Van koetshuis naar Catshuis kleine stap (r DIT ZIJN DE LEDEN VAN HET KABINET FORMATIE IN 47 DAGEN SN 3 Schut en Udink sloten de rij Mej. Haars in de Kamer Na verschuivingen 'IEUWE LEIDSE COURANT DINSDAG 4 APRIL 1967 Wat doet De Jong? Den haag Sinds het Catshuis de offi- ieid| ci'èle woning van de minister-president werd is het in twee en een half jaar Iüdoor twee gezinnen be- veutvoond geweest: de familie j?k-i Marijnen en de familie Cals. an heide is hekenddat ze nrJ er met veel genoegen heh- 1 hen geresideerd. Ondanks ook opofferingen, waarvan de voornaamste wel is de nerveus makende gedachte, Jïrfaf je er bij wijze van spre uken morgen uit zal moeten. rib#. Een klemmende zaak, zeker nu zich in ons land de akelige Traditie is gaan vormen, dat een premier sterke man of niet de volle ambtstermijn niet neer pleegt uit te zitten. )t nu toe lijkt het erop, dat ns-katholieke regeringsleiders de vervelende consequenties fan het Catshuis minder zwaar til- :n dan bijvoorbeeld calvinistische. Tinze huidige premier, die als de missionair zijn werk geduldig en in [lie stilte blijft doen, zei al direct t lat hij niets van het Catshuis moeri Rebben. Veinig fiducie De heer P. S. J. de Jong DOOR Ton van der Hammen En meneer Biesheuvel begon al [oor de aanvang van zijn formatie- perk, naar achteraf is gebleken nog- 1 voorbarig, te verklaren (desge vraagd. o jawel) dat-ie weinig fidu- ie in dat Catshuis had. Typische a- ulturele trekjes van neo-mannen- Jroeders tegenover uitingen van lijk rooms leven? Wie zal het zeg- |en. J In elk geval zullen we maar hopen fat minister De Jong, die ondanks somberste voorspellingen zo olijk het zijn team tevoorschijn trad, [rijmoedig de verhuizer opdracht pi geven zijn spulletjes van het .loetshuis naar het Catshuis over te Irengen. Voor hem helemaal niet zo'n gro- stap trouwens. Hij is als bewoner Gijan het Koetshuis bij Huis ten losch al aan de geheel andere woon- tijl gewend. Informeel Den Haag leegde hem tot nu toe de tuin- iabouter van Hare Majesteit te noe- Ook Kamerlid van 25 OEN HAAG Nu de heer Beer- nk, fractieleider van de CHU. de roede Kamer gaat verlaten, zal tot Amerlid worden benoemd mejuf- d luw mr. E. H. Haars uit Breukelen. Tj. Haars werd in 1913 geboren. Zij lid van de Provinciale Staten van 'recht en advocaat en procureur in ar woonplaats. Ook is zij secreta- van de Centrale van c.h. vrouwen. Voor de heer Roolvink (a.r.) zal irden benoemd dr. A. Veerman te swijk., rector van het christelijk te Delft. De heer Veerman was eerder lid van de Tweede Kamer. is ook onder-voorzitter van de P. De heer Bakker, die vóór hem de lijst staat, komt uiteraard niet lU)or een benoeming in aanmerking. De VVD'er prof. Witteveen ruimt ien plaats in voor de heer H. Wie- jel, die het jongste Kamerlid zal :ijn. Hij werd geboren op 16 juli en is dus 25 jaar. De heer Wie- »el was enige tijd voorzitter van de ongerenorganisatie van de WD. lij studeert nog aan de Gemeente- ijke universiteit van Amsterdam. 5remier De Jong wordt opgevolgd or kolonel J. H. Jansen uit Den lag, mej. Klompé door mej. mr. Th. M. Balfoort uit Nijmegen, mr. s door dr. W. J. Schuyt, die al rder in de Kamer zitting had, en de heer Lardinois door de heer J. van Laak, eveneens oud-lid van Kamer. men. Wel nu, dan is de overgang tot boskabouter van de Staat der Nederlanden (kent u Park Sorgh- vliet? U mag er vrij wandelen) maar een kleine stap. Bewaakt Intussen is het Catshuis een klein halfjaar niet bewoond geweest. Of eigenlijk toch weer wel, al is het maar een pietsje. I^et hoofd van de huishouding, naar men ons vertelde een charmante dame, mejuffrouw C. H. M. van den Arend, is op het ogenblik de enige die er dag en nacht verblijft. Bang hoeft ze in haar eenzaam heid niet te zijn, want ze geniet de eer door de Koninklijke Marechaus see te worden bewaakt. Er staan nu eenmaal kostbare spullen, uit het Rijksmuseum en zo. En een vrouw is maar een vrouw. We hadden best graag voor u een praatje met haar gemaakt en eens onder haar leiding door het verlaten Catshuis gewandeld. Maar dat mocht niet. Zoiets moet je aanvra gen bij de Rijksvoorlichtingsdienst die het vandaag de dag toch al on draaglijk druk heeft met twee ge boorten: die van het kabinet en het Prinsje of Prinsesje. En daar kwa men wij nu weer bij om te zeuren over dat praatje. HET CATSHUIS volgende premier? contraprestatie moest worden vol daan: binnen tien jaar zou op het riante terrein met het werk aan een representatief gebouw zijn begon nen. Nou, dat zijn ze toen in Den Haag compleet vergeten. Dus ging alles weer terug naar de familie Goe- koop, die het landgoed dan maar aan de Amerikanen verkocht. Zij wilden er hun ambasade op zetten. Maar nu kwamen onze ambtelijke molens pas flink op gang. Terrein en Catshuis werden voor mooi geld aangekocht. Het huis ging voor de zoveelste maal uitbun dig in de steigers. En daar hadden we dan tenslotte de ambtswoning voor de minister-president. Die toch echt wel verplicht is om er in te trekken, zou je zeggen. Al was het alleen maar uit medeleven met de belastingbetaler, die er zijn goeie geld in heeft zitten. Maar niet alleen daarom. Het huis heeft in de enkele jaren van zijn nieuwe functie bewezen vraag het betrokkenen maar representatief best te vol doen. En bij verhuren: tien tegen één, dat de tijdelijke bewoners er niet, hoepla, uit kunnen. Is het tenslotte zover, dan moet de boel natuurlijk weer bijgewerkt, gewit, behangen, bevloerd, enzovoorts, worden. En dan die hele verhuizing er weer bo venop Allemaal situaties die men de echtgenote van een premier ze heeft immers al spanningen genoeg te verduren gehad en op haar arme hoofd komt deze ellende toch voor namelijk neer niet aan mag doen. Ideetje Leuker Gewichtig Weet u wie daarover beslissen moet in 's lands belang? Zijne Ex cellentie de minister-president, prof. dr. J. Zijlstra. Gewichtig hoor. Ons verzoek is schriftelijk door de RVD (in duplo of triplo, dat is ons niet geopenbaard) onder woorden ge bracht en toen (per speciale koe rier?) naar Plein 1813 vervoerd. Paar weekjes wachten. Toen de telefonische mededeling ,,De minis ter-president acht het niet opportuun dat er over de bewoning van het Catshuis geschreven wordt". Zou zijn aversie zó ver gaan? Hij moet dat Catshuis gewoon haten, denk je daarbij onwillekeurig. Maar goed, men kon ons nog wel het offi ciële stencil „Enige grepen uit de historie van het Catshuis" doen ge worden. Hadden we trouwens al. Daar staat in dat Vader Cats het er in acht weken (1652) heeft laten zetten. Kom daar nu ereis om. Niet in zijn huidige vorm natuurlijk, want er is in de loop der eeuwen zeer vele malen aan geknutseld Een opstal dat het officiële stencil met de intrigerende aanduiding „lusthuisje" betitelt, moest ervooi worden afgebroken. In 1930 Achtmaal is het grote huis bij het voortschrijden der vaderlandse his torie in andere handen overgegaan. Tot de genereuze familie Goekoop, haar naam alle eer aandoende, de hele zaak aan de Staat schonk. Dat was in 1930. Aan één bescheiden Het is toch veel leuker staatshoof den en andere hoge buitenlanders te voeren in de intimiteit van ons mooie Catshuis, waar de bezoeker bovendien nog met een stukje Hol lands gezinsleven (Jantje, presen teer meneer es een koekje) wordt geconfronteerd, dan die mensen in de onpersonolijke sfeer van een Hotel de Wittebrug te ontvangen. Leuker? Veel te zwak uitgedrukt. Het. Catshuis schept een informele, ongedwongen sfeer, die het con tact tussen hoog bezoek en rege ringsleider alleen maar ten goede kan komen. En ook IS gekomen. Juist om die soort dingen is de Catshuistijd voor de ministeriële gezinnen die er gewoond hebben een periode geweest waar ze met ple zier aan terugdenken. Ook al bracht die dan uiteraard zijn offers mee. Want van de gezinsbeslotenheid komt er in zo'n huis natuurlijk niet zo heel veel terecht. De grootste moeilijkheid voor het gezin van een premier, zo hebben we ons door de befaamde Haagse kringen laten vertellen, is gelegen in het technische vlak. Maar daar is wat aan te doen! Zó veel, dat zelfs mogelijke ministers- presidenten van reformatorischen 'huize geen bezwaren meer kunnen maken. Denkt u eens in... Wat bedoeld wordt? Wel, huis vrouwen van Nederland, denkt u eens even in, dat üw echtgenoot tot de hoogste positie in 's lands dienst werd geroepen. Dan ging u acuut verhuizen naar Park Sorghvliet Hoe te handelen met uw bestaande woning? Leeg aanhouden? Afstoten? Verhuren? Het eerste is a-sociaal en kun je ie zeker in zo'n positie, moeilijk ver oorloven. Het tweede betekent bij een voor tijdige val van het kabinet dat (ook) uw naam draagt een complete nood situatie. Waar vandaan zo gauw een ander huis getoverd, dat dan nog moet bevallen ook? Oud-premier Cals kan daarover meepraten. Dus? De zaak een beetje an ders regelen. Het gezin van een minister-president moest alleen met bij wijze van spreken wat koffers in de ambtswoning kun nen trekken. Waarom richt de Staat er alleen de zogeheten re presentatieve appartementen in en niet de privé-kamers? Waar om met een volledig ingericht Catshuis niet alles er op en er aan? Dan had zelfs een invaller als premier Zijlstra er zonder be zwaar gebruik van kunnen ma ken. Zulks tot heil van de natie. Datideetje moet men op het Binnenhof toch eens in gedach ten houden. Het nieuwe kabinet telt vijf minis ters die uit het kabinet-Zijlstra zijn overgestapt: de heer De Jong (Defen sie), mr. Luns (Buitenlandse zaken), mejuffrouw Klompé (Cultuur, recrea tie en maatschappelijk werk), drs. Bakker (Economische Zaken) en mr. De Block (staatssecretaris van buiten landse zaken). P. J. G. de Jong, minister president en minister van alge- I mene zaken. De heer De Jong werd op 3 I april 1915 te Apeldoorn ge boren. Hij werd opgeleid aan het Koninklijk instituut voor de Marine te Willemsoord. In 1934 werd hij tot luitenant ter zee benoemd. Hij klom op tot kapi tein ter zee. Thans is hij als zodanig non-aktief. Van 1959 tot 1963 was de heer I De Jong staatssecretaris van marine in het kabinet-De Quay. Hij werd minister van defensie in het kabinet-Marijnen. Deze functie behield hij in de kabi- boerenbond, netten van mr. Cals en prof. Zijlstra. Mr. J. M. A. H. Luns (kath. I minister van buitenlandse zaken. De heer Luns werd in 1911 te Rot terdam geboren. Hij studeerde rechten in Leiden en Amsterdam. Van 1938 tot 1940 was hij werkzaam op het ministe rie van buitenlandse zaken. Hij be kleedde diplomatieke functies in Bern, Lissabon en Londen. Van 1949 tot 1952 was hij permanent gedelegeerde bij de Verenigde Naties in New York. Van 1952 tot 1956 was mr. Luns minister zonder portefeuille. Sinds 1956 is hij minister van buitenlandse I zaken- Mejuffrouw dr. M. A. M. Klompé (kath. v.), minister van cultuur, re- I creatie en maatschappelijk werk. Mejuffrouw Klompé werd in 1912 te Arnhem geboren. Zij promoveerde in 1941 te Utrecht tot doctor in de wis- en natuurkunde. Van 1932 tot 1947 was zij lerares scheikunde te Nijmegen. In 1948 werd zij lid van de KVP-fractie in de Tweede Kamer. Mejuffrouw Klompé maakte in 1948, 1949, 1950 en 1952 deel uit van de Nederlandse dele- gatie naar de Algemene Vergadering /an de Verenigde Naties. In 1956 werd zij minister van maat schappelijk werk. Zij bekleedde deze functie tot 1963. In dat jaar keerde zij terug naar de Tweede Kamer. Me juffrouw Klompé kreeg in het kabinet- ij Zijlstra de portefeuille van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk toe vertrouwd. Haar belangrijkste taak in j deze functie was de verdediging van dienst bij het ministerie van justitie. Hier was hij belast met de leiding over het gevangeniswezen, de psychopaten zorg. de reclassering en het weten schappelijk werk bij het ministerie Sedert 1958 maakt de heer Veringa deel uit van de Rijswijkse gemeente raad. Hier hield hij zich vooral met onderwijs en culturele zaken bezig. In 1964 werd hij benoemd tot hoogleraar in het penitentiair recht aan de Ka tholieke Universiteit van Nijmegen. Ir. P. J. Lardinois (kath. v.), landbouw en visserij. D*,5.e,er.La,ainoL' w^rd„0?13 tugu!- H-ï Noorbfekt <L:> setoren. welke naast l(jn ttudie het jeugdig gehoor in de nevendien sten voor. De nieuwe minister van volkshuis vesting is een neef van de tegenwoor dige staatssecretaris voor onderwijs, mr. J. H. Grosheide. Drs. B. J. Udlnk (c.h.), minister zonder portefeuille, belast met de ontwikkelingshulp. Drs. Udink werd op 12 februari 1926 in Deventer geboren. Hij stu deerde aan de Economische Hoge school te Rotterdam en aan de uni versiteit van Lausanne (ZwitserlandL In 1949 werd hij wetenschappelijk medewerker van het Economisch- technologisch instituut in Rotterdam, Hij studeerde aan de Landbouwhoge school in Wageningen en was rijks- landbouwconsulent in Eindhoven en landbouw-attaché bij de Nederlandse ambassade in Londen. Hij is voorzit- de Noordbrabantse christelijke De heer Lardinois is sinds septem ber 1963 lid van de Tweede Kamer. Hij was op 15 februari een .van de vier KVPrlijsttrekkers. Drs. J. A. Bakker (a.r.), vice-pre mier en minister van verkeer en wa terstaat. Drs. Bakker werd in 1921 te Bols- ward geboren. Hij studeerde aan de Economische Hogeschool te Rotter dam. De heer Bakker was enige ja ren wethouder van Bolsward. In 1959 werd hij benoemd tot burgemeester Andijk. Vier jaar later werd hij eer ste burger van Hoogeveen. In 1963 werd drs. Bakker staatsse cretaris van economische zaken in het kabinet-Marijnen. Hij behield deze functie in het kabinet-Cals. In het ka binet-Zijlstra was drs. Bakker minis ter van economische zaken. minister van so- B. Roolvink (a.r ciale zaken. De heer Roolvink werd in 1912 in het Friese Wijdgaat geboren. Hij was aanvankelijk metaalbewerker. Hij de KVP-fractie maakte een carrière in de vakbewe- ging. In 1950 werd hij tweede voorzit ter van de Christelijke Metaalbedrijfs- bond. Twee jaar later volgde zijn be noeming tot secretaris van het CNV. De heer Roolvink was staatssecre taris van sociale zaken in het kabi net De Quay (1959-1963). Hij werd in 1963 lid van de Tweede Kamer. Sinds 1965 was de heer Roolvink fractielei der van de ARP. Ir. W. F. Schut (a.r.), volkshuisves- vestlng en ruimtelijke ordening. De heer Schut is 21 augustus 1920 geboren. In 1945 studeerde hij af aan de Technische Hogeschool te Delft. Spoedig volgde zijn benoeming tot directeur van het Instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland te Rot terdam. Dit planologisch bureau, van de diensten waarvan vooral kleinere ge meenten dankbaar gebruik hebben gemaakt, heeft hij tot op vandaag ge leid. Onder zijn verantwoordelijkheid zijn vele uitbreidingsplannen en be stemmingsplannen ontworpen. Verder staat ir. Schut aan het hoofd van de stedebouwkundig adviesbu reau Schut te Middelburg. De nieuwe minister van volkshuis vesting en ruimtelijke ordening heeft vooral een gezaghebbende stem op het gebied van de ruimtelijke orde- De Block benoemd tot di- ning. Hiervan getuigen tal van pu in in n* blikaties in tijdschriften. Ook I de Omroepwet Mr. L. de Block (kath. v.). minister ran economische zaken. De heer De Block werd in 1904 te Den Haag geboren. In 1949 voltooide hij zijn rechtenstudie, waarop hij zich in de avonduren had toegelegd. Hij was van 1923 tot 1946 werkzaam in het bannkwezen. In dat jaar werd hij directeur van het Haagse kantoor van de Incassobank. In 1947 trad mr. De Block in dienst van het ministerie van financiën. Sinds 1953 was hij plaatsvervangend thesaurier-genlraal. In 1958 stapte sij over naar het departement vnn econo mische zaken, waar hij de functie van directeur-generaal voor industrie en energievoorziening bekleedde. In 1960 werd mr. De Block l recteur van de KLM. Sedert 1963 is hij staatsecretaris van buitenlandse zaken. In deze functie hield hij zich vooral met EEG-aan- gelegenheden bezig. Prof. dr. G. H. Veringa (kath.v.), minister van onderwijs en wetenschappen De heer Veringa werd in 1924 te I Groningen geboren. Hij studeerde so ciologie in New York. Van 1949 tot 1950 was de heer Veringa assistent van prof. P. Bouman. In 1950 trad hij in krant verschenen publikaties van zijn Ir. Schut, die in Rotterdam woont, is gehuwd en heeft acht kinderen. In het gereformeerd kerkelijk leven was hij steeds zeer actief. Zo is hij lid van het deputaatschap voor kerkop bouw (sectie sociologisch onderzoek en planning van de Gereformeerde Kerken. Genoemd kunnen ook wor den zijn inspanningen voor het in stellen van een kinderkerk. Meer dan eens ging hij zeer tot stichting van verrichtte. In 1954 werd hij adjunct-secretaris van de Kamer van Koophandel te Rotterdam en op 1 januari 1959 secre taris. In 1962 werd hij benoemd tot algemeen directeur van de centrale kamer voor handelsbevordering in Den Haag. Hij was ook enige tijd lector voor de haveneconomie aan de Econo mische Hogeschool te Rotterdam. Voorts is drs. Udink president-com missaris van onze bladen en leider van de protestants-christelijke fractie in de Rijnmondraad. De heer Beemink werd in 1910 in Maarssen geboren. Hij studeerde rech ten in Utrecht. Hij begon zijn loop baan in 1932 bij de gemeentesecreta rie in Papendrecht In 1935 ging hij naar Almelo en vier jaar later trad hij in dienst van de gemeente Rijs wijk. Sinds 1945 is hij daar gemeen tesecretaris. Een jaar later kwam mr. Beemink in de Tweede Kamer. Hij was secretaris van de CHU en van 1958 tot 1966 voorzitter. Sinds 1963 is mr. Beernink fractieleider van de CHU in de Tweede Kamer. Prof. dr. H. J. Witteveen (lib.), vi ce-premier en minister van financiën. De heer Witteveen werd in 1921 in Zeist geboren. Na zijn studie aan de Economische Hogeschool in Rotter dam promoveerde hij in 1956 op het proefschrift: Loonshoogte en werkge legenheid. In 1948 werd hij tot hoog leraar aan de Economische Hogeschool benoemd. minister van financiën in het kabinet- Marijnen. Na de val van dit kabinet werd prof. Witteveen nog in 1965 lid van de Tweede Kamer. Prof. mr. C. H. F. Polak (lib.), minister van justitie De heer Polak werd in 1909 te Rot terdam geboren. Hij studeerde rechten in Leiden. In 1934 trad hij in dienst van de provinciale griffie van Zuid- Holland. In 1946 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Landbouwhoge school in Wageningen. Vijf jaar later volgde zijn benoeming tot hoogleraar in Leiden in het administratief en agrarisch hecht De heer Den Toom werd in 1911 te Rotterdam geboren. Hij begon zijn militaire carrière in 1933 bij de infan terie. In 1936 werd hij als waarnemer in Soesterberg geplaatst. Gedurende de oorlog verbleef hij als krijgsgevan gene in Duitsland. Na 1945 was hij onder meer werkzaam bij het directo raat luchtstrijdkrachten. De heer Den Toom is van 1958 tot 1960 als hoofd van de Nederlandse militaire verbindingsmissie bij de NAVO in Parijs werkzaam geweest. In 1960 werd hij benoemd tot plaatsver vangend chef van de luchtmachtstaf. Luitenant-generaal Den Toom was staatssecretaris van defensie, belast met luchtmachtzaken, in het minis- terie-Marijnen (1963-1965). Toxopeuspremier een prima man'' (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG De WD-fractielel der mr. E. H. Toxopeus verklaarde zeer verheugd te zijn over het slagen van formateur De Jong. Hij noemde de nieuwe minister-president „een pri ma man". .,Ik heb nooit op het standpunt ge staan, dat de premier een econoom of halve econoom moet zijn. Hij dient een goed teamleider te wezen en dat is de heer De Jong zeker, zoals ook prof. De Quay dat was, wiens economische deskundigheid men indertijd eveneens sterk in twijfel trok". Mr. Toxopeus rekende het tot de taak van het nieuwe kabinet om haast te maken met initiatieven tot hervorming en herziening van ons politiek bestel. Het kabinet zal de staatscommissie, die hiervoor wordt ingesteld, tot spoed moeten aanmanen. Mr. Toxopeus had alle vertrouwen in de nieuwe ploeg als geheel en in de individuele kandi daat-ministers. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Premier Zglstra diende op 15 februari het ontslag van het kabinet in. 18 februari: informatie-opdracht aan prof. Zijlstra. 20 februari: Zijlstra stuurt de frac tievoorzitters de hoofdlijnen van het nieuwe kabinetsbeleid. 21 februari: prof. Zijlstra conclu deert, dat de Partij van de Arbeid zichzelf heeft uitgeschakeld. 25 februari: prof. Zylstra rappor teert aan de Koningin, maar zet zijn informatiewerkzaamheden voort. 3 maart: de fractievoorzitters wor den het eens over de hoofdlijnen van het regeringsprogram. 4 maart: Zijlstra brengt eindverslag uit, maar wil geen premier worden. 6 maart: de Koningin vraagt advies aan dr. BeeL 9 maart: formatie-opdracht aan mr. Biesheuvel. Nog steeds volledige overeenstemming tussen de fractie voorzitters. 15 maart: mr. Biesheuvel komt moeilijk stadium en wijzigt zijn formule in 7-3-2-2. 16 maart: nachtvergadering met de fractieleiders brengt niet voldoende resultaat. 17 maart: interim-rapport aan de Koningin. Laatste poging formatie- Biesheuvel te redden. 20 maart: mr. Biesheuvel geeft zijn opdracht terug. 21 maart: formatie-opdracht aan de heer P. de Jong. Uitgangspunt: for mule 6332. (zes zetels KVP, 3 WD, 3 AR en 2 CH) en het rege- ringsprogramma-Zijlstra. In dagen daarna: besprekingen met prof. Zijlstra en de fractievoorzitters. Op het laatste moment: twee moei lijkheden: AR-kandidaat Aantjes moest zich op medisch advies terug trekken en ir. Herweijer (ch) wei gerde de portefeuille van landbouw. 3 april: formateur-De Jong heeft zijn kabinet gereed en zal dinsdag 4 april aan de Koningin verslag uit brengen, dat hij geslaagd is. DEN HAAG Gisteren, op zijn verjaardag (52), is formateur De Jong erin geslaagd een kabinet sa men te stellen. De Rotterdamse planoloog ir. W. F. Schut (a.r.) ac cepteerde de portefeuille van volkshuisvesting en ruimtelijke or dening en zijn stadgenoot drs. B. J. Udink (c.h.) stelde zich beschik baar voor de post ontwikkelings hulp. Na deze toezeggingen was de formateur uit de problemen. Het nieuwe kabinet is als volgt sa mengesteld: Minister-president en minister van algemene zaken: P. J. S. de Jong (KVP): Buitenlandse zaken: mr. J. M. A. H. Luns (KVP); Cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk: mej. dr. M. A. M. Klompé (KVP); Economische zaken: Mr. L. de Block (KVP): Onderwijs en wetenschappen: prof. dr. G. H. Veringa (KVP); Landbouw en visserijir. P. J. Lar dinois (KVP); Financiën: prof. dr. H. J. Witte veen (WD), tevens eerste vice-pre mier; Justitie: prof. mr. C. H. F. Polak (WD); Defensie: W. den Toom (WD); Verkeer en waterstaat: drs. J. A. Bakker (ARP), tevens tweede vice- premier, belast met aangelegenheden betreffende Suriname en de Antillen; Sociale zaken en volksgezondheid: B. Roolvink (ARP) Volskhuisvesting en ruimtelijke or dening: ir. W. F. Schut (ARP); Binnenlandse zaken: mr. H. K. J. Beernink (CHU); Ontwikkelingshulp: drs. B. J. Udink (CHU). Uit de samenstelling van de lijst blijkt, dat de formateur op het laat ste moment weer geschoven heeft. Eind vorige week was de stand zo, dat alleen nog een ch-kandidaat voor landbouw en een ar-man voor volkshuisvesting moest worden ge zocht. Het is niet bekend of de CHU een beschikbare landbouwman kon leveren, maar vermoedelijk was dit niet het geval, zodat de heer De Jong zijn schema weer moest ver anderen. En wel in die zin, dat landbouw naar de KVP werd toe gespeeld en ontwikkelingshulp naar de CHU. Voor de unie was dit geen voor delige ruil, want ontwikkelingshulp is geen „zware" post. Ze wordt be heerd door een minister zonder por tefeuille CH-fractieleider mr. Beernink bleek echter bereid, naar hy ons meedeel de, „in 's lands belang aan elke ver schuiving mee te werken." Het wel slagen van de formateur woog hem zwaarder dan de begrijpelijke reser ves ten opzichte van een zo lichte ministerspost als ontwikkelingshulp. Tot het laatste toe heeft onzeker heid geheerst over de vraag of de ARP een competente kandidaat voor volkshuisvesting zou kunnen leveren. Daarvan hing de formatie-De Jong in laatste instantie af. Was de ARP in gebreke gebleven, dan had de forma teur zijn opdracht hoogstwaarschijn lijk teruggegeven, omdat alternatieve schuifmogelijkheden of al waren be proefd, of niet meer meer voorhanden waren. De kabinetsformatie 1967 heeft byna 50 dagen geduurd. De heer De Jong is dertien dagen bezig geweest. DEN HAAG De ministers uit het kabinet-Zijlstra, die niet in het kabi net-De Jong komen, zijn: prof. dr. J. Zijlstra (minister-president), mr. B. W. Biesheuvel (landbouw en visserij), dr. J. E. de Quay (verkeer en water staat), mr. A. A. M. Struycken (justi tie), prof. mr. P. J. Verdam (binnen landse zaken), prof. mr. I. A. Diepen horst (onderwijs en wetenschappen), ir. H. B. J. Witte (volkhuisvesting en ruimtelijke ordening), dr. G .M. J. Veldkamp (sociale zaken en volksge zondheid) en mr. Th. H. Bot (minister zonder portefeuille, belast met de ont wikkelingshulp).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 5