ONTSLAG BURGEMEESTER TOEN REEDS OVERWOGEN Stadhuis liet ons de in kou Niemand begreep waar de politie bleef Ministers ijlden 14 juni naar Amsterdam Van Hall: Hulp niet nodig Smallenbroek stelde commissie n~g in DE REL BIJ DE TELEGRAAF Communisten leidden rel Communicatiestoornis in top politieleiding "Politie had direct hulp kunnen krijgen" 196: DONDERDAG 18 MEI 1967 (Van een redacteuren) DEN HAAG „Hadden wy by dat bezoek aan Amsterdam inderdaad een slappe boel aangetroffen en hadden wij moeten ondervinden, dat de burgemeester niet kon optreden, dan zouden we direct maatregelen hebben getroffen in het persoonlijke vlak." Dit verklaart de toenmalige minister van binnenlandse zaken, de heer J. Smallenbroek als getuige tegenover de commissie- Enschede over de gebeurtenissen in Amsterdam op de 13e en 14e juni van het vorig jaar. Met de minister van justitie, prof. Samkalden, met wie hij het steeds van A tot Z eens was geweest, was minis ter Smallenbroek die beruchte morgen van de 14de juni van plan naar Am sterdam te gaan om daar orde op zaken te stellen. Ex-minister Smalenbroek was vast besloten. Hij zegt: 1 burgemeester Van Hall Commissaris Molenkamp: AMSTERDAM Tijdens de woeli ge dagen van 13 en 14 juni heerste er in het hoofdstedelijke politiekorps een vrij grote verwarring, vooral om dat er in de top geen snelle beslissin gen werden genomen, zo blijkt uit di verse verklaringen van ondergeschik te politiemensen. Eén van hen is commissaris H. Mo lenkamp. Op de avond van de 13e juni, zo vertelde hij, heb ik getracht de burgemeester te bereiken, maar ik kreeg de boodschappendienst. Vervol gens heb ik loco-burgemeester Van Wijk opgebeld en ingelicht. Deze zei „het spijt me zeer, ik ben wel loco burgemeester, doch neem geen enkele verantwoordelijkheid voor de politie". Ik voelde me daardoor als verantwoor delijk politieman lelijk in de kou- Over de gebeurtenissen op 14 juni verklaarde commissaris Molenkamp o.m.: Ik besloot de hoofdcommissaris en de burgemeester, gelet op de drei gende toestand op het J. D. Meij er- plein, van een en ander op de hoogte de harde matras met alle comfort van een zachte! P inkstercollecte voor zending o schijnt hoger BAARN De pinkstercollecte voor de zending schijnt niet geleden te hebben onder de inzamelingsactie Eten voor India, althans niet in de Gedeformeerde Kerken. Op het zendingscentrum Baarn kwamen de berichten binnen de eerste dertig gemeenten. De opbrengst in die gemeenten is 14 procent hoger dan Hoewel deze dertig gemeenten nog geen totaalbeeld geven en er ook nog geen rekening gehouden kan worden met nagekomen giften, was as. A. Vos toch reeds bijzonder blij met deze gegevens. In Oegstgeest weet men nog in het ge heel niet hoe de collecte voor de her vormde zending verlopen is. De Gere formeerde Zendingsbond had nog slechts de collecten van drie gemeenten ont vangen. Twee daarvan lagen behoorlijk boven de collectes van vorig jaar, een 'was er wat onder. Drs. A. P. Cassee aan de VU gepromoveerd (Van onze onderwqsredactie) AMSTERDAM Aan de Vrije Univer siteit is vandaag gepromoveerd tot doc tor in de sociale wetenschappen drs. A. P Cassee op het proefschrift Het begrip ik-sterkte in de psycho-analyse. Promo tor was prof. dr. H. R Wijngaarden. Dr. Cassee, geboren te Haarlem onder meer verbonden geweest aan Medisch Opvoedkundig Bureau te Den Haag Thans is hij wetenschappelijk medewerker aan de VU. afdeling flictuologie. Verder is hij half-time went-1 zaam a!s studenten-psycholoog. Eredoctoraat voor drs. P. Bruin (Van onze onder wijsrcilact ie) GRONINGEN Als waardering voor zijn wetenschappelijk werk en voor zijn verdiensten voor de bevorde ring van het onderzoek op 'net gebied van de bodemvruchtbaarheid heeft de landbouwkundige faculteit van de Justus Liebig-universiteit te Giessen aan drs. P. Bruin, directeur van het instituut voor bodemvruchtbaarheid te Groningen het eredoctoraat in de land- bouwwetenschap verleend Prins- Claus bezocht Landbouw Hogeschool WAGENINGEN Prins Claus heeft gisteren een werkbezoek gebracht aan het landbouwkundig centrum te Wage- ningen. te stellen. Tevens wilde ik een beslis sing of de mobiele eenheid, bewa pend met karabijnen en traangasgra naten, kon worden ingezet. Ik belde omstreeks 10 uur het stad huis en ik wist dat de h.c. bij de bur gemeester was. Ik kreeg de heer Mit- telmeijer aan de telefoon, die de mel ding door zou geven. Omstreeks 10.40 belde ik opnieuw, want er was nog steeds geen beslis sing. Omstreeks 10.45 kwam bericht bin nen dat grote aantallen mensen voor De Telegraaf samengroepten. Ik bel de opnieuw het stadhuis en drong aan op een spoedige beslissing. De heer Mittelmeijer zei opnieuw dit te zul len doorgeven. Omstreeks 10.50 belde de heer Brandt van Dë Telëgraaf," hoogst op gewonden, en meldde dat. ipen het ge-, bóüw was binnengedrongen. Wij wa ren op dat moment ook opgewonden en geïrriteerd omdat er maar steeds geen antwoord kwam van het stad huis. Ik deelde de heer Brandt dit Omstreeks 10.55 uur heb ik weer naar het stadhuis gebeld en kreeg weer Mittelmeijer. Ik heb noodkreten geuit en opnieuw gezegd dat we klaar stonden met 60 a 70 man om uit Te rukken. Om ongeveer 11.15 uur was er nog geen beslissing en toen ben ik naar de kamer van de h.c. gehold, waar een directe telefoonlijn met de kamer van de burgemeester is. Toen kreeg ik de burgemeester aan de lijn en hij zei: „Ik sta al over de bijstand in verbinding met de beide rrlinisters". Hierop antwoordde ik: „Ik wil nu graag een beslissing of er uitgerukt mag worden met karabijnen en gas- granaten". De burgemeester zei toen: „De hoofdcommissaris is hier bij mij. Ik zal u hem geven". Aannemende dat zowel de burge meester als de h.c. door mijn berich ten geheel op de hoogte waren, heb ik de h.c. duidelijk gemaakt waar het om ging. Helaas was niet slechts een half woord van mij nodig. De h.c. zei toen: „Dan moet het maar". Ik vroeg: „Dat betekent uit rukken met karabijnen en traangas granaten en de consequenties daaraan verbonden, geeft u daar opdracht voor?" Hij zei „Ja, daar geef ik op dracht voor". Ik zei dat er rekening mee moest worden gehouden dat er van vuur wapens gebruik zou moeten worden gemaakt. Hij zei toen „Zo is het". Een van de dramatische hoog tepunten van de onrust in Am sterdam: het gevecht bij het gebouw van De Telegraaf aan de Nieuwezijds Voorburgwal. geval tijdelijk van de uitoefening van zijn functie worden ontheven (bijvoorbeeld met ziekteverlof gaan). De Commissaris der koningin zou dan „het heft in handen nemen" en de facto op de stoel van de burge meester gaan zitten met naast zich een van de wethouders". Er bestond nog meer aanleiding om deze beslissing te nemen, omdat burge meester Van Hall op het punt stond om af te knappen en geen van de wet houders in staat kon worden geacht zijn taak met succes over te nemen. De beslissing om Van Hall direct de laan uit te sturen kon snel door het kabinet worden genomen. Ex-minister Smallenbroek verklaart: „De zaak-Amsterdam was geworden: een zaak van het kabinet." Getelefoneer Uit de verklaringen van de heer Smallenbroek blijkt, hoe druk hij en prof. Samkalden het met Amsterdam hebben gehad die dagen en hoe talrijk- de telefoontjes zijn gewëest. Op de avond van de 13e juni belde de heer Smallenbroek nog met de commissaris der koningin in Noord- Holland, mr. Kranenburg. De volgende morgen hoorde hij pas de finesses van de ernstige ongere geldheden de Vorige avond. toenmalige minister van binnen landse zaken belde direct'burgemees ter Van Hall op om hem te vragen, waarom hij de vorige avond en ook deze morgen nog niet om bijstand had gevraagd. „Dit laatste", zegt de heer Smal lenbroek, „zat mij bijzonder hoog." Temeer omdat het antwoord van de burgemeester was, dat hij het nog niet nodig vond om bijstand te vra gen. Maar, deelde de burgemeester mee. hoofdcommissaris Van der Mo len zit naast me en ik zal de kwestie met Hem bespreken. Narigheid Nauwelijks was dit onbevredigende telefoongesprek afgelopen, of de heer Smallenbroek hoorde van de minister van justitie, dat hij opgebeld was door de Telegraaf en dat daar grote narig heden gaande waren. Weer belde Smallenbroek Van Hall op, om te horen dat de burgemeester nu ook op de hoogte was en dat de politie nog niet was uitgerukt. Er zijn geen mensen genoeg beschikbaar, zei de burgemeester. Hoogstens 20, tot 25 Dan moeten deze, zo was de mening van de heer Smallenbroek, in ieder geval worden ingeschakeld. Tijdens dit telefoongesprek merk te de minister van binnenlandse za ken dat hoofdcommissaris Van der Molen nog steeds bij de burgemees ter was. „Waarom", vroeg de minis ter nog, „zit Van der Molen niet op zijn eigen kamer, achter zijn eigen toestel?" Gesprek Na deze enerverende telefoontjes ijlden de ministers Smallenbroek en Samkalden naar Amsterdam om in ieder geval te voorkomen, dat een ge beurtenis als de bestorming van het gebouw van De Telegraaf zich zou herhalen in de hoofdstad. 's Middags was er een gesprek in het stadhuis, waar tal van autoriteiten aanwezig waren. Alleen viel het op, dat hoofdcommissaris Van der Molen ontbrak. Burgemeester Van Hall zei, dat hij elders nodig was in de stad. Dit klonk redelijk, maar duidelijk was, dat de burgemeester het prettiger vond, dat de hoofdcommissaris er niet bij was. De heer Smallenbroek vertelt: „Tus sen de burgemeester en de hoofdcom missaris bestond geen samenspel. Ove rigens is het de vraag of we bij onze besprekingen iets aan hem zouden hebben gehad." De volgende dag was de heer Smal lenbroek weer in Amsterdani. Toen had hij een ernstig meningsverschil met de burgemeester. De heer Van Hall wilde 's avonds een verklaring voor de televisie afleggen. Maar de minis ters Smallenbroek en Samkalden voel den hier niets voor. „We konden het hem echter niet verbieden", verklaart de ex-minister. De uitzending is dan toch doorgegaan. Tegen de wil van de ministers in en met een tekst, waarin zij tevergeefs hadden geprobeerd wijzigingen in te brengen. Uitdrukkelijk verklaart de heer Smallenbroek, dat de bijstand voor de politie zeker was gegeven, wanneer de burgemeester erom had gevraagd. Dat is altijd het geval. Twee ministers die een grote rol gespeeld hebben in het Amsterdamse drama, tijdens het beroemde Kamerdebat van vorig jaar: de heren Smal lenbroek (staand) en Samkalden. Op aandrang van de Tweede Kamer DEN HAAG De commissie- Enschede is nog in de zomer van het vorige jaar ingesteld door de ministers Smallenbroek en Sam kalden op aandrang van de Twee de Kamer. De heer Smallenbroek zegde de instelling van deze com missie toe op 30 juni, toen de Ka mer debatteerde over het ontslag van hoofdcommissaris Van dei- Molen. Minister Smallenbroek zei in dit debat, waarin hij een enkele aante kening citeerde van een sigaren- doosje, dat de commissie „zo spoedig mogelijk" het rapport zou samenstel len. De spoed die wordt betracht mag echter in geen geval afbreuk doen aan de kwaliteit van het rapport, al dus de toenmalige minister van bin nenlandse zaken. universiteit te Utrecht en mr. J. van Andel, voorzitter van het college van beroep voor het bedrijfsleven, die in het najaar prof. mr. P. J. Verdam verving in verband met diens be noeming tot minister van binnen landse zaken. De taak van de commissie bestond uit vier delen: 1. Onderzoeken welke gedragslijnen de autoriteiten, die met de politie be moeiing hebben, sinds 1960 en in hei bijzonder in het laatste jaar hebben gevolgd met betrekking tot het Am sterdamse politiekorps. leden De leden van prof. mr. Ch. J. Enschede, hoogleraar aan de Gemeentelijke universiteit van Amsterdam (voorzitter), mr. J. A. H. J. van der Dussen, oud-burgemeester van Dordrecht, mr. D. J. van Gilse, oud-procureur-generaal bij het ge rechtshof in Den Haag, J. A. Middel huis, oud-voorzitter van 'het Neder lands katholiek vakverbond, dr. H. Schamhardt, secretaris van de Rijks- (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Ooggetuigen vertelden aan de commissie- Enschedé wat zich op 14 juni 1966 bij het Telegraaf-gebouw afspeel de. Tot hen behoort de heer C. J. Brandt, directeur van dit och tendblad. Hij zei dat hij moeilijk heden had verwacht en voor zorgsmaatregelen had laten ne men. Zo moesten bijvoorbeeld de rolluiken elk ogenblik neergela ten kunnen worden. De moeilijkheden begonnen om 10.35 uur, Een honderd bouwvakkers koelden hun woede eerst 'op de vrachtauto's en op de ruiten en de lichtreclames, reden voor de directie om de politie te waar schuwen en om assistentie te verzoeken. „Aanvankelijk reageerde de politie op onze mededelingen met een opmerking in de geest van: „Bedankt voor het be richt. we zullen maatregelen nemen" Volgens dit. artikel kan de burge- Toen de toestand echter steeds ernstiger werd en onze verzoeken om assistentie steeds dringender gingen, klinken, ver anderde de toon van hun reacties. Ik kreeg toen sterk de indruk dat de poli tie wachtte op instructies van de burge meester. Onze heer Kuijk kreeg van de politie het advies, dat de directie van de Telegraaf zich rechtstreeks met de bur gemeester in verbinding moest stellen". De heer Brandt belde daarop de bur gemeester en vertelde hem wat er zich bij het Telegraaf-gebouw afspeelde. „De burgemeester reageerde hierop met de mededeling dat er bij ons wel honderd bouwvakkers konden staan dit getal had ik hem genoemd doch dat er op andere plaatsen in de stad nog wel 1500 stonden. Mijn antwoord was, dat die 1500 man, die elders in de stad stonden, een min der accuut probleem vormden dan de 100 man, die op dit moment bij ons handel- Hierop zei de heer Van Hall mij'„Wilt u er rekening mee houden, dat ik mo menteel in een belangrijke conferentie ben, juist over de onlusten en dat, als dit gesprek nog langer duurt ook de confe rentie langer duurt". Ik kan achteraf niet meer met zeker heid zeggen of hij zei dat de conferentie dan nog langer zou duren. Ik meer echter te herinneren dat hij zijn ant woord in eerst bedoelde zin formuleer de". Om 11.20 verzekerde commissaris Mo lenkamp de heer Brandt, dat z(jn mensen met een minuut of vijf ter plaatse zou den arriveren. „Als dit om 11.35 uur nog niet het ge val is, belt Kufjk weer met de inspec teur van dienst en krijgt dan te horen dat het oorspronknelfjke bevel van com missaris Molenkamp door de burgemees ter weer is ingetrokken". De heer W. A. van Géffen, redacteur van de Telegraaf, nam om 11.15 uur con tact op met minister Samkalden. „Ik kreeg hem zeer snel aan de tele foon. Ik vertelde hem in korte zinnen dat wij ons nu lijfelijk bedreigd gevoel den en dat de betekenis van deze ge beurtenis ver uitging boven Amsterdam se proporties en dat dit een nationaal schandaal zou worden. Ik verklaarde hem, dat er op de hele Nieuwe Zijds geen politieman te zien viel zover als de blik reikte, en dat het volkomen krank zinnig was dat er gedurende deze lange en benauwende periode geen enkel po- litie-optreden was geweest De minister beloofde mij, persoonlijk te zullen ingrijpen. Hij toonde zich ver baasd, dat er nog steeds geen politie Enkele uren Later informeerde minis ter Samkalden bij de Telegraaf of ei politiebescherming was aangekomen. Dat Vakbonden menen AMSTERDAM De ordeverstorin- ,gen op 13 en 14 juni zijn door com munisten opgezet en geleid, hebben diverse vakbondsbestuurders en ver- j tegenwoordigers van de Stichting I Vakantiefonds voor de Bouwnijverheid verklaard. I „Het zijn de communisten geweest, die het individuele misnoegen over de korting op de vakantiebonnen hebben weten te bundelen en uit te buiten,' Aanvallen Vietcong: 11 Amerikanen dood DONG HA De Vietcong heeft vandaag een geslaagde mortierbe- sehieting uitgevoerd op het hoofd kwartier van de Amerikaanse mari niers en een radareentrum van de luchtmacht in Dong Ha, tien kilome ter ten zuiden van de gedemilitari seerde zone in Vietnam. Elf Amerikaanse mariniers kwamen om het leven. Ook een Zuidvietnamees militair hoofdkwartier kreeg voltref fers. Zestien Amerikaanse senatoren, on der wie Robert Kennedy, William Ful- bright, Wayne Morse en Mark Hat field, hebben gisteren een beroep ge daan op Noord-Vietnai l om vredes onderhandelingen aan 1e gaan als het „laatste en enig overgebleven alterna tief voor een langdurige en intensie vere oorlog". De senatoren wijzen Hanoi erop dat de overgrote meerderheid van het Amerikaanse volk fel tegen enige een zijdige tefugtrekking van de Ameri kaanse troepen uit Vietnam is. LIMA In de Peruviaanse hoofdstad Lima zijn drie Argentijnen gearresteerd die men ervan verdenkt in verbinding te staan met de overval lers die onlangs in Londen 140 kilo goud hebben buitgemaakt. De Argentij nen waren in het bezit van 90 kilo goud met het stempel van een Cana dese bank. de harde matras met alle comfort van een zachte! naar de bevelsverhoudingen ten aanzien van de handhaving van de openbare orde in Amsterdam en van de overige daarmee samenhangende politietaken en naar het mede ter uit voering van de op dit punt gegeven bevelen gevoerde politiebeleid. 3. Een onderzoek in te stellen naar de organisatie en structuur van het Amsterdamse politiekorps en naar het dienaangaande gevoerde beleid. 4. Een onderzoek in te stellen naar de achtergronden van een reeks vqn ordeverstoringen, die sinds 1965 heb ben plaats gehad, zomede naar de di recte aanleiding van en het verloop van de gebeurtenissen op 13 en 14 juni 1966. Het vijfhonderd pagina's dikke eerste interimrapport is morgen al te koop bij de Staatsdrukkerij voor achttien gulden. Zoals gemeld zal de Tweede Kamer volgende week maandag over het rap port discussiëren. (Van onze partemenlsredactie) DEN HAAG Communicatie stoornissen in dé top ifen ,!de politieleiding en een onjuiste beoordeling van de situatie door de verantwoordelijke po litieautoriteiten zijn de twee kernpunten, die naar voren ko men in liet verslag van de com- missie-Enschede over de ge beurtenissen van 13 en 14 juni 1966 te Amsterdam. Het niet tijdig ingrijpen van de politie bij het gebouw van De Telegraaf is hieraan te wyten, dat de toenmalige hoofdcom missaris van politie, de heer Van der Molen, het bevel tot uitrukken van de Mobiele Een heid aan zich meende te moeten houden, omdat hij „een vinger in de pap" wenste te houden. Eén van de vragen waarmee de com missie haar eerste interimrapport besluit, is dan ook of deze handelwijze van de heer Van der Molen wel juist is geweest. naar stadhuis De heer Van der Molen heeft aan de commissie verteld te, vpet naar het stadhuis te zijn gegaan na de instruc tie te hebben achtergelaten, dat de Mo biele Eenheid niet zonder zijn uitdruk kelijk bevel mooht uitrukken. Uit enkele verklarin gen krijgt de commissie Enschede de indruk dat onder de bevelvoerende po litiefunctionarissen op het hoofdbureau de mening heerste dat niet tot uitruk ken mocht worden overgegaan zonder voorkennis en instemming van de bur gemeester. geen contact Commissaris van politie Molenkamp heeft herhaaldelijk getracht contact te krijgen met de kamer van de burge meester, maar hij werd telkens te woord gestaan door de heer Mittelmei jer, een ondergeschikte van mr. Hoo- genboom, hoofd van de afdeling Alge mene Kalken van de gemeentesecreta De heer Molenkamp zegt. dat hij tenslotte te circa 11.15 gebruik heeft gemaakt van de direkte lijn tus sen de kamer van de hoofdcommissaris en die van de burgemeester, zulks met het gewenste resultaat. De hoofdredac teur van De Telegraaf, de heer C. Brandt, kreeg in diezelfde tijd de bur gemeester zonder moeite aan de lijn. De heer Stokreef, technisch comman dant van het bijstands detachement aldus de heer H. van Genderen, be stuurslid van de ANBB. Hij vindt het „niet toevallig" dat de stakers naar De Telegraaf werden ge leid. Te verwachten was dat de woede zich zou richten tegen de bonden, die voor de korting verantwoordelijk wa ren, maar de communisten hadden op dracht in het NW te infiltreren, zo dat men moeilijk het plaatselijk bu reau van die vakcentrale kon aanval len van de Rijkspolitie, heeft de commissie meegedeeld, dat het hem niet bekend was dat de heer Van der Molen >dn de avond van de 13de juni bevel'had ge geven vpor de"! ochtend van dei 14de een peloton van de Mobiele Eenheid gereed te houden. niet gereed „Voorzover hem bekend stond bij zijn komst op het hoofdbureau te 10.00 uur de Mobiele Eenheid nog niet klaar; hij heeft in ieder geval, niets bespeurd van enige concentratie van manschappen op het hoofdbureau". Rond kwart over elf van die 14de juni is de politie dan eindelijk uitge rukt naar De Telegraaf, maar daar be hoefde niet meer te worden opgetre den. De heer Van der Molen heeft ver klaard te 11.30 vanuit de kajner van de burgemeester assistentie van de Ko ninklijke Marechaussee te hebben ge vraagd aan de districtscommandant van dat wapen. In haar schets van de verdere ge beurtenissen in de middag en de - avond van de 14de juni zegt de com missie Enschede de indruk te hebben gekregen, dat het politicoptreden „bin nen de grenzen van het mogelijke in het algemeen adequaat en beheerst is geweest". (Van een redakteuren) DEN HAAG Reeds na de relletjes op 19 maart van het vorig jaar (op de Prinsengracht en voor het paleis op De Dam) hebben de ministers Samkal den en Smallenbroek er ernstig over gesproken om of de Amsterdamse bur gemeester of de hoofdcommissaris te vervangen. Uit het verhoor van ex-minister Samkalden blijkt verder ook duidelijk, dat reeds op de 13e juni de Amster damse politie hulp had kunnen krij gen. De noodsituatie was toen immers acuut in Amsterdam. De situatie tekenend op de middag van de 14e juni (na de incidenten bij De Telegraaf) Tijdens het gesprek in het Amsterdamse stadhuis (zie de ver klaringen van de heer Smallenbroek) zegt de heer Samkalden: „Het was duidelijk, dat er zoveel mogelijk bijstand nodig was. Het ging niet om de vraag hoeveel mensen men nodig had, maar hoeveel, mensen hij de rijkspolitie en de marechaussee konden leveren op korte termijn." Het Amsterdamse beleid sterk kriti serend zegt de heer Samkalden: „Het ging er om het optreden van de politie onder sterker centrale leiding te stel len. Bij de Amsterdamse politie be stonden juist opvattingen dienaan gaande, die veel te sterk in de rich ting van decentralisatie van de be velsvoering werkten". Op dat ogenblik had minister Smnl- lenbroek (binnenlandse zaken) reeds contact gehad met minister De Jong (defensie) over het inschakelen van eenheden van de marechaussee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 7