EFFICIENCY IN DE KERK ONDAGS BLAD Predikant geen praeses Andere techniek Hele gemeente bij planning betrekken Gemeente moet uitsluitend aan morgen denken Altijd maar: er is geen geld Arme dominee ZATERDAG 11 MAART 1961 "R is een systematisch opgezet boekje over „Efficiency in de ;erk" verschenen. Het heet niet MR. E. BLOEMBERGEN, die meer publiceerde, o.a. over het moderne commissariaat en de familie onderneming, is een onderhoudend auteur, die de dingen vaak fijntjes en met gevoel voor humor weet te formuleren. Enkele voorbeelden: KERKERAADSLID Bü uitzondering komt het voor dat een kerkeraad«lid na thuiskomst kan vertellen dat het een gezellige ver- gadering was, waar veel gelachen werd. Is dat wel eens het geval, dan zal blyken dat het ook een vruchtbare vergadering is geweest. BOEKHOUDER Ziehier een verbinding tusseu het zakelyke en het geestclykc. De boekhouder zal byvoorbeeld met interesse de discussie in de gemeentevergadering volgen, waar soms biykt, dat leden met het hoogste woord de geringste hydrogen leveren. Hy moet dan niet aarzelen onder vier ogen de dispariteit van de geestelijke en materiële belangstelling aan de orde te stellen. VERGADEREN Voorwaarde van actieve medewerking acht men vaak dat hoe meer personen hun licht over een zaak laten schynen, des te groter de kans is op een juiste oplossing. Deze voorstelling van zaken is te kinderlyk eenvoudig DOMINEE EN KOSTER De predikant zal toch al voldoende dc ervaring heb ben, dat hy, met de koster, in bet materiële vlak bepaald niet tot de gangmakers van loonsverhoging behoort. GEMEENTELEDEN Wie soms het verloop van een geraeentevergadering en de aldaar gehouden discussies als buitenstaander tracht te overdenken, moet wel tot de conclusie komen dat God deze zaken mede heeft toegelaten, omdat By een groot gevoel voor humor heeft. besluiten is slechts mogelijk, wanneer het aantal personen beperkt is. Een redelijke schatting ligt bij vijf perso nen. Maar een kerkeraad is doorgaans groter. Hoe moet dat nu? Punt één: kwesties die om con crete, zakelijke besluiten vragen, delegeren aan een kleiner colle ge. Punt twee: besluitvorming in groot college uitvoerig voorberei- Die voorbereiding gaat zo. Kwesties ontleden in elementen. Tevoren moeten alle kerke- raadsleden hun gedachten over die elementen kunnen laten gaan. Dus schriftelijke notities over een en ander toesturen, alsmede een uitgebreide agenda (niet alleen punten). Er moet te voren schriftelijk worden toege- redeneerd naar een beslissing of een aantal beslissingsmogelijk- heden. Voor- en nadelen moeten daarin duidelijk tot uiting ko- Eventuele opmerkingen op de notities kunnen voor de vergade ring schriftelijk door de leden worden gemaakt. Notulen van de vorige vergaderingen worden meegestuurd (niet meer voorle ren). De vergadering zélf is de laatste fase van de besluitvor ming. Vrije discussie is daar on gewenst; men richt zich uitslui tend op het vormen van beslui ten. Nieuwe elementen worden daar niet meer naar voren ge bracht. Daar was eerder schrifte- 'iik gelegenheid voor. I'VE verwevenheid tussen gecste- gemeente blootleggen. Daaruit lyke en materiële zaken in kan weer een plan van actie de gemeente wordt tekort gedaan voortvloeien, waarop de te vragen wanneer de boekhouder zich te- hydrogen worden gebaseerd. Dan veel als „echte boekhouder" con- hoeft men niet in alle geval cn centreert op het evenwicht van achteraf te vragen, inkomsten en uitgaven. De ge- Die boekhouding kan in de meente is een geld uitgevende meeste gevallen moderner. Te gemeenschap. Er is nooit geld weinig zyn nieuwe technieken genoeg voor de vervulling van bekend, die tyd besparen en over. taken. De bydragen worden daar- zichtelykcr blijken. Waarom geen voor gegeven. Een regelmatig computertechnieken toegepast? overschot is een verloochening Men stelle ook een betaalde ad- van de opdracht aan de gemeente ministrateur aan voor de routine* en een bedrog aan de leden. zaken. De boekhouder kan dan Ook de taak van de boekhouder zyn volle aandacht richten op bet ligt vooral in de toekomst. Zyn verschaffen van de materiële basis meerjarenbegrotingen moeten de voor de moderne nitbouw van financiële perspectieven van de liet gemeentewerk. o - misschien vond de schrijver at te gewaagd maar kreeg ,50)(ot titel mee LIEFHEBBEN UIT /ERSTAND. Een motto, dat ligenlijk veel meer diepgang eft. |A AN de organisatie van een kerke- lijke gemeente ontbreekt nogal iet een en ander. Daarvoor is oever- %ze kritiek genoeg. Maar hier is nu is mens een man uit het bedrijfsleven, iai $oor en door op de hoogte van de hoderne organisatieproblematiek, P ïkie de moeite heeft genomen daar >i breed verband vakkundig op te jeageren. HIJ zegt hartgrondig ja op de vraag of kerkelijke gemeente profijt kan trek- ?an de ervaringen van het bedrijfsle- Hij werkt het zo concreet uit, dat het boekje in het bezit van elke k.ljêrkeraad zou wensen. Nog beter: van derc kerkeraads- en geïnteresseerd ge- eentelid (en van alle mondige lidmaten lag toch belangstelling worden ver- lCht?). De auteur, mr. E. Bloembergen uit Bilt- cht Joven, maakt deel uit .van het directori- van de Verenigde Bedrijven Bredero een grote bouwonderneming in /trecht. Hij heeft jaren meegelopen in iet kerkelijke ambt, weet dus uit erva- g hoe het met de organisatie en het ictioneren van de kerkelijke gemeente gesteld. Hij kan derhalve in tweeërlei [pzioht gezaghebbend spreken. J WAT hem bewoog is liefde voor de goe- zaak. Wat breder als volgt door hem jeformuleerd: „In vele geloofsgemeen schappen is er een natuurlijke neiging tot [asthouden aan de traditie, tot conserva- ie. Eigenlijk is dit met zichzelf in te genspraak voor een groepering die als ka rakteristiek de blik op de toekomst heeft. Jjit deze innerlijke tegenstelling komt weer de vraag naar voren of de o r - van de groep er wél op ifgestemd is de tekenen des tijds op te rangen én constructief te verwerken. HIJ wil niets meer of minder dan een >te mate van efficiency in de organisa- van de kerkelijke gemeente. Niet zo- in de zin van kostenbesparend, als teneipde een goede verhouding tussen .panning en resultaat te verkrijgen. 1 ZELFS op een pagina als deze kan niet (neer dan een fragmentarische indruk Van het boekje gegeven worden. Genoeg lopelijk om vele betrokkenen tot het le- Rign van deze heldere en vaak onthullende analyse te stimuleren. Want het moge dui delijk zijn, dat elke gemeente tenslotte \ijn eigen oplossing zal moeten vinden, aanknopingspunten hiervoor geeft Lief- ebben uit verstand, de organisatie van en kerkelijke gemeente, een uitgave van iamsom in Alphen aan den Rijn, prijs -fe KERKERADEN en pre dikanten moeten zich niet zozeer als hoeders van het verleden zien. Ze die nen het bezit aan talenten in de gemeente te gebrui- ken met het oog op de toekomst. Een goede OR GANISATIE moet daarbij de motor zijn. Aandacht hiervoor is een verplich ting tegenover God. Het gaat om planning, het uitzetten van de ge meentelijke toekomst. De feitelijke ontwikkeling van de gemeente, de geogra fische situatie, de te ver wachten bevolking, de geestelijke perspectieven en de eigen ervaring moeten daarin worden sa mengevat. Wat kan dit praktisch betekenen? Een kerke- raadslid, daartoe deskun- dig, stelt over deze materie een gespreksme- morandum op. In kleine kring gaat men dit be spreken. Het stuk wordt omgewerkt tot groepen van meer concrete vra gen. Bespreking van het plan van actie in de ker keraad. Ontvouwen van de plannen in de gemeen tevergadering. De kerkeraad vraagt nu op het stuk schriftelijke reacties van alle leden, jong en oud, mondeling verkregen reacties via huisbezoekers (recrute- ren!) van die leden, die zich moeilijk schriftelijk konden uiten. Schiften en rubriceren der reacties. Samenvatting van „het antwoord der gemeente" aan allen toezenden. Stu die en groepsbespreking van een en ander in de gemeente. Samenvatten van de verschillende con clusies waartoe de groe pen zijn gekomen. Week endretraite van kerkeraad of speciale commissie om tot een samenhangend voorstel inzake de ge meentelijke planning te geraken. Dit voorstel voorleggen aan de gemeente. Aanne men van het plan. Afslui tende gemeentevergade ring. Begin van uitvoering. Alles binnen een duidelijk tijdschema. HET is een misvatting te menen dat de Heilige Geest gebrek aan organisatie wel zal compenseren. Wat is de bedoeling van kerke- raadsvergaderingen? Tot be sluiten te komen. Werkelijk Met deze plaat heeft de fotograaf geprobeerd te verbeelden wat de schrij ver van Liefhebben uit verstand" voor ogen staat: grote kerkeraden delegeren kwesties van concrete zake lijke aard aan een college van drie tot vijf man (onder). Het grote verband boven en beneden) volge een strakke vergadertech niek met veel schriftelijke voorbereiding. Men richte daarbij het oog vooral op de toekomst (kinderen ter weerszijden van het kerkje), want zo alleen kan de kerkelijke gemeente efficiënt functioneren. EEN functie in de kerkeraad vereist vaardigheid. Het aspect dat daarbij gemakkelijk verwaar loosd wordt is de voorbereiding. Temeer, als men ervan uit wil gaan dat de kerkeraad een weer spiegeling van de brede samenstelling der gemeente, ook qua leeftijd, moet zijn, geldt dit. Geschikt geachte kandi daat-ambtsdragers moeten daar om worden geïnstrueerd. In de eerste plaats door een handlei ding met praktische wenken. Verder door een boekje als waar uit nu wordt geciteerd. Ten laatste door met name de prae ses, die een sleutelfiguur in de vorming van jonge ambtsdragers moet worden genoemd. Ja, die voorzitter. Waarom moet dat per se de dominee zijn? Hij kan het zijn, maar dat is geen wet van Meden en Perzen. Noch op organisatorisch, noch op leidinggevend terrein zijn predi kanten geselecteerd. Het lijkt overigens nauwelijks in het be lang van de dominee-zelf hem voorzitter te maken. Hij komt hier doorgaans door in een psy chisch spanningsveld, dat alleen maar taakverzwarend werkt. Als voorzitter kieze men een der andere kerkeraadsleden. Een moeilijke keus. Hij moet iemand zijn met persoonlijk overwicht, dat hij grondt op een zekere wijsheid en levenservaring, alsmede op algemene ontwikke ling en eruditie. Hij moet de ge meente kennen en aanvoelen wat haar beweegt. Hij moet zo JïjN dan die arme dominee. Hij is in de meeste gemeenten doorgaans de man, die, waar andere instanties ontbreken, het gemeentelijke werk maar moet doen. Althans daarvoor verantwoordelijk is. Maar die opvatting is een al of niet onderbewuste ontlasting van het geweten der gemeenteleden! Waarom toch altijd de préék bij beroeping centraal gesteld? Zou het niet juister, reëler zijn in een predi kantsvacature te voorzien aan de hand van een analyse over wat de gemeente vereist? Laat de kerkeraad zich eerste rekenschap geven van de taken die de te beroepen dominee moet vervullen. Dan is men nog niet klaar: realistisch moet worden geschat hoeveel uren de vervulling van die taken de predikant zal moeten kosten. Wanneer dan (doorgaans) zal blijken dat er een astro nomisch getal uren uit voortvloeit, moge duidelijk zijn dat beperkingen moeten worden aangebracht. Ja, ook van de leden mag heel wat worden verwacht Zo'n urenanalyse zal onthullend werken. En waarom geen psycho-technische beschrijving van de te beroepen dominee? Dat is toch ook elders al lang gemeengoed? Al zou het beter zijn dat zo'n test werd afgenomen voor een jongeling theologie ging studeren. Een rJr. meisje werd eens gevraagd of ze niet graag non zou willen worden. Ze antwoordde: O neen, ik bid dat ik die roeping niet krijg. Een dergelijke gezonde vermenging van aardse wensen en hemelse bestiering zou vele aspirant-predikrnten geen schade doen. Laat men ook goed beseffen dat de opleiding tot predikant niet meer dan een basis is, waarvan men zich zelfs kan afvragen of die wel universitair hoeft te zijn. Verdere vorming blijft gedurende de loopbaan nodig. Krijgen de dominees voldoende studieverlof om de zoveel jaar? nodig door persoonlijke contac ten wrijvingspunten tot een mini mum aan kwade gevolgen te rugbrengen. Hij moet niet te lang op zijn stoel blijven zitten, want het gemeenteleven heeft ve le kanten en ook een voorzitter blijft maar een mens. Een tweede voorzitter kan zijn taak verlichten, de continuïteit waar borgen, door hem straks op te volgen. Wat de kerkeraadsleden behal ve de dominee betreft, op hen is van toepassing de psychologie van het on(der)betaalde ambt. Wanneer, zoals meestal het geval is, het kerkeraadslid een aanzien lijk offer van vrije tijd moet brengen (eigenlijk moest men niet langer dan enkelè jaren een beroep op hem doen) dan ls het menselijk dat hij de bevrediging in zijn werk door erkenning van zijn verdiensten zou willen vin den. Deze erkenning zal maar al te gemakkelijk de vorm kunnen aannemen van een gelijk krij gen, om niet te zeggen zijn zin krijgen. Hij beschouwt dit dan niet meer als een objectief wenselijke zaak. maar als een subjectief recht Daarom te meer is goede orga nisatie en perfecte vergader-tech niek vereist, die een algemene bestuursdrift matigen, en helpen de christelijke deugd van nede righeid tot gelding te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 13