Persoonlijk contact in 'n ziekenfabriek is het KERSTBIJLAGE 1966 Hoe denken een dominee, wiens haren vergrijsden in dienst van de gemeente, en vijf dominees-in-spé - theologische studenten - over de jaarlijks verplich te „kerstsfeer" Wij vroegen hun menning. Ds. D. Broer: Ds. D. Broer (63) is gerefor meerd predi kant in Spij- kenisse sinds december 1957. Hij is geboren in Noordhol land. Zijn eer ste gemeente was Surhuis- terveen, later gevolgd door Koog-Zaan dijk. In augustus 1946 ging Ds. Broer als legerpredikant naar Indonesië. Van 1948 tot 1957 stond hij in Haulerwijk. Ds. Broer heeft de herderlijke zorg over een geheel nieuwe wijk die zich snel uitbreidt en waar zich hoofdzake lijk jonge gezinnen vestigen die uit heel Nederland komen. Ook behoort de oude kern van Spijkenisse bij zijn „ge bied". Hier daalt echter het inwonerge tal gestaag. we Testament. Daarin is het niet alleen een herinnering, maar juist een vooruitzien naar een op nieuw komen." Wat verwacht u van gezamen lijke bezinning op dit „probleem" door verschillende kerkforma- ties?" Opener T^IGENLIJK is het een ziekte. Het wordt allang zo gevoeld. Maar het loopt gelukkig wat af". Dit is het directe antwoord van ds. D. Broer, ge reformeerd predikant te Spijkenisse, op de vraag ,,Zijn de vele kerstwijdingen voor bejaarden, voor volwassenen, voor de jeugd, voor zieken en voor wie eigenlijk niet, nog langer gewenst?" Ds. Broer: „Ja. dat is een van de vele praktische punten die moeten worden doorgenomen. Als de een er bezwaren tegen heeft, moet de ander het niet op hemelen. Dan breek je eikaars werk af. Over het algemeen is gezamenlijk beleid op dit soort punten wenselijk. Hier in Spijkenisse doen we dat binnen de Incos (een inter kerkelijk overlegsorgaan) waar echter ook meer inhoudsvolle din gen worden doorgesproken. Het voornaamste winstpunt van een dergelijke bezinning vind ik wel dat men opener tegenover elkaar komt te staan". Voor bejaarden en zieken is het een verkwikking de lietde van hun medemensen te erva ren. Anders ligt dat met de kerstwijdingen in het alge meen. Ze wakkeren de kerstro- mantiek aan. De zoete, consump tieve sfeer van de Sinter klaas-tijd wordt voortgezet en het Kerstevangelie moet hierin dan een rol spelen; Zo'n wijding is erg binnen waarts gericht. Ze moet immers de knusse sfeer van de samen komst dienen met het gevolg dat men de wereld vergeet; Moe en verzadigd komt men op Eerste Kerstdag in de kerk. De weken ervoor waren zo vol van Kerstmis dat alles wat nu nog komt mosterd na de maaltijd lijkt Ik zou alleen een bijeenkomst in de Kerstweek willen orga niseren als daarbij niet op het Kerstfeest wordt vooruitgegre pen en als men er bovendien de predikanten buiten laat. Het komt aan op de creativiteit van de gemeente zelf. De dominees hebben genoeg aan hun preken. Gelukkig behoeft niet elk jaar Lucas 2 te worden uitge kamd. Toch ontkomt men vaak niet aan een zekere sleur. Hier aan kan wel wat worden ge daan: In de Adventstijd moeten de preken slechts beperkt heen- wijzen naar Kerst, zodat er op de dag zelf nog wat wezenlijks te zeggen is. Sterke besnoeiing van het aantal Kerstpreken: Eerste Kerstdag 's morgens de blijde verkondiging van het Kerstfeest, zonder randfiguren en -situaties en dan 's middags het Kerstfeest echt vieren door verhaal, muziek, spel en zang. En dan verzorgd door verenigin gen of zondagclubs. We zijn toch allen blij Maar de Kerstboodschap is niet alleen voor ons zelf. We moeten haar ook doorgeven aan de wereld dichtbij en zo moge lijk veraf. Een zekere versobe ring zou ons daarbij niet mis staan: wat er op christelijke feestdagen „naar binnen wordt gewerkt" is gelet op de situatie in de wereld meer dan schan dalig; het is een complete ka rikatuur van wat het Kerst feest bedoelt Kortom, we moeten proberen iets meer te leven uit de boodschap van Kerstmorgen. Dan vallen wij in de goede zin op bij onze onkerkelijke mede mensen. De sleur van ieder jaar wordt slechts doorbroken A. van Buuren (hervormd) Op het Kerstfeest worden wel heel duidelijk de breuklijnen zichtbaar tussen het terrein van de theologie en de ruimte van de kerk. Zo wordt er wat de theologie betreft, tot het tele visiescherm toe, volop gespro ken over: God is dood. God is afwezig, God zwijgt Veel kerk leden zijn gaan twijfelen aan de kerk, anderen slaan met een onrustig hart de geloofspraktij ken binnen de kerk gade. Als we alleen maar letten op de verborgenheid van God, zien we de andere „eigenschappen" van Hem gemakkelijk over het hoofd. Hij is niet alleen de af wezige, Hij is onder anderen de afwezige. We mogen God echter niet vastspijkeren op één as pect, dan blijven er scheidingen tussen de mensen onderling, dan verheffen we ons op onze eigen beperkte Godskennis. Uit eindelijk is God steeds anders dan de mensen beweren. Hij is ook veelal aanwezig op verbor gen wijze, onzichtbaar werkend als zout. In deze lijn, die door de hele geschiedenis loopt staat ook het Kerstverhaal. God kennen betekent vreug de en pijn. Dit wordt samenge bracht in het feest rondom de geboorte van Christus. Dat mag een predikant telkens opnieuw doorgeven. Maar niet op elke kerstwijding. Belangrijker is dat hij er is als mens onder de Kerstfeest doet ons trouwens mens worden, omdat het ons er aan herinnert dat we iets voor elkaar moeten betekenen: als navolgers van Christus. Zonder dit alles klapt dit feest in el kaar. Wat blijft er over: een geest van zelfgenoegzaamheid. Dit alles is voor mij de beteke nis van het Kerstfeest. als de gemeente haar opdracht weer ziet. Alleen vanuit de praktijk van het geloof ontstaat behoefte aan het Evangelie. Er mogen steeds andere vormen komen, één ding staat vast: een verandering op de preekstoel zonder verandering onder de preekstoel is kort en goed een kunstgreep. Uit een en ander vloeit voort, dat ik wat sceptisch sta tegeno ver „gezamenlijke" aanpak, want de persoonlijke inzet wordt hierdoor snel op non-ac tief gesteld. Maar als men sa men iets zinvols (zonder een oe cumenische show te willen weg geven) kan ondernemen, mag men dat niet nalaten. Th. A. F af ié (ev. luthers) Laten we eerlijk zijn: de hui dige viering van het Kerstfeest heeft bitter weinig te maken met de Bijbelse boodschap. Kerstkalkoen, kerstboom, kerst boom, kerstbal en dergelijke zijn een aanfluiting voor deze boodschap. De kerk vond het kennelijk nodig met heidense midwinterfeesten te gaan con curreren. En het gaat haar nog goed af ook! Het is te verklaren waarom zoveel nadruk op het Kerstfeest valt. De tijd van het jaar vraagt om warmte en gezellig heid en bovendien is een blijde gebeurtenis (geboorte) voor ie dereen te begrijpen. Bij het Paasfeest liggen de kaarten an ders; dan wordt er een ge- loofsbeslissing gevraagd. Kerst feest is nog „in" bij velen. Maandenlang komt men niet in de kerk, maar de Kerstnacht dienst zal men niet overslaan. Met „De herdertjes lagen bij nachte" wordt men weer gesticht en kan men er weer een jaar tegen. We moeten af van al die apar te kerstfeestvieringen. We moe ten gaan saneren. Misschien krijgen we dan de hongerige naaste weer in het oog. Voor de predikanten die al deze wijdin gen moeten leiden is het vaak een lijdensweg. De centrale woorden uit het Oude Testament vrede, ge rechtigheid en waarheid wor den in het nieuwe opnieuw doordacht en moeten zo aan de gemeente worden verkondigd, dat ze waargemaakt kunnen worden. Hoe denken we over de oorlog, over het onrecht en over de leugen? Laten we de slechte plekken in de maatschappij gerust aanwijzen, dan weten de kerkgangers dat het de kerk serieus gaat om het bewoonbaar maken van de we reld. Na bijna 2000 jaar christen dom: nog steeds oorlog, nog steeds rassendiscriminatie, nog steeds honger. Een schandaal voor de kerk. We hebben in ^e kerk geen poespas nodig om de jeugd en de buitenkerkelijken te trek ken, al moet er aan de liturgie wel wat worden gedaan. Het gaat ten diepste om de vraag, wat de kerk aan de wereld heeft te zeggen en wat zij voor de wereld doet. Laat dit keer de Kerstboodschap ons aanzet ten tot een daadwerkelijke ac tie. J. Kruis chr. geref.) Het Kerstfeest moet door de gemeente als geheel worden ge vierd, zoals bij een familiefeest ouders en kinderen samen blij zijn. Het accent ligt dus op de kerkdienst, wat niet betekent dat bejaarden en zieken niet zelf een kerstsamenkomst mo gen hebben. Ook mag men de kinderen op de zondagsschool „hun" Kerstfeestviering niet ontnemen. De kerkdienst op Eerste Kerstdag zal overigens een an der karakter moeten hebben dan een normale dienst. Dit hoogtepunt aan het begin van het kerkelijk jaar moet een féést zijn. Maar hoe? Zeker niet zo, dat de gemeente een uur of langer geamuseerd wordt. Wil de kerk echt Kerstfeest vieren, dan zal ze zich bij het wonder van Christus' geboorte betrok ken moeten weten. Alleen aan dit wonder heeft de kerk haar leven te danken. Te veel is de komst van Christus op aarde een van zelfsprekende zaak. Hier ligt een grote taak voor de predi kanten. Het is natuurlijk niet al leen maar feest als de dominee welbespraakt is of zeer origi neel of een machtige vent voor de jeugd. Hij zal met zijn ga ven moeten proberen iets van het wonder door te geven aan de gemeente. Helaas wordt het feestgedruis veelal overstemd door ruzietjes over onnozele bijzaken. Is het vaak niet zo, dat de verwonde ring over wat God doet, ver drongen wordt door veront waardiging over wat mijn me debroeder doet? Wie buitenker kelijken wil bereiken, moet niet met mooie woorden komen en er dan zelf niet naar leven. Gezamenlijke bezinning over de vraag hoe het (Kerstevange lie moet worden gebracht, is ze ker noodzakelijk. Want elke kerk staat in een andere situa tie, heeft andere contacten en men kan dan dus veel van el kaar leren. Maar dan moet er wel over inhoud én vorm gesproken worden. Als in die bezinning ook Christus centraal staat en als zij vergezeld gaat van gebed, mogen we er ontzag lijk veel van verwachten, zowel voor de kerk als voor de we reld. Misschien is dit wat te idea listisch geredeneerd. Dat zou ze ker zo zijn als dè kerk niets met het Wonder te maken zou hebben. Maar nu de kerk haar bestaansrecht aan dit Wonder te danken heeft, mag iedere ge lovige een idealist zijn! H. J. J. Feenstra geref. vrijg.) Het Kerstevangelie dient pri mair in de kerk gepredikt te worden. Een kerstwijding kan misschien in het ka der van de evangelisatie goede diensten bewijzen, als het dan maar niet gaat om de roman tische sfeer. Vaak blijft het dan bij het kerstfeest: het Kind i de kribbe gaat er bij de mensen nog wel in. De lijdende Christus aan het kruis is veel minder aantrekkelijk, de Hemel vaart is goed voor een vrije dag en over een Pinksterwij ding wordt niet eens gedacht. In feite volgen deze heilsfeiten elkaar echter in op klimmende lijn op. Een dominee zal met vreugde zijn medewerking aan een kerstbijeenkomst geven als hij tenminste het Woord mag door geven en niet als hij alleen maar mag fungeren als „offi cieel cachet". De mogelijke eenzijdigheid van Lucas 2 wordt gelukkig doorbroken door de Bijbel zelf. Een predikant die alleen maar over dit Bijbelgedeelte preekt, doet tekort aan de rijk dom van de Heilige Schrift. Alleen door de Bijbel te laten spreken, kan hij jong en oud, kerkelijken en onkerkelijken bereiken. Het „er staat geschre ven" is het krachtigste argu ment van een predikant. Van een gezamenlijke bezin ning behoeft men niet veel te verwachten, zolang men binnen de oecumenische beweging wel de vraag naar de eenheid, n niet die naar de Waarheid aan de orde stelt. Het gebeurt vaak onder het mom van liefde en verdraagzaamheid. Men gaat dan echter voorbij aan 1 Cor. 13 vers 6: „De liefde is blij met i de Waarheid". Zo ontbreekt de I basis voor een gemeenschappe lijke bezinning op het „pro- DOOR: Leen de Ruiter Hij zegt verder: „In de plaatsen waar ik vroeger heb gestaan was het zo dat ik al drie weken tevoren alle wijdingen moest sluiten. Ik heb dat een paar jaar gedaan. Toen heb ik gezegd: ik pas er voor. Ik wil met Kerst ook nog preken. Geluk kig zijn later de jeugdverenigin gen deze wijdingen gaan combi- Het is meer sentiment in plaats van geloof, een uitholling van de werkelijke zaak, een mythologise ren. Het accent wordt verlegd van Jezus naar de buitenkant, naar de sfeer. Dan ben je weg. Dat is mijn hoofdbezwaar. Met Kerst is er grote toeloop en applaus, met Pasen zie je nog een paar mensen met zakjes eie ren lopen, op Hemelvaartsdag gaat men uit en met Pinksteren zie je helemaal niemand meer. Let wel, ik ben geen tegenstan- DOOR: Aad Begremann C7 der van bijvoorbeeld, een kerst boom. Dat is een kwestie van vrijheid. We moeten echter oppassen het niet alleen te zoeken in die uiterlijkheden, de veelheid en al leen de stemming met lichtjes uit en kaarsjes aan. Hebben we dan in zo'n bijeenkomst „de Ko ning aanbeden"? Ik heb er dan vaak niets van gevoeld. Als ik dan zo'n tournee achter de rug had, mocht ik per gratie op Tweede Kerstdag (die was ook heilig) een liturgische dienst leiden, maar er moesten minstens twee meditaties in. Beu Na afloop van het geheel zei ik dan wel „ik ben het beu". Een ouderling zei daarop eens: „Je moet blij zijn dat je het mag doen". Die had het evenmin be grepen. In Indië kon het niet anders, daar moesten we met een groep je medewerkers alle eenzame posten langs en moest iedereen een beurt hebben. Ik heb daarte gen veel minder geageerd. In Hol land was het te overvloedig en overbodig. Die jongens in Haar lem met die hongerstaking, dat vind ik fijn. Die hebben er iets van begrepen. Daarbij wil ik dan wel mythologiseren. Bent u van mening dat de pre dikanten onnodig worden belast door ze steeds te vragen voor ope ning of sluiting van dergelijke bijeenkomsten? Etiketje Ds. Broer: „Ik ben een felle tegenstander van het spreken van slotwoorden. In Friesland moest je als predikant soms tot drie of vier uur in de morgen aanwezig blijven bij een bruiloft. Ik ben er op een gegeven ogen blik mee gestopt, 't Was alleen maar een etiketje. De dominee is geen automaat. Bovendien is het daardoor soms een verzoeking tot oneerlijkheid. Een slotwoord is geen pasmunt die je los in je zak hebt zitten". Mag men van een predikant verwachten dat hij in zijn leven vijftig keer op een andere ma nier over Lucas 2 preekt, om van de honderden Adventspreken nog maar te zwijgen? RANO-ROTTERDAM: ('OEDENAVOND luisteraars, hier is RANO-Rotter- J damuw eigen station. Vanuit de studio in de kelder van het dertien verdiepingen hoge Dijkzigt- ziekenhuis klinkt wekelijks deze zin in de oren van duizenden patiënten in de Rotterdamse ziekenhuizen. Het is de stem van een van de twaalf medewerkers van de RAN O-ziekenomroep, die weer een programma van twee uur inluidt. Om te weten te komen van wie die stemmen achter de microfoon zijn, hebben we op de deur geklopt, waarboven het rode lampje brandde ten teken dat er een uitzending de lucht in ging. Hulpbronnen Ds. Broer: „Ik probeer het steeds anders. Ik kijk veel wat anderen doen. Ze kunnen je op een idee brengen. Bovendien heb ben we tegenwoordig veel goede hulpbronnen. Die gebruik ik vooral voor de ideeën. En boven dien, je moet je kranten lezen, weten wat er gebeurt. Verder is niet Lukas 2 alleen te gebruiken bij een Kerstpreek. Voor sommi ge mensen wordt het dan wel een teleurstelling, maar je kunt ook Johannes 2 en bijvoorbeeld 2 Corinthen 8 nemen. Dit jaar wordt het toch wel weer Lucas 2. Er zijn daarin ook veie mogelijkheden. En wat de Advent betreft, de Bijbel staat er vol mee. Advent is het komen van Christus. Dat beeld is te vin den in het Oude en in het Nieu- „Over drie minuten gaan we er uit," zegt Con Tuyl (26), die zich programmaleider mag noemen van de ziekenomroep Rotterdam. Technicus Harrv Lodders (21) voert een paar bliksemsnelle han delingen uit op het instrumenten paneel voor hem en omroeper Wim Visser (27) kondigt met een melodieuze radiostem het laatste verzoekplaatje aan. Kortom: het is een studiosfeer die bij elk radiostation wordt aangetroffen. Het verschil zit al leen hierin dat de man achter de micro dagelijks voor de klas staat, de technicus een ambte naar van de gemeente Rotterdam is en de programmaleider over dag als tekstschrijver op een re clamebureau werkt. Een team van enthousiaste jon gelui, die hun vrije tijd spende ren om de luisteraars in de witte bedden hun gedwongen verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. DOOR: Wim Troost Actueel Voorzitter van de stichting Zie kenomroep Wim Visser vertelt dat er wekelijks totaal vijf pro gramma's worden uitgezonden in ziekenhuis Boezemsingel, het Ha venziekenhuis en in Dijkzigt. Vroeger waren het nog meer zie kenhuizen, maar men kon het eenvoudig niet meer aan. Vanuit het oogpunt van tijdsbesparing worden de uitzen dingen rechtstreeks uitgezonden. Dit heeft tot voordeel dat de pro gramma's actueel zijn. Zo kunnen de patiënten van hun bed telefonisch „in" de uit zending komen en een verzoek plaatje aanvragen. Dan wordt uit de discotheek van veertienhon derd platen geput. Overigens le veren deze verzoekjes wel proble men op omdat men nu eenmaal als amateur te maken heeft met een gebrekkige collectie. De platen zijn voornamelijk af dankertjes. Vandaar dat de pla- tenman in het studiootje van de PANO graag pla ten tegemoet ziet die thuis toch nooit meer wor den gedraaid en die voor de pa tiënten van een van de Rotter damse ziekenhui zen (voor de RA- N O-medewerker altijd luisteraars) een paar aange name minuten muziek kunnen betekenen. Voor al platen van Kees Deenik, Gert Timmerman, IJ.E. koren en „populaire klas sieken" zijn In deze uitzendingen favoriet. Vooral in het Havenziekenhuis hebben de programma's nogal eens een internationaal tintje. Dit komt door de vele buiten landse zeelieden die er worden verpleegd. Zij kunnen met een plaatje in hun eigen taal het idee krijgen dat al liggen ze in een vreemd land ziek ze niet ver geten worden. In tranen Zo is het voorgekomen dat een Turk in tranen uitbarstte toen hij een Turks muziekje kreeg aangeboden in een uitzending waarvan de RANO-medewerkers zeggen: van die muziek begrepen we helemaal niets. Deze zieke Turk. die eens in de zoveel tijd van een ambassadelid een bezoek je kreeg, had door deze plaat het idee dat een stukje van zijn ver- Met dit voorbeeld komt het doel van de RANO duidelijk naar voren. Een persoonlijk con tact tot stand brengen in een enorme „ziekenfabriek". Naast de platenprogramma's worden ook reportages uitgezon den van Rotterdamse gebeurtenis sen. Het chauvinisme van de Rot terdammers speelt hierbij een grote rol om de patiënten via de microfoon dingen uit hun ver trouwde omgeving te laten mee maken. Een van die reportages was een excursie in de metro on der de Coolsingel. De luisteraar kon van zijn bed alle handelin gen van het kaartje kopen tot aan de uitgang toe meemaken. Ook gesprekken met gewone Rot terdammers bewijzen hun nut. Een van de hoogtepunten van een uitzending is het aantal tele foontjes dat van buiten het zie kenhuis de uitzending binnen komt. Meestal betreft het een ver zoekplaatje voor een familielid dat in het ziekenhuis ligt. Zo is het gebeurd dat een familielid vanuit Dordrecht een plaat aan vroeg. Op de vraag van de omroe per waarvandaan werd gebeld kreeg de dame voor wie het ver zoekplaatje was bestemd met de omschrijving van de plaats waar de telefooncel stond de indruk dat ze weer helemaal thuis was. Toen bovendien bleek dat bui ten de cel het Leger des Heils speelde en de man die stond te telefoneren de deur van de cel opende, konden de RANO-luiste- raars in Rotterdam meeluisteren met wat er in Dordt op straat gebeurde. De programma's die In de klei ne (bijna te kleine) studio worden opgenomen, zijn zeer goed van kwaliteit. Op het jaarlijkse con gres van ziekenomroepen in Ne derland is een klankbeeld van de RANO-Rotterdam beloond met de eerste prijs. Het klankbeeld werd via radio Veronica uitgezon den in een programma van Soc- handi. Ook met de andere omroe pen bestaat er een regelmatig contact. Op het moment dat u mis schien aan uw kerstcake zit, wordt via de RANO een kerst groet uitgesproken in vele talen. Hieraan zullen ambassadeleden en predikanten en geestelijken van buitenlandse kerken meewer ken. RANO-mensen noemen het „hun hobby". Wij noemen hun „hobby" menselijke warmte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 22