zoek is een ge meenschap met Godsmensen. Maar ik kom hoe langer hoe meer tot de overtuiging dat het geloof en het daaruit voortvloeiende simpele leven uit de bijbel bijna niet meer in de gemeente zijn. Je hoort maar steeds „bekeert u, gelovigen". Ja en dan? Amen tot de volgende week om hetzelfde n. Maar wie is er bezig met: wat zegt God wil dat alle mensen met Zijn heil hier op de wereld bezig zijn en zalig worden. Hij heeft altijd naar mensen gezocht, die Zijn wil mochten doen, waardoor Hij zou kunnen werken in de wereld. Maar richteren en profeten hebben, globaal ge sproken, gefaald. Het uitverkoren volk Israël heeft het erbij laten zitten. TENSLOTTE heeft God Zijn eigen Zoon ge stuurd. De grote climax: Zijn zoon naar de aarde om een 1 eetbare wereld te krijgen. Hij heeft het geweldig gedaan. Velen wilden Hem. navolgen; ze stichtten er zelfs een wereld gemeenschap voor die Zijn naam draagt: het christendom. Maar wat heeft die gemeenschap tot nu toe ge presteerd? Ze werpen zich op als verdedigers Gods, nota bene „op grond van de bijbel", ze ze genen wapenen, ze discrimineren, ze onderdruk ken, ze gebruiken in Zijn naam een leer om er anderen mee te slaan. Kortom, ze waren en zijn onverdraagzaam. Terwijl aan de ene kant van de wereld mensen kreperen bouwen ze aan de andere kant dure ker ken, hebben ze pakhuizen vol kerkschatten, ter wijl de Man naar Wie ze zich durven noemen niet eens een kussen had om Zijn hoofd op neer te leggen. Ze schipperden tussen geloof en staat met alle consequenties daaraan verbonden. Zo creëer den ze een „geloof" dat met de werkelijkheid niets meer te maken heeft. Het christendom heeft dus al evenzeer zwaar gefaald. Maar God houdt niet op. Hij blijft figuren zenden. Nu gaat het misschien wel helemaal bui ten de kerk om. God blijft trouw. Geloof ik dan helemaal niet meer in de Kerk? Och, het is maar hoe je het wilt noemen. ET eerste voor iedereen is, dacht ik: ga in je binnenkamer. Bid en probeer door het geloof je roeping uit de bijbel te verstaan. Doe het ook samen, met mensen die hetzelfde ernstig willen. Kom via de kennis bij de waarheid. Ervaar dat je aan het werk moet, dat je anderen niet trekt door preken, maar door houding. Ontdek de God-mensverhouding als de enige basis waarop je kunt leven en werken. Ervaar deze als kern voor het oplossen van elke levens problematiek. We moeten terug naar die kern: God. Van Hem verwijderd raken, zoals nu het geval is, betekent alleen maar de problemen naar je toe halen. We kunnen het vinden. Heus. Want God heeft ons oneindig lief. HU klopt. WU moeten opendoen. HU wil geen gcestelUke dictatuur met een ijzeren vuist. HU wil dat wU ook van Hèm houden en hier op aarde al zalig worden. Keel van vrouw dichtgeknepen (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Advocaat-generaal mr. G. J. de Lint van het Haagse ge rechtshof heeft woensdag tegen de 25- jarige Rotterdamse kelner Cor M. een gevangenisstraf van vier jaar en voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regering geëist. De kelner was naar aanleiding van de straf van de Rotterdamse rechtbank in hoger be roep gegaan. De hem opgelegde gevangenisstraf van twee jaar en voorwaardelijke ter beschikkingstelling van de regering wegens poging tot doodslag op zijn vriendin Delia Jonker, vond hij te hoog. Mr. De Lint was van mening dat het misdrijf dat de kelner ten laste was gelegd geen poging tot doodslag was, maar poging tot moord. Een lan gere straf achtte hij daarom gewenst. In het 'huis van haar ouders had Cor de keel van de vrouw, met wie hij had samengewoond, dichtgekne pen. Toen de vrouw bewusteloos was, raakte de kelner in paniek. Hij trach- te mond-op-mond-beademing toe te passen rhaar dat had geen baat. Hij gaf zich toen zelf aan bij de politie. De vrouw, die maar even buiten bewustzijn was geweest, verklaarde tegenover de politie dat de man haar probeerde te vermoorden. "Voor het gerechtshof zei de verdachte echter dat het niet zijn bedoeling was ge weest de vrouw te doden. De raadsman van de verdachte, mr. J. M. P. Mostboom, was van mening dat slechts sprake was van mishande ling. Het bewijs voor poging tot doodslag of moord achtte hij niet ge leverd. „M. was boos omdat de vrouw met andere mannen uitging, terwijl hij in de mening verkeerde dat zij uitslui tend voor hem was bestemd, omdat hij haar uit Katendrecht uit „het le ven" had gehaald. De kelner had zich voorgenomen in dc nac'ht van 21 op 22 januari de vrouw te doden. Hij glipte het huis van de vrouw binnen en wachtte op de komst van Delia en bedacht zich. Twee uur wachtte hij op haar. Toen hij haar bij de keel greep sloeg zij hem met een sleutelbos in het gezicht waardoor hij zo kwaad werd dat hij haar de keel dichtkneep." De verdediger betwijfelde of er aangifte was gedaan als zijn cliënt niet zelf naar de politie was gegaan. Uitspraak over veertien dagen. Debacle Van Heijst DEN HAAG Enkele maan den voordat de moeilijkheden bij de Haagse radiatorenfabriek Van Heijst in de openbaarheid kwamen (begin september) was het ministerie van economische zaken al vertrouwelijk ingelicht. Dit antwoorden de ministers De Block en Roolvink op vragen uit de Tweede-Kamercommissies van socia le en van economische zaken. Hope lijk zullen, aldus de bewindslieden, in de toekomst het enquêterecht en de wettelijke regeling voor de jaarre keningen van ondernemingen voorko men, dat dergelijke catastrofes zich voordoen. Het is noodzakelijk dat de pensioen- en spaarfondsenwet op de helling gaan. Hierover zullen de mi nisters advies vragen aan de Sociaal economische raad. De oorzaken van het debacle met Van Heijst, die dc ministers opsom men, liegen er niet om: ondeugde lijke leiding van het bedrijf, een ver ouderd en ten dele ondoelmatig ma chinepark, een slechte routing, een te veel aan personeel en verspilling (zeer royale reisrekeningen en dure hobbies van de directieleden). De fabricage-methoden van Van Heijst waren moeilijk modern te noe men. Volgens een reorganisatierap port van het Bureau Van der Bunt in Amsterdam zou dezelfde produktie van het concern met 150 man minder kunnen zijn bereikt.... Om het bedrijf rendabel voort te zetten zou zeker 10 miljoen nodig zijn geweest. Het was volstrekt onmo gelijk dat de Staat het bedrijf zou overnemen, aldus de ministers De Block en Roolvink.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 9