BLAD ZIJ Braadkuikens zijn niet langer louter luxe dialoog ZATERDAG 28 JANUARI 1967 Onze gebruikelijke ijver des maandags baart de waterleidingbedrijven zor gen. Als wij staan te zwoe gen om de was zo wit mo gelijk te krijgen, werken de bedrijven op top-activi- teit met het gevaar van overspanning en dus van het wegvallen van de druk. Ook de electriciteitsbe- QP de twaalfde verdieping van de gloednieuwe flat in de Haagse Ericalaan kijk je uit over zee. Tan Oei Han staat er op het naambordje. „Zeg maar Kea Tan", vraagt de jonge vrouw achter de deur. Ze verontschuldigt zich voor de kapstok, die van de muur kwam rollen en de spiegel die nog niet hangt, allemaal naweeën van de ver huizing uit Amsterdam. Kea Tan moet nog wennen aan het Haagje. Gelukkig heeft ze nét telefoon gekre gen. „Daar kan ik niet buiten voor mijn werk. Stel je voor als Jasperina de jong, de mannequin joyce Versteeg of een couturier me belt voor een bestelling!" Kea Tan ontwerpt in kralen, accessoires. Sinds kort schrijft ze kinderverhalen op een heel aparte manier. HET was een lange weg naar dit artistiek beroep. Kea begon als leerling op de Rijkstekenschool voor mode-ontwerpen en tekenen. „Van ontwerpen kon je toén niet leven", zegt ze en doet een beetje vaag over haar jeugd. Dan vertelt ze dat ze toen in een concentratiekamp was en met iets van paniek in haar ogen: „maar vraag daar alsjeblieft niet over". Ze blijft gespannen als ze vertelt van haar baantjes: eerst in de verpleging in het Spinozaziekenhuis in Amsterdam. Dat was te zwaar, ze kon het niet vol houden. Daarna had ze allerlei betrekkingen in de medische sector, dokters- en tandartsassistente, in een crèche, assistente van een psycholoog. Na haar huwelijk kreeg ze twee kleine kamertjes. Haar man studeerde sociologie „het was ergens heel leuk, maar je had nooit rust. We woonden in het centrum en altijd hoorde je la waai van buiten of 's nachts de persen van de krant draaien". Ziek Toen werd Kea ziek. Van pure verveling ging ze op bed poppe tjes maken van vilt en ijzer- draad. Die poppen werden wat je noemt persoonlijkheden. „Waar om doé je er niets mee?" inspi reerde haar man en maakte fo to's van haar collectie. Nog altijd ziek thuis, nodigde ze uitgevers uit. Haar plan om tot een serie kinderkaarten te komen met haar poppen als model, mislukte. In lussen pakte ze van alles aan. Ze schreef gedichten, die nie mand begreep en die dan ook niet werden uitgegeven. Op de Maastrichtse academie voor beeldende kunst deed ze beeldhouwen en edelsmeden, maar ze haalde geen diploma. ..Ik maak nooit iets af" zegt ze wat stroef. „Dat komt zo, als ik emailleren leuk vind, werp ik me daar helemaal op en de vakken die me niet interesseren iaat ik schieten. Met emailleren ben ik thuis begonnen, in Amsterdam gewoon op de gaspit in de keu ken. Ik liet er kralen smelten. Dat wordt dan eerst een doorzich tige massa en daar krijg je ha'e gekke bobbeltjes van. Van die kralen begon ik kettingen, arm banden en ringen te maken. Er bestaat geen kralenrijg-cur- sus", spot ze, „en hierin heb ik mijn eigen weg gezochtOp een goede dag kwam de mode-redac trice Jeanne Roos er terecht. Ze zag de leuk gekke dingen die Kea vervaardigde. Ze had bij voorbeeld wervels van een osse- staart opgepoetst, of plakte kip- pebotjes op een plankje en maak te daarvan weer een artistieke hanger. Ze werkte met glas schilfers, groene erwten en kof fiebonen. Die vonden hun weg naar de Amsterdammers. „Ik ben ook wel gaan leuren met mijn werk in boetiekjes en mode-zaken. Leuk? Dat doe ik nooit meer. Enfin, de éne koper vertelde het de ander en op laatst werkte het als een sneeuw- verhaal en later de poppen ma ken, want ze weet nu dat haar ontwerpen compleet met achter grond technisch uitvoerbaar moe ten zijn. Zo schreef ze een kinderstrip waarbij haar échte hamster een rol speelde. Een hele toer om die te regisseren! Voor de Spaar- nestad schreef ze de strip Jatty en Poemsma. ze heeft nu een ver haal van twee uien klaar en in tussen ontdekt dat kleurendruk erg duur is. Uitgever De Lanteem in Utrecht gaat nu een Lang Lampi onboekje van haar uitgeven. „Het moet een grote oplaag wor den liefst in veel talen, zodat het financieel mogelijk is", zegt ze nuchter. Intussen ontwierp ze de aankondiging ook met haar viltpoppen voor een tv-uïtzen- ding. Haar toekomst ziet ze daar lig gen: mooie karakterpoppen ma ken. daarvan dia's die weer als illustratie voor reclame of tv kun nen dienen, mogelijk tv-reclame. Vorig jaar zat ze midden in de knopen; „knopen kan ik niet meer zién", zegt ze nu. „Ik doe alles zelf, en ze vragen niet of je tijd hebt, alles moet klaar". Wilt u een ontwerp van Kea? Hier is het: een japon in de prin- sesselijn met een los voorpand van dezelfde stof. Van de stof bloemblaadjes naaien, zes of ze ven voor één bloem; de blaadjes samenvoegen tot een bloem met een kraal of knoop als hartje. Maak de bloemen steeds groter in het midden van het pand, van taille tot zoom. Héél apart en héél tijdrovend: ieder bloem blaadje met de machine stikken, dat omdraaien is ook een hele kunst. Tc moeilijk? Hier is er nog een, speciaal voor onze ,'e- niet alleen op maandag drijven hebben het 's maandags moeilijk, iets wat we ons niet realise ren. Hun vraag is nu om de wasdag te verdelen. Niet allemaal meer op maandag wassen, want dat is eigenlijk helemaal niet nodig. Is het inderdaad ook niet, al leen lijkt het ons moeilijk een zeg maar eeuwenoude tra ditie er uit te stampen. Daarbij komt nog dat moeders van ge zinnen met kleine kinderen meer dere malen per week wassen, en na het weekend ligt er wel een stapel die op behandeling wacht. Belangrijk vinden wij ook de gedachte: weg is weg. 't Begin van de week de was klaar is voor velen een geruststellende ge dachte. Dat alles neemt echter hele maal niet weg dat we er ons op kunnen beraden het anders aan te pakken. Laten de hele ijverigen onder ons 's zaterdagsmorgens vroeg opstaan en de was „eventjes" wegwerken, de middenmoot blijft het op maandag doen en de progressieven roepen de woensdag uit als wasdag. Wij hebben u de hint gegeven; we hopen dat de genoemde be drijven de resultaten ervan zul len zien. bal. Sieraden Nu ontwerp ik knopen en cein tuurs bij beroemde créaties. Voor Jasperina maak ik alle sieraden en voor Mieke Bos verzorgde ik een avondtoilet. Jolo Couture vraagt me soms om één knoop te ontwerpen die is heel fijntjes geborduurd met piepkleine- kraal tjes soms komen er dan na bestellingen van tweehonderd. Al lemaal heel precies werk en het liefst op tijd klaar. Ik weet nooit van tevoren hoeveel stuks er ge leverd moeten worden', dat ligt aan de verkoop van hun model- Mode mee Het fotomodel Joyce Versteeg maakt veel gebruik van haar lan ge artistieke oorbellen, sierlijke ceintuurs van kralen vervaar digd, exclusieve colliers die „ge weven" zijn van allerlei kralen Harnas in bonte of zachte kleuren. Dik wijls weet Kea bij welke stof en welk ontwerp haar creaties ge vraagd worden. Ze krijgt de teke ningen en de staaltjes van de stoffen thuis gestuurd. Ze werkt ook voor modeshows en da mesbladen en ontwerpt kraagjes, kralen en hangers of lange oor bellen. „Ja het treft dat ik de mode mee heb. Zélf vind ik de mi ni-mode belachelijk en ik zal het dan ook niet dragen". Maar die effen vaak sluike japonnetjes vragen om kleurige versieringen en met een kralenkraagje, col lier, ceintuur, daarbij passende oorhangers of ring, of manchet knopen krijgt een simpel jurkje allure. Voor de boutiek van 'Arnold Diepeveen maakte Kea Tan versieringen met strasskralen en parels. Ze heeft duizenden kralen in allerlei kleur en afmeting. Aanvankelijk kocht ze die op de speelgoedafdeling van een waren huis en toen ze steeds maar weer om zakjes kralen van een bepaal de kleur terugkwam, vroeg de cheffin, die haar begon te ken nen: „Wat doet u er toch mee. u eet ze toch niet op?" kocht ze eens een gebruikte to- neelkledij waaronder een harnas. Ze sloopte het harnas uit elkaar en is alle plaatjes gaan schuren en spuiten. Ziet u op mode-foto's in bin nen- en buitenlandse bladen een apart sieraad, dan is er alle kans dat het uit de handen van Kea Tan is gekomen. Kea borduurt ook avondtoilet ten, een precies werk, de kralen mogen niet los-springen en de japon moet chemisch gereinigd kunnen worden. Ze haalt haar dozen met collecties tevoorschijn en komt pas los als de kralen kettingen, hangers, bellen, cein tuurs door onze vingers gaan. Ze spreekt liever over haar wern. de marmot Misa en de hamster dan over zichzelf. Haar man? Vindt het best alle maal; terwijl hij studeerde (hij is pas klaar) vervaardigde ze pop pen en reeg kralen, dat ver draagt elkaar goed. Hij heeft ook het geduld om als het moet vijf uur bezig te zijn voor het maken van één dia. Kea laat haar vilt poppen namelijk scènes spelen uit de verhalen die ze zelf voor de poppen bedenkt, of éérst het In zaken voor mode-artikelen zie je op het ogenblik mooi gewe ven wolband Knip daar een stuk af op halslengte van een kraaglo- ze jumper. Borduur het geweven patroon na met kralen en naai de band onzichtbaar op de jum per. Op vilt is het- ook fijn bordu ren met kralen. Zo'n stevige fcya- len-kraag kan dan op verschil lende jurkjes of jumpers gedra gen worden. Op een ondergrond van band of stof van de japon is het goed met kristallen pegels Niets is Kea Tan te dol als het om haar ontwerpen gaat. Haar materiaal haalt ze soms van het Waterlooplein. Daar grootste kuikenslachterijen in Bameveld. Dit bedrijf werkl voor de Ne derlandse markt, verdubbelde zijn produktie tot 110.000 braad kuikens per week en beschikt over nieuwe snelvries-appara- tuur. Hierdoor wordt het mogelijk dat het braadkuiken in de kern een temperatuur van -20 gr. C bereikt in zeven kwartier, uniek in Europa. Een kwalitatief gevolg is dat het kuiken minder vleessappen verliest bij het ontdooien doordat de celstructuur vrijwel behouden blijft; de kleur van het vlees blijft blanker. De produktie van braadkui kens bedroeg in Nederland in het afgelopen jaar ca. 180.000 ton, ver werkt in ruim honderd slachtbe- drijven. HEBBEN de relatief hoge vleesprijzen er iets mee te maken. Wor den wij mede door de leuke kookboekjes wat kieskeuriger in de keu ken? Hoe het ook zij, de verkoop van gevogelte stijgt in ons land en daar buiten. De voorspellingen in de EEG luiden, dat het verbruik van ge vogelte in 1970 per hoofd van de bevolking acht acht en half kg zal bedragen. In 1965 at de Neder lander 4.4 kg gevogelte per jaar waarvan 3,3 kg. braadkuiken. De Nederlandse slachtkuikenindus- kons mm de lopende hand lts de weegmachines dit naar gewicht, dr „ha, n" zorgt voor snelle afvt r de vrirsnpparntmtr. De v ordening „Diepvries" eist t lijdstliiin van 16 uur tol het vogel te een temperatuur i -5° C. bereikt, in Duitsland men 5 uur. hier lapt men het trie hoopt haai aandeel op de markt uit te breiden door aan de eisen van de Europese huisvrouw tegemoet te komen. Dit nieuws bracht de heer H. H. Garrelds voorzitter van het Produktschap voor pluimvee en eieren bij de uitbreiding van een onzer VANDAAG beginnen wij met de brief van mejuffrouw G. D. te H. Zij schrijft: „Ontwikke lingshulp in het buiten land is nodig. Na 1945 hebben wij Nederlanders een breder visie gekregen. Alleen moeten we niet te eenzijdig worden, ook in Nederland zijn onderont wikkelde gebieden in de samenleving. Hier geldt evenals in bijvoorbeeld In dia: „Heilige koeien wor den niet geslacht." M.a.w. vooroordelen worden niet gauw opzij gezet. In India lijdt men liever honger dan die koeien te slachten: dit geldt in zekere zin in Nederland ook. Wie de moed heeft tegen de heersende „adat" in te gaan, ondervindt evenveel te genstand en eenzaamheid als degene die tracht de onderont wikkelde landen leefbaar te maken. Wanneer beide pio niers" zich bewust zijn te han delen uit naam van Christus, zullen zij zich vanuit Christus gesterkt weten en zegen bren gen waar ze werken." „Gek hè, dat heimwee altijd blijft knagen," schreef ons me vrouw D. te R. „Mijn twee broers zijn geëmigreerd, mijn me schoonzus zei dat ze zoveel had gehuild, zelfs de brieven die ze naar ons schreef waren vrijwel onleesbaar van de tra nen. Ze zijn nu hier in Holland met vakantie geweest, o wat gewe ckig!" i wij gelukl Meer landen „Ik kan niet uit eigen erva ring over het nieuwe onder werp spreken, maar ik heb wel veel brieven van emigranten ge lezen." schrijft mevrouw W. te Z. „Mijn schoonouders zijn nl met negen van hun tien kinde ren naar Canada geëmigreerd (de zoon die mijn man werd bleef in 't vaderland). Eén ding is zeker: vriendschap blijft, als u schrijft. De post wordt hoe druk zij het ook hebben zoer op prijs gesteld, alsook de Hol landse tijdschriften. Zij sturen ons wegenkaar en waar alle dorpjes en afstanden op staan. Wij houden de groei van eikaars kroost bij. door re gelmatig foto's te sturen en eens per jaar een gesproken brief. (Blijkt zowel hier ais bij de familie moeilijk vol te Krij gen. Schrijven gaat beter.) Verwacht een van de schoon zussen een baby, dan bestellen ze hier hun luiers en zijn altijd erg blij onze degelijke babytrui tjes e.d. cadeau te krijgen. Mijn slotsom is: er moesi naar veel meer landen geëmi greerd worden om zo tot een internationaal begrijpen, ken nen en aanvaarden van zeden en gewoonten te komen." fiedieht Zij heeft daar een vrienden kring opgericht en stuurt haar gedichten naar verscheidene bladen. Vorig jaar is zij drie weken in Holland geweest. Haar ge dicht gaat over het heimwee naar Holland, het eindigt mei de zin: ..Wan» ook al ben je een emigrant, je blijft van Hol land houden!" Helaas, meneer De J. kunnen wij het gedicht wegens plaatsgebrek niet overnem n. wij danken u echter hartelijk voor het toezenden en aan uw verzoek zal worden voldaan. Jonye hinderen „Twintig jaar geleden He pen rillingen ons over 't lijf als er over emigreren werd gesproken," schrijft N. te B. Toen achttien jaar geleden mijn zwager emi greerde, zei zijn moeder: ..Daar heb ik voorgoed afscheid van genomen, die zie ik nooit meer terug." Inmiddels is hij al vijf keer overgeweest, de eerste keer met de boot. daarna met het vliegtuig. Men is hel er wel over eens: als je emigreren wilt, doe het dan als de kinde ren klein zijn. Dat bespaart je veel narigheid. Kleintjes vinden het alleen maar prachtig. Groteren heb ben soms vrienden of vrien dinnen en gaan niet graag mee. Er is daar natuurlijk veel land; als je hier land hebt. wordt het vaak ontei gend. Maar als je hier net zoveel uur in de week wil werkeh als daar, en je je bijna nooit verkleedt om eens uit te gaandan kan je hier ook. wel dure sleeën oversparen." Voor provo's „Bewondering heb ik voor diegenen die het aandurven te emigreren," schrijft mevrouw B. te P. „Al wordt er vooraf i een en ander geregeld, he; blijft toch altijd een waag. Ik heb familie in Amerika. TJ-'t hun brieven bemerk toch het verlangen naar Holland. Men moet cr hard werken, soms samen om het de eerste jaren uit te houden. Het lijkt mij wel iels voor onze provo's, om hun handen eens te leren gebruiken. (Maar die maken hun handen liever niet vuil met werken...) Ilnrd werliet, „Onze zoon kon hier nadat hij uit Indië kwam niet aan de slag komen en hij is toen geëmigreerd naar Canada," schrijft mevrouw C. te A. „Hij heeft nu na jaren een goeie baan en vroeg ons voor een half jaar over te komen We vonden het heerlijk, het is er hard werken maar het op bouwen van iets is fantastisch. Er werd ons een gezellige avond aangeboden, de „pio niers" lieten hun dia's zien en vertelden ons hoe hard ze ge werkt hadden. Bij velen zit wel ;..t üeim- wee naar Holland, maar het mooie land houdt hen toch in de ban. De schoonheid en de rijkdom die daar te vinden zijn bekoren hen en geven de kracht door te gaan. De Canadezen die wij ont moetten hielden van de Neder landers, "verscheidenen hadden een reis naar ons land gemarkt om het graf van hun gesneuvel de zoon te bezoeken. Ik geloof dat onze kleinkinderen zich ge heel thuisvoelen in dat mooie land. Als je daar door de bossen rijdt, zonder iemand tegen te komen, of je rijdt langs het rotsgebergte, dan kan Ik me voorstellen dat de emigranten van hun nieuwe vaderland hou- Liever jezelf „Wat is er moed voor nodig om alles achter te laten en in een vreemd land opnieuw te be ginnen, vooral als men nog kle; ne kinderen heeft!" schrijft me vrouw M. te H. „Onlangs las ik dat de jongens i.p.v militaire dienst ook drie jaar naar een ontwikkelingsland mogen om te helpen. Natuurlijk kunnen we niet zonder leger, maar zo'n ontwikkelingsland lijkt me toch veel interessanter: ze doen iets voor hun medemens cn zelf worden ze er flinker van. Ik hoop dat onze zonen er voor voelen en goedgekeurd worden, het lijkt me veel fijner jezelf te geven dan geld in een collec tebus te stoppen als er voor zo'n land gecollecteerd wordt." Hoe lijkt het u. lezeres, om alles achter te laten en voor een paar jaar de medemens te gaan dienen in een vreemd land? Wat acht u meer uw plicht, hier te blijven, te zor gen voor de kinderen, school opleiding e.d. of een paar jaar er uit breken? Laat uw ge dachten daar eens overgaan en schrijf het ons! ER BESTAAT een bock waarvan we allemaal misschien wel ge hoord hebben: Alice in wonder land. Het gaat over een meisje en het zou daarom wel een kinder boek kunnen zijn, ware het niet dat de schrijver Carroll, zelf ook een wonderlijk kind was en het boek vol kwalijk verborgen angsten en vol sluier-achtige woordspelingen heeft gestopt. Dat maakt dat, als je het als groot mens leest, je haast banger wordt dan een kind. Want je weet nu dat je mensen ontmoet, net als dat meisje, wier woorden je niet zult verstaan, wier levens raadsels voor je zijn. die even bizar in je leven opdoemen als ze eruit ver dwijnen. Je weet dat je, staande voor grote vragen, soms boos kunt worden omdat je ze niet ten einde kunt denken. In welke mallemolen zit ik en wat drijft ons allemaal? roep je dan. Wie ben ik? herinneren wie ik ben, zegt ze, dat ben ik vast besloten. En dan komt ze een tenger reekalf tegen, met grote, zachte ogen. U leest daar werkelijk poëtisch over in de goe de vertaling die heet: Avonturen van Alice in wonderland en spie- gelland. Hoe heet je. zegt het dier, en Alice zegt: ik wou dat ik het wUfc Denk eens na, zegt het dier weer, want dat gaat niet. Hoe heet jij, zegt Alice, misschien helpt dat. Ik zal het je vertellen als je een eind je meeloopt, aldus het reekalfje, hier kan ik het me niet te binnen brengen. versieren. „Volg uw eigen fan tasie", zegt Kea. Wat haar andere hobby's zijn? „Bijzondere planten kweken zo als orchideeën; verder koken en bakken, en daarmee alleriei vreemde combinaties uitprobe ren. „Autorijden vind ik ook heel fijn", zegt ze. „Ik heb een kleine witte auto en daarmee verdwaal ik nog steeds hier in Den Haag. Ik kom steeds van een andere kant naar mijn huis rijden, maar weet dat wél te vinden". En dat is maar goed ook. want anders eet de marmot met zijn op-art pak haar nieuwe kleden of bankstel op hij is namelijk ook nog geen Hagenaar en mag vrij rond lopen in de flat als ze weg is. Een marmot die fluit als een vogel, danst op zijn achterpoten en zeurt als een kind. Kea is wél een bijzondere vrouw! Ze biedt spontaan dan: „als uw lezers kralen zoeken of zelf aan de slag willen gaan, wil ik ze graag aanwijzingen geven °n op gang helpen". We geven u dit aanbod dan maar door. Want een kralenrijgcursus bestaat er nu eenmaal niet. HIERAAN moest ik denken bij ontvangst van de post deze week. Jö, zegt de ene vriendin, je weet toch zo langzamerhand wel dat er twee soorten mensen bestaan, mensen die kwaad Kun- nen worden, maar die desondanks toch fatsoenlijk blijven tegenover de ander, én mensen die een sa distisch karakter hebben en erop uit zijn de ander te sarren, te ver nietigen. Oorlog maakt de laagste instincten wakker, maar een fatsoenlijke jongen gaat zich nooit te buiten aan sadisme. Een andere vriendin echter ver telt me dat zij eerst een neri eind in de richting van pacifisme dacht, tot haar man zei: maar lieve schat, wil jij de Chinezen in de kaart spelen, je verwacht toch geen beil van het wereld-communisme. Nu ja. dat is ook zo. We strijden tegen duivelse machten. En dat <an bete kenen: iemand doden. Toch in het bos waarin Alice dwaalt, staan vele bomen is het allemaal niet zó eenvoudig. Want nog een stap verder en je belandt bij de doodstraf. Dan kom je, al dus de briefvriendin, tot de Ver bijsterende slotsom wat een opga ve het is méns te zijn. Wordt er een spel met ons gespeeld? Wor den we in een draaikolk van een onvolmaakte wereld geworpen te gen onze wil? Als mijn lieve moeder dit las, zegt ze, zou ze me met bijbel teksten, psalmen en gezangen om de oren slaan. En toch is de cris.s niet een beklemmende voti; haar, want ze is de brief al begonnen met te zeggen dat bij haar in huis dit geen probleem zal zijn Haar zoon is nog jong, zijn vader ging echter in dienst, was krijgsgevan gene in Burma, krijgsdienst is iets typisch mannelijks, naar. maar on vermijdelijk. Het hoort bij het le- ik. Zoals je schreef. Chris, hij of UZIET, wat een verschillende reacties. Hoe nodig is het om samen verder te gaan. Zonden wij te weten komen wat wij denken, waar wij staan, wie wij zijn, als wij nog een eindje met elkaar mee lopen? Hier, op dit punt, kunnen we het ons toch niet te binnen brengen. Misschien is er een open plek in het bos. Of een onverwacht uitzicht op de horizon. Want op een goede of kwade dag zegt je zoon, ondanks zijn va der en zijn mening over typisch mannelijke beroepen: moeder, dat vertik ik En op epn dag merken wij dat de steevast fatsoenlijken potentiële dieven en moordenaars Toen wij na de bevrijding ver huisden naar een nog maar enige dagen vrij dorp, hadden wij geen al te grote nieuwsgierigheid nodig om te merken dat de mensen er elkaar verlegen en stug aanzagen. Wat was er gebeurd? Het dorp had vier dagen onder Canadees vuur gelegen. En het had maar weinig kelders. Duitsers hadden zich in de boterfabrièk en in winkeltjes op kruispunten ge nesteld en het dorp kreeg onop houdelijk mortiervuur. De mensen, anders zo kalm, hadden voor hun leven gekrabd en gebeten om op het veiligste plekje te zitten. Een dikke bakker had zich van een kel dertrapje bovenop een ingeklemde schare laten vallen om zo met het meeste effect naar de bomvrije achterwand te komen. Natuurlijk, jc bent niet een moordenaar Maar je ontdekt dat je er een kunt zijn. Om je kind, om je man. om je eigen lieve le- Ik ken iemand die prachtig cello rit en zijn vrouw treitert. Dat kan Niets menselijks is ons vreemd. Nieuwe mensen worden wij pas dagelijks, in genade en ver geving der zonden. nAT ZEI ik dc vorige keer ook al, maar daarna zei iemand: grut. wat was je weer moeilijk. Misschien is deze benadering ver helderend. Dagelijks: en in de mal lemolen van machteloosheid zoals briefschijfster die voelde, een ge voel waarin ik haar vergezel. Want nou die vragen hè? Die Chinezen bijvoorbeeld. Die willen macht. Dat kan niet, want die macht heeft het hele verdere Westen en daardoor hebben we knip 's morgens elektrisch licht en godsdienstvrijheid, om maar eens een paar uitersten te noemen. Die zijn niet mogelijk als de andere macht begint. Is dat nu zo? Is het liefhebben van God en mijn naaste ergens onmogelijk? Moeten we daar niet eerst op antwoorden als we ooit een open plek willen zien?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 15