LOF der SCHUCHTERHEID Weteringkerk verkocht voor vi Tent-kapel voor jonge gevangenen Eigen plaats in geschiedenis van de Afscheiding GEESTELIJK LEVEN ZATERDAG 14 JANXJARI 1967 DEZE publikatie, hoe onopvallend ook, betekent voor haar en voor wie haar nog kennen uit de eerste periode van het voormalige tijdschrift Ont moeting, een terugkeer. Deze terugkeer is tevens wat de vorm betreft een vernieuwing en wat de geest betreft een getuigenis van rijping. O ik weet het: dit alles speelt zich af bezijden de literaire actualiteit (een strijd van allen tegen allen).- Hoe vooruitstrevend -men ook mag zijn (en wie is er progressiever dan een christen die naar de toekomst toeleeft?), het is een onomstotelijk feit dat, mèt het oude, waarden verloren gaan, die men in de nieuwe periode voorlopig pijnlijk blijft missen. Laten we die verloren waarden eens opnoemen. Schroom, gevoel voor de nuance, ingetogen bena dering van het erotische, beschei denheid, stille overgave, een in nerlijke rijkdom van het ge moed. Dit zijn toch nieuwtesta mentische waarden! „Een stille en zachtmoedige geest, die kost baar is in de ogen van God." De harde werkelijkheid, de we reldproblemen, de overbevolking, de geest van efficiency, de verru wing als gevolg van het opkomen der massa's, het verlies van pri vacy en intimiteit, het materia lisme in een periode van betrek kelijke welvaart, de in wezen brutale inbreuk van de communi catiemiddelen in de huiskamers, dit alles maakt dat er voor de stille stemmen, de half in de schaduw schuilende mensen, de eenzamen geen particuliere aan dacht meer is. Een dichter die in deze samen leving zich moet ontwikkelen en een plaats moet zien te verove ren, moet deze jungle nu een maal aanvaarden en in zijn werk daarop reageren. Er is een wet van de betrokkenheid van de mens op zijn milieu; van een wis selwerking tussen het algemene Massa-artikel En wie die aanpassing niet kan volbrengen? Wie zo gestructu reerd is dat hij of zij in een vori ge periode geestelijk thuis was en in de nieuwe niet? Die komt niet in het voorpagina-nieuws en nauwelijks in het nieuws als zo danig. Die is voor de actualiteit nu eenmaal niet belangrijk. De modieuze „medemenselijkheid" is immers ook een massa-artikel ge worden. Muxikaal Het klinkt als een schrale troost, maar ik geloof dat onze verhoogde Heer voor zulke verschovenen en kwetsbaren bij zondere aandacht heeft. Niet voor de flinke problemensjou- wers, de actieven, typen die Aga tha Christie in haar detectivero mans altijd zo fijntjes in het zon netje weet te zetten. Dat zijn de gezonden, die geen dokter nodig hebben. Het dichtwerk van Anna Mer- (Van onze kerkredactieï AMSTERDAM verliest zijn Weteringkerk. De kerkeraad van de vrije evangelische ge meente heeft het gebouw voor een half mil joen gulden verkocht aan „een grote firma". Zelfs aan de gemeenteleden werd niet bekend gemaakt wie de koper is. Maar één ding is zeker. De Weteringkerk in de Derde Wetering dwarsstraat zal op den duur worden afgebro ken. De vrije evangelische gemeente gaat een nieuwe kerk bouwen in Amsterdam-Zuid op de hoek van de Betuwe- en de Veluwestraat; dicht bij de nieuwe RAI. Het kerkgebouw ligt in een wijk die nodig gesaneerd moet worden. Het gebouw is danig ver vallen en te groot voor de huidi ge gemeente, waarvan de leden her en der verspreid over de stad wonen. Uit de gemeente zijn dan ook geen proteststemmen te gen de verkoop opgegaan. Inte gendeel, de gemeentevergadering besloot met algemene stemmen voor de verkoop, want op deze wijze kon de bouw van een nieu we kerk gefinancierd worden, zonder dat de gemeenteleden op te zware lasten komen. Het besluit komt niet onver wacht. Reeds in 1938 werd er over de verkoop van de kerk gesproken. In een gedenkboekje ter gelegenheid van het zestigja rig bestaan van de vrije evange lische gemeente wordt al gezegd dat het gebouw dermate verval len is dat naar een ander moet worden uitgekeken. Het is ty pisch vrlj-evangelisch om meer waarde te hechten aan de leven de gemeente, dan het historische gebouw. In dat gedenkboekje worden nog geen twee pagina's aan het gebouw gewijd. Smelterij Amsterdam verliest in de Wete ringkerk allerminst een histo risch monument. Op de plaats waar de kerk nu staat was nog in 1857 een zilversmelterij ge vestigd. Dit gebouw werd ge kocht door een volkomen vrije gemeente, die zich de „Gerefor meerde Kerk" noemde en geleid werd door een onbevestigd voor ganger A. van der Linde. Gedeel telijk werd de smelterij afgebro ken en de muren werden ge bruikt voor de nieuwe kerk. die gebouwd werd op de groei. Maar al spoedig ging deze „Gerefor meerde Kerk" te niet en kwam het gebouw leeg te staan. In 1863 kocht de Rotterdamse predikant ds. C. van den Oever de kerk. die er een van zijn zoons in liet preken als oud-gere formeerd voorganger. Maar ken nelijk zag die geen kans de kerk vol te preken, want zeven jaar later ging het gebouw over in handen van de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis, waar van ds. J. G. Smitt de predikant was. De overdracht was waarschijn lijk niet helemaal naar de zin van ds. Van den Oever senior, want tijdens zijn laatste dienst in de Weteringkerk preekte hij over Jesaja 4 16 en 17 „Zie Ik ben het die de smid gescha pen heb. welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik ben het ook die de verderver gescha pen heb om te vernielen. Elk wa nen dat tegen u gekeerd wordt, zal niets uitrichten en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert zult gij in het ongelijk stel len." Heiliging Ds. J. G. Smitt heeft jarenlang in het gebouw tot zijn emeri taat in 1905 toe gepreekt, soms tot scharen van 1200 tot 1600 mensen, zodat velen met een Ds. J. G. SMITT staanplaats genoegen moesten ne men. Hij is vooral bekend gewor den als de man van de „tweede genade", de man die de heiliging predikte in het christelijk leven. Hij was een zoon van ds. W. W. Smitt, een van de eerste pre dikanten die na de Afscheiding van 1834 bevestigd werd. Al spoe dig kwam het tot een onderlinge breuk tussen de afgescheiden ker ken. De familie Smitt stelde zich in 1838 achter de „gereformeer den onder het Kruis", die een jaar later een eigen kerkelijke gemeenschap institueerden. De Afgescheiden Gemeenten en de Kruisgemeenten vonden el kaar weer tijdens de synode van Middelburg in 1869, maar de een heid heeft in Amsterdam eigen lijk alleen maar moeilijkheden gegeven. Het gevolg was dat de Weteringkerkgemeente zich ge heel losmaakte en een vrije evan gelische gemeente werd. Zustergemeente Door de fusie van 1869 waren er in Amsterdam twee christe lijke gereformeerde kerken, de ene van de Bloemgracht en de Keizersgracht, de andere in de Derde Weteringdwarsstraat. De eerste streefde met alle kracht een plaatselijke fusie na, maar de Weteringkerkgemeente vreesde de streng-kerkelijke in zichten van haar zustergemeente. De strijd was in zekere zin identiek aan het huidige conflict binnen de vrijgemaakte Gerefor meerde Kerken. De oud-af gescheidenen van de Kei- zersgrachtkerk wilden niet weten van broederlijke verstandhou ding met leden en in het bijzon der met predikanten van de Her vormde Kerk. Ds. Smitt daarente gen werkte samen met iedereen die met hem in Christus geloof de. Hij hielp rustig ds. Adema van Scheltema en dr, Cramer met evangelisatiebijeenkomsten en trok zich er niets van aan of er misschien wel op hetzelfde uur in de Keizersgrachtkerk een dienst was. De tegenstellingen kregen bo vendien nog een theologische ach tergrond, toen ds. Smitt in aanra king kwam met de Brighton-be- weging. De Amerikaanse predi ker Pearsall Smith predikte niet slechts de verlossing maar ook de heiligmaking. Door de wer king van de Geest van God be hoefden de christenen niet altijd slaven van de zonde te blijven. Deze overwinningsprediking gaf in Engeland de stoot tot een op wekkingsbeweging. die over ge heel Europa grote invloed kreeg. later dat hij daarvoor alleen maar een „voorwaardelijk evan gelie" had gepredikt, een evange lie alleen voor de uitverkorenen, maar dat hij door deze Brigh- ton-beweging had leren beseffen dat God wil dat het evangelie aan een ieder gebracht wordt en dat iedere christen de blijdschap van een volkomen verlossing van de zondemacht kan ervaren. Zijn gemeente moest aan de nieuwe prediking eerst wel wat wennen. Te lang was men opge voed bij de gedachte dat een christen het nooit verder kon brengen dan „de kennis van en de klacht over de innerlijke ver dorvenheid". Maar de blijdschap van de prediker zelf bracht de gemeente in een nieuwe vrijheid en schonk blijdschap die uitstraalde in alle richtingen. De verhouding met de Kei zersgrachtkerk werd er echter niet gemakkelijker door. De breuk kwam toen diè kerk aan merkingen maakte op het feit dat ds. Smitt na een reeks doör-de-weekse samenkomsten een avondmaalsdienst had belegd op donderdagavond. Toen boven dien de broeders van de Kei zersgracht de rechtzinnigheid van de prediking van ds. Smitt in twijfel gingen trekken, was de maat helemaal vol. Zelfstandig Verlossing Deze boodschap greep ds. Smitt zo zeer dat zijn prediking zich geheel wijzigde. Zelf zei hij Na langdurige besprekingen viel het besluit. Slechts twee mensen stemden tegen op de le denvergadering. De Wetering kerk trok zich terug uit de kerk gemeenschap en zou voortaan een zelfstandig bestaan leiden. In tien motieven werden alle daden van de Keizersgrachtkerk, waar aan men zich gestoten had, op gesomd. Ds. Smitt zelf nam aan de stemming geen deel. om zijn gemeenteleden niet te beïnvloe den, maar toen in 1878 de vrije evangelische gemeente zelfstan dig geconstitueerd werd, bleef hij met blijdschap haar predi kant. Het gedenkboek van 1938 schrijft: „Ds. W. W. Smitt (zijn vader) en de andere mannen der „afscheiding" hadden de gemeen te teruggevoerd tot de Dordtse Leerregels van 1619. Zijn zoon, ds. J. G. Smitt, leidde haar rechtstreeks tot de Heiland." Onder ds. Smitt werd de ge meente een blijmoedige, evange liserende gemeente. In 1882 werd zelfs onder invloed van ds. An dre Murray een aliedagkerk-peri- ode gehouden. Zes weken lang waren er iedere dag kerk diensten in de Weteringkerk. Maar ook het sociale werk werd niet vergeten. Er werd een „Ou de mannen en vrouwen-huis" op gericht en arbeiders konden 's morgens op weg naar hun werk een paar sneden beboterd brood krijgen mits ze een korte och tendwijding bijwoonden. Ook in andere plaatsen werden gemeen ten geïnstitueerd. Predikanten In de jaren van haar bestaan werd de gemeente slechts door een klein aantal predikanten ge diend. Ds. Smitt stond er tot 1905. Hij werd opgevolgd toen de gemeente in haar werk naar bui ten over haar grootste bloeiperio de heen was door ds. W. D. Lint hout van Nijverdal. Onder zijn leiding werden conferenties ge organiseerd die weer vele honder den uit het hele land trokken. Zo blij was men met ds. Linthout dat men maar niet kon begrijpen dat deze predikant een beroep naar Dordt had aangenomen. Men vond een merkwaardige ma nier om te proberen hem in Amsterdam,te houden. Toen ds. Linthout meedeelde dat hij weg ging, besloot de gemeente een te- genberoep op de eigen predikant uit te brengen. Maar daarmee hield men deze predikant niet Hij werd opgevolgd door een hervormde predikant, ds. W. C. Mense, die het gemeentelijk werk vooral geconsolideerd heeft. In 1925 kwam toen uit We- meldinge de vrij-evangelische predikant, ds. P. van Vliet, die jaren lang secretaris is geweest van de Bond van Vrije Evange lische Gemeenten. Na hem werd de gemeente nog gediend door ds. P. Mietes, nu in Zeist. Enkele jaren geleden werd hij opge volgd door ds. J. A. Hamers, on der wiens leiding de gemeente nu haar gebouw gaat verlaten om een nieuwe kerk in Zuid te betrekken. Eigen plaats De Weteringkerk heeft in de geschiedenis van de Afscheiding een geheel eigen plaats ingeno men. Toch maakte nimmer de kerk zelf historie, maar de ge meente in die kerk. Reeds in 1938 werd een bouwfonds in gesteld voor een nieuwe kerk. Toen was de gedachte dat men, als ieder lid een vierkante meter grond kocht, er al een heel eind Toen de plannen voor de kerk in Amsterdam-Zuid concrete vor men gingen aannemen bleek dat ieder gezin boven de vaste vrij willige bijdragen drie jaar lang anderhalf procent van het inko men moest offeren. De verkoop van de kerk heeft die last nu verlicht. De kerkeraad besloot nu van ieder gezin een half procent te vragen. Tijdelijk zal de gemeente onderdak vinden in een noodge bouw, maar zij hoopt dat de Amsterdamse autoriteiten een beetje mee zullen werken, zodat over ongeveer een jaar de nieu we kerk in gebruik genomen kan worden. Met blijdschap werd in de Derde Weteringdwarsstraat gekerkt. Met blijdschap wordt het vervallen gebouw nu verla tens is van nature muzikaal. Rechtstreeks kon zij die muzikali teit uitleven in strofische gedich ten, zoals „Szene am Bach", dat ik altijd een van haar mooiste verzen heb gevonden. Wanneer ik nu van vernieu wing spreek, houdt dat in dat zij in haar Klein dagboek die stren ge strofenvorm niet hanteert. Het schrijven van poëzie in op dracht kan een onmogelijke opga ve heten. Het komt daarbij voor de dichter op zelfkennis aan. Rake intuïtie Het getuigt van een fijne en rake intuïtie, dat Anna Mertens de vorm van een klein dichter lijk dagboek heeft gekozen. Iede re dag waarop gedicht wordt, wordt er een soort poëtische ba lans opgemaakt. Het grondgevoel waaruit ge dicht wordt, is aangeduid met het beroemde Pascal-citaat ujt Mystère de Jésus: „Jésus sera en agonie jusqu'a la fin du monde. II ne faut pas dormir pendant ce temps-la" (Jezus zal tot het ein de der wereld in doodsstrijd we zen, en dan moeten wij niet sla pen). Pascal zinspeelt hier op de strijdende en lijdende kerk, die moet blijven waken. Ander vlsk Want dit schuchtere en toch rij pe dichtwerk is helemaal vanzelf uiting van een christelijk ge moed. Dit boekje is dan ook een bijzonder geschikt belijde nisgeschenk, geen generale repeti tie van gereformeerde waarhe den, of stichtelijke lectuur die voor dit doel op bestelling is geschreven. Wel moet men zich realiseren dat het een heel ander soort ge dichten zijn dan in het zo enorm populair geworden bundeltje van Okke Jager; Worden als een kind. Anna Mertens' Klein dagboek ligt op een ander vlak. Ik wil dit met enkele cita ten duidelijk maken. ...En rijk zijn onverwacht Met momenten van schoon- EEN grotere tegenstelling tussen het be sproken werk van verleden week en van vandaag is niet denkbaar. Toen een uiter ste van grofheid en overtrokken manne lijkheid Ik Jan Cremer 2)nu de schuch tere, ingetogen stem van een dichtende vrouw. Ik bedoel het Klein Dagboek van Anna Mertens, geschreven in opdracht van de Staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Het is een uit gave van J. H. Kok te Kampen, het telt 45 bladzijden en het kost 4.90. En rust - omstreden bezit - Want wie in windstilte leeft, Weet zich omringd door stor- Maar deze stilte te zeggen Is goed en noodzakelijk, Want achter de storm staat God. ...O kwetsbaarheid die blijft, Wankelbaar evenwicht; Geef mij een basis van rust, Rust, die weerkeert en vast Vormt diepe ondergrond, Waaruit ik leven kan. ...Zult Gij in doodsstrijd zijn Tot het einde der tijden? Mogen wij niet slapen Gedurende dit Proces? O Processie van schoonheid, Die trekt naast die van het ...Wie geeft mij een nieuw geschenk, Dat mijn leven veranderen zal. Schoon in dezelfde baan? Geef mij geestdrift, Dat ik wonderen zie en hoor, Dat ik niet eindig met uit te spreken Woorden van liefde. De vier citaten zijn ontleend aan vier verschillende gedichten, maar men merkt hoezeer het he le boekje eenzelfde geest ademt, een geest van weerloze schuchter heid, diepe aanhankelijkheid en gelovige berusting. DR. C. RIJNSDORP Op een tent, een hut of zelfs hol lijkt de nieuwe kapel van bijzondere gevungenis voor jo mannen in Zutphen. Misschiet het beter om in dit geval vun tent te spreken. Duidelijk zijn de drie lentstokken te zien. De benedentvand van dit ultra moderne gebouw is van een s plastic-glas, dat het wel mogelijk maakt naar buiten te kijken, rnau Duidelijk is een vun de drie „tentstokken en huringen" vat kapel te zien. In de bak links komt een vijver. (Van onze kelkredactie) Midden tussen de boe renkool verrijst de kapel van de bijzondere gevan genis voor jonge mannen te Zutphen. 't Is een mo dern geheel en geïnspi reerd op een tent of een hut of zelfs een hol. Dat is Amerikaans. Want daar gaat men ervan uit, dat een kerk moet worden ge bouwd naar de oervorm van het verblijf waarin de mens beschutting heeft gevonden op aarde. Toen ds. A. L. C. Stelhvag (50), de protestantse geestelijke vader van de jongens, zo'n jaar of ze ven geleden naar Zutphen kwam, werd er kerk gehouden op zolder in een soort toneelzaal met een verhoging. Dat is er nu allemaal nog, maar de verhoging is weg. Ds. Stellwag noemt het een vorm van kerkelijke discrimina tie, hij zo hoog en de jongens daar ergens beneden. Grappig is het. dat het rooms-katholicke al taar ook naar beneden is geko men. Zo, naast elkaar, kun je el- kaap beter als gelijken ontmoe ten. Maar goed. de ruimte was toch niet geschikt en al tien jaar bestonden er plannen om een nieuwe kapel buiten te bouwen. En eindelijk heeft het rijk in de bus geblazen. Het ontwerp is van rijksarchitect Stelling. Zeventig plaatsen komen erin; dus niet eens zo erg veel. Voor de begeleiding zorgt een elektro nisch orgel. Vooral voor jonge mensen is dat prettig, in het bij zonder bij moderne liederen. Ook wordt er een geluidsinstallatie aangebracht voor het versterken van bandopnamen of platen. Met nadruk noemt ds. Stellwag het een „kapel" en geen „kerk". Via de kapel vertelt ds. Stell wag al gauw over de jongens en over het werken met ze. Vrijwel alle jongens, ook die bijvoor beeld van Hoenderloo of Neer bosch, komen uit gebroken gezin- Hun leeftijden variëren van 17 tot 23 jaar, maar de meesten zijn onder de twintig. Ze blijven niet langer dan drie jaar en niet korter dan een jaar. ,Een uitschieter naar boven", zoals ds. Stellwag het noemt, vormen de jongens, die zich eens een keertje „verslikt" hebben. Een uitschieter naar beneden zijn die jongens, die ernstig gestoord zijn. De officier wil ze echter niet naar een psychia trische kliniek verwijzen en vraagt dan: „Is er nog plaats bij Al gauw na zijn komst in Zut phen heeft ds. Stellwag zijn toga in de kast laten hangen. Alleen bij bijzondere gelegenheden, zo als de viering van het avond maal, trekt hij hem nog aan. Hij vindt, dat een toga afstand schept tussen hem en de jongens en zo'n gewaad lijkt verdacht veel op dat van een rechter. Ze hebben er met elkaar eerst eens over gesproken, waarom een dominee „Zo'n jurk aan moest hebben". Want van de preek komt vanzelf het gesprek. Zondag ging het bijvoorbeeld over Donald Campbell, die omge komen autoracer. „Is dat nu sport, overdreven risico, of wat is het nu?" Een van de jongens is een tijd lang bij de Beatniks in Parijs geweest. Hij sliep onder de Seine- bruggen. Daar wordt eens een praatje over gemaakt en in aansluiting daarop over de ar moede. Hij gaf toe, dat het hem wel was tegengevallen, al lijkt het leuk en avontuurlijk. Met de Kerstdagen was de plaat „Seven o'clock news" favo riet. Het is een plaat, die op een heel sentimentele manier begint met Holy night, dat ineens wordt vervangen door keihard nieuws. Bij de kerstnachtdienst speel den trompetten. Het is merkwaar dig, vertelt ds. Stellwag, hoe die rabauwen dan eerbiedig en aan dachtig luisteren bij het „Jesus. joy of men's desiring". Hele ruk Een kerkdienst van drie kwar tier vindt ds. Stellwag een hele ruk en een schrale beweging, want daarna moeten ze toch weer naar hun kamer (een ver bouwde cel). Een gestichtszondag is namelijk de saaiste die er is. Tegenwoordig wordt na de kerk koffie gedronken. Plaatjes wor den gedraaid, dia's vertoond, een verhaal verteld of een spel ge- De voorbereiding is niet zo ge makkelijk. ,,'k Heb wel eens op een zaterdag gezegd: „Ik heb nu wel een preek, niet beter of slech ter dan anders, maar hij is toch niet geschikt voor deze jongens." Het is meer vertellen dan pre ken, bijvoorbeeld over Jozef of Mozes. Doordeweeks zijn er groepsbij eenkomsten of contactavonden. Soms worden gespreksgroepjes gevormd van ongeveer tien jon gens. Het is wel een heel corvee om een behoorlijk gesprek met elkaar te beginnen. Basis Want als de een liet bijvoor beeld niet met de ander eens is. valt er wel eens een opmerking als: Heb je wel eens een deuk in je schedel gehad? En dat is dan vaak de basis voor een gesprek. Deze jongens hebben veel mo gelijkheden gemist. Thuis ging het niet al te best. Als kind al hebben ze alle energie nodig ge had om zich te handhaven. Ze zijn hard. Als ze stranden, gebeurt dat meestal in hun vrije tijd. Want werken doen ze om hun recreatie mogelijk te maken. Die is het be langrijkste. Hebben ze te weinig geld, dan zien ze er op een ande re manier aan te komen. Het is die typische meeloop- groep, die graag een rel maakt. Maar je moet ze gewoon aanvaar den en vooral niet de populaire jongen uithangen, zegt ds. Stell wag. Op hun beurt aanvaarden zij jou dan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 14