Minder-validen vaak
vrij simpel te helpen
BLAD ZIJ
Besheesters kunnen
winter verkorten
dialoog
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1967
TT" ENT u ook dat gevoel om gevangen te zijn in eigen huis, omdat de kinderen mazelen hadden bij-
voorbeeld Dan kunt u vast meevoelen met de man, die volkomen -arbeidsgeschikt, zijn huis
niet uitkon, hoewel zijn baas hem hard nodig had. Deze rolstoelgebruiker was in zijn parterreflat van
de buitenwereld afgesloten door een onoverkomelijke barrière acht betonnen traptredenDoor
een speciaal ontworpen rolstoel-lift met handbediening verlaat hij nu dagelijks zijn huis via keuken
deur en balkon. Zijn werkgever betaalde deze voorziening die nog geen 300,kostte. De lift werd
ontworpen door de Stichting VLG (voluit Technische Voorlichting ten behoeve van Lichamelijk
Gehandicapten).
VIG: technisch-
medische hulp
gehandicapten
Dit is maar één van de vele voorbeelden, waar
mee de VLG minder-valide mede-mensen minder
afhankelijk van anderen maakte. Het gaat hier om
technisch-medische hulp, waarbij technisch bewust
voorop staat. Soms betrof deze hulp het juiste type
rolstoel, of aanpassing in de woning, dan^ weer hulp
middelen voor het kleden, toiletmaken, eten. Soms
ging het om voorlichting op puur medisch gebied
voor patiënten die incontinent zijn bijvoorbeeld. ExpOSitiGS
hem in staat stelt zoveel moge
lijk aan gezins- en openbare le
ven deel te nemen is het oogmerk
van de VLG.
De stichting wil obstakels en
persoonlijk ongemak verwijderen
en de gevolgen daarvan voor de
omgeving tot een minimum beper
ken.
Er zijn in ons land vele gehan
dicapten die nooit met een revali-
datie-centrum in aanmerking ko
men. Niet altijd is de arts op de
hoogte van de technische moge
lijkheden. Het bureau VLG heeft
een technicus met twee gouden
handen in dienst, die met de me
disch adviseur voor een bepaalde
gehandicapte een hulpmiddel ont
werpt
Zo'n hulpmiddel is soms sterk
individueel. De stichting verza
melt wat er in binnen- en buiten
land over revalidatie te koop is.
Het vermeerdert de verzamelde
kennis door het uitgeven van bro
chures, exposities en rapporten.
Speciale werkgroepen bestuderen
de behoeften van lichamelijk ge
handicapten, maken daar rappor
ten van die bij de VLG besteld
kunnen worden. We noemen de
rapporten „Draagurinalen". „De
Rolstoel-keuken", „Voorzieningen
openbare gebouwen lichamelijk
gehandicapten".
Onze maatschappij is helemaal
ingericht voor de gezonde mens.
Aan de gehandicapte wordt nau
welijks gedacht. De belasting
inspecteur die een rolstoelge
bruiker bij zich op het matje
roept realiseert zich niet dat de
man niet kan komen, omdat er
voor het belastinggebouw een ho
ge trap is, of een draaideur; er
zijn drempels.
De reumapatiënt die met een
stok loopt, ervaart dat in openba
re gebouwen de vloer spekglad
is, dat bij trappen de leuning
niet voldoende doorloopt. In ker
ken is nog maar zelden bij de
stoelopstelling ruimte opengela
ten waar een rolstoel geplaatst
kan worden.
Kortom, openbare gebouwen
hebben vele versperringen voor
de gehandicapte, waardoor hij
niet actief aan het openbare le
ven kan deelnemen. De gehandi
capte alles bieden wat haar of
IJET Is nu wel
gebleken dat
we tussen sep
tember en Kerst
mis de grootste be
langstelling heb
ben voor beshees
ters. Daarna stel
len we ons open
voor de eerste
lentebloesem en
besheesters
hebben van de
ene dag op de
andere afgedaan.
Als in juli
augustus de lijs
terbes kleurt zyn
nog niet in de
stemming om de
naderende herfst
met vreugde te
gemoet te zien. Is
het echter sep
tember geworden,
dan zijn we in
eens blij dat de
vogels nog iets
van de oranje
pracht voor ons hebben over
gelaten. De vruchten van de
herfst kunnen we zelfs in ons
stadstuintje niet missen, om
dat ze meehelpen de winter
te verkorten!
Zodra onze zaaibloemen, door
weer en wind geteisterd, het
loodje leggen krijgen we meer
behoefte aan gouden bladkleu-
ren en fonkelende bessen. En
dan zijn we nu in het vreugde
volle stadium nog van alles te
kunnen aanplanten. Groenblij-
vende besheesters nog deze
maand en als ze in pot ge
kweekt werden, zelfs later ook
nog. Vanaf eind oktober ge
volgd door de talloze bladver
liezende soorten, die na hun
bladertooi te hebben afgelegd,
nog volop leven brengen met
hun witte, oranje, rode, rose,
purperen of paarse vruchten,
die, als de vogels en de vorst ze
met rust laten, nog een groot
deel van de winter hun kleurige
tooi behouden.
Bij elkaar
Om eerst nog even op de vo
gels terug te komen, het blijkt
dat de violette bessen van de
Callicarpa. die als bundels kra
len rondom de takken zitten,
geen aantrekkingskracht voor
onze gevleugelde vrienden heb-
i ben. Veel gebruikt in de bloem-
sierkunst bij rose anjers en dito
chrysanten, worden ze meer en
meer onder de ogen van het pu
bliek gebracht.
Voor een goede vruchtzetting
is het wel wenselijk enkele
exemplaren in een groepje bij
elkaar te planten. En zij vol
doet het beste op een niet te
koele, l'cht beschaduwde, vocht
doorlatende grond en op een be
schutte plaats. Soms vriest ze
wel eens „edeeltel'jk in, maar
loopt dan van onderen weer
De paarse bessen van Callicarpa
bodinien giraldii doen steeds
meer van zich spreken door hun
rijke tooi en aparte kleur.
Op water
Wie plaats heeft voor een
kleine boom, die zijn oranje
vruchten, als knikkers zo
groot, zeer lang behoudt tot
een strenge vorst er een eind
aan maakt, zal plezier beleven
van Crataegus lavallei (syn.
Crataegus carriereD, een mei
doornsoort, waarvan de
vruchttakken ook geruime
tijd op water goed blijven.
Hoewel de Gelderse roos, een
zusje van de sneeuwbal, aan
bevolen wordt voor vogelbosjes,
hebben we de ervaring opge
daan dat vogels bepaald niet
dol zijn op de rode glazige bes-
trossen. Soms blijven ze. vorst
en sneeuw trotserend, tot het
voorjaar hangen, alleen als er
een zwerm pestvogels op neer
strijkt, wat een enkele keer
voorkomt, is de boom in
paar uur kaal gevreten. Een tak
van de Gelderse roos in sep
tember in een fles met water
gezet, kan het 6 weken uithou
den vóór de bessen rimpelen
of afvallen. Als de blaadjes ver
dorren worden ze successieve
lijk afgeplukt.
Tenslotte nog een lang houd
bare bessoort nl. de bladverlie-
zende hulst. Ilex verticillata,
die van onderen tot boven in
scharlakenrode bessen is gevat,
als ze tenminste een mannelijk
exemplaar in de buurt heeft.
Maar vogels zijn er dol op, dus
span er tijdig een net over om i
ten volle van haar winterpracht
te kunnen genieten.
A. C. MULLER-IDZERDA.
De VLG heeft haar bureau in
Den Haag aan de Stadhou
derslaan 142. Daar worden regel
matig exposities met lezingen ge-
Tips voor
gehandicapte
huisvrouw
Bij blijvende invaliditeit
kunt u soms tamelijk zelfstan
dig de huishouding voeren.
Vraag via uw arbeidstherapeu-
te of wijkverpleegster inlich
tingen bij de VLG (Stichting
Technische Voorlichting Licha
melijk Gehandicapten).
Zeem. veger en stok kun
nen verlengd worden door
middel van een stok.
Een huistelefoon maakt
contact met huisgenoten el
ders in huis mogelijk.
- Een spreekbuis bij de
voordeur voorkomt onnodig
verplaatsen naar de deur.
Een sleüfelringetje aan de
trekker van een ritssluiting
ïnaakt het trekken eenvoudi
ger. Zet in de keuken alles
binnen armbereik weg.
Een grote koelkast ver
dient aanbeveling: kunt u
voor een paar dagen tege
lijk pudding, vlees e.dr berei
den. Om wegglijden van
pannen en schalen te voorko
men kan men ze op een
vochtige doek plaatsen. Er
zijn ook kruishoutjes met
zuigertjes verkrijgbaar voor
dit doel.
Een plank over de
gootsteen maakt het hante
ren van pannen gemakke
lijker. Groenten kunt u was
sen in een slakorf. Moeite
met afgieten van groenten?
Kook ze in een frituurzeef
en haal de groenten er met
een handbeweging uit. Was
zo af: de vaat in het afdruip
rek na }>3t afwassen afspoe
len met de handsproeier
met warm water en op laten
drogen. Alleen glas- en zil
verwerk behoeft u na te dro
gen.
Naaimachines kunnen aan
uw handicap worden aange
past, bijvoorbeeld door het
pedaal te bedienen met de
elleboog. Met een magneet
aan een stokje raapt u mak
kelijk spelden en naalden
op. Eénhandig breien is mo
gelijk Piet een hulpmiddel,
houden voor groepjes voorlich
ters. Dat zijn wijkverpleegsters,
welfare-werkers, bejaardenver
zorgsters, artsen, kortom allen
die beroepshalve met de gehandi
capte in aanraking komen. Hulp
middelen in handen van leken
kunnen onheilen veroorzaken.
Wie zegt of de reuma-patiënte,
de druk op de spieren van haar
hand kan hebben van het eenvou
dige elastieken apparaatje waar
door je de 6teel van lepel of vork
kunt steken? De zieke of gehandi
capte kan dus niet zelf in Den
Haag gaan kijken. Vraag eens of
wijkverpleegster of huisarts zich
wil oriënteren. Bij ingewikkelde
problemen kan de situatie ter
plaatse worden onderzocht altijd
in overleg n»t de behandelende
arts.
Geen cijfers
De VLG is een nict-gesubsidi-
eerde stichting die opgericht werd
door vier organisaties waaronder
het Prinses Beatrixfonds. Die
vier financieren het voorlichtings
centrum. Donaties zijn welkom.
De artsen zeiden tegen de heer
Molenaar van het VLG: „Dit is
eigenlijk een gebied waar we
nooit bij stilstaan." Een teken
aan de wand is wel, dat in ons
hele land geen cijfers bekend
zijn, hoeveel invaliden er zijn! Er
is een grote groep, die nooit aan
bod komt
gereedschapsklem van een kwart
je aan het loket, zodat er een
okselkruk in geplaatst kan wor
den. Het bladzij-omslagapparaat,
dat kunstig met touwtjes en
kaartruitertjes is geconstrueerd.
Als er slechts één lichaamsdeel
beweegbaar is, de kin, of de tong,
kunnen daarmee vijftig bladzij
den worden omgeslagen.
De blaasbel, waarmee door een
simpele ademstoot een bel gaat
luiden, zodat de zieke de ver
zorgster kan waarschuwen. Een
spraaklerares was enthousiast
over dit hulpmiddel.
Wat is er leuker voor een kind
dan wanneer er een bel gaat als
je maar hard genoeg blaast? De
meeste hulpmiddelen zijn uit de
Melkpoeder met
een kleurtje?
Als u hier met smart op ge
wacht hebt: melk. met een kleur
tje, dan hoeft u wellicht niet
zolang meer te smachten. In
Japan is het namelijk al enige
tijd verkrijgbaar, al is ons niet
duidelijk waarom die Japanners
hun melk een kleurtje geven.
Nochtans is er sprake van, in
de landen van de EEG een proef
te nemen met het kleuren van
melkpoeder. Of het werkelijk
heid wordt hangt intussen van
de vraag af of de levensmidde
lenwetgeving in deze landen dit
toelaat.
Telefoon op grijphoogte, een rolstoel met werkblad, makkelijk bereikbar
knoppen van radio en televisie, een grijptang waarmee alles tan de grond
geraapt kan worden, met de nodige voorzieningen loopt haar huishouden
op rolletjei.
praktijk geboren. Weet u hoe u
met één hand de was op kunt
hangen? De heer Molenaar toon
de het ons: simpel twee knijpers
aan elkaar lijmen. Eén knijper
aan het wasgoed klemmen, de an
dere aan de lijn.
Een snelschiller op een tafel
klem stelt in staat om met één
hand aardappelen te schillen; een
plankje met spijkers houdt de
komkommer of de kool vast zo
dat de goede hand kan schaven.
Brood kan in een verstekbak van
de timmerman worden gesneden.
Zuignapjes zitten aan borden
en eierdopjes: ideaal voor
spastische patiënten. Hier is een
aardappelafgieter te koop voor
ƒ3,25 waarbij er maar één arm
nodig is om de aardappelen af te
gieten. Hij past op elke
pan-met-een-randje.
Halsspiegel
We zagen een kousen-aantrek-
apparaat, een halsspiegel waar
mee je eenhandig toilet kunt ma
ken, eenvoudige spullen waar je
op visitie het gewone bestek mee
kunt gebruiken al staan je han
den krom van de reuma. De grijp
tang waarmee iets gemakkelijk
van de grond kan worden gepakt.
Wat zegt u van een veertigjarige
Leerzaam
dat i
i naald fixeert.
TIPS BIJ HET
WINKELEN
Bij een woninginrichting zag
ik leuke hangmapjes, u weet wel
zoals een tentschort: je kunt er
van alles in opbergen. Memo's,
brieven, kaarten, los geld, post
zegels, een knoop die aangenaaid
moet worden, kortom alle kleine
zaken die we zo gauw laten rond
slingeren.
Ze zijn van vilt op katoen, in
fleurige primaire kleuren met
band opgestikt in twee maten en
ze kosten 6.75 of 8.25
Vandaag de eerste brief
over de versjes van vroeger,
meestal tragische liedjes.
Mevrouw YV. te d. H. denkt
nog vaak aan haar moeder die
zo graag zong. „Een paar Jaar
geleden is moeder gestorven.
Ze kon ons altijd zo vermaken
door voorvallen uit haar
jeugd te vertellen. Zij kwam
uit een gezin van zeventien
kinderen, waarvan er slechts
zeven volwassen werden: tien
stierven kort na de geboorte
of in hun eerste levensjaar.
(Is dit niet schrijnend, te
meer daar we het over „Die
goeie oude tijd" hebben. Over
de medische vooruitgang en al
wat daarmee samenhangt
hebben wij geen brief ontvan
gen!)
Wij leerden ontelbare lied
jes van haar. Als we weer
een$ kibbelden zette ze een
liedje in: prompt hielden we
op met ruzie maken. Het wa
ren vaak droevige liedjes die
vertelden over de verganke
lijkheid van het leven. Later
ging mijn moeder naar een
naaiatelier. Daar werd ook
veel gezongen, bijv. de volgen
de canon:
„Schoon de vijgeboom liegt
en de wijnstok bedriegtf en de
wijnstok verderft en de kudde
versterft:! Toch zal ik vrolijk
zingen en in mijn God opsprin
gen". Ik denk dat zulke lied
jes nu niet meer in een naaia
telier worden gezongen Moe
der leerde ons veel versjes,
ivant zei zij: „Met zingen jaag
je de duivel de deur uit..."
plaatsen, dat ging bij opbod, op
oudejaarsavond. Iedereen wou
zijn plek houden en dan ging
het er vaak vinnig aan toe als
een ander er wou zitten, vooral
het middenstuk was geliefd.
Als we jarig waren kregen
we koek op de arm, we liepen
er de hele dag mee rond. 's
Avonds kregen we chocola.
De paardetram was ook leuk,
soms ging het paard aan de
haal en hingen de mensen over
al aan. Waar ik woonde waren
veel schippers en scheepsjagers.
Het was heel gewoon als je
vrouwen en kinderen aan de
lijn zag! De scheepsjagers dron
ken veel; er was dan ook vaak
ruzie en iedere week wel een
vechtpartij.
De veenarbeiders verdienden
weinig en dan ook nog seizoen
werk. De verveners hadden
meestal een winkel erbij het
geen gedwongen nering bete
kende. Staking kwam dan ook
veel voor.
Op zondag mochten wij al
leen de kerkbode lezen, en or
gel spelen. Natuurlijk Joh. de
Heer maar Sankey mocht ook
wel. 'De tijden zijn heel wat
veranderd..."
iemand die in 1908 failliet
ging... Daar zat moeder met
tien kinderen. We hebben goed
aangepakt en zijn een melk
zaak begonnen. Soms dacht je
dat je een nieuwe klant had,
maar als ze hoorden dat je op
zondag r.iet bezorgde bedank
ten ze. want ze hadden graag
op zondag verse melk. (En dat
terwijl je al tweemaal per dag
moest lopen).
Half vier 's morgens eruit om
lopende met het melkstel melk
te halen bij de boer, half zeven
terug, eten en je een beetje
opknappen, zeven uur weg. Er
was één klant die gewekt
moest worden, o wee als je iets
te laat kwam! Later hebben we
de crisisjaren gehad, o wat een
armoede.
Nu zijn we rijk, AOW en
pensioen. Nu kun je aan alles
wat geven, de kerk vraagt veel
maar dat geeft niet. Je geld
kun je toch niet meenemen en
de kinderen hebben het best,
dus geen zorgen. Wij hebben
ons ook moeten redden. Maar
laten wij in alles God danken
voor deze goede gaven want
aan Zijn zegen is alles gele
gen."
Onrustig
Knopje
„Wat werd mijn moeder
kwaad toen ik mijn borstrok
uitliet: ik vroeg erom om ziek
Zuinig
De heer B. te W. vertelt ons
iets over de tijd rond negentien
honderd. „We waren zuinig,
maar er was voldoende. Moeder
kocht altijd een rollade voor de
hele week; 25 cent per pond en
dan heerlijk gekruid én mals.
In de tuin stond een enorme
boom met zoete appels; deze
werden gedroogd voor de win
ter.
De tuin leverde nog veel
meer op: wortels, kool, bonen,
peren. Ik weet ook nog goed
dat in de kerk zand gestrooid
werd omdat de veenmensen
nogal bruin vocht spuwden.
Dan het verhuren van de rit
te worden" herinnert zich de
71-jarige mevrouw U. te Z.
„Wat mevrouw M. C. te S.
schreef heb ik ook meege
maakt: die grote hoeden vol
bloemen en grote hoedenspel-
den erin. Het was soms zo erg
dat als je met de tram meeging
je aan de punt van de speld
een veiligheidsknopje moest
hebben, anders mocht je niet
Het was in die tijd hard wer
ken en heel zuinig zijn. Ja, wij
sliepen ook met stro in de bed
stee. maar je wist niet beter
ondanks datmijn vader boer
was. Het was een druk leven,
en elk jaar een baby erbij, tot
vader in 1007 kwam te overlij
den.
Hij had borg gesproken voor
Tevreden
„Oudere mensen waarderen
volgens mij meer de verbete
ringen die er gekomen zijn
dan de jonge mensen" vindt
mejuffrouw M. te V. „De oude
ren hebben dan ook geen re
den tot klagen, degenen die
het wel doen zijn meestal de
mensen die vroeger al hun ver
diende geld opgemaakt heb
ben en nu vanzelfsprekend
niet alles kunnen betalen van
hun AOW.
In een rusthuis kunnen maar
weinig mensen zelf de hoge
kosten betalen, velen vragen be
middeling door de
Bijstandswet. De Zonnehuizen
in Nederland! Wat zijn die fijn
voor invaliden. Daar genieten
zij een prima verzorging. Wat
wordt er tegenwoordig toch
heerlijk voor alles gezorgd. U
zult mij niet horen zeggen:
geef mij de goede oude tijd
maar terug. En toch, wat zijn
er nu veel mensen overspannen.
Het is soms beangstigend hoeve-
len de moeilijkheden van het
leven niet meer aankunnen. Ze
komen dan (begrijpelijk) bij
de zenuwarts terecht, en dat
brengt in veel gevallen wel ver
betering. Ik denk wel eens, hoe
ie het mogelijk dat deze
mensen iemand nodig hebben
om over hun moeilijkheden te
Wat zou de oorzaak zijn van
dat overspannen zijn? Er wordt
beweerd dat deze mensen eerst
lichamelijk oververmoeid wor
den en daarna de zorgen van
het leven niet aankunnen, maar
ik denk wel eens zou het niet
juist omgekeerd zijn? Overbe-
zorgd zijn voor de toekomst
maakt een mens onrustig en
moe, we kunnen niet zelf alles
regelen: Laat Hem besturen,
waken, 't Is wijsheid wat Hij
doet."
Slecht
„Voor de lagere klassen was
die goeie oude tijd een heel
slechte tijd zegt mevrouw N.
te N. „Voor ons mensen ron
dom de vijftig jaar die de ja
ren dertig hebben meege
maakt. werkloosheid, grote ge
zinnen en geen ondersteuning.
Weduwen, zoals mijn moeder
met negen kinderen, kregen
vrijwel niets en moesten maar
zien hoe ze verder kwamen.
Ik hoop dat onze kinderen
nooit die vreselijke armoede
mee zullen maken die wij ge
kend hebben. Nee, van de finan
ciële kant gezien was het een
rottijd, er waren maar twee
groepen. De een was straatarm
en de ander schatrijk. Er gin
gen wel meer mensen naar de
kerk om met elkaar God om
kracht en berusting te vragen
in hun lot..."
„Mijn goede oude tijd loopt
op blote voetjes in die goeie
ouwe oost," besluit mejuffrouw
N. W. te H. „Ik zou er een boek
over willen schrijven. Een ge
deelte is er al: moeder wekte
me altijd met haar zachte stem
opstaan, meisje en dan
pakte ze mij de goeling af. Zon
der dat rolkussen kun je in de
tropen niet slapen. Nu is het de
boze wekker die een snerpende
kreet geeft. Dan rol ik zélf van
schrik uit bed!"
erin de laatste tijd, met al dat
geschrijf over jeugd en onze ver
wachtingen van die jeugd, onze
omgang en ons enthousiasme, ook
onze vrees, ons geïrriteerd-zijn,
dat we het op een gegeven mo
ment over de lange haren van de
jongens zouden krijgen.
En net als overal in gesprekken,
bij de kruidenier of hier in de
Open Brief, wordt het lange haren
dragen direct verbonden met moei
lijk, met verval, zedelijk verval
mag ik wel zeggen („er is méér,
mevrouw, dan alleen dat lange
haar"), met toch al aanwezig ge
brek aan contact thuis, en is het
heel dikwijls de druppel die de
emmer doet overlopen. ,Dat haar
er morgen af of jij de deur uit."
Vandaar ook de angst voor dat
extreme. Het is niet die paar centi
meter, de onverwachte krullebol»
het zijn niet de shampoo-kosten en
de buren, maar het is het duide
lijk worden, en nu voor iedereen
die het wil zien, van dat er iets
mis is thuis, dat Jan en Piet hun
gang maar gaan. Waar blijf je dan
als ouders wanneer heel de buurt
kan constateren dat je bitter wei
nig over je kinderen te zeggen
hebt?
Eigenlijk is het geen probleem
van lang of half lang of dat staat
je niet. nee, het is het probleem
van gezichtsverlies. En zolang we
naar anderen, de buurt, de kerk
mensen. onze familie kijken en
ons tegen die achtergrond moeten
handhaven, zolang kan er om de
haverklap iets misgaan. Dan kij
ken we niet meer of dat lange
haar op zichzelf nu zo erg is, maar
dan kan het gewoon niet, afgelo
pen. Want je hebt als ouders een
beeld opgebouw van wat je bent,
van wat je denkt dat andere
mensen van je denken, en daar
leef je naar.
reumapatiënte die geheel afhan
kelijk was van haar hardwerken
de bejaarde ouders met een boe-
renbedrijfje. Om half negen gin
gen licht en televisie uit, want de
ouders gingen naar bed tot de
volgende ochtend vijf uur. Deze
vrouw, „die niets meer kon" be
dient door een eenvoudige goed
kope voorziening nu zélf radio,
leeslamp, televisie en bandrecor
der. „Ik ben nu pas gaan leven"
zegt ze dankbaar.
We bekijken de tentoonstelling
„draagurinalen" en „hulpmidde
len bij anus praeternaturalis" die
ons leken «weinig zegt, maar
bijzonder leerzaam moet zijn
voor de wijkverpleegsters die
hier morgen een lezing en lunch
hebben. De heer Molenaar is ook
secretaris van de Beheerscommis
sie CO-OP-fonds „Huisvrouw
helpt huisvrouw", dat reeds 139
gehandicapte huisvrouwen aan
hulpmiddelen hielp.
Ter ondersteuning van dit
fonds kwam onlangs een
langspeelplaat uit met nieuwe
kinderliedjes van bekende schrij
vers die in CO-OP saken voor
8,80 te koop is.
T")IT ongeveer heb ik uit de
brieven begrepen. Ook is mij
duidelijk gemaakt dat ik nu niet
weer voor de jongeren moet plei
ten. En verder is mij gevraagd of
ik weet hoe dat nu allemaal toomt.
Dat is heel wat. Het gaat ook
veel verder dan dat lange 'haar.
Het omvat heel ons gedrag als
mens, als mens in de omgang, als
mens in de zo deze ons toeviel
opvoeding.
U weet dat ik een maand op het
platteland gezeten heb laatst. De
stilte kraakte er, sperwers vlogen
traag uit bomen, schapen zwierven
met hun herder heuvels op en af.
Op een dag kwamen op-art-achti-
ge monsters de hellingen opkrui
pen en maaiden het helle graan
weg, dag in dag uit. Toen ver
brandde men de stoppels, overal
verre vuren. Daarna kwam de
ploegschaar de velden veranderen
van geel en zonnig naar roest
bruin. voorteken van de herfst. Nu
wordt het ooft geplukt. Straks de
druiven- Dan komt de jacht.
Ik heb de mensen zien werken,
met hen gesproken. Die mensen
hebben geen tijd voor lange haren.
De vrouwen putten water en bren
gen het vee van de ene wei naar
de andere. Zij brengen hun man
nen eten, heel de dag is arbeid. De
nacht is kort. de mannen zijn al
tijd bezig, hun geest gaat geheel
op in him lichamen en handen,
alles wat zij zijn gebruiken zij
voor hun werk.
Dat is het ene uiterste, het oerou
de werken in het zweet van je
gezicht. Hier, in het Westen, gaan
om vijl uur de fabrieken en wer
ven, de kantoren uit, de wegen en
huizen in aanbouw staan even
weer leeg en wonderlijk in de
avondlucht Tenminste, om vijf
uur begint het. Dan zie ik al auto's
rijden, zes man in een oude Che
vrolet, acht man in een Volkswa
genbusje, daar gaan ze. Zou je een
van die mensen volgen, dan zou je
zien dat hij. na kort of lang rij
den, zijn dagtaak afrondt door
thuis te komen. Dan kan hij zich
verfrissen, verkleden en waar zijn
vrouw niet in de grond heeft moe
ten wroeten om het gezin van eten
te voorzien, kan er prettig,
ontspannen gegeten worden. Daar
na is er wat men noemt: vrije tijd.
Niemand hoeft water te putten, de
lamp met olie te vullen, het gaat
allemaal knip aan knip uit, da
techniek vervangt de handen.
En nu komt het moment dat we
daarmee niet meer tevreden zijn.
Temeer daar voor sommigen de
dagtaak in de verste verte niet
meer lijkt op „werk der handen".
Wat doen we dan: wel, de een
zakt weg voor de TV, laat maar
over zich komen wat een ander
voor hem uitkiest, de ander werpt
zich op een hobby, de derde ik
gaat voor de spiegel staan er»
bekijkt zijn haar, probeert hoe het
naar voren staat, en naar achteren
en over de oren....
We hebben de tijd ervoor,
mensen. 'Dat is één reden van
„Hoe het allemaal komt." De
tweede is dat het leven, eenmaal
geregeld en vastliggend tot en met
de a.o.w., gauw egaal lijkt. Wie
oogst kan storm krijgen, hagel en
slagregens; er is spanning in de
strijd om het bestaan. Je mag dan
niet ziek worden, vaak zeg je:
mijn kinderen moeten het verder
brengen, naast spanning is er dus
ook streven.
ven? Hogere banen brengen zwaar
dere verantwoordelijkheid, minder
vrije tijd. Keurige kleding en com
fortabele woningen zijn er voor
ieder, je onderscheidt je niet zo
snel. Heel de mensheid heeft een
masker voor: zo hoor je te doen.
dit en dat hoor je te hebben. En
als je het hebt, wel, dan bedenk je
wat. Gewoon lekker los zijn, an
ders dan anderen, iemand. Eerlijk
zijn.
Kijk je ouders nu eens. koopt je
vader nu ooit waar hij echt zin in
heeft, welnee; doet nij nu eens
heel anders dan anderen, nee; het
zeurt weer door met de wereld, er
verandert weer niets. Behalve dan
toch bij jou. Jij piekert er niet
over zo door te gaan. Jij begint nu
maar eens wat persoonlijkheid te
laten zien.
En daar is dan het lange haar.
Impuls, behoefte aan gloed, aan
elan, aan waarheid. Poging, soms
een zielige pogingmaar niet
schuld.
Schuldig tekort slechts bjj ons
ouderen, die meer leven bij angst
en ergernis dan bij het geweld
van het Evangelie. Als wij gloed
hadden, ooh mensen, dan zouden
onze jongeren geen seconde verve
ling kennen. Dan zou je eens weten
wat het betekent dat God zegt:
Jullie mogen mijn medewerker»
zijn, ik kan deze wereld niet rond.
met af, niet gelukkig krijgen zon
der jullie. Als dat nu eens gewel
dig werd voor die jongens, wat
zouden die paar centimeters lan
ger nog toe doen?