BLAD ZIJ
Braadkuikens zijn niet
langer louter luxe
dialoog
ZATERDAG 28 JANUARI 1967
Onze gebruikelijke ijver
des maandags baart de
waterleidingbedrijven zor
gen. Als wij staan te zwoe
gen om de was zo wit mo
gelijk te krijgen, werken
de bedrijven op top-activi-
teit met het gevaar van
overspanning en dus van
het wegvallen van de
druk.
Ook de electriciteitsbe-
QP de twaalfde verdieping van de gloednieuwe flat in de Haagse Ericalaan kijk je uit
over zee. Tan Oei Han staat er op het naambordje. „Zeg maar Kea Tan", vraagt
de jonge vrouw achter de deur. Ze verontschuldigt zich voor de kapstok, die van de
muur kwam rollen en de spiegel die nog niet hangt, allemaal naweeën van de ver
huizing uit Amsterdam.
Kea Tan moet nog wennen aan het Haagje. Gelukkig heeft ze nét telefoon gekre
gen. „Daar kan ik niet buiten voor mijn werk. Stel je voor als Jasperina de jong, de
mannequin joyce Versteeg of een couturier me belt voor een bestelling!" Kea Tan
ontwerpt in kralen, accessoires. Sinds kort schrijft ze kinderverhalen op een heel
aparte manier.
HET was een lange weg naar dit artistiek beroep.
Kea begon als leerling op de Rijkstekenschool
voor mode-ontwerpen en tekenen. „Van ontwerpen
kon je toén niet leven", zegt ze en doet een beetje
vaag over haar jeugd.
Dan vertelt ze dat ze toen in een concentratiekamp
was en met iets van paniek in haar ogen: „maar
vraag daar alsjeblieft niet over".
Ze blijft gespannen als ze vertelt van haar baantjes:
eerst in de verpleging in het Spinozaziekenhuis in
Amsterdam. Dat was te zwaar, ze kon het niet vol
houden. Daarna had ze allerlei betrekkingen in de
medische sector, dokters- en tandartsassistente, in
een crèche, assistente van een psycholoog.
Na haar huwelijk kreeg ze
twee kleine kamertjes. Haar man
studeerde sociologie „het was
ergens heel leuk, maar je had
nooit rust. We woonden in het
centrum en altijd hoorde je la
waai van buiten of 's nachts de
persen van de krant draaien".
Ziek
Toen werd Kea ziek. Van pure
verveling ging ze op bed poppe
tjes maken van vilt en ijzer-
draad. Die poppen werden wat je
noemt persoonlijkheden. „Waar
om doé je er niets mee?" inspi
reerde haar man en maakte fo
to's van haar collectie. Nog altijd
ziek thuis, nodigde ze uitgevers
uit. Haar plan om tot een serie
kinderkaarten te komen met
haar poppen als model, mislukte.
In lussen pakte ze van alles
aan. Ze schreef gedichten, die nie
mand begreep en die dan ook
niet werden uitgegeven.
Op de Maastrichtse academie
voor beeldende kunst deed ze
beeldhouwen en edelsmeden,
maar ze haalde geen diploma.
..Ik maak nooit iets af" zegt ze
wat stroef. „Dat komt zo, als ik
emailleren leuk vind, werp ik me
daar helemaal op en de vakken
die me niet interesseren iaat ik
schieten. Met emailleren ben ik
thuis begonnen, in Amsterdam
gewoon op de gaspit in de keu
ken. Ik liet er kralen smelten.
Dat wordt dan eerst een doorzich
tige massa en daar krijg je ha'e
gekke bobbeltjes van. Van die
kralen begon ik kettingen, arm
banden en ringen te maken.
Er bestaat geen kralenrijg-cur-
sus", spot ze, „en hierin heb ik
mijn eigen weg gezochtOp een
goede dag kwam de mode-redac
trice Jeanne Roos er terecht. Ze
zag de leuk gekke dingen die
Kea vervaardigde. Ze had bij
voorbeeld wervels van een osse-
staart opgepoetst, of plakte kip-
pebotjes op een plankje en maak
te daarvan weer een artistieke
hanger. Ze werkte met glas
schilfers, groene erwten en kof
fiebonen. Die vonden hun weg
naar de Amsterdammers.
„Ik ben ook wel gaan leuren
met mijn werk in boetiekjes en
mode-zaken. Leuk? Dat doe ik
nooit meer. Enfin, de éne koper
vertelde het de ander en op
laatst werkte het als een sneeuw-
verhaal en later de poppen ma
ken, want ze weet nu dat haar
ontwerpen compleet met achter
grond technisch uitvoerbaar moe
ten zijn.
Zo schreef ze een kinderstrip
waarbij haar échte hamster een
rol speelde. Een hele toer om die
te regisseren! Voor de Spaar-
nestad schreef ze de strip Jatty
en Poemsma. ze heeft nu een ver
haal van twee uien klaar en in
tussen ontdekt dat kleurendruk
erg duur is.
Uitgever De Lanteem in
Utrecht gaat nu een Lang Lampi
onboekje van haar uitgeven.
„Het moet een grote oplaag wor
den liefst in veel talen, zodat het
financieel mogelijk is", zegt ze
nuchter. Intussen ontwierp ze de
aankondiging ook met haar
viltpoppen voor een tv-uïtzen-
ding.
Haar toekomst ziet ze daar lig
gen: mooie karakterpoppen ma
ken. daarvan dia's die weer als
illustratie voor reclame of tv kun
nen dienen, mogelijk tv-reclame.
Vorig jaar zat ze midden in de
knopen; „knopen kan ik niet
meer zién", zegt ze nu. „Ik doe
alles zelf, en ze vragen niet of je
tijd hebt, alles moet klaar".
Wilt u een ontwerp van Kea?
Hier is het: een japon in de prin-
sesselijn met een los voorpand
van dezelfde stof. Van de stof
bloemblaadjes naaien, zes of ze
ven voor één bloem; de blaadjes
samenvoegen tot een bloem met
een kraal of knoop als hartje.
Maak de bloemen steeds groter
in het midden van het pand, van
taille tot zoom. Héél apart en
héél tijdrovend: ieder bloem
blaadje met de machine stikken,
dat omdraaien is ook een hele
kunst. Tc moeilijk? Hier is er
nog een, speciaal voor onze ,'e-
niet
alleen
op
maandag
drijven hebben het 's
maandags moeilijk, iets
wat we ons niet realise
ren. Hun vraag is nu om
de wasdag te verdelen.
Niet allemaal meer op
maandag wassen, want
dat is eigenlijk helemaal
niet nodig.
Is het inderdaad ook niet, al
leen lijkt het ons moeilijk een
zeg maar eeuwenoude tra
ditie er uit te stampen. Daarbij
komt nog dat moeders van ge
zinnen met kleine kinderen meer
dere malen per week wassen, en
na het weekend ligt er wel een
stapel die op behandeling wacht.
Belangrijk vinden wij ook de
gedachte: weg is weg. 't Begin
van de week de was klaar is
voor velen een geruststellende ge
dachte.
Dat alles neemt echter hele
maal niet weg dat we er ons op
kunnen beraden het anders aan
te pakken.
Laten de hele ijverigen onder
ons 's zaterdagsmorgens vroeg
opstaan en de was „eventjes"
wegwerken, de middenmoot
blijft het op maandag doen en de
progressieven roepen de
woensdag uit als wasdag.
Wij hebben u de hint gegeven;
we hopen dat de genoemde be
drijven de resultaten ervan zul
len zien.
bal.
Sieraden
Nu ontwerp ik knopen en cein
tuurs bij beroemde créaties. Voor
Jasperina maak ik alle sieraden
en voor Mieke Bos verzorgde ik
een avondtoilet. Jolo Couture
vraagt me soms om één knoop te
ontwerpen die is heel fijntjes
geborduurd met piepkleine- kraal
tjes soms komen er dan na
bestellingen van tweehonderd. Al
lemaal heel precies werk en het
liefst op tijd klaar. Ik weet nooit
van tevoren hoeveel stuks er ge
leverd moeten worden', dat ligt
aan de verkoop van hun model-
Mode mee
Het fotomodel Joyce Versteeg
maakt veel gebruik van haar lan
ge artistieke oorbellen, sierlijke
ceintuurs van kralen vervaar
digd, exclusieve colliers die „ge
weven" zijn van allerlei kralen Harnas
in bonte of zachte kleuren. Dik
wijls weet Kea bij welke stof en
welk ontwerp haar creaties ge
vraagd worden. Ze krijgt de teke
ningen en de staaltjes van de
stoffen thuis gestuurd. Ze werkt
ook voor modeshows en da
mesbladen en ontwerpt kraagjes,
kralen en hangers of lange oor
bellen.
„Ja het treft dat ik de mode
mee heb. Zélf vind ik de mi
ni-mode belachelijk en ik zal het
dan ook niet dragen". Maar die
effen vaak sluike japonnetjes
vragen om kleurige versieringen
en met een kralenkraagje, col
lier, ceintuur, daarbij passende
oorhangers of ring, of manchet
knopen krijgt een simpel jurkje
allure.
Voor de boutiek van 'Arnold
Diepeveen maakte Kea Tan
versieringen met strasskralen en
parels. Ze heeft duizenden kralen
in allerlei kleur en afmeting.
Aanvankelijk kocht ze die op de
speelgoedafdeling van een waren
huis en toen ze steeds maar weer
om zakjes kralen van een bepaal
de kleur terugkwam, vroeg de
cheffin, die haar begon te ken
nen: „Wat doet u er toch mee. u
eet ze toch niet op?"
kocht ze eens een gebruikte to-
neelkledij waaronder een harnas.
Ze sloopte het harnas uit elkaar
en is alle plaatjes gaan schuren
en spuiten.
Ziet u op mode-foto's in bin
nen- en buitenlandse bladen een
apart sieraad, dan is er alle kans
dat het uit de handen van Kea
Tan is gekomen.
Kea borduurt ook avondtoilet
ten, een precies werk, de kralen
mogen niet los-springen en de
japon moet chemisch gereinigd
kunnen worden. Ze haalt haar
dozen met collecties tevoorschijn
en komt pas los als de kralen
kettingen, hangers, bellen, cein
tuurs door onze vingers gaan. Ze
spreekt liever over haar wern.
de marmot Misa en de hamster
dan over zichzelf.
Haar man? Vindt het best alle
maal; terwijl hij studeerde (hij is
pas klaar) vervaardigde ze pop
pen en reeg kralen, dat ver
draagt elkaar goed. Hij heeft ook
het geduld om als het moet vijf
uur bezig te zijn voor het maken
van één dia. Kea laat haar vilt
poppen namelijk scènes spelen
uit de verhalen die ze zelf voor
de poppen bedenkt, of éérst het
In zaken voor mode-artikelen
zie je op het ogenblik mooi gewe
ven wolband Knip daar een stuk
af op halslengte van een kraaglo-
ze jumper. Borduur het geweven
patroon na met kralen en naai
de band onzichtbaar op de jum
per.
Op vilt is het- ook fijn bordu
ren met kralen. Zo'n stevige fcya-
len-kraag kan dan op verschil
lende jurkjes of jumpers gedra
gen worden. Op een ondergrond
van band of stof van de japon is
het goed met kristallen pegels
Niets is Kea Tan te dol als
het om haar ontwerpen gaat.
Haar materiaal haalt ze soms
van het Waterlooplein. Daar
grootste kuikenslachterijen in
Bameveld.
Dit bedrijf werkl voor de Ne
derlandse markt, verdubbelde
zijn produktie tot 110.000 braad
kuikens per week en beschikt
over nieuwe snelvries-appara-
tuur.
Hierdoor wordt het mogelijk
dat het braadkuiken in de kern
een temperatuur van -20 gr. C
bereikt in zeven kwartier, uniek
in Europa.
Een kwalitatief gevolg is dat
het kuiken minder vleessappen
verliest bij het ontdooien doordat
de celstructuur vrijwel behouden
blijft; de kleur van het vlees
blijft blanker.
De produktie van braadkui
kens bedroeg in Nederland in het
afgelopen jaar ca. 180.000 ton, ver
werkt in ruim honderd slachtbe-
drijven.
HEBBEN de relatief
hoge vleesprijzen er
iets mee te maken. Wor
den wij mede door de
leuke kookboekjes wat
kieskeuriger in de keu
ken? Hoe het ook zij, de
verkoop van gevogelte
stijgt in ons land en daar
buiten.
De voorspellingen in de EEG
luiden, dat het verbruik van ge
vogelte in 1970 per hoofd van de
bevolking acht acht en half kg
zal bedragen. In 1965 at de Neder
lander 4.4 kg gevogelte per jaar
waarvan 3,3 kg. braadkuiken. De
Nederlandse slachtkuikenindus-
kons mm de lopende hand
lts de weegmachines dit
naar gewicht, dr „ha,
n" zorgt voor snelle afvt
r de vrirsnpparntmtr. De v
ordening „Diepvries" eist t
lijdstliiin van 16 uur tol het
vogel te een temperatuur i
-5° C. bereikt, in Duitsland
men 5 uur. hier lapt men het
trie hoopt haai aandeel op de
markt uit te breiden door aan de
eisen van de Europese huisvrouw
tegemoet te komen. Dit nieuws
bracht de heer H. H. Garrelds
voorzitter van het Produktschap
voor pluimvee en eieren bij de
uitbreiding van een onzer
VANDAAG beginnen
wij met de brief van
mejuffrouw G. D. te H.
Zij schrijft: „Ontwikke
lingshulp in het buiten
land is nodig. Na 1945
hebben wij Nederlanders
een breder visie gekregen.
Alleen moeten we niet te
eenzijdig worden, ook in
Nederland zijn onderont
wikkelde gebieden in de
samenleving. Hier geldt
evenals in bijvoorbeeld In
dia: „Heilige koeien wor
den niet geslacht." M.a.w.
vooroordelen worden niet
gauw opzij gezet.
In India lijdt men liever
honger dan die koeien te
slachten: dit geldt in zekere
zin in Nederland ook. Wie
de moed heeft tegen de
heersende „adat" in te gaan,
ondervindt evenveel te
genstand en eenzaamheid als
degene die tracht de onderont
wikkelde landen leefbaar te
maken. Wanneer beide pio
niers" zich bewust zijn te han
delen uit naam van Christus,
zullen zij zich vanuit Christus
gesterkt weten en zegen bren
gen waar ze werken."
„Gek hè, dat heimwee altijd
blijft knagen," schreef ons me
vrouw D. te R. „Mijn twee
broers zijn geëmigreerd, mijn
me schoonzus zei dat ze zoveel
had gehuild, zelfs de brieven
die ze naar ons schreef waren
vrijwel onleesbaar van de tra
nen. Ze zijn nu hier in Holland
met vakantie geweest, o wat
gewe
ckig!"
i wij gelukl
Meer landen
„Ik kan niet uit eigen erva
ring over het nieuwe onder
werp spreken, maar ik heb wel
veel brieven van emigranten ge
lezen." schrijft mevrouw W. te
Z. „Mijn schoonouders zijn nl
met negen van hun tien kinde
ren naar Canada geëmigreerd
(de zoon die mijn man werd
bleef in 't vaderland). Eén ding
is zeker: vriendschap blijft, als
u schrijft. De post wordt hoe
druk zij het ook hebben zoer
op prijs gesteld, alsook de Hol
landse tijdschriften.
Zij sturen ons wegenkaar en
waar alle dorpjes en afstanden
op staan. Wij houden de groei
van eikaars kroost bij. door re
gelmatig foto's te sturen en
eens per jaar een gesproken
brief. (Blijkt zowel hier ais bij
de familie moeilijk vol te Krij
gen. Schrijven gaat beter.)
Verwacht een van de schoon
zussen een baby, dan bestellen
ze hier hun luiers en zijn altijd
erg blij onze degelijke babytrui
tjes e.d. cadeau te krijgen.
Mijn slotsom is: er moesi
naar veel meer landen geëmi
greerd worden om zo tot een
internationaal begrijpen, ken
nen en aanvaarden van zeden
en gewoonten te komen."
fiedieht
Zij heeft daar een vrienden
kring opgericht en stuurt haar
gedichten naar verscheidene
bladen.
Vorig jaar is zij drie weken
in Holland geweest. Haar ge
dicht gaat over het heimwee
naar Holland, het eindigt mei
de zin: ..Wan» ook al ben je
een emigrant, je blijft van Hol
land houden!"
Helaas, meneer De J. kunnen
wij het gedicht wegens
plaatsgebrek niet overnem n.
wij danken u echter hartelijk
voor het toezenden en aan uw
verzoek zal worden voldaan.
Jonye hinderen
„Twintig jaar geleden He
pen rillingen ons over 't lijf
als er over emigreren werd
gesproken," schrijft
N. te B. Toen achttien jaar
geleden mijn zwager emi
greerde, zei zijn moeder:
..Daar heb ik voorgoed
afscheid van genomen, die zie
ik nooit meer terug."
Inmiddels is hij al vijf keer
overgeweest, de eerste keer
met de boot. daarna met het
vliegtuig. Men is hel er wel
over eens: als je emigreren
wilt, doe het dan als de kinde
ren klein zijn. Dat bespaart
je veel narigheid.
Kleintjes vinden het alleen
maar prachtig. Groteren heb
ben soms vrienden of vrien
dinnen en gaan niet graag
mee. Er is daar natuurlijk
veel land; als je hier land
hebt. wordt het vaak ontei
gend.
Maar als je hier net zoveel
uur in de week wil werkeh
als daar, en je je bijna nooit
verkleedt om eens uit te
gaandan kan je hier ook. wel
dure sleeën oversparen."
Voor provo's
„Bewondering heb ik voor
diegenen die het aandurven te
emigreren," schrijft mevrouw
B. te P. „Al wordt er vooraf i
een en ander geregeld, he;
blijft toch altijd een waag. Ik
heb familie in Amerika. TJ-'t
hun brieven bemerk toch
het verlangen naar Holland.
Men moet cr hard werken,
soms samen om het de eerste
jaren uit te houden. Het lijkt
mij wel iels voor onze provo's,
om hun handen eens te leren
gebruiken. (Maar die maken
hun handen liever niet vuil
met werken...)
Ilnrd werliet,
„Onze zoon kon hier nadat
hij uit Indië kwam niet aan
de slag komen en hij is toen
geëmigreerd naar Canada,"
schrijft mevrouw C. te A. „Hij
heeft nu na jaren een
goeie baan en vroeg ons voor
een half jaar over te komen
We vonden het heerlijk, het is
er hard werken maar het op
bouwen van iets is fantastisch.
Er werd ons een gezellige
avond aangeboden, de „pio
niers" lieten hun dia's zien en
vertelden ons hoe hard ze ge
werkt hadden.
Bij velen zit wel ;..t üeim-
wee naar Holland, maar het
mooie land houdt hen toch in
de ban. De schoonheid en de
rijkdom die daar te vinden zijn
bekoren hen en geven de
kracht door te gaan.
De Canadezen die wij ont
moetten hielden van de Neder
landers, "verscheidenen hadden
een reis naar ons land gemarkt
om het graf van hun gesneuvel
de zoon te bezoeken. Ik geloof
dat onze kleinkinderen zich ge
heel thuisvoelen in dat mooie
land.
Als je daar door de bossen
rijdt, zonder iemand tegen te
komen, of je rijdt langs het
rotsgebergte, dan kan Ik me
voorstellen dat de emigranten
van hun nieuwe vaderland hou-
Liever jezelf
„Wat is er moed voor nodig
om alles achter te laten en in
een vreemd land opnieuw te be
ginnen, vooral als men nog kle;
ne kinderen heeft!" schrijft me
vrouw M. te H. „Onlangs las ik
dat de jongens i.p.v militaire
dienst ook drie jaar naar een
ontwikkelingsland mogen om
te helpen. Natuurlijk kunnen
we niet zonder leger, maar zo'n
ontwikkelingsland lijkt me
toch veel interessanter: ze doen
iets voor hun medemens cn zelf
worden ze er flinker van. Ik
hoop dat onze zonen er voor
voelen en goedgekeurd worden,
het lijkt me veel fijner jezelf
te geven dan geld in een collec
tebus te stoppen als er voor
zo'n land gecollecteerd wordt."
Hoe lijkt het u. lezeres, om
alles achter te laten en voor
een paar jaar de medemens te
gaan dienen in een vreemd
land? Wat acht u meer uw
plicht, hier te blijven, te zor
gen voor de kinderen, school
opleiding e.d. of een paar jaar
er uit breken? Laat uw ge
dachten daar eens overgaan
en schrijf het ons!
ER BESTAAT een bock waarvan
we allemaal misschien wel ge
hoord hebben: Alice in wonder
land. Het gaat over een meisje en
het zou daarom wel een kinder
boek kunnen zijn, ware het niet
dat de schrijver Carroll, zelf ook
een wonderlijk kind was en het
boek vol kwalijk verborgen
angsten en vol sluier-achtige
woordspelingen heeft gestopt.
Dat maakt dat, als je het als
groot mens leest, je haast banger
wordt dan een kind. Want je weet
nu dat je mensen ontmoet, net als
dat meisje, wier woorden je niet
zult verstaan, wier levens raadsels
voor je zijn. die even bizar in je
leven opdoemen als ze eruit ver
dwijnen. Je weet dat je, staande
voor grote vragen, soms boos kunt
worden omdat je ze niet ten einde
kunt denken. In welke mallemolen
zit ik en wat drijft ons allemaal?
roep je dan. Wie ben ik?
herinneren wie ik ben, zegt ze, dat
ben ik vast besloten. En dan komt
ze een tenger reekalf tegen, met
grote, zachte ogen. U leest daar
werkelijk poëtisch over in de goe
de vertaling die heet: Avonturen
van Alice in wonderland en spie-
gelland.
Hoe heet je. zegt het dier, en
Alice zegt: ik wou dat ik het wUfc
Denk eens na, zegt het dier weer,
want dat gaat niet. Hoe heet jij,
zegt Alice, misschien helpt dat. Ik
zal het je vertellen als je een eind
je meeloopt, aldus het reekalfje,
hier kan ik het me niet te binnen
brengen.
versieren. „Volg uw eigen fan
tasie", zegt Kea.
Wat haar andere hobby's zijn?
„Bijzondere planten kweken zo
als orchideeën; verder koken en
bakken, en daarmee alleriei
vreemde combinaties uitprobe
ren.
„Autorijden vind ik ook heel
fijn", zegt ze. „Ik heb een kleine
witte auto en daarmee verdwaal
ik nog steeds hier in Den Haag.
Ik kom steeds van een andere
kant naar mijn huis rijden, maar
weet dat wél te vinden".
En dat is maar goed ook. want
anders eet de marmot met zijn
op-art pak haar nieuwe kleden
of bankstel op hij is namelijk
ook nog geen Hagenaar en mag
vrij rond lopen in de flat als ze
weg is.
Een marmot die fluit als een
vogel, danst op zijn achterpoten
en zeurt als een kind. Kea is wél
een bijzondere vrouw!
Ze biedt spontaan dan: „als
uw lezers kralen zoeken of zelf
aan de slag willen gaan, wil ik
ze graag aanwijzingen geven °n
op gang helpen". We geven u dit
aanbod dan maar door. Want
een kralenrijgcursus bestaat er
nu eenmaal niet.
HIERAAN moest ik denken
bij ontvangst van de post deze
week. Jö, zegt de ene vriendin, je
weet toch zo langzamerhand wel
dat er twee soorten mensen
bestaan, mensen die kwaad Kun-
nen worden, maar die desondanks
toch fatsoenlijk blijven tegenover
de ander, én mensen die een sa
distisch karakter hebben en erop
uit zijn de ander te sarren, te ver
nietigen. Oorlog maakt de laagste
instincten wakker, maar een
fatsoenlijke jongen gaat zich nooit
te buiten aan sadisme.
Een andere vriendin echter ver
telt me dat zij eerst een neri eind
in de richting van pacifisme dacht,
tot haar man zei: maar lieve schat,
wil jij de Chinezen in de kaart
spelen, je verwacht toch geen beil
van het wereld-communisme. Nu
ja. dat is ook zo. We strijden tegen
duivelse machten. En dat <an bete
kenen: iemand doden.
Toch in het bos waarin Alice
dwaalt, staan vele bomen is het
allemaal niet zó eenvoudig. Want
nog een stap verder en je belandt
bij de doodstraf. Dan kom je, al
dus de briefvriendin, tot de Ver
bijsterende slotsom wat een opga
ve het is méns te zijn. Wordt er
een spel met ons gespeeld? Wor
den we in een draaikolk van een
onvolmaakte wereld geworpen te
gen onze wil?
Als mijn lieve moeder dit las,
zegt ze, zou ze me met bijbel
teksten, psalmen en gezangen om
de oren slaan. En toch is de cris.s
niet een beklemmende voti; haar,
want ze is de brief al begonnen
met te zeggen dat bij haar in huis
dit geen probleem zal zijn Haar
zoon is nog jong, zijn vader ging
echter in dienst, was krijgsgevan
gene in Burma, krijgsdienst is iets
typisch mannelijks, naar. maar on
vermijdelijk. Het hoort bij het le-
ik.
Zoals je schreef. Chris, hij of
UZIET, wat een verschillende
reacties. Hoe nodig is het om
samen verder te gaan. Zonden wij
te weten komen wat wij denken,
waar wij staan, wie wij zijn, als
wij nog een eindje met elkaar mee
lopen? Hier, op dit punt, kunnen
we het ons toch niet te binnen
brengen. Misschien is er een open
plek in het bos. Of een onverwacht
uitzicht op de horizon.
Want op een goede of kwade
dag zegt je zoon, ondanks zijn va
der en zijn mening over typisch
mannelijke beroepen: moeder, dat
vertik ik En op epn dag merken
wij dat de steevast fatsoenlijken
potentiële dieven en moordenaars
Toen wij na de bevrijding ver
huisden naar een nog maar enige
dagen vrij dorp, hadden wij geen
al te grote nieuwsgierigheid nodig
om te merken dat de mensen er
elkaar verlegen en stug aanzagen.
Wat was er gebeurd?
Het dorp had vier dagen onder
Canadees vuur gelegen. En het
had maar weinig kelders. Duitsers
hadden zich in de boterfabrièk en
in winkeltjes op kruispunten ge
nesteld en het dorp kreeg onop
houdelijk mortiervuur. De mensen,
anders zo kalm, hadden voor hun
leven gekrabd en gebeten om op
het veiligste plekje te zitten. Een
dikke bakker had zich van een kel
dertrapje bovenop een ingeklemde
schare laten vallen om zo met het
meeste effect naar de bomvrije
achterwand te komen.
Natuurlijk, jc bent niet een
moordenaar Maar je ontdekt dat
je er een kunt zijn. Om je kind,
om je man. om je eigen lieve le-
Ik ken iemand die prachtig cello
rit en zijn vrouw treitert. Dat
kan Niets menselijks is ons
vreemd. Nieuwe mensen worden
wij pas dagelijks, in genade en ver
geving der zonden.
nAT ZEI ik dc vorige keer ook
al, maar daarna zei iemand:
grut. wat was je weer moeilijk.
Misschien is deze benadering ver
helderend. Dagelijks: en in de mal
lemolen van machteloosheid zoals
briefschijfster die voelde, een ge
voel waarin ik haar vergezel.
Want nou die vragen hè?
Die Chinezen bijvoorbeeld. Die
willen macht. Dat kan niet, want
die macht heeft het hele verdere
Westen en daardoor hebben we
knip 's morgens elektrisch licht en
godsdienstvrijheid, om maar eens
een paar uitersten te noemen. Die
zijn niet mogelijk als de andere
macht begint.
Is dat nu zo? Is het liefhebben
van God en mijn naaste ergens
onmogelijk? Moeten we daar niet
eerst op antwoorden als we ooit
een open plek willen zien?