i
„Maakt deze leer
geen zorgeloze
mensen
H'
dat
zou
Uitstel
kortweg
misleidend zijn
TWEE SCHOOLLEIDERS SPRAKEN OVER HUN
MAMMOETER VARINGEN
ZATERDAG 27 MEI 1967
DR. A. LA FLEUR:
rAARLEM „Ik heb wel een prach
tige definitie van de Mammoetwet,
maar die mag u niet in de krant zet
ten". Dr. A. la Fleur, rector van het
Haarlemse Mamix van Sint Aldegonde-lyceum,
kijkt niet erg overtuigd bij dit „verbod" en hij
laat zich dan ook vrij gemakkelijk overhalen
zijn visie toch prijs te geven:
„De Mammoetwet is het streven om zoveel moge
lijk lieden op een zo goedkoop mogelijke manier aan
een zo hoog mogelijk diploma te helpen."
In zijn mooie werkkamer leunt dr. La Fleur achter
over. Hij is zo te zien blij dat hij toch maar even
vlijmscherp gezegd heeft hoe hij denkt over het
bouwwerk van mr. Cals en via een uitstapje naar de
Heidelbergse Catechismus maakt deze leer geen
zorgeloze mensenkomt hij goed op dreef.
Dr. la Fleur: „Ik ben nooit ge
lukkig geweest met de Mammoet
wet en daar ben ik altijd rond
voor uitgekomen. Cals had er
nooit aan moeten beginnen. Er
stonden twee wetten op stapel,
een 'voor het algemeen vormend
middelbaar onderwijs en een
voor het voorbereidend we
tenschappelijk onderwijs.
moeilijkheden. De uitwerking
van deze (raam)wet kwam in
handen te liggen van mensen die
in het huidige systeem vastzit-
De wet heeft twee beginselen.
In de eerste plaats is er de deter
minatie. Daarvoor is de brugklas
ingevoerd. Ik vind het nuttig dat
we straks door middel van stu
dielessen de kinderen goed kun
nen observeren.
Barmhartigheid
Dan is er verder het beginsel
van de differentiatie in de hoge
re leerjaren. Het is goed dat de
ouderen straks kunnen kiezen
uit eindexamen vakken, speciaal
voor het havo. Zo help je leerlin
gen aan een diploma, die nu
door de breedte van het front
afvallen.
De havo zou je kunnen
beschouwen als de school van de
barmhartigheid".
Dat die school van de barmhar
tigheid ook een andere kant
heeft, wil dr. La Fleur graag toe
lichten:
„Voor het havo-eindexamen
zijn twee talen, waaronder Ne
derlands, verplicht Maar een
vent die naar de hts wil, en bij
voorbeeld Engels kiest doet de
laatste twee jaar niks mee- aan
Duits en Frans. Dat kan hem op
den duur wel eens lelijk opbre-
Trouwens. kijk maar naar de
experimenteerscholen, daar legt
Frans het loodje, terwijl de goe
de leerlingen het er gemakkelijk
bij hadden kunnen doen".
Selecteren
Via „wij gaan een scholenge
meenschap aan met drie ulo's",
komen we op de kwestie homo
geen- heterogeen.
Dr. La Fleur: „In ons contact
met deulo-hoofden hebben we
direct gesteld, laten we zoveel
mogelijk die leerlingen bij el
kaar zetten die toch niet verder
komen dan mavo. Laten we dus
homogene brugklassen maken.
Doe je dat niet, dan worden
de goede leerlingert lui en de
slechte moedeloos. Ik ben voor
het direct selecteren. Zét de leer
lingen tien weken hetzelfde pro
gramma voor. Dan kun je zien
wie er verkeerd zit.
A LS een mammoet op gang komt, kan dat geen fladderende be-
weging zijn. Zover reikt onze kennis van dit voorwereldlijke
dier wel. En als een Mammoetwèt op gang komt, kan dat evenmin
een sprong in het duister zijn. Daarvoor zijn er te vitale belangen
gemoeid met ons voortgezet onderwijs. Nu zijn de eerste schreden
gezet, of, in modern Nederlands overgezet, er is geruime tijd ge-
experimenteerd.
/~\NZE onderwijsredacteur heeft twee schoolleiders van experi-
menterende scholen bezocht. Zij hebben hem verteld over hun
ontdekkingen, hun gaandeweg zich wijzigende opstelling tegenover
Cals' levenswerk en hun blijvende bezwaren. Op deze pagina ge
sprekken met dr. A. la Fleur en de heer J. van 't Hul.
DOOR
H. van Balkum
mand met een havo-diploma
naar 5 vwo kan, zoals je met
mavo naar 4 havo kunt overstap
pen. Dat beginsel van de
doorstroming kan, mits verstan
dig gehanteerd, veel narigheid
voorkomen. Daarom ben ik een
voorstander van scholengemeen
schappen".
Op mijn vraag: „Ontwerpt u
nu eens razendsnel een eigen
Mammoetwet?" komt zonder een
ogenblik bedenken: „Ik zou een
driejarige school invoeren. Dat is
het Deense systeem, een school
waar iedereen een diploma kan
krijgen.
Ja, ik zou ze drie in plaats
van één jaar willen bekijken.
Daarna moesten ze uitwaaieren.
De goede zou ik drie jaar, zeg
maar vwo, laten doen, de lui die
naar het beroepsleven willen,
twee jaar havo. En voor de
zwakken, die het helemaal niet
kunnen, zou ik nog een afron
dend jaar plannen".
Dr. La Fleur: „Niemand kan
de kosten overzien. Wel is zeker
dat bijvoorbeeld modern talenon
derwijs een talenprakticum no
dig maakt, en dat is onbetaal-
En denk verder eens aan zo
iets als een goede bibliotheek.
Dat moet een geschikte ruimte
zijn met goede en voldoende boe
ken. Daar zijn onze scholen een
voudig niet op gebouwd.
Een echte
Blijft tenslotte toch dat ie- Vervolgens de haast onvermij-
Ik ben wel eens bang dat
we straks een Mammoetwet
invoeren met een heleboel
mooie principes, die je niet in
de praktijk kunt brengen.
Nou, dan kies ik liever voor
wat we vandaag hebben.
Een Mammoetwet, goed,
maar dan een echte mam- KgUZ6
moet, anders wordt het een
chaos, dat wordt het trouwens
toch wel."
moet biedt over de brug: „Ik zie
een groot winstpunt in de studie
lessen, vooral in het eerste jaar.
Aan onze school hebben wij
het idee dat de leerlingen veel
beter begeleid worden dan vroe
ger. En de leraar vindt het ook
prettig, hij kan zich veel meer
dan voorheen bezig houden met
het hoe en het waarom van zijn
lessen. Vier verplichte studieles
sen per week hebben ons in ie
der geval overtuigd van die nut
tige kant van de Mammoet.
Vroeger waren er in een
goede school klasseleraren,
die zich extra om een klas be
kommerden, maar vaak bleef het
contact met de leerling toch wel
erg formeel.
Nu ontstaat er haast als van
zelf een meer persoonlijk contact
met de leerling. Wij hebben hier
regelmatig één van onze vier stu
dielessen benut voor het houden
van een gemeenschappelijk
proefwerk voor ons elf eerste
klassen.
Dat is de leraren gewoonweg
dwingen onderling meer contact
te houden. En je krijgt niet
meer van die narigheden dat de
een heel anders beoordeelt dan
de ander. Natuurlijk, formeel
was er geen Mammoetwet voor
nodig om zoiets in het leven te
roepen, maar de praktijk wijst
uit dat die onderlinge contacten
vroeger toch ontbraken".
ons alle gelegenheid om ons in
te werken aan de hand van de
ervaringen van de experimente
rende scholen. Wie praat er nu
over uitstel. Met één jaar? Alsof
dat zoveel zou besparen.
De wet is in 1958 ingediend,
in 1963 aanvaard en ons is
steeds voor ogen gehouden,
dat de wet in 1968 in werking
treedt. Daar ga je je hele
maal op in stellen, daar zijn
de experimenten allemaal op
gericht. Die komen vol
komen in de lucht te hangen
als men nu ging uitstellen.
Dat zou ik kortweg mis
leidend vinden. Goed, als
zich een financiële ramp zou
voordoen, maar dan valt er
toch nergens meer over te
praten?"
(Van onze onderwijsredacteur)
Menselijke verhoudingen
het ha-
J. VAN 'T HUL:
DR. A. LA FLEUR
vier jaar in het hoofd. Die
school hadden ze vijfjarig moe
ten maken. Dan was de hbs van
Thorbecke verwezenlijkt.
We zouden dan al tien jaar
bezig zijn geweest. Goed, er was
geen brugjaar in gepland bijvoor
beeld, maar dat was toch in te
lassen? Als dan het ulo meteen
gemaakt was wat het nu moet
worden, had men met betrekke
lijk weinige moeite op gang kun
nen komen."
Luchtkasteel
Dr. La Fleur, op ettelijke ver
gaderingen gewaardeerd en
deskundig spreker over de Mam
moetwet, is echter bepaald niet
in zijn afwijzende houding blij
ven steken. Tussen neus en lip
pen vertelt hij dat zijn school
reeds met drie ulo-scholen uit
de omgeving bezig is een scholen
gemeenschap te vormen. Zijn be
zwaren tegen de wet van Cals:
„Wij staan hier op de begane
grond en Cals heeft ons een
luchtkasteel voorgehouden. En
nu moeten wij maar zien dat we
boven komen. Daar beginnen de
jWOLLE „Na de aanvaarding var»
de Mammoetwet heb ik me daar ge
leidelijk bij neergelegd. Dat valt niet
zo moeilijk te vatten als u weet, dat
ik zowel in de werkgroep vwo-havo, als in die
voor de avondlycea heb gezeten. Dan word je
met je neus boven op de problemen gedrukt
en ga je vanzelf over bepaalde dingen anders
denken. En ik verzeker u dat er aantrekkelijke
dingen in de Mammoetwet zitten.
De heer J. van 't Hul, dit jaar afgetreden als voor
zitter van de Vereniging van leraren bij het christelijk
voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs en zeer
actief rector van het christelijk lyceum in Zwolle,
zegt van zichzelf dat hij „in de praktijk de aardige
dingen van de Mammoet heeft leren zien". Al heeft
hij óók bedenkingen, die wel zo krachtig zijn, dat ze
aan de waardering voorafgaan.
De heer Van 't Hul: „Wij heb
ben gesmeekt dat voor alle ha
vo-scholen een bevoegdheid van
de eerste graad zou gelden, maar
het ziet ernaar uit dat dat niet
het geval zal zijn.
Ik heb het zo gesteld: het
pre-maatschappelijk onderwijs,
dat is de huidige hbs, moet op
zo hoog mogelijk peil staan. Het
is onverteerbaar, dat daar straks
mensen les zullen gaan geven
Als men als eis had gesteld
dat louter een eerstegraads be
voegdheid toereikend was, kwam
het onderwijs stellig op hoger
plan te staan.
Gaat u maar na, de mensen
die straks havo gaan volgen,
moeten wij opleiden voor de ho
gere maatschappelijke functies
Daaraan mag je toch wel onge
veer dezelfde eisen stellen als
aan hen die later een universitai
re studie gaan volgen? Nu komt
er uit de bus dat een eerste
graads bevoegdheid alleen ver
eist is in vier en vijf-havo.
Eerste graad
Als ik de Mammoetwet nu nog
zou mogen amenderen zou ik
voor het gehele havo en vwo een
eerstegraads bevoegdheid eisen.
Daar wil ik dan onder verstaan
een doctoraal examen of een ge
lijkwaardige middelbare oplei
ding."
Overspringend na:
vo-experiment dat aan het
Zwolse lyceum gestalte kreeg,
vertelt de heer Van 't Hul:
Je kunt zien dat de leerlingen
in bijvoorbeeld vier-havo blij
zijn met de mogelijkheden van
het keuze-pakket. Trouwens de
ouders stellen dat ook hogelijk
op prijs.
Neem een man, die naar de
hotelvakschool wil. Die kiest zijn
eigen portie vakken bij elkaar:
in ieder geval Frans, Duits en
Engels, verder misschien aard
rijkskunde en zo mogelijk Itali
aans of Spaans. Wij moeten wen-
Het probleem van de menselijke verhoudingen op school is
even oud als het oudste onderwijsinstituut. In het blad
Christelijk gyi nasiaal en middelbaar onderwijs vertelt de
heer C. de Kramer interessante dingen over een vragen
lijstje dat hij onder leerlingen van twee eindexamenklassen
hbs had laten circuleren.
Een van de vragen waarop gretig werd gereageerd luidde:
„Voel je je voldoende voorbereid op de toekomst?" Een
bloemlezing uit de antwoorden: „De school heeft daartoe een
ondergeschikte rol gespeeld", „Te veel theorie op school, ik
voel me nog maar een knulletje", „Voor praktijklessen kun
nen we best een paar uur langer op school blijven", „Nee, de
schooi is in gebreke gebleven'^ „Men zou op school mëer
moeten werken op het vormen van een eigen mening, nu
wordt maar steeds de mening van de leraar opgedrongen".
Uit deze antwoorden zijn enige voorzichtige conclusies te
trekken, zegt de heer De Kramer. Eén daarvan is dat de
school minder in het leven van de leerlingen betekent dan
wij (de leraren) ons voorstellen. Men ontbeert wat men
„vorming" zou kunnen noemen.
En verder is er een duidelijke behoefte aan realiteit,
enerzijds ten opzichte van de stof als men doelt op het tekort
aan contact met de praktijk, anderzijds ten opzichte van de
school (leraren) als men vraagt naar meer contact, naar een
persoonlijke relatie.
Wandelexamen
Over voorbereiden op de toekomst gesproken, in Bloemen-
daal pakt men dat wel heel grondig aan. Daar wordt aan
negen- en tienjarige leerlingen van de openbare en bijzondere
scholen een wandelexamen afgenomen.
In het verleden deden vijfdeklassers al aan dat examen
mee, maar de deskundigen hebben, terecht dunkt ons, inge
zien dat kinderen van jongere leeftijd voornamelijk als voet
ganger aan het verkeer deelnemen. In ieder geval heeft in
Bloemendaal het Kopje goed gewerkt.
«ij
Objectieve maatstaf
Studielessen
En dan, na deze uitvoerig gedo
cumenteerde bezwaren naar vo
ren gebracht te hebben, komt de
heer Van 't Hul even positief
met de voordelen die de Mam-
I VAN T HUL
nen aan het leven in grotere ver
banden, denk aan de EEG, en
het onderwijs moet meespelen".
Tenslotte hebben we ook de
heer Van 't Hul gevraagd wat
hij denkt van uitstel.
In het Christelijk Pedagogisch Studieblad, tussen haakjes
een prachtige bron van informatie voor allen die bij het
onderwijs werkzaam zijn, vertelt drs. C. van der Zwet als in
leiding op een gedegen artikel over objectieve studietoetsen
een verhaal dat zo aardig is dat u het niet mag missen:
„Met goedkeurende blik monsterde de leraar zijn klas. Op
alle banken lag een exemplaar van het juist verschenen
moderne leerboek, dat hij dat jaar wilde gebruiken. „Tot
Kerstmis", zei hij, „behandel ik de eerste vier hoofdstukken.
Jullie moeten leren sUideren. Ik geef geen huiswerk op. Te
zijner tijd hoop ik jullie cijfer te bepalen."
Begin december liep hij weer de banken langs. Elke ge
lukkige bezitter van een boek dat er nog gloednieuw uitzag,
kreeg een onvoldoende, de eigenaars, van de duidelijk ge
bruikte boeken een voldoende of meer. „Wie het niet met
mijn cijfer eens is, kan een repetitie bij me komen maken",
was 's leraars slotwoord. Enkele onvoldoendes daalden bij het
mondeling onderzoek nog een punt. Toen meldde niemand
Ter geruststelling: drs. Van der Zwet haast zich te ver
tellen dat deze leraar weliswaar objectieve maatstaven han
teerde, maar dat niemand dit een objectieve studietoets zal
noemen.
Engel Angel*
De heer Van 't Hul: „Ik be
treur de scheiding tussen voorbe
reidend wetenschappelijk onder
wijs en voorbereidend
maatschappelijk onderwijs.
Men mag dan hopen dat de
leerlingen die straks naar gym
nasium en atheneum gaan. zul
len gaan studeren, maar de ou
ders zullen een voorkeur blijven
tonen voor de hoogste vormen
van onderwijs en dus ook gym
nasium en atheneum verkiezen,
als het eigenlijk al wel vaststaat
dat hun kinderen nooit naar de
universiteit zullen gaan".
Gesmeekt
En een ander, hem bijzonder
hoogzittend bezwaar tegen de
huidige Mammoet en zijn toe-
££N HELE
AVON O ZAT
/K OP EEH /l
INSTUIF A-,
ZINDELIJK VROEG
/K WAT HU ER
V VAH DACHT
EH SPRAK MET
CSU VET KWH
OVER DE BIJBEL
HU ZEI: ER
Z/T TE WEiU/G
SUIKER IU
DE KOSS/E