0N0A6S
BUD
in het Suezkanaal?
Nederland
straks
weer bij
berging
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1967
sen in zee, die vandaag de dag ook weten wat
bergen is. Is 't echter weer zo dat de Verenig
de Naties de opdracht moeten verstrekken,
dan is een herhaling van de bergingsoperatie
zoals die na de Sinaï-campagne van 1956
werd uitgevoerd, aanstaande.
Een Internationaal gezelschap bergers
onder wie zeker de Hollanders zal dan snel
an doeltreffend 's werelds meest strategische
an kwetsbaarste vaarweg schoonmaken. Een
geblokkeerd Suezkanaal kost elke dag miljoe
nen guldens: aan Egypte, aan rederijen, aan
vele anderen.
De bergers wachten af. drijf hebben de vinger aan
L. Smit en Co's Internatio- de pols. Samen met Duit-
nale Sleepdienst en haar sers, Denen, Zweden, Italia-
dochtermaatschappij W. A. nen, Belgen en Zuidslaven
van den Tak's Bergingsbe- klaarden zij tien jaar terug
de Suez-job, tot volle te
vredenheid van de VN.
Onduidelijk is het dus nog wie
er straks in het kanaal zullen
gaan bergen. Duidelijk is wèl:
ditmaal versperren veel minder
schepen de doorgang dan in 1956.
Toen waren het er pakweg 50 en
afgaand op vage geruchten schij
nen het er nu slechts een kleine
tien te zijn. Het zijn schepen en
materiaal van de Suez-kanaal-
maatschappij, snel tot zinken ge
bracht om de Suezvaarweg letter
lijk te kunnen sluiten. In de fuik
liepen 16 schepen van diverse
landen, alle varend in het kanaal
toen dat dicht ging. Ze liggen er
nog steeds.
Geen
vergunning
Er werden moeilijkheden in
het Midden-Oosten gevreesd en
de Tyne moest voordat het zover
was, Nederlands baggermaterieel
ingezet bij onderhoud in het
Suezkanaal naar huis slepen.
Het werd twee weken wachten
in Port Said en geen sleep. Egyp
te gaf geen vergunning, het ma
terieel moest blijven waar het
Volgende opdracht: drijvende
kraan halen in een haven op Cey
lon. In de loop van oktober werd
de tros weer gespannen, richting
Middellandse Zee. Tijdens de
sleepreis echter ging het Suezka
naal dicht, moest de Tyne met de
kraan naar Djibouti in Somali-
land en was de Hercule, zoals
het sleepobjekt heette, inmiddels
door L. Smit van de Franse eige
naar gekocht.
Verhaal
Vier maanden
Vier maanden is er in 1956 ge
borgen. Vier maanden intensief
werk op vele plaatsen in het 160
kilometer lange kanaal. Een ge
weldige vloot van bokken, kra
nen, sleepboten, pontons, ber
gingsvaartuigen ging aan het op
ruimen. Een deel startte bij Suez
in het zuiden, een deel begon bij
Port Said in het noorden. Halver
wege was de ontmoeting. Op de
oevers werden de geborgen stuk
ken staal en ijzer gedeponeerd,
op een afgelegen plek in het Bit
termeer werden halfkapotte, niet
meer te repareren schepen begra
ven. Wat nog maar enigszins aan
het varen zou kunnen worden ge-
Bram
Oosterwijk
uit wat er op de slepers aan ma
teriaal meegaat, welke boten er
voor een karwei het best
geschikt zijn en nog veel meer
nautisch werk.
De Koe heeft 24 jaar gevaren.
Met een ketelbinkie-ervaring
van een halfjaar op de koopvaar
dij, kwam hij als matroos onder
de gage bij L. Smit. Hij bezocht
in en kort na de oorlog de zee
vaartschool, doorliep zo'n beetje
de hele vloot en was 13 jaar ge
zagvoerder, voor 't laatst op de
Mississippi.
Het spectaculairste karwei van
die jaren? Lang hoeft hij er niet
over te denken: „Suez". De Koe
heeft de fijnste herinneringen
aan die grootscheepse internatio
nale berging, waarbij de Neder
landers duidelijk lieten zien dat
ze bergers van nature zijn.
Kapitein de Koe en zijn Ty-
ne-mensen kwamen op een on
verwachte en nogal omslachtige
manier in het versperde Suezka
naal terecht. Wat een reisje van
een enkele dag had moeten wor
den, werd een verblijf van meer
dan een halfjaar, ver van huis.
In augustus 1956 stak de Tyne
de Noordzee in, om in Le Havre
drie lichters op te halen. Toen er
een in Vlissingen was afgeleverd
en de Tyne weer onderweg was
om de andere op te pikken,
kwam er ter hoogte van Dunge-
Dan pas begint het eigenlijke
Suezkanaal-verhaal van kapitein
De Koe en de andere mensen van
Smit en Van den Tak.
Met achter zich de Havik
dat was de nieuwe naam voor
die kraan ging de Tyne de
Rode Zee in. De sleepboot werd
samen met de sleper protector
van de Deense bergings
maatschappij Svitzer inge
zet bij de bergingswerkzaamhe
den in Suez. Kort daarna arri
veerde in Port Said een reusachti
ge hoeveelheid materiaal van L.
Smit. Met eeV Nederlandse en
een Duitse kustvaarder de
grootste die ooit Maassluis bin
nenliepen werden ber
gingsvaartuigen en heftanks over
gebracht (geladen op- zandbedden
bracht, ging in Port Said naar
het dok.
Een derde
Meer dan eenderde
geveer 500 man die bij de ber
ging waren ingezet, waren Hol
landers. L. Smit had er een
macht aan mensen en materieel
heengebracht: de zeeslepers
Zwarte Zee (als Ierse Zee on
langs gesloopt), Gele Zee, Pool-
zee, Noordzee, Tyne en Blanken
burg, de bokken Arend en Con
dor, enige bergingsvaartuigen,
een drijvende kraan en 12 hef-
tanks („camels").
Een van de Smit-mensen „van
toen" is walkapitein Pieter de
Koe (44), destijds gezagvoerder
van de 1350 pk sterke Tyne,
Sinds twee jaar zit hij in het
Maassluise Smit-kantoor bij de
nautische dienst, omdat «en
ernstige, in de tropen opgelopen
ziekte hem ervan weerhoudt nog
eens zee op te gaan. Nu maakt
hij mat zijn mensen aan de wal
in de ruimen en aan dek); de
bokken werden met eigen sleep
boten aangevoerd.
Goed systeem
Kapitein De Koe weet het alle
maal nog heel goed: „De mensen
van de sleepboten hielpen ook op
de bergingsvaartuigen en de bok
ken. Daar werd niet naar geke
ken. Het systeem zat goed in el-
De leiding van de hele operatie
had de Amerikaanse generaal
Wheeler, een fijne vent. Wij Ne
derlanders stonden direkt onder
ir. Langelaar van Van den Tak,
die in Port Said een
eigen kantoortje had.
Voor de schepen
die er t ergst aan
toe waren en niet
meer waren te re
pareren, werden
duikers overgevlo
gen. Deze jongens,
brandden onder wa
ter het ijzer en staal
los, waarna de Havik
en andere kranen
het naar boven haal
den en op de kant
gooiden. De Egypte-
naren mpesten dan
maar zien dat het
verder gesloopt
kwam.
Soms konden de
vaartuigen in z'n ge
heel boven water
worden gehesen en
afhankelijk van een
onderzoek gingen ze
dan of voorgoed het
schepenkerkhof in
het Bittermeer in of
naar het dok in Port
Said.
Voordat we echter
aan een wrak be
gonnen, werd er ge
keken of er nog ex
plosiegevaar bestond
want die Egyptena-
ren hadden de boel
zo snel door middel
van springstoffen tot
zinken gebracht, dat
een groot deel niet
eens was ontploft. Hun eigen
mensen moesten 'dan eerst maar
die gevaarlijke rommel wegha
len. Daarna kwamen wij pas. On
gelukken zijn er toen gelukkig
niet gebeurd. Maar link was 't
De Tyne en ook de andere sle
pers werden eveneens gebruikt
voor, het doorgeven van berich
ten vanuit het kantoor in Port
Said. Met onze radio-installaties
vingen we die op en gaven ze
door aan degenen voor wie ze
bestemd waren.
De laatste zes weken van de
tijd die we in het Suezkanaal
waren, lagen we in Port Said.
We hebben toen niet meer ge
wacht op de laatste wrakken.
Half februari kregen wij toestem
ming terug te komen. Thuis zag
ik pas voor 't eerst m'n tweede
dochter. Toen ze geboren werd
waren we op weg naar Port
S'hjd. Bij Kreta kreeg ik het te
ho.^n. Zeven maanden was ze
toen ik in Maassluis van boord
Edgar Bonnet
De laatste bergingsloodjes heb-
>en kapitein De Koe en zijn be
manning niet zelf meegemaakt.
Dat was wel h,et geval met hoofd
uitvoerder J. Lolkus van Van
den Tak. Hij kneeg de eer het
allerlaatste obstakel te lichten:
de Egyptische sleper Edgar Bon
net. Om die boot vy^s nogal wat
ALS de Egyptenaren het met hun felle haat
tegen het westen straks voor 't zeggen heb
ben wie de tot zinken gebrachte schepen in het
Suezkanaal mogen opruimen, is de kans heel
groot dat de Nederlandse bergers achter het
net vissen. Misschien gaat Egypte met de Rus-
te doen geweest, want president
Nasser weigerde toestemming tot
berging zolang de Israëli's niet
uit de Gazastrook weg waren. En
de sleepboot versperde het ka
naal ter hoogte van het zieken
huis in Ismailia helemaal. Begin
maart gingeil de Israëli's weg,
half april was het kanaal vrij
van gezonken schepen.
Aan de Nederlander Lolkus dus
de vererendet opdracht. Hij had
de bijnaam rlWreek-a-day-John",
omdat hij hét had gepresteerd in
één week zes sleepboten boven te
halen. Eén jwr dag dus. Aan die
berging zit nóg een anecdote vast.
Toen het roestige schip werd op
getakeld, kwamen ooi de woor
den „Killroy was heire" op de
romp mee naar boven. Deze ge
heimzinnige, overal aanwezige fi
guur kon het kennelijk, niet nala
ten ook op de berging zijn stem
pel te drukken.
En nu maar afwachten of de
Nederlanders es vooral Smit en
Van den Tak dan, gezien hun
uitstekende werk vad destijds;
Wijsmuller was er niöt bij, om
dat men toen geen bei^gingsmate-
riaal had weer zullen worden
gevraagd. De agent van de rede
rij in de Verenigde Staten heeft
bij de Verenigde Naties alvast
het aanbod om direkt te begin
nen gedeponeerd.
Smit kan zijn sleepboten over
al ter wereld als het moet onmid
dellijk naar Suez dirigeren. De
schepen worden namelijk altijd
voor een jaar met materiaal en
proviand bevoorraad. Men kan
nu eenmaal nooit weten wat er
zich onderweg voordoet. In
Maassluis ligt een groot deel van
de bergingsvloot van Van den
Tak, vaarklaar. De meeste sche
pen zijn nog maar zeer kort terug
van een indrukwekkend geslaag
de berging in de Groenlandse
haven Sukkertoppen. Met behulp
van plasticballetjes verd daar
een gezonken vrachtschip gebor
gen.
Sinds kort is dat een ge
heel nieuwe bergingsmetho
de, een manier van werken
die misschien ook straks in
het Suezkanaal aan bod kan
komen. Als het aan de Ne
derlanders ligt, dan liever
nog vandaag dan morgen.