Jeroen geen lsd'er maar öewone middeleeuwer W erkgelegenheid in bouw daalt VPRO kan blote scène' nog uit „Hoepla" halen Verkouden ONTMYTHOLOGISERING VAN EEN MORALIST Subsidie voor geluidsarme vliegtuigen anders dan andere VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1967 (Van onze radio- en tv-redactie) HILVERSUM Te vlug versprei de foto's en onomwonden mededelin gen van het 21-jarige Haagse fotomo del Phil Bloom in „Het Vrije Volk" hebben onthuld, dat in het exelusieve VPRO-programma „Hoepla" verleden week vrijdag een scène werd opgeno men waarbij Phil in het dagblad Trouw een boos ingezonden stukje zit te lezen, waarna zij de krant laat zakken en naakt de kijkers in de ogen ziet. Programmadirecteur ds. Van Houte is geschrokken van het feit. dat in dit spektakelprogramma van Ton Hase- bos (op 9 oktober a.s. uit te zenden) het dagblad Trouw in een belachelijk daglicht wordt geplaatst en. naar ons bij de VPRO op onze informatie werd medegedeeld, daarom zal be doelde scène waarschijnlijk worden geschrapt en overgespeeld. Weinig verheugd is de VPRO over het feit, dat mejuffrouw Bloom in haar interview in één adem op deze onthulling laat volgen: „Maar dit gaat de VPRO leden kosten. Dat vind ik juist zo fijn, een vrije omroep die niet vindt dat je nooit een bloot borstje mag zien. Het is toch onbegrij pelijk. dat er mensen zijn die om iets bloots opzeggen. Allemaal belache lijke schijnheiligheid. De meesten zit ten wél stiekum gniffelend te kijken in boekjes met blote dames". Daarna deelt de jongedame mee, dat ze het „erg plezierig vindt om die mensten te choqueren". Van deze (en meer) opmerkingen in het interview heeft de VPRO niel terug. Commentaar: „Wat Phil Bloom zegt. komt voor haar eigen rekening. Ze heeft geen ander contact met ons dan voor dit programma, waarin zij inderdaad ongekleed optreedt. Maar wij vinden het niet aangenaam, dat onze leden door haar op die manier worden gekwalificeerd. De bedankjes die we kregen sloegen ook meer op de teneur van het programma dan op het naakte element er in". De 56-jarige brugwachter E. J. Bulder uit Wanneperveen is gisteren in Blawe Hand (Ov.) door een per sonenauto aangereden. De man keer de met zijn fiets op de weg. Hij over leed in het ziekenhuis. Moralist Met enige kennis van die tijd en na aandachtig 'lezen' van zijn beeld taal. noemen we Bosch niet zo vlot meer een ketter of iemand die zich verlustigde in het kwaad. Im mers. we ontdekken de finale te genpool. nl. een spitse, rechtlijni ge geest, die met „fijnzinnige spot en volkse ironie" een moraliserende spiegel voorhield. Ook kunnen wij vaststellen, dat Jeroens taferelen niet zinneprikke- lend. dus niet pervers bedoeld zijn, maar dat de satyrische Brabander openhartig en niemand ontziende In 's Hertogenbosch kunt u tot en met 15 november in een boeiend ar rangement van authentieke stuk ken. toeschrijvingen, vroege copieën en werk van navolgers, bij tekenin gen en tijddocumenten, de ware Je- Rillerig? OnprettigfPas dan op! Neem bijtijds 'ASPRO'. 'ASPRO' bevat alles om Uw ver koudheid snel en doeltreffend te bestrijden. VeH&aaunsp 2 ASPRO fet! TROS-tv vervult kinderwensen HILVERSUM Aan enkele hon derden kinderen In de leeftijd van 6 tot 12 jaar heeft de TROS via het hoofd van hun school gevraagd, hun liefste wens op te schrijven. Het resultaat hiervan was zo verrassend, dat de TROS in een serie-televisie- programma gaat proberen. deze wensen te vervullen. De TROS meent, hiermee behalve de kinderen ook volwassenen te kun nen verrassen en amuseren, want de uitzending gaat onder de titel „Klei ne mensen hebben grote wensen". Oorspronkelijk wilde men de serie noemen „Kleine mensjes hebben klei ne wensje.;" en zo staat zij in de programmabladen ook nog aangekon digd. De verkleinvorm is alsnog verla ten. omdat de wensen bepaald niet allemaal kleine afmetingen hebben. Het programma wordt geprodu ceerd en geregisseerd door Fieke van 1 Westreenen en Paul Wallenburg. Linker zijluik het zg. „Altaar van Lissabon", waarvan in Den Bosch de hoogwaardige repliek uit Brussel aanwezig is. De voor stelling van het Antoniusverhaal wemelt van bizarre wezens en symbolen die een uitbeelding zijn van allerlei zonden. De be tekenis is moeilijk te achterha len omdat zoveel van de volks taal uit Jeroens tijd verloren is gegaan. Op dit paneel gaf Jeroen Bosch voor tijdgenoten duidelijk, maar voor ons verhuld weer, aan wel ke bekoring Antonius (in de voorstelling) ten prooi was. Het dak van de woning gaat over in een vrouwekop, waarop een duiventil voorkomt. De til was een oud symbool voor het huis van de ontucht. En een swaen- tje" (op het uithangbord ge schilderd) was een aanduiding voor een prostituee. Mogelijk spookte een zeer bepaalde vrouw door Antonius' hoofd (vandaar de portretkop). Het kleine fi guurtje daaronder is een naakte vrouw. Zij zakt weg in een moeras, met welke beeld Jeroen Bosch aan de voorstelling een duidelijk moraliserende strek king gaf (en waarmee Antonius zich wellicht staande hield). Jeroen Bosch had geen bewust zijnsverruimende middelen no dig om zijn hellemonsters en andere gedrochten te kunnen fantaseren. De middeleeuwers waren zo „vertrouwd" met alle mogelijke duivelen, dat ze zelfs in en op de kerk gewone ver schijnselen waren. Zoals op de St. Janskathedraal van Den Bosch, waarvan we hier een de tailfoto geven om 'te bewijzen hoe belachelijk en volstrekt on historisch die recente Isd-fanta- sie in relatie met Jeroen Bosch wel is. roen Bosch vinden. Een kunstenaar die in alles gewoon kind van zijn tijd was en die een toenmaals alge meen bekend symbolisme gebruik te om op zijn originele manier te laten zlien, hoe zwart het er bij ledereen van binnen wel uitziet. TON HYDRA DEN HAAG Ir. M. A. Geuze, ch-Eerste Kamerlid, verwacht in 1970 een wettelijke regeling op het gebied van de geluidshinder van vliegtuigen e.d. Naar zijn oordeel zal men zich daarbij moeten spiegelen aan het En gelse voorbeeld. Reeds is bekend dat de Britse rege ring het aanleggen van landingsba nen voor supersone vliegtuigen aan de oostkust overweegt, buiten de dich te bevolkingscentra. Ir. Geuze wenst in de wettelijke regeling vastgelegd te zien, dat veel lawaai producerende vliegtuigen zwaar belast worden indien zij op vliegvelden in bewoonde streken lan den, terwijl hij een subsidie voor „ge luidsarme" vliegtuigen wenselijk vindt. caballero constante kwaliteit LIET zo verrassend tot een voortreffelijke expositie- ruimte omgetoverde Noordbrabants Museum in 's-Her- togenbosch staat plotseling in het centrum van internatio nale belangstelling. Daar, in wat waarschijnlijk zijn ge boortestad was, oefent de middeleeuwse Brabander Je roen Bosch opnieuw een haast zlnsbegoochelende aantrek kingskracht uit. Bosch is „ln", zegt men, omdat de mens van nu in die geladen taferelen vol demonen en beeld ge worden angst- en zondecomplexen een hem vertrouwd le vensgevoel meent te herkennen, nl. het pessimisme te mid den van een ondergangssfeer. Bezaten wij gedachtenverklikkers. we zouden uit de breinen van de vele gebiologeerd langsschuifelende Bosch kijkers de meest bizarre „uitleg" kunnen registreren. Ter wijl toch de ontelbare sensatie-publicisten al zoveel fantas- terij als absolute waarheid hebben rondgestrooid. LOZE BEWERINGEN Een kleine staalkaart uit de vaak loze beweringen: Je roen Bosch deed aan magie hij was alchemist, op zoek naar de transmutatie van de mens Bosch hield zich be zig met astrologie Bosch verlustigde zich in het slechte Bosch, de zondaar in het geheim Bosch, de hetero doxe, die stiekem lid was van de sekte der Adamieten, die naaktlopers Bosch, de duistere kritikaster van de kerk Bosch, de ketter. En dan de jongste kreet, die hem uit zijn tijd (ca. 14501516) naar onze eeuw moet trekken: Bosch was een soort l.s.d.-gebruiker om hallucinaties te kunnen schilderen. Wanneer we met beide benen op de begane grond blij ven, stuiten wij op de ontnuchterende werkelijkheid, dat Jeroen Bosch 450 jaar na zijn dood nog altijd een myste rieuze figuur is en dat alle kunsthistorici en andere des kundigen met elkaar er nog niet in zijn geslaagd, voor de vele raadsels een houdbare oplossing te vinden. Veel mythevorming rondom Bosch vindt haar oorzaak in de nu misschien vaker dan ooit gemaakte fout, dat de be schouwers, in plaats van zich te verdiepen in de achter gronden van de kunstenaar, zijn werk en zijn tijd, liever de eigen fantasie de vrije loop laten. Via de aldus opgedane indrukken komen zij dan tot een interpretatie van voorstelling, sfeer en bedoelingen. Hoe foutief een dergelijke te weinig gefundeerde, niet van het object maar van zichzelf uitgaande „inlegkunst" wel kan uitvallen, hopen wij in enkele voorbeelden te kunnen aantonen. Ir. M. A. Geuze: getuigenis aflegt van zijn pessimis me ten aanzien van het zedelijke peil van de mens en van diens over wegend aardgebonden godsdienst. Want let u maar goed op: vaak schildert hij kerk en clerus af als karikaturen van de ware Kerke- Christi en houdt hij „donderpreken" vol dreigementen met aardse straf fen en helse verdoemenis. Echter, zelden wijst hij op de God van lief de. En aan de mogelijkheid van ver lossing schijnt hij in 't geheel niet te hebben durven denken. Geen bedwelming En nu dan tot slot onze mening over het jongste verzinsel: Jeroen Bosch zouden we moeten zien als gebruiker van „beivustzijnsverrui- mende" middelen, bijv. l.s.d., waar mee gesuggereerd wil zijn dat een dergelijke demonische voorstellings wereld alleen door kunstmatig ge wekte zinsbegoocheling gestalte kan krijgen. Dat lijks ons een belachelijke be wering. Zeker voor degene die ook maar enigszins bekend is met teken en schildertechnieken en die uit eigen ervaring weet, dat naast tech nisch kunnen een zeer vaste hand en dus controle op het zenuw stelsel noodzakelijk is om tot be hoorlijk resultaat te komen. Hebt u ooit een mens in trance toestand of een verslaafde in zijn verdoving gezien die zyn lichaams bewegingen feilloos onder controle had en tot hoge artistieke prestaties in staat was. T ref zeker Kijkt u maar weer naar Bosch: hij was zo verbluffend trefzeker, dat hij zijn beelden met tekenkun- stige nauwkeurigheid „in prima", dus in één keer, neerzette. En daar zat hij dan niet moeizaam als een gehallucineerde aan verder te knut selen. want een eenvoudige proef toont aan, dat de krachtige lijnen van zijn schets schuil gaan onder een uitermate dunne verflaag. DEN HAAG Verwacht moet worden dat de werk gelegenheid in de bouw op middellange termijn sterk zal dalen. Dat zal voor een belang rijk deel het gevolg zijn van het feit, dat er steeds minder op drachten aan architectenbu reaus e.d. worden verstrekt. De verantwoordelijkheid voor een opnieuw toenemen van de werk loosheid in de bouw moet in de eerste plaats bij de overheid worden gezocht. In een rapport van het Economisch instituut voor de bouwnijverheid, dat handelt over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in deze bedrijfstak, wordt verder gezegd dat omstreeks 1970 een grootscheeps vervangingspro gramma moet worden uitgevoerd wil men het van overheidswege beoogde niveau van 125.000 woningen op mid dellange termijn handhaven. Gebeurt dit niet. dan zal er een terugval in de woningproduktie optre den van 125.000 tot 90.000 per jaar. Er zijn echter nog geen aanwijzingen dat de overheid inderdaad tot vervan ging van oude woningen op grote schaal zal overgaan. Conjunctureel Ernstig moet volgens het rapport worden betwijfeld of de teruggang in de bouwproduktie van conuncturele aard is. Een vermindering van de produktie die gericht is op uitbreiding van de voorraad zal leiden tot een verminde ring van de bouwproduktie als hierte genover geen vervangende produktie wordt gesteld. Deze produktie zal dan moeten worden gevonden in d« opvoering van de vervanging van de gebouwenvoorraad en van de onder houdswerkzaamheden. Opvallend is dat er in de macro-e conomische verkenningen 1968 van het Centraal planbureau nog geen re kening is gehouden met de gevolgen van het verminderen van het aantal opdrachten, aldus het rapport Te veel optimisme De heer J. H. Hazes, voorzitter van de Nederlandse christelijke bond van werknemers in de hout- en bouwnij verheid. noemde het rapport „zeer be langrijk". omdat daarin wordt be vestigd wat velen reeds vreesden. Van overheidswege is in het verle den steeds met veel optimisme de toekomst bezien. Nu blijkt dat de massale werkloosheid in het noorden van het land in feite reeds in 1965 was te voorzien aan de hand van de opdrachten aan architecten. De overheid is de grootste opdracht gever in de bouwnijverheid en daar om verwacht de heer Hazes veel van „inspuitingen" van de overheid. Bijzonder betreurenswaardig vond de heer Hazes het, dat de jongeren, die door minister Bogaers werden aangespoord in de bouw te gaan wer ken. thans geen toekomst meer voor ogen hebben. Daarom moet er op kor te termijn wat gebeuren. Ook hij drong aan op plannen voor vervan ging van het oude woningbezit NCRV-RADIOKRANT NEEMT AFSCHEID (Van onze radio- en tv-redactle) HILVERSUM Vanavond tussen 7.10 en 7.30 uur Is NCRV's Radio- krant „Vandaag" (18e jaargang 181ste editie) voor het laatst ln de ether. Er wordt afscheid genomen. „Vandaag" wordt na deze uitzending vervangen door de actualiteitenru briek „Hier en Nu", zodat het met eigen visie op de nieuwsvoorziening plus commentaren allerminst afgelo pen is. Degenen, die in de afgelopen 18 jaren genoten hebben van de Radio krant, zullen het aardig vinden van avond naar de laatste editie te luiste ren, vooral omdat die besluit met een gezellig onderonsje, waarvoor diverse oud-medewerkers, zowel redacteuren als technici, zijn uitgenodigd. Maar eerst een raad: Jheronimus van Aken, zich noemend Bosch, wordt al gauw een beetje minder mysterieus, wanneer wij meer vertrouwd met de tijd waarin hij leefde. Hier kunnen wij slechts een paar geheugen steuntjes geven. De duistere middeleeuwen bevinc van een benauwend levensgevoel. Verval vreet aan alle kanten door. Vlak naast opflakkeringen van de votie (denk aan de beweging van Geert Grote en aan een figuur als Thomas a Kempis) is in alle lagen en standen de liederlykste sexuele uitspatting een al even gewoon ver schijnsel als het bij wijze van amu sement uiten van obsceniteiten in het bijzijn van dames uit de hoogste kringen. Pausen en tegenpausen, onder wie vrome, vechtlustige, weeldelie- vende en ontuchtige 'plaatsbekle ders', zijn „forensen" tussen Rome en Avignon. Een zieltogende gees telijkheid jaagt het volk de stuipen op het lijf met overal tevoorschijn springende duivels en andere af schuwelijke monsters of openlijk spot met het geloof. Terwijl de verlichte geest van Erasmus begint te ontluiken zit het brein van paus Innocentius VIII zo vol heidense spoken, dat hij een bul tegen toverij en heksenwezen uit vaardigt. En het Europa dat in stil te om reformatie zucht, raakt ver vuld van de jammer en het bloed n zich in de laatste stuiptrekkingen van duizenden beestachtig omge brachte onschuldigen. Taal in beeld De voor ons veelal duistere beel den van Jeroens panelen, stelden zijn tijdgenoten niet voor raadsels. Zij verstonden zijn beeldtaal zo klaar en onmiddellijk, alsof zij zich zelf harop hoorden denken. Veel van die symbolen kenden zij van eerde re aanschouwing, bijv. van prenten. Jeroen trouwens ook, want hij stam de uit een geslacht van miniaturis ten en hij droeg daarvan de spo ren, hetgeen duidelijk is af te lei den uit zijn detaillerende, geteken de stijl van schilderen. Jeroen Bosch bezat zeer zeker een rijke fantasie, echter, ontelbare uitbeeldingen lagen van oudsher vast in een geweldig systeem van een de gehele cultuur van Europa omspannend symbolisme. Dat dit ook voor het religieus beleven gold, kunnen wij o.a. vinden bij Huizin- ga, die in zijn „Herfsttij der Mid deleeuwen" schreef: „Het bewogen geloof van dien tijd wilde zich al tijd onmiddellijk omzetten in een bonte en gloeiende verbeelding". Denksysteem Zouden wij dat gecompliceerde denksysteem van middeleeuws sym bolisme nu nog compleet bezitten, de taferelen van Bosch zouden voor ons al even gemakkelijk leesbare 'stripverhalen' zijn als ze het waren voor de mens van die eeuwen. He laas is zeer veel verloren gegaan en hebben de geleerden nog maar wei nig daarvan weten te achterhalen. Bestudering van de voortreffelij ke tentoonstellingsdocumentatie (be staande uit een beschrijvende en ryk geïllustreerde catalogus plus een afzonderlijke band met interes sante bijdragen van onderzoekers) kan ons toch wel wat dichter bren gen bij de markante kunstenaar, van wie ons uit tijddocumenten zo weinig overgeleverd is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 7