iVERANDEREN
Harmonie
Keerpunt
in
politiek
Computers
voor de
klas
de tv
Techniek
zonder
grens
KERSTBIJLAGE 1966
7
Is het mogelijk de kerk van
morgen te beschrijven? Groei
en tendenzen van heden wer
kelijk uit tot de kerkvormen
van morgen?
Niemand zal dat beweren.
Het zou een over het hoofd
zien betekenen van het werk
van de Heilige Geest. Wel zal
de kerk, staande in het eeuwi
ge evangelie en de tijdelijke
en verwarrende situatie van
dit moment, zich op haar ko
mende taak moeten bezin-
De tekenen wijzen op een
toenemend radicalisme, zowel
binnen als buiten de kerk. Als
radicale keus voor Christus
kan dit slechts een zegen voor
de toekomst zijn. Maar een
rechts- en een links-radica-
lisme betekenen een kloof
die de evangelieverkondiging
zal bemoeilijken.
De nieuwe, radicale theo
logie moge geworteld zijn in
een verouderd wetenschappe
lijk denken, maar spreekt met
zijn antwoorden de moderne
mens aan. Daarom mag de
Kerk, en in het bijzonder de
orthodoxie, haar niet met een
hooghartig gebaar afwijzen,
maar moet zij zich bezinnen
op de wijze waarop zij zelf de
mens van vandaag kan
aanspreken.
Er lijkt een nieuw apolo
getisch (geloofsverdediging)
tijdperk aan te breken. Niet'
alleen moeten de antwoorden
getoetst en zo nodig veroor
deeld worden die anderen
geven maar ook gezocht naar
eigen antwoorden op de vra
gen van vandaag.
Na een periode waarin
het accent viel op „kerkelijke
eenheid" lijkt nu een a-kerke
lijke periode aangebroken. De
kerken doen daarom wijs,
niet in de eerste plaats zich te
beroepen op een traditioneel
kerkelijk of synodaal gezag,
maar zó te spreken dat zij de
mens van vandaag iets te zeg
gen hebben.
Waar leden van kerken sa
menwerking zoeken (voor bij
belstudie, evangelisatie, of so
ciale acties), zullen de kerken
in het huidige kerkelijk vrij
blijvende klimaat niet hun
aanwezigheid moeten opdrin
gen, maar dit werk wèl be
moedigend en kritisch begelei
den.
De veranderende beschei
dener wordende wetenschap
zal in de komende jaren on
getwijfeld van bovenaf het
denken van de mens be-
invloeden, eerst de intellec
tuelen en later de massa.
Daarom zullen de antwoor
den van vandaag morgen
misschien nauwelijks voldoen.
Dit vraagt voortgaande be
zinning.
Noch de progressieve pio
niers noch de meerderheid in
de kerk mogen de tradionele
of conservatieve minderheid
loslaten, en er evenmin hoog
hartig op neerzien. De minder
heid lijdt vaak onder de into
lerantie van de progressieve
toleranten.
De nadruk heeft de
laatste jaren sterk gelegen op
de daad, op medemenselijk
heid en op sociale acties. Er
zal voor moeten worden ge
waakt dat de Woordverkondi
ging niet in het gedrang komt
en dat solidariteit-met-de-me-
demens de solidariteit-met-
God verhindert.
Dat de zendingsopdracht
niet tot het verleden behoort,
is nu wel weer duidelijk.
Maar willen we de jonge ker
ken en staten werkelijk hel
pen, dan zal de Kerk naast
wat reeds gedaan wordt door
het Wereldfonds voor christe
lijke lectuur ook steun moe
ten geven aan pers, radio en
televisie.
Wie dit alles onderschrijft
moet oppassen zich niet te la
ten verleiden tot een mense
lijk activisme. Gods Geest
waait waarheen Hij wil. Nuch
ter verstand is geen substi
tuut voor luisteren naar Gods
Geest en Zijn Woord.
Noodzakelijk is in dit alles
een gehoorzaam zich laten lei
den door Gods Geest, opdat
wij niet door de tijdgeest zul
len worden meegesleurd.
Tot dusver hebben de
discussies over de genezing
van onze zieke democratie
nog geen concrete ivsultaien
opgeleverd. Integendeel. Tal
van aanbevolen middelen blij
ken erger dan de kwaal.
Het geschop tegen ons par
tijpatroon heeft niet geleid tot
een heilzame vermindering
van het aantal partijen, maar
juist tot een verveelvoudiging
van het aantal politieke doe-
het-zelvers.
De versplintering neemt
wanstaltige vormen aan. Voor
de komende Kamerverkiezin
gen zijn niet minder dan 40
kandidatenlijsten ingediend,
bijna evenveel als in het
ranpjaar 1933. Niemand moet
gek opkijken als we straks
met twaalf partijen in de
Tweede Kamer zitten.
Zo kan het natuurlijk riet
langer. Er moet iets verande
ren. Dat lukt ook, maar het
zal wel een kwestie va.n heel
lange adem worden. In dit
land is niets zo moeilijk als
het opruimen van oude ver
trouwde kaders. Die bezwij
ken niet door ingrepen van
buitenaf, maar door innerlijke
zwakte.
Op het ogenblik zijn ze r.og
sterk genoeg om een reeks
van verkiezingen te kunnen
overleven. Maar het begin
van het einde tekent zien af.
Het zoeken naar nieuwe par-
tijvormen, gevoed door een
groeiende twijfel aan de juirt-
heid van de bestaande, is be-
Biochemici verwachten dat
de mens zijn eigen evolutie
zal gaan beheersen. Uit de la
boratoria de tempels van
de moderne natuurwe
tenschap stamt het denk
beeld dat de mens kunstmatig
zal moeten worden aangepast
aan de wereld van de tech
niek. „Hoe moeten we super
mensen kweken?" is de vraag,
naar het antwoord waarvan
koortsachtig wordt gezocht.
Middelen om het lichaam
en de geest beter te laten
functioneren zullen van elek-
tromechanische, chemische en
biologische aard zijn. Het is
geen vraag meer, of de
mensen zover zullen komen,
maar wanneer.
Verwacht wordt:
Het aanbrengen van
plastic kunstorganen met elek
trische componenten in het
menselijk lichaam, tussen
1975 en 1985;
Verlenging van het
menselijk leven met 50 jaar
door chemische beheersing
van het verouderingsproces,
tussen 1995 en 2023;
Algemene biochemische
immunisering tegen bacterie-
en virusziekten, tussen 1983
en 1994;
De creatie van een primi
tieve vorm van kunstmatig le
ven tussen 1980 en 2000;
Correctie langs che
mische weg van erfelijke de
fecten, zodat overbrenging
daarvan bij de voortplanting
voorkomen wordt, tussen 1990
en 2000;
Toepassing van bioche
mie voor stimulering van de
groei van nieuwe organen en
ledematen, tussen 1995 en
2007;
Gebruik van farmaceu
tische preparaten, die het in
telligentiepeil duurzaam ver
hogen, tussen 1984 en 2015;
Vergroting van intelligen
tie door directe e'.ektromecha-
nische verbinding tussen
hersenen en een elektronisch
brein, tussen 1990 en 2020.
gonnen. Dat is niet meer te
rug te draaien.
Het jaar 1966 zal straks
geen rumoerig .intermezzo,
maar een wezenlijk Keerpunt
blijken te zijn. Het Kan rng
een generatie duren, maar op
een goede dag zullen de politi
ci de sprong naar nieuv/e, aan
trekkelijke en duidelijke par
tijverhoudingen wagen.
Dat wordt bespoedigd door
het proces van schaalvergro
ting, waarin na ons bedrijfsle
ven ook ons politieke leven te
recht zal komen. Wij bedoelen
dit. Tegen het jaar 2000 zulien
voor ons Nederlanders de ver
kiezingen voor het Europese
parlement, de volksvertegen
woordiging van de Verenigde
Staten van Europa, belang
rijker zijn dan de verkiezin
gen voor het parlement van
de deelstaat Nederland.
De parlementaire begelei
ding van een waarlijk geïnte
greerde Europese politiek
vraagt so wie so andere partij-
vormen dan die, waarmee wij
anno 1966 onze binnenlandse
probleempjes trachten te be
naderen.
Niet bedoeld als een
voorspelling maar als voor mo
gelijk te houden, geven wij
nu een beeld van onze cultuur
in de toekomst. Daarvoor moe
ten wij uitgaan van de op de
linker-pagina geschetste cha
os.
Vrijwel alle levensterreinen
zijn aangetast door een neu
rose die Neumann „een
soort heilige ziekte" noemt.
De kunst van onze tijd, zegt
hij, neigt naar een radicaal
spiritualisme, een verheerlij
king van de geheimzinnige
heerschappij van innerlijke
en buitenpersoonlijke mach
ten. (Daarom is het onjuist, de
ze gevoelsmatige, dus irratio
nele kunst voor intellectueel
te houden).
De ziekte werkt niet uitslui
tend negatief. Waar de chaos
wordt overwonnen, duikt dat
gene op wat er achter ligt:
het nieuwe, dat wel komen
moet. Is het ondenkbaar, dat
deze vrucht van de chaos kost
baarder zal blijken te zijn
dan menige andere verworven
heid?
Misschien slaat de neuro
tische kunst ons in het gezicht
om ons te storten in wat Neu
mann noemt het bovenmense
lijk centrum, dat behalve
oofsprong van veranderingen
ook het centrum is voor de
geboorte van het nieuwe.
De verhevigde ervaring van
dit bovenmenselijke dat cp
zijn tijd elk patroon verbrok
kelt en systemen vernietigt
zal er, gelijk in de geschiede
nis zo vaak is gebleken, ook
straks toe leiden, dat de mens
opnieuw de draad naar boven
wil grijpen. Eenmaal bevrijd
uit de boeien van het eigen
onderbewuste, zal die mens
wederom zijn God eren als
een overweldigende, troost en
zekerheid schenkende macht.
Wij nlogen erop vertrou
wen, dat het antwoord op de
vernietiging van ons cultuur
patroon een nieuwe opbouw
zal zijn; een canon die zich
wederom als een eenheid-in-
harmonie manifesteert. Re
den tot wanhoop behoeft er
niet te zijn, indien wij besef
fen, dat de mens ook met
de kunst die bij hem hoort
ondanks duisternis en chaos
mag leven in de verwachting
van de grote vervulling. Een
vervulling waarheen hij on
derweg is.
Onze politieke partijen zou
den er goed aan doen zich bij
hun streven naar vernieuwing
door dit toekomstperspectief
te laten leiden.
Wat zullen de gevolgen zijn
van het op massale schaal ge
bruiken van de computer, de
denkende machine?
Geleerden zijn algemeen
van oordeel dat tussen 1970
en 1975 onderwijsmachines
zullen worden toegepast. In
de school van de toekomst zit
ten de leerlingen rondom een
elektronische leraar. De com
puter zal lesgeven, en daarna
zullen de leerlingen vragen
stellen. De machine stelt ver
volgens ook vragen; geven de
leerlingen de juiste antwoor
den, dan komt de volgende les
aan de beurt.
Verwacht wordt dat dit de
gevolgen zullen zijn van het
gebruik van de computer op
andere levensterreinen:
Artsen zullen bij het stel
len van de diagnose gebruik
maken van de computer, door
alle mogelijke gegevens in de
machine te deponeren, waar
na deze een diagnose geeft;
Op grote schaal zullen ver
taalmachines worden ge
bruikt. Zullen de menselijke
tolken verdwijnen?
Reeds thans worden, wel
iswaar nog primitieve, com
posities door computers ge
maakt. Verwacht wordt dat
eens computers lichte muziek
en begeleidende muziek voor
films zullen componeren;
Sprekende, horende, ziende
en schrijvende computers zul
len tot gevolg hebben, dat tus
sen 1980 en 1996 robots in gro
ten getale worden ingescha
keld als hulpen in de huishou
ding, vuilnismannen en secre
taressen;
Automatische vliegtuig
besturing;
Het bestaan van een ma
chine, die in staat is een
IQ-test te ondergaan, en het
presteert, daarbij 150 of hoger
te scoren;
Geautomatiseerde biblio
theken;
Algemene toepassing van
computers ten dienste van de
belastingheffing/ inning;
Elektronische breinen zul
len in toenemende mate poli
tieke besluiten aftasten op het
effect, na te zijn gevoed met
alle beschikbare militaire, eco
nomische en sociologische ge
gevens.
Wat moet er gebeuren om
de vrijetijdsbesteding in goe
de banen te leiden? In de
eerste plaats een nieuwe stede-
bouwkundige ontwikkeling,
gebaseerd op een andere fi
losofie in de planologie en te
verwezenlijken door een sa
menspel tussen overheid en
particulier initiatief.
Rijks zegt: „We moeten le
ren in andere structuren te
denken. Ingenieurs, architec
ten en economen zijn de theo
logen van de toekomst. Zij zul
len een woonklimaat schep
pen, dat rekening houdt met
de mens die er moet wonen,
leven. Rust en ruimte zijn de
voorwaarden, die hen moeten
leiden bij de bouw van nieu
we woonwijken."
„In het buitenland vindt
men al hier en daar voorbeel
den, die illustratief zijn voor
een nieuwe gedachtengang in
de stedebouw. In Zweden en
Duitsland zijn woonwijken
gesticht, waar op een kleine
oppervlakte een compromis is
gevonden tussen intiem wo
nen en voldoende ruimte rond
om de flatblokken."
„De jeugd en moeders met
kinderen hebben leefruimte
nodig buiten de vier muren
van de woning, maar dat bete
kent niet, dat plantsoentjes
met wat bomen en struiken
daarvoor uitsluitend de acces
soires zijn."
De instelling van de mens
ten opzichte van zijn vrije
tijd zal ook veranderen. Oude
ren zullen daarmee meer moei
te hebben dan de jeugd. Voor
het onderwijs ligt er een taak,
de jonge generatie te leren le
ven met vrije tijd, omdat het
om levenszaken gaat.
Zeker is, dat als dit facet
wordt verwaarloosd, de jeugd
criminaliteit, kortom de hele
misdaad, zal toenemen. Daar
van zijn trouwens nu reeds
tendenzen waar te nemen.
Dan is er het kader, dat lei
ding gaat geven aan de vrije
tijdsbesteding. Opleidingsinsti
tuten zullen vakmensen afle
veren, functionarissen, die
van recreatie hun beroep heb
ben gemaakt.
Het medium televisie is *-
na vijftien jaar de kin
derschoenen nog nauwelijks
ontgroeid. Maar de ontwikke
ling gaat snel, veel sneller
dan men aanvankelijk had
verondersteld.
Wat zijn de gevolgen? Op
basis van jongste ervaringen
kan men vermoeden, dat de
instelling van het kijkerspu
bliek zich in positieve zin zal
wijzigen. Het wordt beter tot
oordelen bevoegd en daardoor
ook kritischer.
Dat zal vooral zijn uitwer
king niet missen op bestaande
structuren in onze maatschap
pij, met name de kerken en
politieke partijen. Kennis van
en begrip voor andere milieus
dan waarin men zich altijd ge
borgen heeft gevoeld zullen
zonder twijfel conflicten op
roepen.
Kerken en politieke partij
en, in het bijzonder de confes
sionele, zullen hun structuren
aan de veranderende mentali
teit moeten aanpassen, als zij
er zonder kleerscheuren wil
len afkomen.
Dr. Van Gorkum meent, dat
zij een structuurvorming moe-
Ticket naar
de maan
Fantasie of werkelijkheid?
Geleerden in Amerika
voorspellen, dat er in 2000
mensen op de maan zullen wo
nen en dat er op commerciële
basis naartoe zal worden ge
vlogen. Dat wil zeggen, dat
men op aarde een ticket zal
kunnen kopen voor een retour
vlucht naar de maan, waar
dan uitgebreide bases zullen
zijn ingericht.
Men zal dan ook de beschik
king hebben over ruimtevoer
tuigen, die meer malen bruik
baar zijn. Het bemande sta
tion in de ruimte, dat deze
voertuigen onderweg a.'s „hal
te" zullen aandoen, zal niets
bijzonders meer zijn, want
dat verwacht men al in 1C70
(een station met tien man).
De wetenschap zal dan ook
zover zijn, iat Mars en Venus
eveneens binnen bereik ko
men. Wat nu nog verre toe
komst lijkt, zal dan volgens
de voorspellingen werke
lijkheid zijn: een bemande re
tourvlucht naar beide mvjoe-
nen kilometers verre plane
ten.
Voorlopig waagt men zich
nog niet aan de voorspelling
of het een vluent met landing
zal zijn. Maar .n ieder geval
daar houden de geleerden
zich aan zullen Mars en
Venus dan even dichtbij zijn
als de ipaan over enkele ja-
ten zoeken, die mobiliteit
waarborgt. Zo niet, dan zullen
zij aan kracht inboeten, en
wellicht hun greep op de mas
sa verliezen.
De invloed van de televisie
zal nóg groter worden, hoewel
de kijkdichtheid afneemt, als
er de hele dag programma's
worden uitgezonden. De kij
kers, door de televisie zelf kri
tischer gemaakt, gaan selecte
ren. Meer dan tot nu toe zul-
'lil
len zij die programma's kie
zen, die hun bijzondere be
langstelling hebben.
Dat betekent, dat ook de te
levisie zich moet aanpassen.
Zij moet proberen de pas bij
te houden. Het valt niet te zeg
gen hoe, omdat uitspraken
over andere kijkgewoonten en
mensen steeds een speculatief
karakter behouden en in elk
geval ongeschikt zijn als lei
draad voor een planning op
lange termijn.
Buiten kijf is, dat met name
de amusementsprogramma's
qua inhoud en vorm beter
(moeten) worden, intelligen
ter. De kijker-van-morgen
neemt geen genoegen meer
met lichte programma's, die
op het ogenblik in vrij brede
kring zekere populariteit heb
ben.
Betere artiesten, geschoold
in de showbusiness, zullen
voor de camera's de plaats
moeten innemen van de onge
twijfeld goedwillende „ama
teurs", die thans nog zonder
moeite de kans krijgen, zich
op het scherm te vertonen. Er
Binnen het kader van deze
twee pagina's kunnen niet al
le toekomstige ontwikkelingen
worden aangestipt De te ver
wachten doorbraak in de tech
nologie in de komende decen
nia toont echter fascinerende
facetten, die niet mogen wor
den vergeten.
Hieronder volgt een greep
uit de verwachtingen van 82
vooraanstaande geleerden, die
hun toekomstvisie gaven in
een Amerikaanse enquête:
Betrouwbare weersvoor
spellingen;
Beperkte beheersing van
het weer op regionale schaal,
tegen aanvaardbare kosten;
Sociale aanvaarding en
gebruik op grote schaal van
niet-verdovende middelen, die
bepaalde veranderingen in de
persoonlijkheid veroorzaken;
Economisch verant
woorde mijnbouw op de bo
dem van oceanen;
Tenminste 20 procent
van de wereldvoedselproduk-
tie wordt verkregen door agra
rische exploitatie van de zee
bodem;
Toepassing van onder
wijsmethoden, waarbij directe
overbrenging van informatie
in de hersens plaats heeft;
Voortschrijding van de auto
matisering in de kantoorsec
tor en de dienstverlening, lei
dend tot uitschakeling van 25
procent van het huidige ar
beidspotentieel;
Dienstbaar maken van ra
dar aan blinden, door toepas
sing van electronica;
Geautomatiseerde uitoefe
ning van het stemrecht, waar
door wetgeving op basis van
het geautomatiseerde ple
bisciet tot de mogelijkheden
behoort;
Fascimile kranten en
tijdschriften, die worden over
geseind en afgedrukt bij de
geabonneerde thuis;
Internationale overeen
komsten, die de gehele wereld
bevolking een zeker verzor
gingsniveau garanderen als ge
volg van de produktiestijging
door automatisering;
Enkele ongeloofwaardig
klinkende prognoses, die niet
door alle geleerden werden on
derschreven:
Ontwikkeling, vanuit de
geautomatiseerde communica
tie, van een universele taal;
Het gebruik van telepa
thie gedachtenoverbren-
ging in de communicatie;
De opwekking van een
kunstmatige schijndood van
lange duur, waardoor rei2en
in de tijd mogelijk zou zijn;
Het fokken van intelli
gente dieren voor ongeschool
de arbeid;
Communicatie in twee
richtingen met wezens op an
dere hemellichamen;
Beheersing van de zwaar
tekracht
zullen ook meer financiële
middelen op tafel moeten ko
men. Alle waar naar zijn
geld!
De verwachting is, dat tele
visie een sterke impuls wordt
voor creativiteit, juist in ver
band met de groter wordende
vrije tijd. Zij kan, mits goed
gebracht, een stimulerende
werking hebben op het beoef-
nen van tal van hobby's.
Dr. Van Gorkum vindt de
angst, dat televisie passiviteit
in de hand werkt, misplaatst.
Zijn overtuiging is, dat vele
programma's de kijkers tot ac
tiviteit dwingen. Het actieve
kijken zal groter worden, als
de zendtijd wordt uitgebreid.
De televisie zal dan de basis
leggen voor een algemene be
langstelling voor tal van facet
ten.
Tal en last
Van alle Europese landen
neemt de bevolkingsgroei in
Nederland het meest toe; in
vijf zes jaar met een mil
joen inwoners. Tegen het eind
van deze eeuw wordt dit aan
tal in drie jaar bereikt. Boven
dien is in geen van de Westeu-
ropese landen het aandeel van
de beroepsbevolking in de to
tale bevolking zo klein als bij
Tot 1970 komt hierin weinig
verandering. Tot 1970 is de
aanwas van beroepsbevolking
1,3 pet. per jaar en van de
totale bevolking 1,5 pet. Reke
ning houdend met één jaar
leerplichtverlenging neemt in
vijf jaar de beroepsbevolking
met 268.000 personen toe te
gen de totale bevolking met
bijna een milioen.
De verkorting van de ar
beidsduur tot 1970 bedraagt
slechts 4 pet. of ongeveer een
half uur per dag bij
consumptiestijging per hoofd
van 40 pet. in de periode
1962 tot 1970. Het produktie-
ver'.ies tengevolge van werk
tijdverkorting is 2,5 pet. en
tengevolge van vakantiever
lenging 0,5 pet.
Tot 1970 stijgen de loon
kosten per jaar 6 k 7 pet., wat
aanmerkelijk beneden de 10
pet. blijft uit de jaren
1960-1965. Hierbij is rekening
gehouden met conjuncturele
fluctuaties en een minder
krappe arbeidsmarkt In de
loonraming zijn de sociale
lasten begrepen.
De overheidsbijdrage in de
sociale lasten is voor 1970 be
rekend op 1395 miljoen, te
gen 486 miljoen in 1965.
De huren gaan tot 1970 met
meer dan 20 pet. omhoog. Ook
gaan omhoog de prijzen van
landbouwprodukten en zowel
de directe als de indirecte be
lastingen, waardoor in 1970 de
particuliere consumptie 16
pet in prijs stijgt
In 1970 zullen per jaar niet
veel meer woningen worden
gebouwd dan 125.000; vooral
de kwaliteitsverbetering remt
de toeneming af. De kwali
teitsverbetering loopt op tot
20 pet. en krijgt voorrang op
het aantal te bouwen wonin
gen.
Voor 1970 wordt een bedrag
voor ontwikkelingshulp uit de
algemene middelen verwacht
van ƒ800 miljoen, tegen ƒ400
miljoen in 1966. Ook al is het
loonkostencijfer met 6 4 7 pet.
per jaar laag geraamd, dit
looncijfer zal nog uitgaan bo
ven de toeneming van de ar-
beidsproduktiviteit, ongeacht
de 16 pet. prijsstijging. De ver
groting van het werkne
mersaandeel in het nationaal
inkomen zal gering zijn even
als de stijging van de particu
liere consumptie. De particu
liere besparingen nemen daar
entegen opmerkelijk toe tot 16
pet
De film gaat in het jaar
2000 een enorme toekomst te
gemoet (tenzij hij achterhaald
wordt door een ander tech
nisch communicatiemiddel,
dat efficiënter is, maar
daar ziet het niet naar uit).
Immers dan zal de mens per
etmaal 2 i 3 uur slapen, ge
middeld 100 jaar worden en
over een zee van vrije tijd
beschikken.
Bovendien zal het onder
wijs (zowel binnen als bulten
schoolverband) geheel door de
film beheerst worden. Een der
de deel van een mensenleven
zal besteed worden aan vrije
tijd en een ander derde deel
aan onderwijs.
Tweederde deel van een
mensenleven zal dus groten
deels in het teken van
film staan. De filmproductie
zal onvoorstelbaar toenemen.
Deze ontwikkeling zal een
grote vakkundigheid eisen
van een enorm toegenomen
aantal mensen die in en met
het medium film zullen werk
zaam zijn. Aan de kwaliteit
van iedere film zal zeer hoge
eisen worden gesteld, omdat
de vergelijkbaarheid en daar
mede de concurrentie enorm
zal zijn toegenomen.
Voor Nederland zal dit bete
kenen, dat het zich zal moeten
gaan specialiseren in de infor
matieve film bestemd voor on
derwijs, opvoeding en infor
matie. De vrije-tljdsfilm
(bestemd voor het amu
ment) zullen we aan anderen
moeten overlaten, omdat wij
Nederlanders (wij bewijzen
dit reeds 70 jaar lang) nu een
maal niet „film-dramatisch"
zijn aangelegd.