EEN IN PARIS GELOVEN OP MAANDAG Verrassende aanzet voor kerkelijke mammoetwet ZATERDAG 28 JANUARI »J (Va kerkredactie) De kerkelijke „foto van het jaar" verscheen in 1966 zonder enige twij fel in het Kerstnummer van Paris Match. Er zitten gewone mensen aan tafel met gewoon brood en gewone ▼rijn in gewone glazen. Maar het bijschrift luidde: „Deze cllristenen zijn de voorhoede van de oecumene. Elke vrijdagavond nemen katholieken en protestanten in Odijk, een Hollands dorpje bij Utrecht, deel aan een revolutionair experiment: samen participeren zij aan een avond maalsdienst." „Zij behoren tot de beweging Sjaloom, een Hebreeuws woord, dat „vrede" bete kent. Deze beweging telt meer dan zes duizend sympathisanten. Haast overal in de wereld worden dergelijke agapèmaal- tijden gehouden. Tot de verontrusten zeggen „ces enfants terribles de la foi": Wij doen wat Christus Breken tot we heel zijn Studenten, kerkelijk-gemengd-gehuwden (vooral die veel), sjaloom-participanten, maar ook een theo loge uit Amerika of een student uit Turkije, men sen van de Aktion Sühnezeichen of een dominee met zijn catechisanten. Dat is zo het gezelschap, dat men op een wille keurige vrijdagavond in Odijk kan verwachten voor de Sjaloom-maaltijd, die er elke week wordt ge houden. Wat de tafel gaat worden, hangt helemaal af van de gasten en hun engagement. Een huisarts bespreekt de problemen van bejaar den in de maatschappij, de Amerikaanse theologe vertelt van de New Left, een jongen, die op het punt staat dienstweigeraar te worden, maakt geen geheim van zijn problemen. Vietnam komt ter sprake of een actieplan van een Sjaloom-werkgrocp. Er wordt ook veel gezongen, ook liederen uit de freedom-movement, ook moderne liederen, die weet hebben van seculariteit, al zijn ze nog schaars. En dan wordt het brood gebakken. Dat gebeurt bij voorbeeld op de volgende wijze: De gastheer of gastvrouw parafraseert het verhaal van de spijziging van de vijfduizend: De menigte heeft geluisterd naar het woord van Jezus Messias. De bijeenkomst duurt lang, er is veel volk. Het donkert al, de mensen krijgen honger. Stuur ze weg, want ze hebben hon ger zeggen de apostelen, zeggen wy veelal. Laten die ontwikkelingslanden voor zichzelf zorgen. Christus zegt: geven jullie ze maar te eten. Rare opdracht, onzinnig. Maar we hebben immers niet meer dan vijf broden en twee vissenons laatste argument altijd, na de bodemloze put, de olieprin sen en heilige koeien. We hebben niet genoeg. Jezus Messias houdt vol: geef jullie ze te eten, breng me wat je hebt dan maar eens hier. Kijk, zó bedoel ik dat: neemt het brood en breekt het en het wordt rondgedeeld: breken en delen net zo lang tot de cirkel gesloten is, de cirkel van heel de mensheid, al het geschapene op heilige orde, zonder oorlog, honger, alle tranen gedroogd. Ja, breek maar voor elkaar, geef maar door. Na de voorbeden en een gezellig slotlied wordt de tafel afgesloten met een smeekbede. (Naar het januari- i Sjaloom) bij het laatste avondmaal heelt gedaan." hero woningen. ,H. Mis" op te dragen in particu- dit teken zingen, bidden en pra- avondmaal in. Het existentiële Namen worden niet genoemd, maar het Vaticaanse dagblad Os- wijn rond, als voedsel voor on- servatore Romano plaatst naast derweg. Daarom spreken wij van OccM lOI oecumenische avondmaalsvie ring." Reageerde de Franse kardi- 4 - nasi Lefèvre al op 30 december servatore Romano plaatst naast derweg. Daarom spreken wij van („Het betreft hier zonder enige deze verklaring de Paris - - - Match-foto. Sjaloom staat ineens in het De foto in Paris Matcli, die Sjaloom, wereldfaam èn een schrobbering van het Vaticaan be. zorgde. Dit zijn Utrechtse studén ten, die juist de avond, dat Paris Match kwam, de gasten van Sjaloom waren. van de eerste dagen van het middelpunt van ongekende be- nieuwe jaar kwam een panieke- langstelling, maar, zo vertelt Pie - - Reckmann ons m het Sjaloomcen trum te Odijk: nu we ertoe uitge- willen wij i het Vaticaan. rige verklaring Die begon met „Sinds enige tijd brengen kranten en tijd- J?*?!;,-+ _QQ_ •chriften mededelingen en foto's gesprek 1,164 Ult de weg gaan' van liturgische bijeenkomsten en vooral van eucharistievieringen, die de katholieke eredienst vreemd zijn en die een hoogst merkwaardige indruk maken." In deze verklaring worden de menten of zoiets. De Sja- bisschoppen vermaand, „de loom-maaltijd is gewoon voorstanders van zulke bijeen komsten al zijn ze bezield met de beste bedoelingen met goed heid, maar beslistheid tot de or de te roepen en de reeds bestaan de misbruiken af te schaffen." Uitdrukkelijk wordt erop gewe- Wat het meest vreemd is voor een protestant, die voor het eerst duidelijk, dat men deze een Sjaloommaaltijd meemaakt vertelt Piet maaltijden niet formeel kan bena- (en voor een rooms-katholiek deren met de vraag „is hier nu uiteraard nog veel meer), is wel, sprake van het sacrament van dat hier het avondmaal onder el- A het het avondmaal" of „wordt hier kaar gevierd wordt. Er komt we dan 1"®ens ophouden nu geconsacreerd". Het ligt er geen priester of dominee aan te zo zeg maar aan, hoe je het zelf beleeft, pas. Ze kunnen er wel bij zijn, zegt Reckmann. maar spelen geen speciale rol. Brood en wijn worden voor el kaar toebereid en aan elkaar ge geven. De hele maaltijd wordt ge dragen door het priesterlijk Hij geeft een voorbeeld. Gister- ambt van de gehele groep, een avond hadden Odijkse Sjalomers Ook in deze weet Sjaloom zich samen met het hele dorp (dat een pioniersgroep. Overal is men Bedrijfspastoraat van de grond TTET blijft roggebrood", lacht pater Segers, ploeg- leider van het Bedrijfsapostolaat in Schiedam, Etentje „Denk vooral niet, dat wij hier Voorbeeld bezig zijn met liturgische experi- „en het eerste halfjaar voel je je als bedrijfsaalmoe- zenier diep ongelukkig." Mejuffrouw M. A. J. Govers, die onder zijn hoede staat en als een van de eerste tien religieuzen haar werk in de industrie heeft gevonden kan daar alleen maar „ja" op zeggen. etentje, compleet, met soep r af en bij voorbeeld boerenkool deels rooms-katholiek, deefs her- bezig zich te°~bezLnnen op de ver met worst, als we het koud heb- vormd is) een agapè-maaltijd in houding tussen het „bijzondere ben, of wat de pot maar schaft, het kader van de week voor de ambt" en het priestèrschap van Maar tijdens deze maaltijden eenheid. Daarbij was geen brood- alle gelovigen. Steeds meer zijn willen wij elkaar toerusten voor breking en de inzettingswoorden de ogen geopend voor de roeping - ons werk, onze dienst aan het werden niet uitgesproken. „Toch van de hele gemeente, de verant- zen, dat het niet geoorloofd is de welzijn van mens en wereld. In beleven sommigen daar het woordelijkheid van allen voor de in Sjaloom. Wie iemand van Sjaloom goed kwaad wil maken, moet met hem over deze maaltijden gaan pra ten in termen als „transsubstanti atie" en dergelijke. Zijn dogma tische vocabulaire is heel anders. Reckmann omschrijft de beteke nis van het avondmaal als „de ravitaillering van een wieiren- »6ht6r d6 M"r ner". toch, als je eenmaal te pakken hebt waar het om gaat, bom je Al rijdend er niet lo» van, «gf Evenals ?e.k.e4k te™,!vinï'watlk i".h6t Ze heeft niet eens haar eerste aan lopen, moet ik de toon aange- Het erge is, dat ik hetzelfde in Pater Segers, gewoon pak, met i rode das: Het wordt duidelijk, dat ik Christus daar ontmoet, wat niet ivist, dat Hij was, Je moet niet zozeer Christus brengen, maar goed zoeken waar Hij werkt. beschouwt ze als inwerkperiode. Het is een jaar van aftasten en erin groeien. Het fijne vindt ze van dit werk, dat je nog meer, dan bij het onderwijs bent betrokken bij de mensen. (Van onze kerkredactie) Een nieuw woord heeft zijn intrede gedaan in kerkelijk spraakgebruik: „Het leerhuis". Voor joden is het al een oud woord. Het leerhuis deed zijn intrede na de Babylonische gevangenschap en kreeg de naam synagoge. In de jaren dertig gaf Franz Rosenzweig het woord een geheel eigen betekenis, toen hij in Frank furt „das jüdische Lehrhaus" oprichtte. In Nederland riep vooral prof. dr. K. H. Miskotte om een kerkelijk leerhuis, naast de erediensten. Oefeningen in het leerhuis In Amsterdam is onlangs „het leerhuisopgericht, dat een centrum is waar joden en christenen elkaar kunnen ontmoeten. Heel wat minder „concreef' ge bruikt de Utrechtse predikant dr. J. van der Werf deze naam in zijn zojuist verschenen publikatie: „Oefeningen in het leerhuis". Hij schrijft: „Het leerhuis is niet alleen niet nauw keurig te omschrijven. Het is bovendien niet helemaal te concretiseren. Het is een gebeuren, dat zich vol trekken kan bij de godsdienstles op school, of op het catechisatie-uur in de kerk, of op de bijbelkring aan huis, of bij het lezen van een boek." Concreet Voor hem is het niet de plaats waar .abstracte denk systemen ontwikkeld worden, maar waar de wereld van Gods handelen open gaat". Zijn oefeningen zijn dan ook opgedragen aan predikanten, catecheten, godsdienstleraren, onderwijzers. jeugdleiders, kerkeraads- en gemeentele den. Dit boek, ontstaan uit de praktijk, wil volgens de flap een handboek zijn. dat stof biedt voor vele jaren onder richt. Het bestaat uit twee de len met oefeningen voor de le raar zelf. en een derde deel biedt een leidraad voor wie op enigerlei wijze bij enige vorm van godsdienstonderwijs is betrokken. Vergis u niet dit boekje is geen nieuw catechisatieboek je. Het is een hulp om op een nieuwe manier de bijbel te le ren lezen: het geeft een eigen inzicht op de levende God; het is misschien ook eindelijk een aanzet voor de doorden king van de verhoudinp var eredienst, catechisatie, jeugd werk, godsdienstonderwijs en wat er al niet meer gebeurt Vorige week klaagde prof. dr. H. Berkhof in het blad „In de Waagschaal" dat het werk van mannen als Buber, Miskotte, Von Rad en Breukel- man nog te weinig vrucht draagt Dit boek is er een vrucht van en wil op laag theologisch niveau doorge ven wat op hoog theologisch niveau en in kleine groepen ontdekt wordt We vinden in dit boek een nieuwe benadering van de bij bel. Orthodoxe mensen heb ben vaak volstaan met het verdedigen van de historici teit van de bijbelverhalen of ze hebben de bijbel na gespeurd op zoek naar begrip pen en formules. Vrijzinnigen willen de bijbel „ontmytholo giseren" met Bultmann om de kernboodschar te vinden. Maar velen worden op deze wijze niet langer bevredigd. Zij willen weer met „Joodse" oren gaan luisteren naar de •v>odschap van God. Van der Werf formuleert dit als volgt: „De moderne mens heeft de neiging om in zijn denken te analyseren en uiteen te rafelen. In de bijbel komen wij het omgekeerde te gen. Dogma We vinden hier ook een nieuw zicht op het dogma van God. De radicale theologie, die ontevreden is over de wij ze waarop de kerk nu eeuwen lang over God gesproken heeft, beheerst zo de markt dat deze visie nauwelijks het grote publiek kan bereiken. Maar in dit denken vinden we een heel wat reëlere wijze van spreken over God. De bijbel, zegt Van der Werf, ontwikkelt geen theo rieën, schetst geen denksyste men en filosofeert niet over het wezen van God. Hij komt tot de stelling: „De enige legi tieme vorm van theologisch spreken is het navertellen van Gods grote daden We kunnen die concrete ge- oeurtenis niet links laten lig gen om een hogere algemene Godskennis te construeren. We moeten accepteren, dat die concrete gebeurtenis zelf de Godskennis geeft". Het gaat hem niet om een metaphysische God (waarte gen de radicale theologie zich verzet), maar om de geïncar neerde God, die met Zijn volk meetrekt door deze wereld. De uitgever erkent grif op de flap dat dit boek „een ge heel eigen geluid geeft, dat misschien niet direct ieders onmiddellijke instemming zal verwerven" Dat geldt voor de grote lijnen, maar soms ook voor incidentele opmerkingen. Over de bijbel schrijft hij: „Er moet erkend worden dat de bij bel vertellers op allerlei manieren mythologische voorstellingen, folkloristische gebruiken, sagen en legenden van de omwonende volken in de eigen vertelling gebruikt hebben... Er staan sagen in de Bijbel, die zo niet gebeurd Velen zullen zich afvragen of het wel nodig'is dat te er kennen. Geeft de bijbel niet veel meer ruimte voor histori citeit dan hier verondersteld wordt. Noodzaakt juist deze visie op Gods handelen in de wereld niet meer nadruk op de historiciteit van de bijbelver halen. omdat God in concrete situaties handelt? Een herademing is dan weer dat hij zo duidelijk stelt dat zijn visie op „mythen, sa gen en legenden", geen streep door veel bijvelverhalen bete kent. Hij waarschuwt juist: ,Men zal derhalve niet mogen schrappen in heel die bonte stof van het Oude Testament. Men zal ook niet mogen isole ren. men zal moeten ontdek ken dat deze Sdhrift in zijn totaliteit het getuigenis is van Gods daden" Onderwijs Het derde deel geeft aanwij zingen hoe deze benadering van de bijbel gebruikt kan worden bij het godsdienston derwijs en de catechese, die de pater is ze „niet verkleed", Een wielrenner krijgt midden zoals dat heet: haar habijt is ver- op zijn tocht iets te eten en te vangen door jumper en rok, de S"Ï5 XX'en" r"pï p"k' hij het. al rijdend. Hij blijft voor- ..Je-wordt op zo'n manier eerder uit kijken. Dat is de maaltijd des geaccepteerd en je staat dichter Heren. „Je kunt alleen maar over de maaltijd des Heren spreken in dienstverband. Het gaat niet om de cultus, niet om de kerk, maar om de wereld. De dood Christus verkondigen, dat bij de mensen." Waar het om gaat bij het in dustriepastoraat blijkt uit een gesprek met deze beide mensen, "van Want tegen dit werk staan we toch ei8enliik allemaal nog wat vreemd aan te kijken. Twaalf bedrijf ontdekte. Er zijn veel fou ten en rotte plekken. Ook stikt het in een bedrijf van vooroorde len en wantrouwen, van boven naar onder en van onder naar boven. Wij moeten de mensen op het idee brengen de vooroordelen weg te nemen. Je moet proberen verzoening der mensen, de heel- making van de hele oecumene („bewoonde wereld")? Daarom vinden wijonze maaltijden bij- belser dan een gemiddelde kerk dienst. Maar overigens is die litur gische vormgeving maar onder geschikt/- Het gaat er maar om, wat de wielrenner in zijn pakje vindt, wat zijn Arts voor hem belangrijk vond. De verpakking iTrtrtif „rorr Ken. honderd priesters en tien nen. Maar wat is nu eigenlijk de bedoeling van hun werk? „Twintig jaar geleden werd er al een groeiende onkerkelijkheid geconstateerd, vooral in de in dustrie", vertelt pater Segers. „De mensen kwamen niet meer naar de kerk, dus wat moest de kerk doen? De mensen zelf opzoe- Wij kunnen ons als christenen pluriformiteit in de liturgie niet veroorloven de industrie aan maar bestaan, tot en met de mis zjjn lot over te laten. Maar bij in het Latijn toe. zolang er nog het bedrijfsapostolaat kom je er één mens is, die de gemeenschap steeds meer achter, dat de hele met het heilige daarin existen- geestelijke verzorging in een tieel ervaart." Kroon „aparte" wereld leeft, terwijl je dat zelf eerst dacht van de in dustrie." „Het zal ons benieuwen of het Voor mejuffrouw Govers is het, als nastoraal concilie daar een neus een van de tien eerste religieuzen in voor heeft", "zegt de pater even het industriepastoraat, nog een af- tussendoor. Na acht jaar dit tasten en inwerken. Maar liet is Nog één ding: Vaak wordt ge zegd. dat oecumenische avond maalsviering een vooruitgrijpen is. Laten we de pijn der verdeeld heid maar schrijnend laten bestaan en vooral niet verdoeze len. „Intercommunie" moet de kroon op het oecumenisch bezig zijn betekenen. Hoe kunnen we toch zo spre ken? zegt Reckmann. Het doel van de tocht kan toch onmoge lijk het voedsel voor onderweg Raat het om. Wat betekent dat? zijn? Heb ik een inbreng, moet ik voor werk te hebben gedaan kan hij eigenlijk beter een gesprek voe ren met een personeelschef, dan met" een parochiegeestelijke. Rotte plekken „Geloven op maandag, daar Zo geeft in dit boek een aan zet voor integratie van alle vormen van het kerkelijk on derwijs, die nog altijd onaf hankelijk naast elkaar staan. De zondagsschool sluit niet aan bij de catechese, het godsdienstonderwijs op de middelbare scholen heeft niets te maken met de jeugdvereni gingen, de bijbelkringen aan huis staan volkomen los van de eredienst Wordt het niet tijd dat de Nederlandse kerken, juist nu bijbelkennis nihil dreigt te worden, zich gaan bezinnen op integratie, op een „kerke lijke mammoetwet"? Wordt er niet veel kostbare tijd verspild? Een aantal Amerikaanse ge meenten zijn ons op dit punt een eind voor en hun geïnte greerde opzet heeft gemeente leden gevormd met meer bij belkennis, grotere getuig- kracht en diepere sociale be wogenheid. We zijn nu zo ver dat we zalen bouwen bij onze nieuwe kerken. Wordt het niet tijd dat we ons er eens goed op gaan bezinnen, hoe we die zalen produktief ma ken niet voor kerkvoogden en commissies van beheer maar voor de groei van de-ge meente? Van der Werf zegt dat het „leerhuis niet hele maal te concretiseren" valt. Maar op het ogenblik wordt het nog helemaal niet gecon cretiseerd. Oefeningen In het leerhuis, door dr. J. van der Werf. Uit gave A. Roelofs van Goor, Amersfoort. (400 blz.; 24,50). de mensen er zelf over na te la ten denken. Ik heb niet de pre tentie het antwoord te geven, maar ik breng ze op de vraag. In het gesprek blijkt, dat de samenwerking in het industrie pastoraat tussen rooms-katholie- keu en protestanten bijzonder goed is. Maar pater Segers is wel teleurgesteld over het aantal pre dikanten dat erbij is betrokken. Hij vindt het een beetje arrogant om het to zeggen, maar er zijn er veel meer nodig. Mensen Het meest interessante vindt ze, dat je nog meer dan bij het onderwijs echt met de mensen i aanraking komt. Tot nu toe heeft ze ondervonden, dat er veel be langstelling voor het bedrijfsa postolaat is. Men komt graag naar de gespreksgroepen. Tien religieuzen zijn nog maar in de industrie werkzaam; Amsterdam, het IJmondgebled, Vlaardingen, Den Haag en Schie dam. De bedoeling is niet, dat zij voor maatschappelijk werkster fungeren, dat is trouwens de be doeling van het hele industrie pastoraat niet. De dames zullen echter dat werk gaan doen, waar de heren nog niet aan toe kwamen. Die hebben zich nauwelijks oemoeid met de meisjes en de gehuwde werkende vrouwen vormen ook nog een hele groep, die meer langstelling mag krijgen. Verder zullen ze hun arbeidsterrein vin den in de wasserijen bijvoor beeld. Anders Bij de protestanten ligt het wer<, dat door de dames woidt gedaan iets anders. Ds. S. Wijnsma, indusrriepredlkant te Rozanourg, heeft bijvoorbee.d een staf van tien dames, die zich bescaikoaar heeft gesceld huisa evangelisatie, kerJ e- werfc cn cluohuiswerk. Zij zijn echter niet officieel in het In dus c.-epastoraat werkzaam. Het ziet or ook niet naar dat er binnenkort vrouwelijke funol narissen bij het pro testantse inchrirrispastoraat zul len worden betrokken, wel is het een hoopgevend geluid, dat er in Utrecht op het ogenblik 45 1< komst ige protestantse indusir pastors ee opleiding volgen. Praktijk Mejuffrouw Govers vertelt iets over de praktijk van het werk het leggen van contacten mei functionarissen, personeelschefs enz. en het vormen van kerngroe pen. Dit zijn gespreksgroeper van mensen uit de bedrijven. De bedoeling is, dat deze kernen zei' hun goede invloed in de bedrij ven uitoefenen. Want het uiteindelijke doel is in de bedrijven een klimaat te scheppen, dat menselijk is. Ze is afkomstig van het onderwijs eerst de lagere school en later het nijverheidsonderwijs. Toen haar werd gevraagd op haar werk van nu over te stappen, heeft ze dat aangenomen voor een jaar. Dat eerste jaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 14