*HET EIGENWIJZE MUSJE*
Jeroen Bosch
weer thuis
AE B E&E
w
Grammofoonplaat met
muziek uit de barok
ZATERDAG 21 JANUARI 196'
ÏI
1 4 11
aai
ah hah h
if a mm
mm m
i Ai
EXPOSITIE IN
HET NAJAAR
NA een jaar voorbereidende werkzaamhe
den is Het toch gelukt de voorwaarden
te scheppen voor het exposeren van
een representatieve collectie panelen
en tekeningen van de wereldberoemde
meester Jeroen Bosch die 450 jaar geleden in
Den Bosch overleed.
Uit Spaans bezit zullen o.a. een „Verzoeking van
Sint Antonius" uit het museum Del Prado te Madrid
en een „Kruisdraging" uit het koninklijk paleis wor
den geëxposeerd.
Uit Amerikaanse musea
komen „Bespotting van
Christus" en het drieluik
„Ecce homo", met de ook
uit archieven bekende
stichter Pieter van Oss,
stadssecretaris van 's-
Hertogenbosch ten tijde
van Jeroen Bosch.
Verder zijn belangrijke
werken toegezegd uit
Frankrijk, West-Duits-
land, Oostenrijk, Italië, ioren zoon" van museum Boy- Ton Frenken en drs. J. Oyen. roen-expositie, die in 1
Zwitserland en Engeland, mans en het „Narrenschip", welk Geprobeerd zal worden, in aan- van 1967 in het Centra
paneel uit het Louvre zal ko- sluitende culturele evenementen brabants museum v
men. de band met de eigen tijd aan de maanden gehouden za
Het initiatief tot deze exposi- orde te stellen. grote belangstelling zs
Uit de Nederlandse collecties tie
riemen de werken, die zich be
vinden in het Rotterdamse mu
seum Boymans-Van Beuningen
de voornaamste plaats in.
Ook uit andere openbare en
particuliere verzamelingen zul
len werken worden opgenomen.
Door documenten, archivalia
en realia zal worden getoond
welk de bronnen zijn die aan de
ze kunst ten grondslag liggen,
uit welk artistiek milieu het werk
van Bosch stamt en welke
de betrekkingen zijn geweest tot
de illustere Lieve Vrouwe Broe
derschap.
Het thema van de Antonius-
verzoeking zal een bijzonder ac
cent krijgen, een onderwerp door
Bosch vaak uitgebeeld. Verder
zijn er vier uitersten en de mo
raliserende allegorieën, waartoe
o,a. behoren de beroemde „Ver-
i 1965 genomen door i
Verwacht wordt, dat de Je- uit binnen- en buitenland.
Al deze figuren uit de orgel
literatuur rondom J. S. Bach
(1685-1750) komen door de
keuze van de werken, de stijl
volle registraties en niet in de
laatste plaats door het spel
peil van Arie Keijzer op de
plaat uitstekend tot hun
recht, al betreuren wij het dat
voor de meester in wie de
scheppingen van deze compo
nisten culmineren Johann
Sebastian Bach geen enke
le plaats is ingeruimd, het
geen de laatste tijd steeds
meer mode schijnt te worden,
althans bij opnamen op verza
melplaten.
Door deze plaat worden de
orgelliefhebbers in staat
gesteld het prachtige in de ja
ren 1959-1961 door de Deense
firma Marcussen gerestaureer
de Chr. Müller-orgel nader te
leren kennen en in verscheide
ne facetten te bewonderen.
In de beide praeludia en fu-
gae van Bruhns en Lübeck,
waarmee het programma
wordt geopend en besloten
hoort men de glanzende
pracht en majesteit van het
plenum met zijn tintelende
vulstemmen en machtige tong
werken.
De koraalpartita van Böhm
over „Wer nun den lieben
Gott lasst walten", de orgelko
ralen van Walther („Herr Jesu
Christ, dich zu uns wend"),
„Herzlich lieb hab' ich dich, o
Herr" en van Buxtehude
„Gott der Vater wohn' uns
bei", „Erhalt uns Herr bei dei-
nem Wort", alsmede de Ariet
ta in F (thema met negen vari
aties) van Pachelbel boden de
organist gelegenheid verschei
dene goed gekozen register-
combinaties en solostemmen
(o.a. een prachtige Sexquial-
ter) te laten horen, die Haar
lems orgel stempelen tot een
van de mooiste van ons land.
A RIE J. KEIJZER, wiens orgelstudies bij onder meer Piet van den Kerkhoff, Adriaan
Engels en George Stam in 1964 met de Prix d'Excellence zijn bekroond, heeft bij de
firma Dureco te Amsterdam een grammofoonplaat gemaakt met orgelwerken uit de barok-
tijd. De opnamen hiervoor zijn gemaakt in de Grote- of St.-Bavokerk te Haarlem, waar de
jonge organist composities speelde van Nikolaus Bruhns (16651697), Georg Böhm (1661
1733), Johann Gottfried Walther (1684—1748), Johann Pachelbel (1653—1706), Dietrich Buxte
hude (1637—1707) en Vincenz Lübeck (1656—1740).
Arie J. Keijzer:
Zowel het spel van de orga
nist als de opname staan op
zeer hoog peil. Aan de uiter
lijke verzorging is alle aan
dacht besteed. Op de voorzij
de van de hoes ziet men behal
ve de naam van de organist
en zijn programma een detail
afbeelding dn kleuren van het
orgelfront. De binnenzijde is
bedrukt met korte biografieën
van de componisten, en de
achterkant bevat enige perso
nalia van de organist alsmede
de dispositie van het orgel.
De toonaard van Vincenz
Lübecks Praeludium en Fuga
ia niet e (mineur) zoals op de
voorzijde van de hoes ver
meld, maar E (majeur). Ook
het geboortejaar van de com
ponist is onjuist weergegeven,
nl. 1656, wat moet zijn 1654.
Dit zijn kleinigheden die
uiteraard aan de waarde van
de opname niets afdoen.
We kunnen deze plaat, die
zowel stereo als mono (maar
dan. met een stereokop!)
afspeelbaar is en ƒ11.90 kost,
van harte aanbevelen.
W. P. VERHEUL
Correspondentie-
schaken
Het is eeri onmiskenbaar feit dat
het correspondentieschaken over de
gehele wereld langzaam maar gesta-
men het als een tijdpassering
voor geïsoleen"
tegenwoordig
csten,
mdentiewedstrijden
geïsoleerd wonende personen,
-woordig meent men.
ïrksten, dat het deelnt
daarin fragmenten of stellingt
correspondéntiepartijen aan de lezer
voorgelegd. In ons land kreeg het
correspondentieschaken onlangs een
krachtige stimulans door de oprich
ting van de NBC: De Nederlandse
Bond van Correspondentieschakers.
Oplossingen
(Het sterkste). 19. De8: 20. Lxe
Pxe6; 21. De4!. g6: 22. Pxe6! en zwi
gaf het op. Als hij op e6 terugnee;
wint wit gemakkelijk met Dxb7f.
PUZZEL VAN DE WEEK
Kruiswoord - puzzel
Horizontaal: 1. plaats in Noord-Brabant, 4. zekere zure melkprijs,
o. part. 12. plaats in Gelderland, 13. lusje, 14. straf (Lat.), 15. lidwoord
(Fr.), 16. schoenvorm, 17. familienaam, 18. voornaamw., 19. vogellijm,
21. onderricht. 22. onbep. voornaamw., 24. vordering, 26. balk, 28.
boom, 31. hoogste punt, 33. insektje, 34. toverkunst, 36. oude lengte
maat, 38. voorzetsel, 40. vaartuig, 41. water in Z.H., 43. deur van een
wagon, 44 eer, 45. hondenverblijf, 47. onderricht, 49. muzieknoot, 50.
eenjarig kalf. 51. korte degen. 53. niet vast, 55. zware zoete wijn, 56.
verhindering, 58. stap, 61. vaartuig, 62. zwemwiek, 64. verkeerd, 66.
water in Noord-Brabant, 68. bezweringsformule, 69. bijb. figuur, 70.
familielid, 71. zijde van het voorhoofd, 73. monster, 74. duw, 75. een
maal, 76. zeezwaluw. 77. slaapziekte.
Vertikaal: 1 Europeaan. 2. nobele, 3. scheik. element (afk.), 4.
kleine inham. 5. plaats in Limburg, 6. voorvoegsel 7. rijschool (afk.)
8 rivier in Rusland, 9. water in Friesland, 10. nauw, 11. bereide die
renhuid. 13. achting, 14. myth, figuur, 17. afgelegen, 20. bijwoord, 22.
voorzetsel, 23. water in Overijsel, 25. optelling, 27. deel van een huis,
28 korte degen, 29. water in Limburg, 30. vragend voornaamw., 32.
specerij, 34. soort van kers, 35. eenmaal, 37. plaats m Groningen, 39.
doortochtgeld, 40. deel van het oor, 42. eenjarig kalf. 46 achterdeel
van de hals. 48. zeepwater, 51. scheepsvloer. 52. waarschijnlijkheid
naderend onheil. 54. jongensnaam, 56. bezweringsformule 57
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. marron. 6. sip, 8.
Rossum, 13. gelaat, 14. edelen, 15.
ja, 17. esp, 18. oot, 20. kim, 21. on,
22. els, 24. lepel, 26. one, 27. Uden,
28. materie, 30. toen., 31. rat, 32.
neb. 33. net. 35. mes. 36. boter, 38.
Simon. 40. Trier, 42. Lippe, 44. tissu.
47. Eems. 48. are. 49. Best, 50. delta.
52. knoet. 54. Baarn. 56. sajet, 58.
Roden. 60. Kro. 62. lor, 64. rol, 65.
dem. 67. edda. 68. Benares, 71. dame.
72. Dee, 74. leven. 76. Nel, 77. Ir.
78. Ate. 80. ten. 81. wel, 83. ra, 84.
grande. 85. toeter. 87. Idaard. 88.
Lee. 89. essaai.
2. Rg.
ter. 8. rek, 9. olie. 10. Sem. 11. Sn.,
12. menens. 16. aldaar. 19. open, 21.
oneens, 23. set, 24. label, 25. linie.
26. oom. 28. met. 29. Eem, 32. nor
maal. 34. totebel. 36. Beets, 37. ri
ant 38. speer, 39. Nisan, 40. tod, 41
iel, 43. pro, 45. sta, 46. urn.
51. eerder. 52. kerel. 53. toren, 55.
roemer, 57. Job, 59. dos, 60. Kediri,
61. ode, 63. gave. 65. Dan, 66. melati.
69. netel. 70. rente, 73. star. 75. pets.
78. ara. 79. end. 81. wee. 82. les. 84.
ga. 86. Ra.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don-
I derdag a.s. op ons bureau ver-
I wacht. Oplossingen mogen uit-
1 sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de Unker-
I bovenhoek vermelden: „Puzzel-
I oplossing". Er zijn drie prijzen:
f 5.— e
2.50.
"17"ADER en moeder Mus waren wat
trots op hun kleine babies, die zojuist
uit de eitjes gekropen waren, maar over
een musje maakten ze zich een beetje
ongerust. Hij vertikte 't, zo klein als hij
was op tijd te eten en hij deed alleen zijn
kleine bekje maar open, als 'thèm uit-l
kwam en dat was vaak midden in de
nacht, net als vader en moeder Mus in
diepe slaap lagen. En toen hij één week
oud was, deed hij al verwoede pogingen
om uit zijn nest te kruipen, terwijl zijn
kleine broertjes en zusjes niets anders
deden dan slapen en eten.
,,'t Is wel een haantje de
voorste" zeiden vader en moe
der Mus tegen elkaar, „we
moesten zijn naam maar veran
deren, want „Donsje" past hele
maal niet bij zo'n wilde rakker.
We zullen hem „Haantje" noe
men, en zo kwam het dat dat
musje zo'n ongewone naam
droeg.
J_JAANTJE was de eerste
die op de rand van 't nest
ging zitten. Maar zijn vader
telde hem, dat vliegen helemaal
niet zo eenvoudig was als 't er
uit zag en dat hij nog maar
eens een weekje moest wach
ten, totdat hij wat groter en
sterker zou zijn.
„Ik kan 't best, ik ben sterk
genoeg" en voor zijn vader hem
tegen kon houden, nam hij een
sprong en verliet fladderend
het nest. „Sla uit die vleugels",
schreeuwde z'n vader hem
angstig toe. „toe dan, sla ze
toch uit", maar Haantje had
daartoe nog niet de kracht en
hulpeloos stortte hij omlaag,
waar hij met een knal op de
harde grond terecht kwam
„Au, au", piepte Haantje,
„au, mijn kop." „Klein eigen
wijs beest, je hebt 't aan jezelf
te wijten en ik heb niets geen
medelijden met je. 't Is je eigen
schuld", en toen vader Mus z'n
zoon weer neerzette in 't nest,
zei hij: „Zo, ik hoop dat je ge
leerd hebt"....
„Ik heb niets geleerd", viel
Haantje zijn vader brutaal in
de rede, „en ik ga het nog eens
proberen".
„Dat laat je wel uit je kop-
pie, hè, 't gebeurt niet. Je hebt
nu toch gemerkt, dat je vleu
gels nog geen kracht genoeg
hebben om te vliegen! Zo'n
dwarskop toch", mompelde va
der Mus en hij had 't nauwe
lijks gezegd, of weer buitelde
Haantje hulpeloos tussen hemel
en aarde en met alle kracht die
hij bezat, sloeg hij vlak bij de
grond een paar maal zijn vleu-
^/"EER MOEST ZIJN VA
DER hem halen, want hij
kon niet alleen in het nest ko
men, zo hoog in de boom. Maar
na zijn vijfde vlucht was hij
moe, dat hij prompt in slaap
viel beneden op de grond er
vader Mus legde hem voorzich
tig in het nestje tussen zijn
broertjes en zusjes, die druk
aan het kwebbelen waren.
„Stil jullie", riep hij hen toe,
„Haantje slaapt" en hij sliep
uren achtereen.
auw", klonk het klagend én
Haantje, die ondanks zijn durf
een groot hartje had, riep:
„Wat is er, riep je mij soms,
kan ik je helpen?" „Miauw, ja",
antwoordde de slimme kat, die
best trek had in zo'n lekker
hapje. Hij zwiepte ongeduldig
zijn staart op en neer, ging loe
rend startklaar op de grond lig
gen en toen Haantje vlak hij
hem was, nam hij een sprong,
hapte....mis!
„Wat ben jij gemeen zeg, ik
wilde je helpen en jij probeert
me aan te vallen!"
„Miauw", zei de kat kwaad,
omdat hij z'n prooi gemist had
en nogmaals probeerde hij
Haantje, die danig geschrokken
was, te pakken te krijgen, maar
weer was hij niet snel genoeg.
„Ik krijg je nog wel hoor, is
't vandaag niet dan is t mor
gen, als je dat maar weet".
"y/ADER EN moeder Mus wa
ren eigenlijk wel een opetje
trots op hun zoon. die ondanks
de valpartijen het vliegen maar
niet opgaf. De volgende och
tend vroeg oefende *daantje al
weer en na zijn derde poging
vloog hij al zo goed, dat hij
alleen 't nest in en uit kon. Hij
was zo trots op zichzelf, dat hij
besloot een keertje rond te gaan
en vrolijk fladderend ging hij
op onderzoek uit.
Ineens hoorde hij onder zich
een vreemd geluid „Miauw, mi
J.JAANTJE WAS al weerj
over zijn ergste schrik heeni
en tjielpte terug: „Pak me dan
als je kan", en toen werd de
kat zo nijdig, dat hij met een
hoge rug het musje nablies.
Haantje begreep, dat hij voort
aan op moest passen voor kat
ten en toen hij later z'n gevaar
lijke avontuur aan z'n vader
vertelde, kreeg hij een flink
standje.
„Jouw eigenwijsheid zal je
nog eens duur komen te staan.
Je had wel dood kunnen zijn."
„Ach welnee, vader, ik pas
heus wel op. Ik weet nu, dat
katten gevaarlijk zijn en ik zal
ze wel uit de buurt blijven."
J.JAANTJE GING weer op
pad en rustte even uit op
een boomtak, waar een marter
hem vriendelijk begroette.
„Hallo, kleine mus, mag ik
even naast je komen zitten?",
vroeg deze vriendelijk.
„Pas op voor hem", schreeuw
de een voorbijvliegende lijster
hem toe, „hij doet zich wal aar
dig voor, maar hij is op loof
uit. Pas op, hij eet je op met i
huid en haar", en nog net op 1
tijd kon Haantje ontkomen.
„Jij bent ook een roekeloos
beest, heeft niemand je ooit ver
teld, dat marters dol zijn op v o-
geltjes? Hij is onze vijand, dat
moest je toch weten?"
„Wat ben ik geschrokken!",
hijgde Haantje.
Maar Haantje was de lijster
helemaal niet dankbaar en
deed zelfs brutaal.
pOEN WERD hij zo kwaad
dat hij Haantje in de staart
greep en mee de lucht in sleur -
I de.
„Ik zal je leren kleine vlegel,
durf jij zo'n toon aan te slaan
I tegen een volwassen lijster?"
En Haantje werd zo ruw
heen en weer geslingerd, dat
hij er misselijk van werd.
Plotseling liet de lijster hem los
en als een dronkaard dwarrelde
hij versuft naar beneden, waar
hij midden in een dierentuin 1
recht kwam.
„Grrrrr", bromde een bt
hem toe en Haantje schrok
verschrikkelijk, dat hij snel ac
teruit liep en terecht kwj
midden inde vijver van
zeeleeuwen.
Wate
i schrik!
pjAANTJE WERD prom
achternagezeten en hoev
hij niet kon zwemmen, berd)
hij gelukkig net op tijd
kant, waar hij snel opklauter
en maakte dat hij wegkwam.
Het was inmiddels al zo do
ker geworden, dat hij bpslc
de nacht door te brengen
een boerderij dig vlakbij d* di
rentuin stond.
Juist wilde hij zich te rui
leggen, toen een vrosej'j
lucht in zijn kleine neus
kwam en hem 't ademen hal
onmogelijk maakte.
Een stinkdier had hem in
gaten gekregen en terwijl
zacht naderbij sloop met 't pl
het musje te verschalken, kie
Haantje het plotseling wee-
benauwd, dat hij de boerde)
verliet en weer juist op 't in
pertje aan de dood ontsnap
Een kleine nachtuil, die 't i
vaar gezien had, nam het m
naar zijn veilige nest en al hf
gauw viel Haantje in slaap.
HIJ WAS zo geschrokkj
van al die nare avontur]
dat hij de volgende ochtei
niet eens meer kon tjielpen i
een schor geluid uitbracht. j
Zijn stem had hij van schl
verloren en als jullie soms ee
een mus horen, die krast I
een kraai, dan kun ie er zek
van zijn, dat dat Haantje is.