Minder-validen vaak vrij simpel te helpen BLAD ZIJ Besheesters kunnen winter verkorten dialoog ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1967 TT" ENT u ook dat gevoel om gevangen te zijn in eigen huis, omdat de kinderen mazelen hadden bij- voorbeeld Dan kunt u vast meevoelen met de man, die volkomen -arbeidsgeschikt, zijn huis niet uitkon, hoewel zijn baas hem hard nodig had. Deze rolstoelgebruiker was in zijn parterreflat van de buitenwereld afgesloten door een onoverkomelijke barrière acht betonnen traptredenDoor een speciaal ontworpen rolstoel-lift met handbediening verlaat hij nu dagelijks zijn huis via keuken deur en balkon. Zijn werkgever betaalde deze voorziening die nog geen 300,kostte. De lift werd ontworpen door de Stichting VLG (voluit Technische Voorlichting ten behoeve van Lichamelijk Gehandicapten). VIG: technisch- medische hulp gehandicapten Dit is maar één van de vele voorbeelden, waar mee de VLG minder-valide mede-mensen minder afhankelijk van anderen maakte. Het gaat hier om technisch-medische hulp, waarbij technisch bewust voorop staat. Soms betrof deze hulp het juiste type rolstoel, of aanpassing in de woning, dan^ weer hulp middelen voor het kleden, toiletmaken, eten. Soms ging het om voorlichting op puur medisch gebied voor patiënten die incontinent zijn bijvoorbeeld. ExpOSitiGS hem in staat stelt zoveel moge lijk aan gezins- en openbare le ven deel te nemen is het oogmerk van de VLG. De stichting wil obstakels en persoonlijk ongemak verwijderen en de gevolgen daarvan voor de omgeving tot een minimum beper ken. Er zijn in ons land vele gehan dicapten die nooit met een revali- datie-centrum in aanmerking ko men. Niet altijd is de arts op de hoogte van de technische moge lijkheden. Het bureau VLG heeft een technicus met twee gouden handen in dienst, die met de me disch adviseur voor een bepaalde gehandicapte een hulpmiddel ont werpt Zo'n hulpmiddel is soms sterk individueel. De stichting verza melt wat er in binnen- en buiten land over revalidatie te koop is. Het vermeerdert de verzamelde kennis door het uitgeven van bro chures, exposities en rapporten. Speciale werkgroepen bestuderen de behoeften van lichamelijk ge handicapten, maken daar rappor ten van die bij de VLG besteld kunnen worden. We noemen de rapporten „Draagurinalen". „De Rolstoel-keuken", „Voorzieningen openbare gebouwen lichamelijk gehandicapten". Onze maatschappij is helemaal ingericht voor de gezonde mens. Aan de gehandicapte wordt nau welijks gedacht. De belasting inspecteur die een rolstoelge bruiker bij zich op het matje roept realiseert zich niet dat de man niet kan komen, omdat er voor het belastinggebouw een ho ge trap is, of een draaideur; er zijn drempels. De reumapatiënt die met een stok loopt, ervaart dat in openba re gebouwen de vloer spekglad is, dat bij trappen de leuning niet voldoende doorloopt. In ker ken is nog maar zelden bij de stoelopstelling ruimte opengela ten waar een rolstoel geplaatst kan worden. Kortom, openbare gebouwen hebben vele versperringen voor de gehandicapte, waardoor hij niet actief aan het openbare le ven kan deelnemen. De gehandi capte alles bieden wat haar of IJET Is nu wel gebleken dat we tussen sep tember en Kerst mis de grootste be langstelling heb ben voor beshees ters. Daarna stel len we ons open voor de eerste lentebloesem en besheesters hebben van de ene dag op de andere afgedaan. Als in juli augustus de lijs terbes kleurt zyn nog niet in de stemming om de naderende herfst met vreugde te gemoet te zien. Is het echter sep tember geworden, dan zijn we in eens blij dat de vogels nog iets van de oranje pracht voor ons hebben over gelaten. De vruchten van de herfst kunnen we zelfs in ons stadstuintje niet missen, om dat ze meehelpen de winter te verkorten! Zodra onze zaaibloemen, door weer en wind geteisterd, het loodje leggen krijgen we meer behoefte aan gouden bladkleu- ren en fonkelende bessen. En dan zijn we nu in het vreugde volle stadium nog van alles te kunnen aanplanten. Groenblij- vende besheesters nog deze maand en als ze in pot ge kweekt werden, zelfs later ook nog. Vanaf eind oktober ge volgd door de talloze bladver liezende soorten, die na hun bladertooi te hebben afgelegd, nog volop leven brengen met hun witte, oranje, rode, rose, purperen of paarse vruchten, die, als de vogels en de vorst ze met rust laten, nog een groot deel van de winter hun kleurige tooi behouden. Bij elkaar Om eerst nog even op de vo gels terug te komen, het blijkt dat de violette bessen van de Callicarpa. die als bundels kra len rondom de takken zitten, geen aantrekkingskracht voor onze gevleugelde vrienden heb- i ben. Veel gebruikt in de bloem- sierkunst bij rose anjers en dito chrysanten, worden ze meer en meer onder de ogen van het pu bliek gebracht. Voor een goede vruchtzetting is het wel wenselijk enkele exemplaren in een groepje bij elkaar te planten. En zij vol doet het beste op een niet te koele, l'cht beschaduwde, vocht doorlatende grond en op een be schutte plaats. Soms vriest ze wel eens „edeeltel'jk in, maar loopt dan van onderen weer De paarse bessen van Callicarpa bodinien giraldii doen steeds meer van zich spreken door hun rijke tooi en aparte kleur. Op water Wie plaats heeft voor een kleine boom, die zijn oranje vruchten, als knikkers zo groot, zeer lang behoudt tot een strenge vorst er een eind aan maakt, zal plezier beleven van Crataegus lavallei (syn. Crataegus carriereD, een mei doornsoort, waarvan de vruchttakken ook geruime tijd op water goed blijven. Hoewel de Gelderse roos, een zusje van de sneeuwbal, aan bevolen wordt voor vogelbosjes, hebben we de ervaring opge daan dat vogels bepaald niet dol zijn op de rode glazige bes- trossen. Soms blijven ze. vorst en sneeuw trotserend, tot het voorjaar hangen, alleen als er een zwerm pestvogels op neer strijkt, wat een enkele keer voorkomt, is de boom in paar uur kaal gevreten. Een tak van de Gelderse roos in sep tember in een fles met water gezet, kan het 6 weken uithou den vóór de bessen rimpelen of afvallen. Als de blaadjes ver dorren worden ze successieve lijk afgeplukt. Tenslotte nog een lang houd bare bessoort nl. de bladverlie- zende hulst. Ilex verticillata, die van onderen tot boven in scharlakenrode bessen is gevat, als ze tenminste een mannelijk exemplaar in de buurt heeft. Maar vogels zijn er dol op, dus span er tijdig een net over om i ten volle van haar winterpracht te kunnen genieten. A. C. MULLER-IDZERDA. De VLG heeft haar bureau in Den Haag aan de Stadhou derslaan 142. Daar worden regel matig exposities met lezingen ge- Tips voor gehandicapte huisvrouw Bij blijvende invaliditeit kunt u soms tamelijk zelfstan dig de huishouding voeren. Vraag via uw arbeidstherapeu- te of wijkverpleegster inlich tingen bij de VLG (Stichting Technische Voorlichting Licha melijk Gehandicapten). Zeem. veger en stok kun nen verlengd worden door middel van een stok. Een huistelefoon maakt contact met huisgenoten el ders in huis mogelijk. - Een spreekbuis bij de voordeur voorkomt onnodig verplaatsen naar de deur. Een sleüfelringetje aan de trekker van een ritssluiting ïnaakt het trekken eenvoudi ger. Zet in de keuken alles binnen armbereik weg. Een grote koelkast ver dient aanbeveling: kunt u voor een paar dagen tege lijk pudding, vlees e.dr berei den. Om wegglijden van pannen en schalen te voorko men kan men ze op een vochtige doek plaatsen. Er zijn ook kruishoutjes met zuigertjes verkrijgbaar voor dit doel. Een plank over de gootsteen maakt het hante ren van pannen gemakke lijker. Groenten kunt u was sen in een slakorf. Moeite met afgieten van groenten? Kook ze in een frituurzeef en haal de groenten er met een handbeweging uit. Was zo af: de vaat in het afdruip rek na }>3t afwassen afspoe len met de handsproeier met warm water en op laten drogen. Alleen glas- en zil verwerk behoeft u na te dro gen. Naaimachines kunnen aan uw handicap worden aange past, bijvoorbeeld door het pedaal te bedienen met de elleboog. Met een magneet aan een stokje raapt u mak kelijk spelden en naalden op. Eénhandig breien is mo gelijk Piet een hulpmiddel, houden voor groepjes voorlich ters. Dat zijn wijkverpleegsters, welfare-werkers, bejaardenver zorgsters, artsen, kortom allen die beroepshalve met de gehandi capte in aanraking komen. Hulp middelen in handen van leken kunnen onheilen veroorzaken. Wie zegt of de reuma-patiënte, de druk op de spieren van haar hand kan hebben van het eenvou dige elastieken apparaatje waar door je de 6teel van lepel of vork kunt steken? De zieke of gehandi capte kan dus niet zelf in Den Haag gaan kijken. Vraag eens of wijkverpleegster of huisarts zich wil oriënteren. Bij ingewikkelde problemen kan de situatie ter plaatse worden onderzocht altijd in overleg n»t de behandelende arts. Geen cijfers De VLG is een nict-gesubsidi- eerde stichting die opgericht werd door vier organisaties waaronder het Prinses Beatrixfonds. Die vier financieren het voorlichtings centrum. Donaties zijn welkom. De artsen zeiden tegen de heer Molenaar van het VLG: „Dit is eigenlijk een gebied waar we nooit bij stilstaan." Een teken aan de wand is wel, dat in ons hele land geen cijfers bekend zijn, hoeveel invaliden er zijn! Er is een grote groep, die nooit aan bod komt gereedschapsklem van een kwart je aan het loket, zodat er een okselkruk in geplaatst kan wor den. Het bladzij-omslagapparaat, dat kunstig met touwtjes en kaartruitertjes is geconstrueerd. Als er slechts één lichaamsdeel beweegbaar is, de kin, of de tong, kunnen daarmee vijftig bladzij den worden omgeslagen. De blaasbel, waarmee door een simpele ademstoot een bel gaat luiden, zodat de zieke de ver zorgster kan waarschuwen. Een spraaklerares was enthousiast over dit hulpmiddel. Wat is er leuker voor een kind dan wanneer er een bel gaat als je maar hard genoeg blaast? De meeste hulpmiddelen zijn uit de Melkpoeder met een kleurtje? Als u hier met smart op ge wacht hebt: melk. met een kleur tje, dan hoeft u wellicht niet zolang meer te smachten. In Japan is het namelijk al enige tijd verkrijgbaar, al is ons niet duidelijk waarom die Japanners hun melk een kleurtje geven. Nochtans is er sprake van, in de landen van de EEG een proef te nemen met het kleuren van melkpoeder. Of het werkelijk heid wordt hangt intussen van de vraag af of de levensmidde lenwetgeving in deze landen dit toelaat. Telefoon op grijphoogte, een rolstoel met werkblad, makkelijk bereikbar knoppen van radio en televisie, een grijptang waarmee alles tan de grond geraapt kan worden, met de nodige voorzieningen loopt haar huishouden op rolletjei. praktijk geboren. Weet u hoe u met één hand de was op kunt hangen? De heer Molenaar toon de het ons: simpel twee knijpers aan elkaar lijmen. Eén knijper aan het wasgoed klemmen, de an dere aan de lijn. Een snelschiller op een tafel klem stelt in staat om met één hand aardappelen te schillen; een plankje met spijkers houdt de komkommer of de kool vast zo dat de goede hand kan schaven. Brood kan in een verstekbak van de timmerman worden gesneden. Zuignapjes zitten aan borden en eierdopjes: ideaal voor spastische patiënten. Hier is een aardappelafgieter te koop voor ƒ3,25 waarbij er maar één arm nodig is om de aardappelen af te gieten. Hij past op elke pan-met-een-randje. Halsspiegel We zagen een kousen-aantrek- apparaat, een halsspiegel waar mee je eenhandig toilet kunt ma ken, eenvoudige spullen waar je op visitie het gewone bestek mee kunt gebruiken al staan je han den krom van de reuma. De grijp tang waarmee iets gemakkelijk van de grond kan worden gepakt. Wat zegt u van een veertigjarige Leerzaam dat i i naald fixeert. TIPS BIJ HET WINKELEN Bij een woninginrichting zag ik leuke hangmapjes, u weet wel zoals een tentschort: je kunt er van alles in opbergen. Memo's, brieven, kaarten, los geld, post zegels, een knoop die aangenaaid moet worden, kortom alle kleine zaken die we zo gauw laten rond slingeren. Ze zijn van vilt op katoen, in fleurige primaire kleuren met band opgestikt in twee maten en ze kosten 6.75 of 8.25 Vandaag de eerste brief over de versjes van vroeger, meestal tragische liedjes. Mevrouw YV. te d. H. denkt nog vaak aan haar moeder die zo graag zong. „Een paar Jaar geleden is moeder gestorven. Ze kon ons altijd zo vermaken door voorvallen uit haar jeugd te vertellen. Zij kwam uit een gezin van zeventien kinderen, waarvan er slechts zeven volwassen werden: tien stierven kort na de geboorte of in hun eerste levensjaar. (Is dit niet schrijnend, te meer daar we het over „Die goeie oude tijd" hebben. Over de medische vooruitgang en al wat daarmee samenhangt hebben wij geen brief ontvan gen!) Wij leerden ontelbare lied jes van haar. Als we weer een$ kibbelden zette ze een liedje in: prompt hielden we op met ruzie maken. Het wa ren vaak droevige liedjes die vertelden over de verganke lijkheid van het leven. Later ging mijn moeder naar een naaiatelier. Daar werd ook veel gezongen, bijv. de volgen de canon: „Schoon de vijgeboom liegt en de wijnstok bedriegtf en de wijnstok verderft en de kudde versterft:! Toch zal ik vrolijk zingen en in mijn God opsprin gen". Ik denk dat zulke lied jes nu niet meer in een naaia telier worden gezongen Moe der leerde ons veel versjes, ivant zei zij: „Met zingen jaag je de duivel de deur uit..." plaatsen, dat ging bij opbod, op oudejaarsavond. Iedereen wou zijn plek houden en dan ging het er vaak vinnig aan toe als een ander er wou zitten, vooral het middenstuk was geliefd. Als we jarig waren kregen we koek op de arm, we liepen er de hele dag mee rond. 's Avonds kregen we chocola. De paardetram was ook leuk, soms ging het paard aan de haal en hingen de mensen over al aan. Waar ik woonde waren veel schippers en scheepsjagers. Het was heel gewoon als je vrouwen en kinderen aan de lijn zag! De scheepsjagers dron ken veel; er was dan ook vaak ruzie en iedere week wel een vechtpartij. De veenarbeiders verdienden weinig en dan ook nog seizoen werk. De verveners hadden meestal een winkel erbij het geen gedwongen nering bete kende. Staking kwam dan ook veel voor. Op zondag mochten wij al leen de kerkbode lezen, en or gel spelen. Natuurlijk Joh. de Heer maar Sankey mocht ook wel. 'De tijden zijn heel wat veranderd..." iemand die in 1908 failliet ging... Daar zat moeder met tien kinderen. We hebben goed aangepakt en zijn een melk zaak begonnen. Soms dacht je dat je een nieuwe klant had, maar als ze hoorden dat je op zondag r.iet bezorgde bedank ten ze. want ze hadden graag op zondag verse melk. (En dat terwijl je al tweemaal per dag moest lopen). Half vier 's morgens eruit om lopende met het melkstel melk te halen bij de boer, half zeven terug, eten en je een beetje opknappen, zeven uur weg. Er was één klant die gewekt moest worden, o wee als je iets te laat kwam! Later hebben we de crisisjaren gehad, o wat een armoede. Nu zijn we rijk, AOW en pensioen. Nu kun je aan alles wat geven, de kerk vraagt veel maar dat geeft niet. Je geld kun je toch niet meenemen en de kinderen hebben het best, dus geen zorgen. Wij hebben ons ook moeten redden. Maar laten wij in alles God danken voor deze goede gaven want aan Zijn zegen is alles gele gen." Onrustig Knopje „Wat werd mijn moeder kwaad toen ik mijn borstrok uitliet: ik vroeg erom om ziek Zuinig De heer B. te W. vertelt ons iets over de tijd rond negentien honderd. „We waren zuinig, maar er was voldoende. Moeder kocht altijd een rollade voor de hele week; 25 cent per pond en dan heerlijk gekruid én mals. In de tuin stond een enorme boom met zoete appels; deze werden gedroogd voor de win ter. De tuin leverde nog veel meer op: wortels, kool, bonen, peren. Ik weet ook nog goed dat in de kerk zand gestrooid werd omdat de veenmensen nogal bruin vocht spuwden. Dan het verhuren van de rit te worden" herinnert zich de 71-jarige mevrouw U. te Z. „Wat mevrouw M. C. te S. schreef heb ik ook meege maakt: die grote hoeden vol bloemen en grote hoedenspel- den erin. Het was soms zo erg dat als je met de tram meeging je aan de punt van de speld een veiligheidsknopje moest hebben, anders mocht je niet Het was in die tijd hard wer ken en heel zuinig zijn. Ja, wij sliepen ook met stro in de bed stee. maar je wist niet beter ondanks datmijn vader boer was. Het was een druk leven, en elk jaar een baby erbij, tot vader in 1007 kwam te overlij den. Hij had borg gesproken voor Tevreden „Oudere mensen waarderen volgens mij meer de verbete ringen die er gekomen zijn dan de jonge mensen" vindt mejuffrouw M. te V. „De oude ren hebben dan ook geen re den tot klagen, degenen die het wel doen zijn meestal de mensen die vroeger al hun ver diende geld opgemaakt heb ben en nu vanzelfsprekend niet alles kunnen betalen van hun AOW. In een rusthuis kunnen maar weinig mensen zelf de hoge kosten betalen, velen vragen be middeling door de Bijstandswet. De Zonnehuizen in Nederland! Wat zijn die fijn voor invaliden. Daar genieten zij een prima verzorging. Wat wordt er tegenwoordig toch heerlijk voor alles gezorgd. U zult mij niet horen zeggen: geef mij de goede oude tijd maar terug. En toch, wat zijn er nu veel mensen overspannen. Het is soms beangstigend hoeve- len de moeilijkheden van het leven niet meer aankunnen. Ze komen dan (begrijpelijk) bij de zenuwarts terecht, en dat brengt in veel gevallen wel ver betering. Ik denk wel eens, hoe ie het mogelijk dat deze mensen iemand nodig hebben om over hun moeilijkheden te Wat zou de oorzaak zijn van dat overspannen zijn? Er wordt beweerd dat deze mensen eerst lichamelijk oververmoeid wor den en daarna de zorgen van het leven niet aankunnen, maar ik denk wel eens zou het niet juist omgekeerd zijn? Overbe- zorgd zijn voor de toekomst maakt een mens onrustig en moe, we kunnen niet zelf alles regelen: Laat Hem besturen, waken, 't Is wijsheid wat Hij doet." Slecht „Voor de lagere klassen was die goeie oude tijd een heel slechte tijd zegt mevrouw N. te N. „Voor ons mensen ron dom de vijftig jaar die de ja ren dertig hebben meege maakt. werkloosheid, grote ge zinnen en geen ondersteuning. Weduwen, zoals mijn moeder met negen kinderen, kregen vrijwel niets en moesten maar zien hoe ze verder kwamen. Ik hoop dat onze kinderen nooit die vreselijke armoede mee zullen maken die wij ge kend hebben. Nee, van de finan ciële kant gezien was het een rottijd, er waren maar twee groepen. De een was straatarm en de ander schatrijk. Er gin gen wel meer mensen naar de kerk om met elkaar God om kracht en berusting te vragen in hun lot..." „Mijn goede oude tijd loopt op blote voetjes in die goeie ouwe oost," besluit mejuffrouw N. W. te H. „Ik zou er een boek over willen schrijven. Een ge deelte is er al: moeder wekte me altijd met haar zachte stem opstaan, meisje en dan pakte ze mij de goeling af. Zon der dat rolkussen kun je in de tropen niet slapen. Nu is het de boze wekker die een snerpende kreet geeft. Dan rol ik zélf van schrik uit bed!" erin de laatste tijd, met al dat geschrijf over jeugd en onze ver wachtingen van die jeugd, onze omgang en ons enthousiasme, ook onze vrees, ons geïrriteerd-zijn, dat we het op een gegeven mo ment over de lange haren van de jongens zouden krijgen. En net als overal in gesprekken, bij de kruidenier of hier in de Open Brief, wordt het lange haren dragen direct verbonden met moei lijk, met verval, zedelijk verval mag ik wel zeggen („er is méér, mevrouw, dan alleen dat lange haar"), met toch al aanwezig ge brek aan contact thuis, en is het heel dikwijls de druppel die de emmer doet overlopen. ,Dat haar er morgen af of jij de deur uit." Vandaar ook de angst voor dat extreme. Het is niet die paar centi meter, de onverwachte krullebol» het zijn niet de shampoo-kosten en de buren, maar het is het duide lijk worden, en nu voor iedereen die het wil zien, van dat er iets mis is thuis, dat Jan en Piet hun gang maar gaan. Waar blijf je dan als ouders wanneer heel de buurt kan constateren dat je bitter wei nig over je kinderen te zeggen hebt? Eigenlijk is het geen probleem van lang of half lang of dat staat je niet. nee, het is het probleem van gezichtsverlies. En zolang we naar anderen, de buurt, de kerk mensen. onze familie kijken en ons tegen die achtergrond moeten handhaven, zolang kan er om de haverklap iets misgaan. Dan kij ken we niet meer of dat lange haar op zichzelf nu zo erg is, maar dan kan het gewoon niet, afgelo pen. Want je hebt als ouders een beeld opgebouw van wat je bent, van wat je denkt dat andere mensen van je denken, en daar leef je naar. reumapatiënte die geheel afhan kelijk was van haar hardwerken de bejaarde ouders met een boe- renbedrijfje. Om half negen gin gen licht en televisie uit, want de ouders gingen naar bed tot de volgende ochtend vijf uur. Deze vrouw, „die niets meer kon" be dient door een eenvoudige goed kope voorziening nu zélf radio, leeslamp, televisie en bandrecor der. „Ik ben nu pas gaan leven" zegt ze dankbaar. We bekijken de tentoonstelling „draagurinalen" en „hulpmidde len bij anus praeternaturalis" die ons leken «weinig zegt, maar bijzonder leerzaam moet zijn voor de wijkverpleegsters die hier morgen een lezing en lunch hebben. De heer Molenaar is ook secretaris van de Beheerscommis sie CO-OP-fonds „Huisvrouw helpt huisvrouw", dat reeds 139 gehandicapte huisvrouwen aan hulpmiddelen hielp. Ter ondersteuning van dit fonds kwam onlangs een langspeelplaat uit met nieuwe kinderliedjes van bekende schrij vers die in CO-OP saken voor 8,80 te koop is. T")IT ongeveer heb ik uit de brieven begrepen. Ook is mij duidelijk gemaakt dat ik nu niet weer voor de jongeren moet plei ten. En verder is mij gevraagd of ik weet hoe dat nu allemaal toomt. Dat is heel wat. Het gaat ook veel verder dan dat lange 'haar. Het omvat heel ons gedrag als mens, als mens in de omgang, als mens in de zo deze ons toeviel opvoeding. U weet dat ik een maand op het platteland gezeten heb laatst. De stilte kraakte er, sperwers vlogen traag uit bomen, schapen zwierven met hun herder heuvels op en af. Op een dag kwamen op-art-achti- ge monsters de hellingen opkrui pen en maaiden het helle graan weg, dag in dag uit. Toen ver brandde men de stoppels, overal verre vuren. Daarna kwam de ploegschaar de velden veranderen van geel en zonnig naar roest bruin. voorteken van de herfst. Nu wordt het ooft geplukt. Straks de druiven- Dan komt de jacht. Ik heb de mensen zien werken, met hen gesproken. Die mensen hebben geen tijd voor lange haren. De vrouwen putten water en bren gen het vee van de ene wei naar de andere. Zij brengen hun man nen eten, heel de dag is arbeid. De nacht is kort. de mannen zijn al tijd bezig, hun geest gaat geheel op in him lichamen en handen, alles wat zij zijn gebruiken zij voor hun werk. Dat is het ene uiterste, het oerou de werken in het zweet van je gezicht. Hier, in het Westen, gaan om vijl uur de fabrieken en wer ven, de kantoren uit, de wegen en huizen in aanbouw staan even weer leeg en wonderlijk in de avondlucht Tenminste, om vijf uur begint het. Dan zie ik al auto's rijden, zes man in een oude Che vrolet, acht man in een Volkswa genbusje, daar gaan ze. Zou je een van die mensen volgen, dan zou je zien dat hij. na kort of lang rij den, zijn dagtaak afrondt door thuis te komen. Dan kan hij zich verfrissen, verkleden en waar zijn vrouw niet in de grond heeft moe ten wroeten om het gezin van eten te voorzien, kan er prettig, ontspannen gegeten worden. Daar na is er wat men noemt: vrije tijd. Niemand hoeft water te putten, de lamp met olie te vullen, het gaat allemaal knip aan knip uit, da techniek vervangt de handen. En nu komt het moment dat we daarmee niet meer tevreden zijn. Temeer daar voor sommigen de dagtaak in de verste verte niet meer lijkt op „werk der handen". Wat doen we dan: wel, de een zakt weg voor de TV, laat maar over zich komen wat een ander voor hem uitkiest, de ander werpt zich op een hobby, de derde ik gaat voor de spiegel staan er» bekijkt zijn haar, probeert hoe het naar voren staat, en naar achteren en over de oren.... We hebben de tijd ervoor, mensen. 'Dat is één reden van „Hoe het allemaal komt." De tweede is dat het leven, eenmaal geregeld en vastliggend tot en met de a.o.w., gauw egaal lijkt. Wie oogst kan storm krijgen, hagel en slagregens; er is spanning in de strijd om het bestaan. Je mag dan niet ziek worden, vaak zeg je: mijn kinderen moeten het verder brengen, naast spanning is er dus ook streven. ven? Hogere banen brengen zwaar dere verantwoordelijkheid, minder vrije tijd. Keurige kleding en com fortabele woningen zijn er voor ieder, je onderscheidt je niet zo snel. Heel de mensheid heeft een masker voor: zo hoor je te doen. dit en dat hoor je te hebben. En als je het hebt, wel, dan bedenk je wat. Gewoon lekker los zijn, an ders dan anderen, iemand. Eerlijk zijn. Kijk je ouders nu eens. koopt je vader nu ooit waar hij echt zin in heeft, welnee; doet nij nu eens heel anders dan anderen, nee; het zeurt weer door met de wereld, er verandert weer niets. Behalve dan toch bij jou. Jij piekert er niet over zo door te gaan. Jij begint nu maar eens wat persoonlijkheid te laten zien. En daar is dan het lange haar. Impuls, behoefte aan gloed, aan elan, aan waarheid. Poging, soms een zielige pogingmaar niet schuld. Schuldig tekort slechts bjj ons ouderen, die meer leven bij angst en ergernis dan bij het geweld van het Evangelie. Als wij gloed hadden, ooh mensen, dan zouden onze jongeren geen seconde verve ling kennen. Dan zou je eens weten wat het betekent dat God zegt: Jullie mogen mijn medewerker» zijn, ik kan deze wereld niet rond. met af, niet gelukkig krijgen zon der jullie. Als dat nu eens gewel dig werd voor die jongens, wat zouden die paar centimeters lan ger nog toe doen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 11