HORROR VACUI HAJO PIEBENGA zoekt schoonheid dichtbij ver en Prachtige moderne collectie legenden CULTUREEL VENSTER ZATERDAG 21 JANUARI 1967 JACQUES HAMELINK is afkomstig uit een Zeeuwsvlaams boeren-arbeiders- milieu. Hij is gedoopt in een gere formeerde kerk (art. 31 k.o.), maar heeft altijd een intuïtieve afkeer gevoeld van kerk en christendom. Reeds als kind haatte hij milieu en geloof even sterk. Op zijn 18de jaar weigerde hij verder nog naar de kerk te gaan; op zijn twintigste onttrok hij zich per briefkaart. Wat van kerk en milieu uitging, ervoer hij als dwang, een dwang die geen ruimte liet voor geestelijke vrij heid. Breken met de kerk was voor hem iets onont koombaars. Hij moest tenslotte léven, en dat wilde voor hem zeggen: schrijven. Hamelinks bundel: WOL ZONDER GESCHREEUW hem geen belang meer. Afreke- vend en kan hij nieuwe schach- ningen hoeft hij niet te schrijven. ir> miin van 7iin verbeel- Onmisbaar i de mijn van zijn verbeel ding aanboren. Bij het groeien van zijn oeuvre zal hij steeds duidelijker zijn ei- Ik breng deze persoonlijke bij- gen grenzen gaan verkennen, zonderheden in het geding, niet Want op een bepaald ogenblik is om daarover te moraliseren, het nodig en goed dat men zijn te herinneren aan de begrensdheid ervaart. Deze wc- is leraar Nederlands geworden inderdaad belangrijke en onthul- tenschap bewaart voor ontsporin- lende uitspraak van Hamelink, gen. dat hij „zekerheden heeft verwor- die men zou kunnen zien als Improvisatie Rancuneus is hij niet. Hij en trok al gauw de aandacht door bijdragen in verschillende Vlaamse en Nederlandse tijd schriften. In 1964 verschenen staande op de plaats waar zich achtereenvolgens de verhalen- bij een religieus mens in strikte Ook de criticus kan (nog) niet bundel Het plantaardig zin het geloof bevindt". Hierop Haarfijn zeggen door welk le- bewind, bekroond met de Vij- volgt in hfet geciteerde boekje X^êdkgenTerme^ als Ta- verbergprijs, en de gedichten- (bl. 202) een belangrijke passage tuurmystiek", „neo-animisme" en _i J - - over Hamelinks verhouding tot dergelijke treffen de kern van_de de literatuur, te uitvoerig bundel De eeuwige waarvoor de jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs hem een hier over te nemen, maar on misbaar voor goed begrip van werk. zaak niet. De eerste novelle: Een schijndode maan, maakt op mij de indruk van een, vanuit een bijzondere stemming geschreven, improvisatie, die op een bepaald punt afbreekt. Het schrijven lijkt hier wel een vorm van slaapwandelen, met een abrupt wakker worden k Chtiir pn dienborend werk De n'euwe verhalenbundel van aan het eind. Een zwaarmoedige Prachtige compositie van een dijklicha^m aan de buitenkant van Rotterdam Zand en ^["omtrent dr ,lelsïesteldheid' proTtukk™ eervolle vermelding toekende. De genoemde novellenbundcl Persoon is in deze kolommen besproken op 23 mei 1964. Met enkele re serves heb ik toen gewaagd van Echtheid lucht vormen een imposant geheel. boek bevat zes prozastukken van 1 loosd landhuis, bewoond door en- van de opgroeiende knaap meer verschillende lengte, in totaal 166 kele zonderlinge mensen en ont- wezenlijks onthult dan sommige bladzijden beslaande. Het is een moet daar het meisje Solange, Hiirir» Tic^hnWiphnpkpn mpt uit6ave van Polak Van Gen- ook alweer een geheimzinnige fi- f J'sychologieboeken met nep> Amsterdam en kost 6.50. guur. die op een vreemde manier aan haar einde komt. Oorspronkelijkheid is een be- Hamelink gaat hier tot aan de trekkelijk begrip. Als men het zo grens van het melodramatische, uitlegt dat oorspronkelijk is wie zodat ik onder het lezen telkens in zijn werk elementen brengt aan negentiende-eeuwse griezel- Uit Hamelinks bijdrage tot het die men elders niet aantreft, dan verhalen moest denken, boekje De kogel door de kerk geldt dit ten volle voor Hame- Het tweede verhaal, Spons in (Den Haag 1965) waaraan ik hier link. Het bewijs van echtheid de bloedsomloop, handelt over en- daarbij is dat men merkt: dit in- kele soldaten in een psychia- dividuele, dat hem van anderen trisch observatiekamp, van wie duidelijk onderscheidt, is hemzelf zich één met een bajonet een niet volkomen en volledig be- slagader openmaakt Ook hier is niet scherp geweest en voor dat wust- Met andere woorden: hij het gebeuren voorgrond van ach- vroegere bestaat nu geen enkele gaat tewerk naar een intuïtief, tergronden, waar zich het eigen- interesse meer. De zaak ligt hier njet naar een gereflecteerd pro- lijke afspeelt, dus anders dan bij Wolkers, die gramma. De titelnovelle Horror Vacui vertelt van twee in een barre Er zijn auteurs, die een bepaal- streek verongelukte vliegers, verering de richtingen de literatuur toege- Vreemde gemoedsstemmingen, van die daan zijn en volgens de grenssituaties ook hier. hun termen en schema's." Niet scherp enkele bijzonderheden ontleen, weet men zijn visie op geloof en gelovigen. Het conflict is eigenlijk diep in zijn hart voor zijn steil-calvinistische vader soort verwrongen ouden" «fan het ouderlijk milieu voorschriften of opvattingen van Het korte verhaal De Vijand is maar niet kan loskomen. verbondenheid aan dit theater zonder mijn werk heb ik wel hem een redelijke kans zijn ar- eens verlangen om te gaan fil- kunstfoto en naar ons inzicht is meer met de vormenwereld tistieke aanleg te ontwikkelen. men. Ik zou het dan niet zoeken het een talent dat niet verborgen zijn jeugd. Mensen die geloven de speelfilm maar voorname- mag blijven. Zijn werk vraagt ziet hij als de geestelijke achter documentaire. om [erkenning, waarom wij hem hoede die richting tewerk gaan. Zo wel echt een complete novelle: schreef men naturalistisch, im- een kleine jongen schiet een in- Hamelink lijkt mij rijper en pressionistisch, symbolistisch, dringer neer, omdat deze hem Voorlopig blijft het nog bij de zelfstandiger. Hij worstelt niet unanimistisch, nieuwzakelijk en- geen verlof geeft naar het toilet zovoorj te gaan. Dan komt het eveneens afge- Hamelink heeft zijn „formule" ronde verhaal Een grote spierwit- deze tijd. Het geloof nog niet gevonden en dat is, lite- te kat; een kleine vrouw wordt rair gesproken, maar goed ook. het slachtoffer van haar angst Zolang hij nog niet precies weet voor een haar woning binnenge- Hij begon zijn werk met een ijjk eenvoudige boxcamera, en wist Haanstra is daarvan het grote dan ook aandacht schenken in de- sterft nog wel een tijdje af in wat hij wilde. Niet de actiefoto voorbeeld. Die richting zou ik ze kolommen. zijn belijders; het kan niet crea- in journalistieke zin maar het <jan 00k uitwillen." HERM. STEGGERDA tief meer zijn en heeft dus voor wat hij doet, blijft zijn werk le- drongen kat. schone, het bijzondere in de we- Heel knap reld o hem heen. Schoonheid dichtbij: Een tulp, waarlangs het licht strijkt, tegen een donkere achtergrond. TTAJO PIEBENGA is een jonge man van 24 jaar die men zijn artistieke neigingen niet aanziet, Al spoedig schoot zijn appa raat tekort om dat vast te leggen wat hij zag en zocht uit te druk ken in zijn foto's en langzaam kwam hij uit eigen middelen tot verbetering van zijn apparatuur, die nog niet uitblinkt door perfec tie, doch die kennelijk toch geen invloed uitoefent op het eindre sultaat. Groei Daarbij groeide ook de lust om de schoonheid in de wereld te ontdekken en zo benut hij zijn vakanties om naar streken te gaan waar hij zijn geliefkoosde onderwerpen denkt te vinden. Zo bezocht hij Egypte, Groenland, ondanks het feit dat hij ze op voortreffelijke wijze uitleeft in zijn eenvoudig geconstrueerde donkere kamer, die slechts een bescheiden deel is van zijn kamer in zijn ouderlijk huis in de Aleidisstraat. Hij ijsiand, Noorwegen en Zweden, is rustig in zijn bewegingen, sober "met zijn woorden en wat hij uit deze landen en uiterst bescheiden voor wat zijn artistieke pres taties betreft op het gebied van de fotografiezo- t j ling slechts enkele fotos gekozen maar een hobby en niet eens een bijzondere, want die een indruk gevcn van zijn er zijn velen die opgaan in deze hobby. bracht aan beelden, is boeiend. hebben uit zijn verzame- ïts enkele foto'; indruk gevcn van zijn bijzondere visie. Het opgeworpen zandlichaam voor een dijk, waar over aanstonds het verkeer Utrecht Rotterdam zal gaan, Jchter niet allen hebben het om Piebenga s werk aandacht wordt on(jer )iet grillige wol- '.istieke vermogen om van hun vraagt. Zijn foto's verraden dat kenspel een beeld dat men zou rk een schone kunst te ma- subtiel afgestemd zijn op sfeer, zoeken in de woestijnen van Afri- t; dit zijn de bijzonder begaaf- op het spel van het wondere lAs,__h_e_1l alleen maar het i. die over een fijn gevoel licht dat de dingen van alledag chikken voor het schone dat omtovert tot een fantastische we- k schuil gaat in de dingen die reld. Dat ziet hij in een paar ver- dagelijks omringen, maar die geten oude schoenen, in een tulp, niet meer zien door sleur iplettcndhoid. DE ook in ons land door zijn biografieën bekende Zwitserse predikant Ivalter Nigg heeft, in zekere zin als aanvulling van zijn vroeger hier besproken Glanz der Legen de nu een bloemlezing') uitgegeven van 23 legenden, niet verzameld uit de oude schatten der volken, maar uit werken van auteurs uit de 19de en 20ste eeuw. We vinden daarin Heinrieh Timmermans, Martin Buber. von Kleist, de Balzac, Tolstoi, Bergcngruen en Reinhold SeJma Lagerlöf, cn ook Felix Schneider. Oude legenden, die in de kerkdienst of in kloosters vaak werden voorgelezen (le gende betekent: wat gelezen moet worden), niet één keer, maar herhaalde malen, heb ben een didactisch element, willen aan de mensen de weg wijzen, niet moraliserend, maar toch met een gebaar, dat de richting aangeeft. Het wonder neemt veelal een grote plaats in; ze tonen de komst van het bovenna- licht dat bekoort. lat is dan ook de reden een orchidee, een schelp, maar ook in de jagende wolken boven het landschap, in een ontblader de boom dat als een somber obstakel tegen mei staat. Hij werd groot in de omgeving van Veisen, maar toen hij vijf jaar was kwam hij naar Rotter dam. Zijn eerste contacten met de magische machten van de lens maakte hij bij de firma Uiten- broek, waar hij te doen kreeg met de smalfilm, al was het Datzelfde ziet men even span nend terug in foto's op IJsland gemaakt, waarin de wijdheid do mineert. „Spelende kinderen" op Groenland is al even imposant. Doch Piebenga zoekt het ook vaak in zijn onmiddellijke omge ving. De verstilde pracht van een enkele tulp, waarlangs het licht dreigende he- strijkt tegen een donkere achter grond, of een orchidee die door haar grillige vormen aan een dier doet denken. Niveau Men proeft het van zijn foto's, de fotograaf leeft zich hierin kunstzinnig uit. Zijn werk is van een niveau dat men niet meer 'maar "sober" het ontwikkelen. Het ka" 5PrekC" amateurisme, voldeed uiteraard niet aan zijn an toch, Piebenga voelt zich nog artistieke verlangens, doch het streds d= experimenterende ama- bracht hem toch in de donkere 'aar- toont zijn foto's slechts kamer, waar men technisch nog aan zijn omgeving, zoveel kan doen aan het eindre- Op een vraag of zijn dagelijks sultaat. werk, dat hem toch trouw in aan raking brengt met de film, zij Later volgde hij een cursus het van meesterwerk tot kitsch, voor filmoperateur en thans is niet een impuls voor hem is om hij als zodanig werkzaam in het zelf de filmcamera te gaan hante- Grandtheater. Gelukkig laat de ren zegt hij: „Nee. Echter, ook Spelende kinderen op Groenland, zo maar door de lens gesnapt. tuurlijke in het leven van de mens, het loskomen van ver borgen hogere krachten. In de legende is geen plaats voor de thans vaak gehoorde leuze: God is dood; ze kondigt juist Gods geheim aan, het ge heim van de hogere geborgen heid. In de middeleeuwen wa ren ze zeer geliefd. De legende van St. George (Joris) en de draak beeldt uit, dat het leven van de Christen steeds een strijd met de dui vel is. Die van Martinus van Tours, die een bedelaar de helft van zijn mantel gaf, laat zien, dat het bezit geen gehei ligde zaak is, maar steeds stukgesneden moet kunnen worden ten gunste van een medemens. Die oude legenden bezitten vaak ook literaire waarde, maar dit is geen doel; ze presenteren zich niet als kunstwerk. Dit laatste is wél 't geval met die uit de hier aangekondigde bundel. Zij zijn scheppingen van kunstenaars, voldoen aan ho ge eisen naar stijl en vorm, missen echter het patina, dat de oude verhalen vaak zulk een aantrekkingskracht ver leent. Naast het esthetisch ele ment hebben ze alle een reli gieus karakter. J. H. SCHOUTEN 1) Walter Nigg: Un- vcrgangliche Legende. 377 blz. - 1966. Uitgave Jacob Hegner, Köln. Kunstkalender De firma Kohlhammer (Stuttgart) heeft voor dit jaai weer een prachtig uitgevoerde kunstkalender in de handel ge bracht, bestaande uit 24 bla den (formaat 28 bij 37 cm) met reprodukties van schilde rijen van zeer verschillend tijdvak en karakter, vanaf de middeleeuwen tot heden. We vinden er een uiterst tere An nunciatie van Rogier van der Heyden, de naïeve vroomheid van een Westfaalse meester uit 1380 met zijn Pinkster feest, en expressionisten als ook het laatste stuk: Spaldarg; een bijzonder schrandere en besluitvaardige schooljongen lost een misdaad op en wordt later het slachtoffer van zijn eigen vader, een uit de gevangenis ontslagen misdadiger, die ook zelf op de dag van zijn thuiskomst in een orgie van drank en vernieling zijn einde vindt Agressie Vijandige elementen die een besloten milieu binnendringen, ziehier dus het thema van rle laatste drie prozastukken. Behal ve een agressieve natuur, zoals in het eerste verhaal, of de drei ging van een dier, zoals in de voorlaatste geschiedenis, speelt nu ook de menselijke agressie een rol in Hamelinks proza; de informatie o^ de achterkant van het boek constateert dit terecht Men kan alleen maar be nieuwd zijn naar de verdere ontwikkeling van dit bijzon dere talent. Hier is tenminste wol zonder geschreeuw; hier wordt de Nederlandse literatuur in een gevaarlijke overgangsperiode rustig voortgezet. DR. C. RIJNSDORP Paul Cézanne met De blauwe vaas, Kirchner met een straat toneeltje uit Berlijn en Au gust Macke met Etalage. Van Kandinsky zien'we een merk waardige kleurencompositie van Emil Nolde een lief despaar in een tuin met ci troenbomen. Ook Picasso is vertegenwoordigd en wel met een volumineuze dame. die de Droom moet uitbeelden. Van Vincent van Gogh is de tuin van het krankzinnigengesticht in St. Rémy opgenomen met de zich merkwaardig kronke lende boomstammen en tak ken, die een beeld geven van de zieletoestanden van de ma ker. Er is een zelfportret van Gauguin, een portret van Henry de Toulousc-Lautrec door Vuillard. En tussen al de ze modernen een Russisch ikoon uit de zestiende eeuw, die de intocht van Jezus in Jerusalem uitbeeldt. Een wat uitvoering en keus betreft prachtige kalender. J.H.S.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 17