J. H. GRAUENKAMP: BED EN Nostalgie naar het onbekende Atnsterda m uit Klank en beeld van theater te huur ZATERDAG 3 JUNI 1967 ZELFS in deze tijd, waarin de beeldende kunst toch niet te klagen heeft over gebrek aan belangstel ling, het geheel zorgvuldig in stand gehouden door vrijwel altijd dezelfde vlotte jongens, die er wel voor zorgen overal bij te zijn. bovendien nog gerugge- steund door actieve kunsthandelaren, jury's die prij zen en beurzen toekennen, warenhuizen, die hun werk populariseren, alsmede de bonafide kunstlief hebbers, zelfs nu, blijft er altijd een vrij grote groep over, gevormd door kunstenaars die nooit in het zonnetje van de publiciteit komen. Deels is dit hun eigen wil, voor een ander part qaat het huiten hun schuld om, om de eenvoudige -j. nuun ui ie muiiud „«jou ui. sig- reden, dat zij rwast hun, dikwijls met geringe presta- neert omdat hij dit onnodige J. H GRALENKAMP nna, ruim veertig jaar dit mens had gedaan, die dan vak te hebben uitgeoefend. krant werden vermeld, nam men J. H. Grauenkamp (die zich zijn hoedje weer voor hem af nooit of te nimmer „Jan" Gr. sig- Ui~~ :J tiesde handigheid missen om voor eigen parochie franje en would be populair del reageerde, liet de kunstenaar te gaan preken. doen, vindt) werd 65 jaar gele de dop volkomen koud. want den in de Rotterdamse stadswijk hoe zachtmoedig, ja zelfs hoe Kralingen geboren. bijvoorbeeld J. H. meente er geheel onkundig van: Grauenkamp, die er niet op uit Bovendien kan de interesse van zijn diploma 5-jarige HBS was eens in de krant te komen, ie lezer de kunstenaar stimule- '<jn zak. schuchter, hij soms is, toch weet Met zijn zeventiende had hij hij, wel de puntjes op de i te in rHnlnma R-iariu* HRS in Zett*n zb" wd d°°r te drij- (Van een onxer redacteuren) QESPREK met Theun de Vries. In zijn te benijden fraai geres taureerd oud grachten huis in de Jordaan, met uitzicht op ,,die mooie Wester", waarvan het carillonspel hem na zo vele jaren nog altijd boeit. jaar hij nu in Amsterdam en een niet onbelangrijk deel van zijn werk boeken, dichtenbun- dels, novellen is hier tot stand gekomen. THEUN DE VRIES, schrijver en dichter werd: een Theun de Vries-nummer van De Tsjerne. Zijn Friese afkomst heeft me de een stempel gezet op zijl werk. Ook in het gesprek ver loochent hij zijn Friese afkoms' Dertig jaar woont niet. Hij1 stamt uit een Fries boe rengeslacht, en in onze familie vertelt hij. werd altijd veel ver teld sprookjes, fabels, familie verhalen. In de Friese wouder was de folklore sterk ontwik keld. er waren veel en spannen de verhalen over heksen en daar door werd al heel jone mijn fan tasie geprikkeld. Vertellen TTIJ is geen Amsterdam- *--*■ mer van geboorte. Het vertellen zit ook hem in het bloed. Hij vertelt graag er. zoals hij het zelf goed. Een gesprek met Theun de :r een luisteren naar praten met hem. Hij begon door middel van boeken te vertellen toen hij. nau welijks achttien jaar, het gym- had verlaten. Het onder maar aanduidt uit voorkeur. Vr'es De stad had hem al altijd aangesproken, maar hii vestigde er zich voor goed. 'oen hij in de crisisjaren veel) zal beamen, dat het noodza kelijk is dat zulke lichten niet het reeds voortdurend onder de korenmaat te lan< blijven schijnen. Grauenkamp althans, bracht Bew De dag na zijn slagen zat hij il op de kantoorkruk omdat zijn het idee, over niet "ader van mening was, dat als 'tijd in Den Briel te '»j er nog een dagje vrij na •ram, hij wel levenslang zou mislukken. Zo waren toen de ze- En dat moest ook wel. .Compleet" iizen Voor het overige is zijn werk loofdzakelijk bekend van groeps tentoonstellingen, waar zelfs de trachtigsten verdrinken in het mer boire, dat zulke ten nu eenmaal zijn. Natuurlijk moet een kunste naar zich in en met zijn werk bewijzen en verklaren en is door gaans een woordenkraam daar omheen, alleen maar afleidend. Maar wanneer dit werk nu zel den of nooit wordt getoond, pensionering en afscheid als te- blijft de belangstellende goege- kenleraar van het Charloisch Ly- Zo slechts, wist hij dwars te ten dp verdrukking in. uit te groeien tot wat hij werd: een o___ gelief leraar, een betekenisvol eerde zijn geboorteïand hem schilder en boven dit alles uil een „compleet" mens, die met een ieder het goede voor heeft. Een mens ook, die met zijn stil- het niet gaan kan. Van du Ie natuur naar buiten uit, waar in van binnen echter een onge kend feu sacré brandt en waar bij de problemen rond zijn werk t in voortdurende woeling zijn. ~rSll?ZV.*ïf: -T. gedreven wordt door de p.s sie voor zijn kunst. Een dooden kele maal laat hij zijn intimé PAftorrlnm wel eens iets van al die dingen lcl UUI 1 1 blijken. Natuurlijk kwam J. H. toch op de Rotterdamse academie te recht: Het bloed kruipt r gegroet. gunstig gevolg allerlei die hem, sociaal bewogen werp vond hij in de verhalen als hij is, sterk aangrepen die \n zi)n ieuSd had ?e' j r» m -u hoord. Friese sagen, was de titel redacteur van De Tribune en het boekje verscheen bi, werd. Scheltens Giltay. Op dat moment zette hij eer P stap op de weg, die hij nooit had IvTo gedacht te zullen gaan. Feitelijk had hij schilder willen worder „ik heb veel getekend" la ter waagde hij zich aan d( poëzie „ik heb veel gedichter geschreven" .maar toen zijr omgeving dacht dat hij zich zou gaan ontwikkelen tot lyrisch dichter, gooide hij nogmaals he< Theun de Vries is een Fries Hij werd geboren in Veenwoude in 1907. Ter gelegenheid van zijr zestigste verjaardag op 26 april men moet er ook iets in kunnen navoelen van het Zuidelijke land van herkomst. Kortom eer. kunstenaar, die -•iet alleen doet, maar vooral ook denkt Rembrandt Zijn eerste grote roman werd Rembrandt. Twintig jaar was hij, toen hij aan dat werk begon. Veel te jong voor zo'n omvang- crisis, rijk thema, bekent hij, doch als diende Men hangt dan aan zijn lippen van de ongemeen boeiende met zijn je jong bent durf je op oudere leeftijd. Vier jaar heeft hij dit bracht hem naar Amsterdam, de stad waarheen hij altijd had willen gaan. De jaren dertig brachten de In Amsterdam beleefde hij de deze crisis met al haar bezetting. Een man van zijn werkloosheid en ar- geestelijke Instelling kon zeker theoriën en uitspraken niets te missen: Hij ontpopt zich ian als een bezetene, een bevlo gene, die met de gloed van zijn overtuiging een ieder weet te be- •eesteren. elk werk, als het toch zou hij nr niet meer willen wonen. Wat dat betreft is hij als zijn orote voorganger Jacob Maris die zijn liefde voor Dordrecht Ieder gesprek boek gewerkt en op verschil- Marxist. dan moede, veranderde zijn visie op niet werkeloos toezien. Van het de wereld. Theun de Vries verzetsblad Vrije Katheder werd het Doopsgezind van huls-uit. werd hij de redacteur. lende plaatsen, want vader De Ook zijn voorkeur voor de li- Vries, koopman, verhuisde nog 'eratuur onderging een verande- al eens. Hij voltooide de roman 'ing. Maar hij voelde zich niet Sneek, en In 1931 verscheen alleen aangetrokken De Duitsers hadden wel be- 'angstelling voor hem, en zij kre gen hem te pakken ook. Het laatste jaar van de bezetting moest hij doorbrengen In het be- Hij spreekt dan regelrecht uit nooit verborg, maar die zichzel njn eerlijk gemoed van wat hij liever het plezier gunde om e, voelt, dat achter de dingen leeft enige malen in de week vanuj: "•n dat het waarlijk allemaal niet ip'houdt met de visuele buiten kant, maar dat er zoveel ongewe- '°ns en onbekends is. Het spreekt vanzelf dat men 'eze gedachtenwereld in zijn werk manifest vindt: Zit hij bv :n zijn Riiswijks atelier met laai ende kracht een bos bloemen te schilderen. dar denkt hij terug en leeft weer in zijn Rotter damse jeugd. Verlangen Vol verlangen en nostalgie aar het gekende en de onbeken- le verten, zijn zijn uitingen 'childert hij zijn geliefde Maas 'an doemen voor zijn geestesoor ie landschappen op waar de ri- r ontsprint. tin Haagse woonstee naar toe tc reizen, om steeds opnieuw weet standsverschil bijzonder fris onder de indruk te komen Je had allerlei kringen nan al het moois en boeiends. Hagenaar Zo vergaat het ook Grauen kamp. Hij is al ruim dertig jaar Hagenaar (al riep zijn werk hem tot voor kort telkens naar Rotter dam) maar nooit zal hij het met hart en ziel kunnen zijn. Daar voor zit Rotterdam hem teveel n het bloed! Men doet er overigens goed ran de datum waarop zijn Brielse tentoonstelling aanvangt de gaten te houden. Er is bij Russische, de Duitse emigranten ruchte kamp Amersfoort. Maar In Sneek was hij intussen 'Thomas Mann) en de Amerika- voordien had hij al een nieuwe jmbtenaar van de leeszaal ge- 'en (Hemingway en Steinbeekl roman opgezet, die de veelbeteke- worden, wat hem nu niet zo best kregen eveneens zijn beviel. „Een veertig jaar geleder 'ewone belangstelling. was in 7.0'n provinciestadje het Het was in die jaren, dat hij D?vnJa_'n-g dan nende titel kreeg: De vrijheid gaat in 't rood gekleed, met de jv net xicb v»uo ui me jaicii. ua» i..j bevrijding van de negerslaven groot, werd aangezocht op te treden als f1® onderwerp, een boek waarin en je redacteur van De Tribune, en 'e^ leeft van de verwachting. van de nieuwsgierigheid hoe het allemaal zal gaan worden. n Na de oorlog zag deze roman het licht en zij sloeg aan bij die Nederlanders, die zelf in de ver wachting leefden over wat dp toekomst hun zou brengen. Rembrandt werd het begin, het begin van een hele reeks ro mans (Stiefmoeder Aarde mag misschien als het bekendst wor den beschouwd) en reisbeschrij- Zijn oeuvre bevat ook een Stichting Theater vermeldt de complete rol- !?°e'L™er. Rottfr*a?1,_,Pan °nder tt ,j j de menschen, dat herinnert aan Klank en Beeld ver- bezetting en andere gege- zijn Rotterdamse tijd, doorge- lengstuk van het Toneelmu- vens over een toneelspel bracht bij Nijgh Van Ditmar DE na geen dankbaarder uitstapje seum aan de Herengracht te waarvan een geluidsregistra- aande Wijnhaven. Is hij bezit met een stillever denkbaar dan een bezoek aan Amsterdam is begonnen tie is gemaakt, en bevat ook et sinaasappelen, dan verge- iets, waarvan men rijker terug- A \_t_ geboeid, „Een Rotterdams de schilder J. H. Gra met sinaasappelen, dan verge noegt hij zich niet met fraai de weer te geven, maar „Het oude Rotterdam heeft 1 men rijkcr^terug- mgt uitgeven van een los- een korte karakteristiek van prachtstad gevonden, hernieuw* GIJS KORDING bladige catalogus. Elk blad het Stuk. Rotterdam zegt me niets, ik voel me er niet meer thuis". Bedoeling is. deze opnamen (te- En naast de romans ook dicht- ;en vergoeding) uit te lenen bundels, want de poëzie heeft voor wetenschappelijk, artistiek hem nooit helemaal losgelaten, if pedagogisch gebruik. In ar- :hief bevinden zich reeds een ;root aantal geluidsregistraties van belangrijke stukken, docu- nentaire programma's met histo rische opnamen van bepaalde ac teurs, bloemlezingen van voor- „Enige dagen voor zijn dood had Otten's vrouw een droom die zij hem vertelde. „Ik zat in een stoel met hoge rugleuning, een sjaal spande om mijn hals die door onzichtbare handen achter de stoel werd vast gehouden." Trokken ze haar aan?, vroeg Otten. „Nee." Dan kom jij er doorheen. Ik kan je wel zeg gen dat ik vannacht de bom al op mijn kop heb ge voeld." heeft, maar beklemmender, benauwender is de angst, die stijgt uit andere diepten.. Angst voor het Onbekende, angst voor het Niets, dat ach ter alle dingen dreigt, angst voor alles, angst in iedere ge dachte. in ieder gevoel, iedere oogopslag, ieder gebaar..." Dit vertelt Bert Schierbeek aan het slot van zijn Inlei ding op de vijf prozastukken van Jo Otten. verzameld on der de titel Bed en wereld (uitgave J. M. Meulenhoff Amsterdam. 160 blz.. 6.50) Op 10 mei 1940 zagen Otten zijn vrouw en dochtertje de Duitse vliegtuigen boven Den Haag. Hij stapte op de fiets om nog wat geld van de bank te halen, maar deze was uiter aard gesloten Otten ging toen naar een bevriende Oos tenrijks-Joodse fotograaf. Ter wijl hij daar was. trof her de bom. Vrijmoedigheid Otten was toen al een jaai of tien literair werkzaam Hoewel hij niet ouder is ge worden dan 39 jaar achl Schierbeek hem in zijn letter kundige carrière geslaagd. Ot ten had verhalend proz.a gepu bliceerd. een roman, "r-" blic en een vertaling van II Princi pe De Vorst, van Macchiavel- li, welk werk hij van een in leiding voorzag Schierbeek prijst het oncon ventionele en associatieve var, Ottens stijl (met name in de novelle Bed en wereld), hij roemt Ottens kosmopolitisme zijn vrijmoedigheid. zijn meesterlijke hantering van df monologue interieur", zijn in 'elligentie en gevoeligheid. Schierbeek schetst Otter als een onaangepast mens. dir de maatschappij van zijn da gen als een bedreiding ervoei Vandaar ook het Drozastul ..Angst, dierbare vijandin" een uitvoerige analyse van df gecompliceerde angst die ir Ötténs leven altijd en overa' op de loer lag en die hij ir zijn wereldbeeld vergeefs pro beerde te integreren. Beklemmend groot is dt angst om het algemene ster nen. om ouder worden, om Ir nerliezen wat de mens lief Creatie Deze ontboezeming van vier-en-een-halve bladzijden hangt nauw samen met het ruim honderd pagina's tel lende stuk „Bed en wereld" De auteur ligt in bed en kan de slaap niet vatten. Aan hem presenteert zich visio nair de hele wereld zoals hij die kent uit lectuur, ervaring en fantasie. Hem verschijnen Baudelai re, De Quincey, Stendhal, He- 'oga'balus, Stalin. Sacco en Vanzetti; hij is tegelijkertijd n Parijs, Londen. Rome Biskra, Moskou, New York .opgenomen in de cirkels dei wereldgelijktijdigheid" (bl 32), „het slachtoffer van een -inverbiddelijke montage, die iich buiten mijn wil voltrekt' bl. 33). Zo gaat dat in één ruk door: een toneelspeelster jarige variétésterretje; Jimmy Irvine die gelyncht wordt orn aat hij zich heeft vergrepp'- aan de geraffineerde dochter van zijn baas; John Murray, die in Sing Sing al maanden op zijn dood wacht, zij allen obsederen de man die maar niet in slaap kan komen. Hij snelt door alle hospita len van de wereld, in een waarvan de gentleman-oplich- ter Serge de Jacquemin ligt te sterven; hij is bij Matoesch- *an lager wal, Ramon Novar- ro, Little Esther, het dertien- ka. die een helse machine tus sen de rails plaatst van een spoorbaan, waarover straks de expresse zal aansnellen. Ot ten rent door de wereld, hij vliegt, hij springt, op zoek naar harten. Het is tegelijk nachtmerrie en creatie. „De aanblik uan de mensheid is weinig verkwik kelijk... De mensen vreten el kander op, in hun huizen, op de kantoren, in de straten, waar velen als stukken deco ratieve ellende zijn gestrand... Want in miljoenen schedels en in miljoenen ogen tiert de hebzucht, het alleen denken aan zichzelf en zijn eigen kin deren. Steeds weer herhalen zich de intriges, verraadt de en de ander, durft men niet uitkomen voor zijn gedach ten, steeds weer verschuilt de mens zich achter formules en abstracties om zijn eigen, klei ne gedachten te bemantelen En dan bespringen hem rif Vijf prozastukken van Jo Otten angst en gedachten aan de dood. Het niet kunnen slapen wordt een obsessie, maar. zo als gezegd, tevens creatie want vrijwel de hele wereld van een kunstzinnige, be reisde. Nederlandse intellectu eel uit de jaren dertig wordt hier voor de lezer opgeroe- Romantisch Modem is het belijdeniska rakter van dit geschrift, df door de communicatiemidde len opengeworpen wereld, waarin alles tegelijk te onzer kennis komt. de levens- en doodsangst, de zinloosheid, maar ook de verscherpte intel ligentie. het verhoogde be wustzijn. het psychologisch in- dringingsvermogen waarvan de schrijver blijk geeft. Toch is dit werk onder de opper vlakte ouderwetser dan men denkt, wat vooral uitkomt in het stuk „Zilvervossen", een verhaal in één subjectieve ge voelstoon zoals ook de verge- 'en Nieuwe-Gidser Arnold Aletrino (1858—1916) ze schreef. De romantische on derstroom is onmiskenbaar en duidelijk manifesteert zich de "•restplijkp verbondenheid aan gedoemde dichters van 0 streeks het midden van de r gentiende eeuw. Menselijker Men heeft er goed aan ge daan dit werk opnieuw onder de aandacht te brengen. Voor al ook omdat Otten veel min der intellectualistisch was dan Ter Braak, en ook mense- Want wat de lectuur van Ter Braaks beschouwingen al tijd weer bederft en soms on mogelijk maakt is de hautai ne toon die hij te kwader ure van Nietzsche heeft geleerd, of misschien ook zonder Nietzsche zou hebben aan geslagen. Ottens werk doet niet hoog moedig aan. Uit dit boek treedt ons een nerveus levend mens tegemoet, weerloos te genover een openliggende we reld, duister beseffend dat hij niet lang te leven heeft, losge raakt van het rooms-katholi- cisme van zijn opvoeding en radeloos cirkelend rondom de kleine, geheimzinnige vlam, die hem plotseling zal verte- DR C. RIJNSDORP Doen Gesprek met Theun de Vries. In zijn Amsterdamse woning. Hij vertelt dat hij altijd iets wil drachten en toneelfragmenten aItiid wil bezig zijn „Ik ook in andere talen), fiimre- overdag zells met te lezen, gistraties van toneelstukken en j 8 lk dan een boek ln ban" ;cènes, alsook documentaire ,®n. zou n.emen- zou 'k denken: films over het theater Wat bega je nu voor een overlre- ding! Lezen doe ik 's avonds in De stichting doet dit werk met bed. ïulp van alle grote toneelge- En ik heb overdag geen inspi- relschappen en met medewer- ratie. dan vertaal lk boe king van radio en televisie. Een ken. Ik heb vrij veel vertaald 'aarabonnement, ingaande 1 sep- Wat lk nog graag zou doen is ember, kost 25 (giro 62.94.83) een roman schrijven over de Voor dit bedrag ontvangt men Grieken. mijn belangstelling »ok een ringband voor het opber- voor hen heb ik misschien over- jen van de bladen en een redue- gehouden uit mijn gymnasium- tie van vijftig proeent op het be- tijd" luisteren van opnamen in de stu- Maar zijn grote ideaal van nu dio van Theater Klank en Beeld, is het schrijven van toneelstuk- Herengraeht 168. Amsterdam. L<eizen Theun de Vries, niet-rokei ik ben met roken uitgescheiden in 1955 van de ene dag op de mriere") heeft vele hobby's. Hij noudt van geschiedenis en van vnerpf'eën, en van reizen. Na de oorlog heeft hij veel ge reisd („de halve wereld rond"), en hij hoopt In de toekomst nog veel te reizen naar de landen, 'lp hem boeien. Zijn bewonderaars en hij •eeft zeer velen door zijn boe- cn aan zich verplicht zullen net verlangen uitzien, naar wat •ij daarover te boek stelt, Theun 'e Vries heeft zich een belang- iike plaats in de Nederlandse '•teratuur verworven. Dit «preekt niet alleen uit de her drukken. die nodig zijn geweest, ook uit de bekroningen, die hem ten deel zijn gevallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 17