OOK
WEERLOZEN
WEERBAAR
i
f
WEINIGEN slechts zullen het zich
herinneren, want het behoort niet
tot het wezen van de krant, het
geheugen lang vast te houden.
Maar vorig jaar plaatsten wij bo
ven deze beschouwing die aangrijpende foto
van het Vietnamese gezin: een wanhopige
moeder met haar niet-begrijpende kinderen,
en dat in het onrustige water van een was
sende stroom.
De herinnering aan deze foto van nu al
weer een jaar geleden bewijst, hoe ook dit
jaar, bij alle veranderingen die zich hebben
voorgedaan, zo heel veel hetzelfde is ge
bleven.
Want nóg woedt in Vietnam de bittere
strijd, dragen er mannen en jongens de wa
penen, vluchten er moeders en kinderen,
raakt er het leven ontwricht en is er al even
min als toen uitzicht op het einde van alle
spanning en verdriet.
HET leven gaat snel, voor ons aller
besef zelfs steeds sneller. Er gebeurt
ook veel. De krant kan het nauwe
lijks bevatten en moet onvermijdelijk
een keuze doen.
Maar wie denkt op elke laatste dag en
avond van het voorbijgespoede jaar niet óók
aan de oudtestamentische wijsheid, dat wat
er is er ook reeds was. Het nieuwtestamen
tisch verlangen, naar een nieuwe hemel niet
alleen, maar bovendien naar een nieuwe
aarde, wordt er te klemmender om.
Onze wereld is er een van machteloze
I Wensen, die elkaar niet wezenlijk als men
sen kunnen benaderen en die in hun mach
teloosheid te gemakkelijker geneigd zijn naar
de wapenen te grijpen. Welk een mogelijk
heden tot ontmoedigende misverstanden zijn
er dan al niet!
De Amerikaanse president, soms hoe
begrijpelijk een moe man, en zijn volk
zijn er voor zichzelf van overtuigd, te strij
den voor de vrijheid der mensheid. En wij
mogen ons dankbaar herinneren, hoe wij
zelf, nog niet eens zo lang geleden, óók door
hèn uit de verdrukking zijn verlost ge
worden. Maar vandaag lijkt een groot deel
der mensheid hun niet veranderde bedoelen
te ervaren als een brute en brutale overwel
diging. Een in zichzelf machteloze wereld
van in zichzelf machteloze mensen.
OOK in 1966 reikten we naar de maan
en dè verre sterren en het ogenblik
nadert waarop de kleine mens de
eerste voet kan zetten op verre
planeten. Maar op het platte vlak
van onze eigen aarde voelen we ons onzeker
en bezorgd.
Dit laatste omdat zoveel wat onder ons
zekerheid scheen te hebben op drift is ge
raakt. Ook de gedachtenwerelden zijn in be
weging gekomen. Er is een soms meedogen
loze toetsing van de waarden op hun wer
kelijke waarde, en niet weinigen onder ons
ondergaan dit als een wrede onttakeling.
Die onttakeling voltrekt zich trouwens bij
tijd en wijle in een bedenkelijke mate van
liefdeloosheid ook onder ons. Wie begeert
aan vertrouwde waarheden vast te houden,
loopt spoedig het risico, voor verouderd door
te gaan. Wie echter, jong of oud, opvalt door
zucht naar vernieuwing, heeft in deze eeuw
De fotograaf James Atherton maakte deze diep menselijke plaat
van president Johnson. De foto is opgenomen in World Press
Photo 1966.
van overtrokken publiciteit al spoedig een
streepje voor.
IN zulk een eeuw glijden ook de jaren
voort. Wie bijvoorbeeld heeft erbij stil
gestaan, dat onlangs de afstand tussen
1900 en 2000 alweer voor tweederden
was verstreken? De laatste eeuwwisse
ling raakt al verder verwijderd, die nieuwe
komt al naderbij. In tal van bespiegelingen
heeft dat jaar 2000 reeds een vreemde aan
trekkingskracht gekregen; welnu, het lijkt
spoedig te zijn aangebroken.
Een eeuw beleven wij waarin de mens
veel vermag. Zijn kunnen schijnt onbeperkt.
De prestaties blijven dan ook, ondanks het
gewenningsproces dat zich ook hier voltrekt,
schier onvoorstelbaar. Maar de machteloos
heid blijft, ook vooral dan wanneer de nim
mer aflatende beweging overgaat in een echt
menselijke bewogenheid als waarvan dit
jaar trouwens weer voorbeelden te zien heeft
gegeven.
DE krant heeft ook dit jaar van dit al
les gewaagd. Zij heeft er de lezers
kring van verteld, er de lezerskring
over ingelicht. Zij heeft, waar het
pas gaf, ook getracht, lezer en le
zeres te helpen zich over zoveel wat er ge
beurde, dichtbij en veraf, een verantwoorde
mening te vormen.
Want te leven in deze tijd is minder dan
ooit iets vrijblijvends. En het lezen van een
krant is evenmin een vrijblijvende zaak als
het maken van die krant. Lezen is weten, en
elk weten is een klop op ons geweten.
Onze wereld is er een vol van vragen, die
ook door de gebeurtenissen tot ons komen en
die om een antwoord roepen. Ons leven moet
ook in dit opzichl een verantwoord leven zijn,
en laten we dankbaar wezen voor alle moge
lijkheden die ons tot een beleving van onze
verantwoordelijkheid worden geboden.
Tegen deze verantwoordelijkheid echter
die van ons allen wordt gevraagd zullen wij
ook moeten zijn opgewassen. Dat betekent
een weerbaarheid van geestelijk karakter,
die, dank zij Gods genade al evenmin tot de
onmogelijkheden behoort en die alleen een
gelovige aanvaarding behoeft. Dan kunnen
ook wij machtelozen sterk worden, niet in
onszelf, maar in de Heer en in de sterkte van
Zijn macht.
VAN deze geestelijke wapenrusting
lezen we in Efeze 6. Men zou het
kunnen nalezen, vanavond als het
jaar sluit, en ook morgen als veer
een nieuw jaar begint. Van die
waarheid en van die gerechtigheid. Van die
helm der zaligheid en van dat zwaard des
geestes. En niet te vergeten van dat evan
gelie des vredes.
Maar met zulk een toerusting is dan ook
wat te beginnen. En bovendien te voltooien.
Ook voor ons mensen, die nu nog zo vaak
machteloos staan bij de brokken.
Wij wensen allen voor 1967 toe een goed
gebruik.