WÊmmmm
Auca's stampten op
Ber/ijnse trottoirs
„Waarom
geloven
ze niet
allemaal?
j Dode wordt
mier
VAN OERWOUD NAAR ATOOMEEUW
U DOET GEWELDIGE DINGEN, MAAR...
„God heeft ons
gezonden"
Marcus in
Auca-taal
W&I-mZC&SSÈÊÊÊÊm' 1
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1966
(Van onze kerkredactie)
RIP VAN WINKLE viel in slaap,
was honderd jaar lang niet
wakker te krijgen en stond toen
ineens in een andere wereld. Zo
begint een Amerikaans sprookje.
Dit probleem heeft velen bezig ge
houden: Hoe voelt iemand zich
uit de dertiende eeuw, die plotse
ling in onze tijd wordt overge
plant Hoe zouden wij reageren,
als we ineens in het jaar 1966
wakker zouden worden Er zijn
twee mensen die het weten, twee
Auca-indianen, die vorige week
nog naakt met hun werpspeer de
jungle introkken, en die nu wonen
in de kamer naast de mijne op de
tweede verdieping van het Hilton-
hotel in Berlijn, waar ze het we-
reldevangeliesatiecongres bezoe
ken. Wat een kans voor een jour
nalist. Gemakkelijker komt hij niet
aan een verhaal. En toch in
de kamer naast de mijne leven ze
even ver bij mij vandaan als in de
jungle van de Amazone, want ik
kan niet met hen spreken en zij niet
met mij. Er is er slechts één die
een heel klein beetje begrijpt van
wat zij ervaren. Dat is Rachel
Saint, de vrouw die het evangelie
van Marcus in hun taal heeft over
gezet. Maar zelfs zij is er niet
helemaal zeker van of ze hen vol
ledig doorgrondt, want uiteinde
lijk is zij een vrouw. En geen
Auca, zelfs geen christen-Auca,
vertelt een vrouw alles wat hij
denkt of ervaart.
Rachel Saint met de twee Auca-indianen op Berlijns Kurfürstendamm.
Rachel Saint, de moedige Amerikaanse taalgeleerde, zuster
van de vermoorde zendingspiloot Nate Saint, heeft als
eerste - en tot nu toe enige - blanke de Aucataal geleerd.
Zij heeft de Aucataal op schrift gesteld en reeds het evan
gelie van Marcus vertaald. Nu werkt ze aan andere bijbel
boeken. Iedere avond tegen zonsondergang komen de vol
wassenen van de stam bij haar huis om te leren lezen. Kimo
wsa eerst een van de weinigen die weigerden. Hij zag het
nut er niet van in. Maar toen het Marcus-evangelie werd
uitgedeeld, kwam hij bij haar en zei: „Nu Gods Woord er
is, ik wil ook leren lezen, want ik wil weten wat God zegt".
Rachel Saint hielp als tolk om een gesprek met de Auca's
Kimo en Komi te hebben.
TTUN geschiedenis is bekend. Op de allereerste
pagina „Geestelijk Leven" van ons zondagsblad
berichtten wij meer dan tien jaar geleden, hoe de
eerste poging om de Auca's met het evangelie te
bereiken geëindigd was in een bloedbad. Vijf jonge
Amerikaanse zendelingen vonden de dood. Komi, de
oudste van de twee Auca's hier in Berlijn, was een
van de vijf aanvallers. Kimo, een paar jaar jonger,
is de zoon van de leider van die groep.
Maar de vrouwen van de vijf vermoorde jonge
mannen gaven het niet op. Betty Elliott en Rachel
Saint zuster van piloot Saint zagen het als hun
taak niet te rusten eer de Auca's het evangelie zou
den gehoord hebben. De andere vier vrouwen van
de vermoorde zendelingen aanvaardden de taak om
zo veel mogelijk mensen in de wereld tot gebed op
te roepen voor hun werk.
samen een tekst uit hun hoofd,
uit het boek dat zij noemen:
„Gods inkerving".
Evangelisatie
VRAAG: Wat zijn uw indruk
ken van het leven in het westen?
KIMO: U doet veel geweldige
dingen. Die telefoons vind ik
prachtig (hij wees op mijn band
recorder). Maar ik zie hier veel
mensen waarvan sommigen gelo
ven en sommigen niet. Waarom
geloven ze niet allemaal?"
VRAAG: Wat geloofde u eer u
het evangelie hoorde?
KOMI: Toen ik een kleine jon
gen was geloofde ik nergens in.
Mijn grootvaders geloofden ook
nergens in. Maar nu ik opge
groeid ben en ik een kans heb
gekregen om in God te geloven,
ben ik hierheen gekomen om met
u samen te zijn, om alle broeders
te ontmoeten.
VRAAG: Kunt u iets vertellen
over uw jeugd?
KOMI: Wij leefden heel erg
slecht, omdat we niet in God ge
loofden en onze zielen waren
zwart. Wij speerden mensen,
vreemdelingen en stamgenoten.
KIMO: De ouderen leerden ons
als kind al de speer gebruiken.
Onze ouders spraken wel eens
een beetje over God, maar dan
raakten zij van het junglepad af.
VRAAG: Wat vreesde u het
meest?
KOMI: We vreesden onze ei
gen familieleden, die heel erg
De Auca-taal biedt zijn eigen
moeilijkheden voor wie de bijbel
wil vertalen. Hier zijn enkele voor
beelden:
Marcus 3:12 Jezus sprak nis een
stamhoofd: Jullie moeten allemaal
stil zijn. Ik zeg: Vertel niet wie ik
Marcus 4:39 Jezus zei toen:
„Waarom blaast de wind (in vredes
naam)?" Toen werd de wind niet
blazende. „Water boud je kalm, doe
dat toch niet", zei Hij. Toen werd
bet water vlug kalm en deed niets
Marcus 11:24 Nu dat het geval
is, wat j© ook met God bespreekt,
altijd spreekt met het vaste voorne
men te geloven. God zal voor u doen
□aar wat je vraagt.
slecht leefden en ons wilden do- ving en het is
den. en ook alle vreemdelingen, schrift,
omdat wij dachten dat zij ons
levend zouden opeten.
VRAAG: Wie vertelde u het
eerst van de Here Jezus Chris
tus?
KIMO: Ik hoorde van God en
van Christus en dat Hij mijn zon
den wilde wegwassen. Toen ge
loofde ik in God en werd erg
gelukkig. Wie had het mij kun
nen vertellen, opdat ik het zou
kunnen horen? En de mensen be
nedenstrooms. kunnen het nog
niet horen.
KIMO: Toen ik zo leefde,
kwam Dayuma (het meisje dat
de stam ontvlucht was en door
het getuigenis van Rachel Saint
tot geloof kwam en toen met
haar mee trok naar het dorp) en
die zei, God leeft en je moet in
Hem geloven, (Dit woord,- zegt
Rachel Saint, betekent letterlijk:
Helemaal jezelf tot doel stellen
te geloven).
VRAAG: U bent nu met Dayu
ma getrouwd. Wat betekent het
evangelie in uw huwelijk?
KIMO: Dayuma leerde mij uit
Gods Woord, dat je met één
wouw moet leven en niet met
heel veel vrouwen, zoals onze
mensen altijd deden. En nu le
vend met mijn ene vrouw Dayu
ma, leef ik gelukkig.
VRAAG: Hoe noem je het
boek, dat de boodschap van Je
zus Christus bevat?
KOMI: Het is Gods inker-
goed ge- zonsondergang kom ik. Overdag
werk ik, maar dan kom ik en
leer ik en als ik een heleboel
geleerd heb zal ik tot anderen
gaan spreken en anderen gaan
Iedere avond tegen leren wat God zegt.
Enige niaanden geleden kon
den wij berichten dat hun gebed
verhoord is. Het dorp van moor
denaars is een dorp van gelovi
gen geworden. Zondags komen
zij bijeen onder een dak van ge
droogd gras. Ze zingen de drie
liederen die ze zelf gemaakt heb
ben. Ze luisteren naar de predi"
king van een van hen. Ze leren
En niet alleen komen zij bijeen
en ontvangen zij zendelingen
vriendelijk, zij zijn ook al een
zendende kerk geworden. Tegen
het einde van een dienst, nu al
weer bijna een jaar geleden, zei
Komi, dat hij iets te zeggen had
van God. „Maar Ster", zo zei hij,
want zo noemen de Auca's Ra
chel Saint, „we ga^n eerst zin
gen." En ze zongen de nieuwe
wooraen van nei monotone ouue
scheppingslied, dat letterlijk
slechts uit één toon bestaat met
ïen boven- en een ondertoon, en
Jat een vreemd ritme heeft, dal
geen westerling nog precies heeft
kunnen nabootsen.
Ze zongen van de schepping
door God, van de zondeval, van
de komst van Christus, van Zijn
dood aan het kruis, van Zijn we
derkomst. Toen stond Komi op
en wees naar het westen waar de
jungle ==i zo mogelijk nog die
per wordt en zei: „God heeft mij
geroepen om de andere Auca's te
vertellen dat God leeft en onze
zonden wil vergeven."
Een kleine groep mannen trok
Gikita Af. Komi (links), Gaeti K.
Kimo middenmet Rachel Saint
(rechts) bespreken de vooruit
zichten van de jacht. Met de lan
ge blaaspijpen schieten ze hun
vergiftigde pijlen- af.
er enkele weken later op uit Zes
dagen lang waren zij verzwolgen
door het oerwoud en toen keer
den zij terug met de boodschap
dat zij geen van hun stamgeno
ten hadden kunnen vinden.
Ze trokken er opnieuw op uit
Acht dagen bleven zij weg, maar
de moessonregens kwamen vroe
ger dan gewoonlijk, de rivieren
zwollen en dreigden hun terug
tocht af te snijden. Weer was
hun tocht tevergeefs.
Moedeloos
Rachel Saint vertelde me dat
ze toen moedeloos werden. „Ster",
zeiden ze tegen haar, „het heeft
geen zin. En als wij hen vinden
dan zullen ze ons toch maar do
den en ze zullen komen en alles
van u stelen en ook u misschien
doden." Ze zei niet veel, alleen
maar: „Laten we er samen om
bidden". Het gebed gaf nieuwe
moed. De oudsten herinnerden
zich een oud junglepad, dat weer
volkomen was dichtgegroeid en
h'ët dorp ging aan' hét werk: Het
werd weer vrijgemaakt Maar
toen ze een goed eind gevorderd
waren vielen de andere Auca's
hen aan en zij moesten vluchten.
En nu zijn zij in Berlijn en
„ertelden in een bijeenkomst
van het c wereldevangelisatie-
congres iets van hun beleve
nissen. Voor het eerst dragen zij
westerse kleren, en vielen zich
er stijf in en opgesloten. Toen ze
uit het vliegtuig stapten in New
York en de stad in gingen,
schrokken ze zo van de auto's,
die ze nog nooit gezien hadden,
dat ze nauwelijks een voet durf
den te verzetten. Ze stampten
met hun voeten op de grond om
te proberen of de cementen trot
toirs hen wel konden houden. In
het vliegtuig naar Europa kre
gen ze een sandwich. Ze kneed
den hem samen tot een grote bal
en staken hem in één keer in
hun mond.
ook gedood, maar dan zal
God ook weer iemand anders
zenden."
Evangelie klonk in geestelijk vacuüm
Diep in het oerwoud
van het Amazonegebied
wonen de Auca-indianen,
de .meest gevreesde stam
ter wereld. Tot vijf jaar
geleden hebben zij nim
mer een vreemdeling
op hun geb'ed toegelaten.
Maar ook onder elkaar
moorden zij om het min
ste of geringste. God ken
nen zij alleen als de schep
per van de pauw, die op
zijn beurt de wereld heeft
geschapen. Als iemand
sterft, wordt hij een rode
mier. Jaren geleden heeft
Kimo, die nu een van de
leiders is van de kleine
gemeente van cristen-
Auca's, zijn vader ge
vraagd: ,,En wat gebeurt
er als de mier sterft?"
,,Dan is er niets over",
was het antwoord.
Vreemdelingen kenden
ze alleen als vijanden.
Hun gebied wordt om
ringd door soldaten, die
opdracht hebben om iede
re mogelijke aanval van
Auca-indianen af te slaan.
De regering van Ecuador
heeft er al eens over ge
sproken de gehele stam te
vernietigen om rust te
krijgen in dit gebied.
Maar de angst voor deze
mensen, die slechts een
speer en blaaspijp met
vergiftigde pijlen kennen,
is te groot.
Ze zijn ervan overtuigd
dat de vreemdelingen het
allemaal op hun leven ge
munt hebben. Het verhaal
gaat dat de vreemdelin
gen de Auca's levend op
eten, en dan hun bloed ge
bruiken om hun brullende
paarden te verven. Ra
chel Saint, die reeds vijf
jaar onder hen leeft,
meent dat een Auca eens
een rode tractor heeft ge
zien.
Toch heeft het eerste
dorp nu het evangelie
aangenomen. Rachel
Saint arriveerde in dat
dorp op een moment dat
de Auca's al hun medi
cijnmeesters hadden ge
dood, omdat ze hen ervan
verdachten hongersnood
veroorzaakt te hebben. De
stam bevond zich in een
geestelijk vacuüm. Van
de negentig bewoners van
het dorp blijven slechts
vier volwassenen weige
ren om Christus als Heer
te erkennen.
Heimwee?
Van Berlijn hebben ze nog niet
veel gezien, ze vinden het te
koud om veel de straat op te
gaan en hebben prompt een ver
koudheid opgelopen. Tijdens een
persconferentie zei Komi: „We
zijn gekomen om de broeders te
zien en dan weer naar huis te
gaan." Is het een uiting van heim
wee? Rachel Saint weet het niet
precies. In hun taal kun je niet
zeggen, dat je ergens heen gaat,
zonder er bij te vertellen waar je
daarna heen gaat, want anders
blijf je daar. Maar heimwee kan
er wel in meespreken.
Of ze zo geweldig onder de in
druk zijn van onze westerse
beschaving is de vraag. Ze zei
den tegen Rachel Saint: „De bo
men hier zijn veel te laag, daar
zou geen aap in kunnen leven."
En ze klaagden dat de vis die het
Hilton hotel hen voorzette veel
te klein was. „Bij ons is de vis
veel groter", was hun commen-
Ze zijn gekomen als een
levend bewijs van de macht
van het evangelie, maar te
gelijkertijd ook als evange
listen. Via Rachel Saint zei
Kimo tegen me: „Vijf man
nen kwamen naar ons, en
wij hebben ze gedood, maar
God zond iemand anders
God zendt mij tot de andere
dorpen. Misschien word ik
Imiteren
In een dorp in Kenia heeft
een man zich door zijn
vrouw aan een kruis laten
vastnagelen. De man wilde
sterven voor de zonden van
alle inwoners van Kenia. De
daad greep de vrouw zo aan
dat zij een hartaanval
kreeg, toen zij de laatste
spijkers geslagen had door
de voeten van haar man.
Zij overleed ter plaatse. De
man zelf stierf twee weken
later aan bloedvergiftiging.
Schudt niet te spoedig uw wij
ze hoofd over deze daad.
Want uiteindelijk deed
Christus hetzelfde. Ook Hij
gaf Zijn leven voor de zon
den van velen. Bovendien is
deZé daad de nagelharde
consequentie van een den
ken dat ook in ons land
veel wordt gevonden.
Vaak wordt gezegd dat
Christus ons grote Voor
beeld is. Zijn leven laat
zien hoe wij leven moeten.
En dan worden er uit Zijn
leven allerlei lijnen naar on
ze tijd toegetrokken.
Gelukkig wordt dit nimmer
consequent volgehouden,
want als dat wel gebeurde
zou zich de geschiedenis
van de Keniase neger einde
loos herhalen. Maar daar
zien wij dan ook hoe mank
de gedachte gaat dat
Christus ons grote Voor
beeld is.
Er is een geweldig verschil
tussen het grote offer van
Christus en het offer van
deze neger. Maar dat
verschil is ook te vinden in
alles wat wij doen en Hij
doet. Hij kon de dood over
winnen, wij zijn reeds door
de dood overwonnen. Hij
kon de zonde weerstaan,
wij zijn reeds door de zonde
gevankelijk meegevoerd.
Het verschil is dat Hij Over
winnaar is en wij reeds
verslagenen zijn.
Als Christus niet meer is dan
een groot Voorbeeld, is Hij
voor ons te weinig. Hij
vraagt niet dat wij Hem imi
teren. Hij vraagt dat we
Hem navolgen, dat wil zeg
gen: Gaan, waar Hij gaat,
achter Hem aan, in het j
spoor van Zijn overwin
ning.