Muur van zwijgzaamheid De Chinese affaire ME DINSDAG 18 OKTOBER 1966 r DOOR ONZE SPECIALE VERSLAGGEVER LINK VAN BRUGGEN HSU TSU-TSAI een omstreden dode OMMISSARIS VAN HARSKAMP van de Haagse recherche is een vasthoudend man. In zijn succesvolle loopbaan bij de politie heeft hij aan één ding een bezon- ire hekel gekregen. Dat is, als hij in zijn werk .rdt belemmerd door omstandigheden, die bui zijn invloed staan. Hij is jaren terug de .irnaamste speurder naar de moordenaar van Haagse prostitué „Blonde Dolly". Een zaak, die :1 Nederland schokte, maar officieel nog steeds onopgelost te boek staat. Het ligt niet aan commissaris. Minutieus volgde hij het klein- spoor. Tot al zijn acties doodliepen op een 1 zwijgzaamheid en onbegrip. Nu dreigt, or hem nog raadselachtige gebeurtenis- ^.n rond ir. Hsu Tsu-tsai, dezelfde situatie. ?Hij geeft opdracht nog diezelfde zaterdagmid- ig zoveel mogelijk van de verschillende ontwik- Jhngen te reconstrueren. De agent van de sur- Éillancewagen, die op de Prins Mauritslaan het Cghalen van de gewonde heeft bijgewoond, [ordt gehoord. De recherche pluist de verklarin- en na van de portier en de röntgenassistente, die «langrijke getuigen zijn geweest van het drama, kt zich in het Rode Kruisziekenhuis heeft af- Cspeeld. [Commissaris Van Harskamp heeft op dat tijd- lip nog geen contact met de binnenlandse vei ligheidsdienst. JDe Haagse politie waarschuwt het ministerie fen buitenlandse zaken. Zoals is voorgeschreven, [ordt ook de officier van justitie, mr. A. W. Josingh, ingeschakeld. Deze dringt aan op voort- JÉttihg van het onderzoek. Hij vermoedt nog niet tever de affaire reikt, waarmee hij kennis heeft fcmaakt. (Het bericht van de Chinese aktie in het Haagse Tekenhuis volgt op het ministerie van buiten- indse zaken een lange weg. Van het Bureau ïemdelingenzaken (DAZ/VZ) gaat een xlschap naar de directie Algemene Zaken j)AZ). Deze afdeling licht de „Algemene Leiding" De hiërarchieke weg kan slechts met horten i stoten tot stand komen. Veel hoge ambtenaren (jn met vakantie. De plaatsvervangers, die moe- ïn worden ingeschakeld, zijn bij kennissen, of Itten opgesloten in de verkeersknopen, die zich jeze zaterdagmiddag weer hebben gevormd. ET MINISTERIE zelf^ op het paleis van het ministerie van justitie aan de over kant na, ongetwijfeld het meest statige departementsgebouw in Den Haag, is vrij- k dfel verlaten. De parkeerplaats op het Plein, die et uiterlijk van Den Haags fraaiste plek volko- jen heeft verwoest, staat wel vol auto's. Het zijn i./i wagens van nietsvermoedende dagjesmensen, _i e weinig oog hebben voor „De Zetel van Luns", de limousines van de mannen, die op de Ifste trap van de "society-ladder staan: de «te bezoekers van de o zo selecte en o zo rbiedwaardige sociëteit „De Witte". I Mr. W. J. G. baron Gevers, plaatsvervangend rretaris-generaal van het ministerie, ambte- ar van de buitenlandse dienst 2e klasse, chef n de Directie Kabinet en Protocol, is een van laatste schakels in de keten, die op het ministe- van buitenlandse zaken is gevormd. Hij aarschuwt staatssecretaris mr. Max van der toel. Minister Luns is afwezig. De staatssecreta- s luistert ontzet naar het verhaal. Maar de fei- n staan vast. Leden van de officiële Chinese Ertegenwoordiging in Nederland hebben een waargewonde landgenoot ontvoerd uit een Haags ekenhuis. Deze is, zo weet de politie inmiddels, age rergebracht naar het legatiegebouw. De staatssecretaris waarschuwt dat geen overijl- stappen mogen worden ondernomen. Hij wil :n onbezonnen dingen laten doen, vraagt nade- informaties. Hij krijgt ze nog dezelfde avond, ij hoort dat het naar alle waarschijnlijkheid aat om een van de leden van de Chinese delega- naar het zojuist beëindigde Internationale ascongres in Delft. De binnenlandse veilig- eidsdienst levert de naam: Hsu Tsu-tsai. Mr. an der Stoel verneemt dat het een ingenieur is, „hoogstwaarschijnlijk" wilde vluchten om poli- ek asiel te vragen. Het is voor de staatssecretaris niet moeilijk om JL ast te stellen dat de ingenieur over belangrijke f, egevens kan beschikken. Hij weet nu genoeg *an de feiten af om in aktie te komen. Tegen het id van de avond geeft hij opdracht de Chinese lakgelastigde Li En-chiu op het ministerie van uitenlandse zaken te ontbieden. Tegelijk dringt j aan op geheimhouding. Boodschappen gaan t naar de persafdeling van het departement en ar de politie. Een rechercheur licht de leiding van het ziekenhuis. De portier zal later zeggen kan niets meedelen, het kost me mijn .Wat de staatssecretaris niet weet, is dat tevoren B een dringend beroep is gedaan door de BVD op le Haagse politie-autoriteiten om de zaak zo mo gelijk buiten de publiciteit te houden. 'Juist op dat moment mist een landelijk ochtend- illad, dat anders nooit afkerig is van welke forse Jpnsatie ook, de kans op een wereldprimeur. Een Dsse medewerkster van de krant woont recht - «genover het door de Chinezen gehuurde pand d I an de Prins Mauritslaan. Haar zoontje heeft, pgt zij, gezien dat een Chinees is overreden en I lat de bestuurder van de wagen is doorgereden. |lelf heeft ze de drukte waargenomen bij de iomst van politie en ziekenauto. Ze waarschuwt liet Haagse bureau van het ochtendblad. De man |pe de telefoon beantwoordt, neemt de boodschap het een flinke schep zout. „Ik zal het aan de Ifedactie doorgeven", belooft hij. De vrouw jpaarschuwt geen andere krant. De redactie van liet ochtendblad vindt de tip pas drie dagen later, lp dinsdag. Dan is al veel bekend. F)E ZWARTE MERCEDES met het num- merbord CD 242 rijdt snel langs het Vre despaleis, dat, in strijd met zijn symbo liek, als een dreigend zwarte schaduw ven de Haagse huizen torent. Eenmaal voorbij et paleis mindert de wagen snelheid. Vooral in nacht van zaterdag op zondag kan het in de auwe straten van Den Haag gevaarlijk zijn hard rijden. Late cafébezoekers zoeken dan hun weg aar de buitenwijken. Zij wanen zich in de be- riegelijk leeg schijnende straten heer en leester. De alcohol verflauwt de reacties en no- igt op elk kruispunt het noodlot uit. Als Li En-chiu voor het ministerie van buiten- idse zaken uit de wagen stapt, hoort hij aan ijn linkerkant het galmend gelal van een aan- eschoten man, die zojuist een van de vele nacht- lubs heeft verlaten, die rond het ministerie zijn egroepeerd. De Chinese zaakgelastigde ver- fschuwt dronkaards. Hij haat duidelijke sporen 'an een gebrek aan zelfbeheersing. Overmatig Irankgebruik is volgens hem een van de meest Prekende getuigen van de decadentie, die naar lijn mening het westerse kapitalisme over een folk kan brengen. Jpn De statige kronenlamp in de hal van het depar tement verspreidt een helder licht. Li En-chiu onderdrukt het welhaast onbewuste gevoel van nederigheid, dat elke kleinere man bespringt, zo dra hij een te hoge ruimte betreedt. Met een gewoontegebaar schuift hij de smalle, gouden bril wat hoger op de neus. Baron Gevers ontvangt de Chinese zaakge lastigde koeltjes. De begroeting is uiterst formeel. De Chinese tolk- vertaalt de afgemeten zinnen langzaam maar zorgvuldig. Elk woord weegt zwaar. Li En-chiu weigert Engels te spreken, hoewel hij het uitstekend verstaat. Baron Gevers kan zijn zinnen in het Nederlands formuleren. Hij hoopt dat de tolk ze correct overbrengt. „Als vertegenwoordiger van de Nederlandse re gering moet ik u verzekeren dat de Nederlandse regering de gebeurtenissen van de afgelopen dag zeer ernstig opvat. Zij wenst dat de vertegen woordiging van de Chinese Volksrepubliek haar daden, die in strijd zijn met de Nederlandse wet ten, zo snel mogelijk volledig ongedaan maakt." De zaakgelastigde antwoordt kortaf met hoge keelklanken. „De Chinese vertegenwoordiging in Nederland bestrijdt de aantijgingen van de Nederlandse rege ring," vertaalt de tolk. „De Nederlandse regering eist opheldering," zegt baron Gevers formeel. „De Chinese vertegenwoordiging wacht op instructies van haar meerderen in de Chinese Volksrepubliek," stelt Li En-chiu. „De Nederlandse regering eist onverwijlde over brenging van ingenieur Hsu Tsu-tsai naar een ziekenhuis." „Er zijn nog geen instructies uit China. Hsu Tsu-tsai is Chinees onderdaan." De plaatsvervangend secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van buitenlandse za ken neemt zijn tegenstander op. Een kleine, ogenschijnlijk onschuldige oudere man in een don kerblauw, goedgesneden kostuum. Hij heeft smal le gelaatstrekken, die niets verraden. Veelzeggend is echter de flonkering in de diepliggende, zwarte ogen. De Chinese diplomaat verkeert in grote spanning, stelt de baron vast. Hij is niet ver naast de waarheid. Vreest hij forse maatregelen van or.ze kant?, vraagt hij zich af. Vrees is een slechte raadgever, weet de baron. Hij besluit tot een poging dit uit te buiten. Mis schien geeft de ondoorgrondelijke Chinees zich bloot. „Nederland kan deze grove schending van haar rechtsbegrippen niet over zich heen laten gaan. De Nederlandse regering verlangt dat de Chinese vertegenwoordiging ondubbelzinnig opheldering geeft. Persoonlijk kan ik u als advies daaraan toevoegen dat mijn regering u; als zaakgelastigde volledig verantwoordelijk wil stellen voor de gé- beurtenissen." ,-j- Dit moet toch voldoende 2ijn, denkt baron Ge vers. Als hij hier niet op reageert, dan zit het goed fout. Onbewogen antwoordt Li En-chiu. „De Chinese vertegenwoordiging heeft kennis genomen van het standpunt van de Nederlandse regering. Zij zal dit overbrengen aan haar superieuren in Pe king. Het lijkt alsof de Chinees een nota voorleest. De Nederlandse diplomaat beseft dat hij nu niet verder komt. „De Nederlandse regering kan niet lang wach ten op een antwoord van de Chinese vertegen woordiging," waarschuwt hij. Daarna breekt hij het onderhoud af. Hij is er zich volledig van bewust dat het gesprek volkomen is mislukt. Li En-chiu wisselt op de terugweg naar het legatiegebouw geen woord met zijn ondergeschik ten. Hij peinst over de lange, roemvolle geschiede nis van China, een onderwerp, dat hem al als jongen heeft bekoord. Hij heeft een uitvoerige studie gemaakt van het Duizendjarige Rijk. Wij waren al meesters in het sluwe diplomatieke spel in de tijd dat ze hier nog met knuppels op beren jaagden. Ja, zijn wij. Chinezen, niet de uitvinders van de diplomatie, het volk dat de diplomatieke wegen bouwde om nieuwe veroveringen te ma ken?, houdt hij zich zelf voor. Het schiet hem te binnen dat de Nederlanders zich graag „de Chine zen van Europa" horen noemen. Hij verschuift zijn bril. Dan zet hij zich aan de taak om te bedenken wat hij straks aan Liao Ho-shu zal vertellen. Hij vertrouwt zijn tweede secretaris niet. Hij vermoedt, weet wel zeker, dat Liao over eigen communicatiemiddelen met Peking beschikt. Hij heeft het aan een aantal reacties kunnen afleiden. Liao is een gevagflijk man, over weegt hij. Commissaris Van Harskamp slaapt die nacht slecht Dat komt zelden voor. Hij moet al maar denken aan een zinsnede in het rapport, dat hem is uitgebracht: „Het is niet ondenkbaar dat het hier om een spionnagezaak gaat." [EER DAN een etmaal verstrijkt voor Li En-chiu opnieuw wordt ontboden op het ministerie van buitenlandse zaken. De ont voering van de zwaargewonde ingenieur uit het ziekenhuis staat onomstotelijk vast. Pre mier Cals heeft maandagochtend een verslag ge kregen van de gebeurtenissen. Hij heeft de ande re ministers ingelicht. Tijdens de kabinetsvergade ring, belegd om de begroting voor 1967 te bespre ken, wisselen de ministers uitvoerig van gedach ten over de akties van de Chinezen. Het besluit is unaniem. Nederland kan dit niet zo maar laten voorbijgaan. Ook als Hsu Tsu-tsai alsnog naar een ziekenhuis wordt gebracht er is geen enke le minister die deze mogelijkheid als zekerheid wil aanvaarden zal de Nederlandse regering maatregelen moeten nemen. De verantwoordelijke diplomaat zal Nederland moeten verlaten, luidt de beslissing van het kabinet. Op maandag, 18 juli bevinden zich in Den Haag tientallen buitenlandse journalisten. Uit Engeland en Amerika, Afrika en zelfs Azië zijn zij overge komen voor wat wordt gezien als een van de belangrijkste ontwikkelingen in de internationale politiek. Hoewel zij zich verzamelen op slechts een paar honderd meter afstand van de Chinese legatie vermoeden zij nog niet welke ingrijpende gebeurtenissen zich in de Residentie hebben af gespeeld. Zij zijn naar Den Haag gekomen om in het Vredespaleis de uitspraak aan te horen van het Internationale Hof van Justitie over de klachten, die Nigeria en Liberië hebben ingediend tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsbeleid in het mandaat gebied Zuid-West Afrika. Zodra de Australische voorzitter, sir Percy Spender, de uitslag bekend heeft gemaakt, vliegen de eerste woorden per telex de wereld rond. De reacties in de meeste landen zijn ongunstig. Vele uren later pas zullen de telexen opnieuw de dateline Den Haag vermelden. Het is al mid dernacht geweest, als de persafdeling van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken het Algemeen Nederlands Persbureau een offi cieel communiqué verstrekt. Luttele seconden la- Een gifgas met een vernietigende uitwerking, door prof. dr. Stanislaw Rutkowski in Polen uitgevonden, is voor de Ameri kaanse inlichtingendienst, de CIA, aanleiding alles op alles te zetten om dit in een oorlog belangrijke strijdmiddel in handen te krijgen. De CIA doktert een gewaagd operntieplan uit, waarhij een belangrijke functionaris van de Chinese in lichtingendienst, dr. Sun. wordt ingeschakeld, een dubbel spion, die tegen een hoge beloning ook voor de Verenigde Staten werkt. Ir. Hsu Tsu-tsai. wiens raadselachtige dood op 17 juli j.l. in Den Haag aanleiding wordt tot ccn langdurig beleg van het Chinese legaticgebouw, wordt door dr. Sun benaderd om in Nederland, tijdens het Internationale Las- congres in Delft, „een pakketje" aan een CIA-agent te over handigen. De ingenieur, die een groot de>kundige is op het gebied van de Chinese lastechniek, heeft toch al te plan over te lopen. Voor het dubbele van de aanvankelijke oinkoopsom, die een miljoen dollar bedraagt, toont hij zich bereid deze extra dienst te bewijzen. Als het gas en de formule Hsu in handen zijn gespeeld, begint hij te marchanderen. Hij geeft voorlopig alleen het gas af. Als Peking besluit ter extra be waking van de negen laskundigen een speciale Tongploeg naar Nederland te 6turen. ziet de ingenieur geen kans meer het microfilmpje, dat nog altijd in zijn bezit is. op de bestem de plaats te krijgen. De bom ontploft, als Peking een paar dagen later besluit het door dr. Sun uitgedachte opcratieplan te wijzigen, en tot de conclusie komt dat de Polen het gas en de formule niet meer in hun bezit hebben. Dr. Sun neemt de benen en vraagt politiek asiel aan bij de Amerikaanse ambas sade in Damascus, llsu ziet op 't laatste moment kans het mierofilmpjc aan een CIA-agent te overhandigen, doch bekoopt deze daad tenslotte met de dood. Een door een lid van de Tongploeg bestuurde auto rijdt hem opzettelijk aan. Hij wordt naar het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag vervoerd, doch nog tijdens het onderzoek door leden van de Chinese vertegenwoordiging ontvoerd. De vorige afleveringen van deze geromantiseerde serie wer den respectievelijk geplaatst op 30 augustus 2, 7, 13, 22, 27 en 30 september, zomede op 5 en 12 oktober. ter worden de Nederlandse vertegenwoordigingen van de internationale persbureaus wakker geschud. Een van de laatste regels van het officiële be richt luidt: „De reeds bekende feiten zijn van zodanige aard dat zij de regering aanleiding heb ben gegeven de zaakgelastigde persona non grata te verklaren en hem te verzoeken binnen 24 uur het land te verlaten." Li En-chiu is die maandagmiddag op het mi nisterie van buitenlandse zaken geweest. Hij kan niets meedelen, vertelt hij. Op één feit na. Hsu Tsu-tsai is, „hoe betreurenswaardig ook", zondag aan het eind van de middag aan zijn verwondin gen bezweken. De pogingen van het legatieperso- neel om hem in leven te houden, waren tever geefs. vertelt de zaakgelastigde. Wat hij niet vermeldt, is dat zijn tweede secre taris de zondag heeft doorgebracht met pogingen om Hsu Tsu-tsai aan het praten te krijgen. De tweede secretaris wil slechts één ding weten: waarom wilde hij vluchten? Hsu Tsu-tsai kan hem geen antwoord geven. Zelfs de verfijnde techniek van de tweede secretaris kan hem het bewustzijn niet teruggeven. Zoals de diplomatie hem het leven niet heeft kunnen doen behou- T")E MEDEDELING van de zaakgelastigde dat Hsu Tsu-tsai is overleden, veroor zaakt een schok. Maar de Nederlandse regering reageert direct. Het overleg bin nen het kabinet komt gemakkelijk tot stand. Voor het merendeel van de bewindslieden is de va kantie nog altijd niet aangebroken. Men is op nieuw bijeen om de nieuwe begroting te bespre ken. Mr. Max van der Stoel deelt de kabi netsbeslissing mee: Li En-chiu kan niet langer als diplomaat in Nederland blijven. In de grote salonkamer van de villa, waarin de Chinese legatie is gehuisvest, pleegt Li En-chiu koortsachtig overleg met de tweede secretaris Laio Ho-shu. „De Nederlanders hebben hun dreiging waar gemaakt. Ik moet het land verlaten." zegt Li En-chiu. „Peking zal niet blij zijn. En dan te weten dat alles zich rustig' binnenshuis had kun nen afspelen." Hij wil het verwijt in zijn stem niet te sterk laten doorklinken. Liao is een mach tig man. Maar hij kan het niet nalaten om de tweede secretaris duidelijk te maken hoe hij over hem en zijn activiteiten denkt. Hij heeft succes. Liao Ho-shu voelt heel goed aan wat de zaakgelastigde bedoelt. De positie van heel de legatie is in gevaar gekomen door een actie, die onder zijn verantwoordelijkheid is vol trokken. „Het was niet te verhelpen", zegt hij. „Wie kon erop rekenen dat Hsu Tsu-tsai op het laatste moment kans zou zien te ontkomen? Wij hebben in elk geval de verrader terug. Hij kan geen kwaad meer doen." „Dat weet Bern inmiddels, maar ze weten niet welke diplomatieke gevolgen dit alles heeft. Ik heb een afdruk van het rapport gezien. Er is niet aan Bern gemeld dat de verrader uit het ziekenhuis is weggesleept, wat door iedereen is gezien. Waarom staat dat niet in het rapport? Angst voor afkeuring?" Li En-chiu heeft een zwakke plek geraakt. Niet hij, maar de secretaris heeft het rapport voor de centrale in Bern opgesteld. Dat biedt een moge lijkheid de hele zaak op de schouders van Liao af te wentelen. De secretaris zelf beseft dat ook. Hij verkeert in een moeilijke situatie, ook al is de opdracht ten slotte toch uitgevoerd. „Heb je gezien wat er buiten aan de hand is?" vraagt de zaakgelastigde. Liao Ho-shu knikt. „Ze bewaken ons. Ik heb dat verwacht," zegt hij kortaf. Li En-chiu ijsbeert door de salon. Hij kan. nog net voor hij naar Peking vertrekt, Liao in paniek brengen. Dat genoegen zal hij zich niet laten ont gaan. De zaakgelastigde zelf is een rasechte diplo maat, opgeleid op het Chinese ministerie van bui tenlandse zaken. Hoewel hij de levensloop van Liao Ho-shu niet kent, heeft hij het sterke ver moeden dat zijn tweede secretaris slechts heel zelden het ministerie in Peking van binnen heeft gezien, maar daarentegen wel heel goed thuis is in de gebouwen van de geheime dienst. Als diplo maat heeft Li En-chiu verachting voor iedereen, die als zodanig door wil gaan. maar de achter grond mist. Ook al gebeurt dat in opdracht van de hoogste leiders in Peking. „Ik weet niet wat de Nederlanders verder zul len doen," zegt hij. „Misschien zullen ze de diplo matieke betrekkingen verbreken. Dat betekent dat ook voor jullie het einde." Kolonel Li Ching-huan ontvangt in Bern de Haagse rapporten zonder er ogenblikkelijk aan dacht aan te besteden. Hij is, in opdracht van Peking, druk bezig met het nagaan van de contac ten van dr. Sun. Al weet hij niet dat Sun inmid dels politiek asiel heeft gekregen bij de Ameri kaanse ambassade in Damascus, hij is er maar al te zeer van overtuigd dat deze een verrader is. Het verzoek van Peking hem aan te houden en de verdwijning uit het vliegtuig bieden een voor de hand liggende conclusie, evenals het later geko men verzoek uit Peking om zoveel mogelijk de handel en wandel van Sun na te gaan. De rappor ten uit Den Haag beschouwt hij, na de eerste melding dat ir. Hsu Tsu-tsai onschadelijk is ge maakt, als routine. Zijn gezicht verstrakt, als hij later de telegra fisch overgebrachte boodschappen van Li En-chiu en Liao Ho-shu leest. Dit heeft niets met rou tine te maken. Hij verneemt nu voor het eerst wat zich allemaal heeft afgespeeld vóór Hsu Tsu tsai qverleed. Zijn eerste gedachte is dat In Den Haag alles is verloren. Dat dit het einde betekent van de post. die voor zijn ondergrondse activiteiten zo enorm belangrijk is geworden. De Chinese ambassadeur in Bern vreest dat nu nog meer van zijn taken naar Parijs zullen worden overgeheveld. Hij meent dat de Nederlandse autoriteiten nu alles van de ware doodsoorzaak van Hsu Tsu-tsai we ten. Hij geeft opdracht aan Den Haag om alle gevaarlijke dossiers te vernietigen. De kolonel maakt zich zorgen over de gerappor teerde. strenge bewaking van de legatie. Hij waarschuwt Peking. In de telexboodschap duidt hij de mogelijkheid aan dat de Nederlanders de legatie binnenvallen. Li En-chiu laat passage boeken voor de Tupo- lev van Aeroflot, die dinsdagmiddag van Schiphol naar Moskou zal vertrekken. Van daaruit zal hij verder vliegen naar Peking. TNRIE DAGEN lang zijn de gebeurtenis- sen in Den Haag niet zonder geluk stilgehouden. In de nacht van maandag op dinsdag veertig minuten na midder nacht ratelen op alle kranteredacties in Neder land te telexen. Onder de kop „Chinees incident in Den Haag" verspreidt het Algemeen Neder lands Persbureau de letterlijke tekst van het zo juist ontvangen communiqué, dat door het mi nisterie van buitenlandse zaken is opgesteld. „In de namiddag van zaterdag 16 juli jl. is een Chinees ingenieur, die hier te lande vertoefde voor een congres van technici, op straat gewond aangetroffen voor het pand Prins Mauritslaan 17 in Den Haag. Dit huis is verhuurd aan de Chinese vertegenwoordiging hier tc lande. De gewonde is per ziekenauto door de GG en GD naar het Rode Kruis in Den Haag gebracht. Aan de hand van gemaakte röntgenfoto's werden een schedelbreuk en ernstig letsel aan de wervelkolom geconsta teerd. De arts heeft hiervan mededeling gedaan aan een inmiddels gearriveerd lid van de staf van de Chinese vertegenwoordiging en daarbij uit drukkelijk verklaard dat opname in een zieken huis nodig en vervoer anders dan per brancard onverantwoord was." „Terwijl dit gesprek werd voortgezet over opna me in het Rode Kruis Ziekenhuis, dan wel in een ander ziekenhuis, werd de gewonde, buiten mede weten van de arts, door een aantal andere Chine zen van de brancard gelicht en via de hoofdin gang naar de aldaar gereed staande CD-auto gesjouwd." „Later is gebleken dat de gewonde vervoerd werd naar het bureau van de Chinese zaakge lastigde aan de Adriaan Goekooplaan. Dit perceel geniet exterritoriale bescherming en is derhalve niet toegankelijk voor Nederlandse autoriteiten. De zaakgelastigde is nog in de nacht van zaterdag op zondag op het ministerie van buitenlandse zaken ontboden, waarbij hem opheldering werd verzocht en gewezen werd op de ernst van het gebeurde." „Toen ondanks de ondernomen stappen de te rugbrenging van de gewonde naar een ziekenhuis niet plaats vond, is op 18 dezer de zaakgelastigde opnieuw op het ministerie ontboden. Daarbij heeft hij medegedeeld dat het slachtoffer in de namiddag van 17 juli op zijn kantoor was overle den. De reeds bekende feiten zijn van zodanige aard dat zij de regering aanleiding hebben gege ven de zaakgelastigde persona non grata te ver klaren en hem te verzoeken binnen 24 uur het land te verlaten. Inmiddels is op vordering van de officier van justitie in Den Haag een gerechte lijk vooronderzoek ingesteld." Het communiqué komt nog juist op tijd binnen om verwerkt te worden op de redacties van de ochtendbladen. Er is geen tijd meer om nog die zelfde nacht uitvoerig informaties in te winnen. Mr. R. Froger, de meest vertrouwde woordvoer der van het ministerie van buitenlandse zaken, zegt dat hij niets heeft toe te voegen aan de tekst van het communiqué. Hij kent geen nader detail. Er zijn op dat moment nog maar weinig Nederlan ders, die iets van de waarheid weten. Commissaris Van Harskamp vertelt de ochtend na de publikatie van het communiqué hoe vol gens de reconstructie van de politie de ontvoe ring in zijn werk is gegaan. Eén belangrijke vraag blijft onbeantwoord. Het ministerie van buitenlandse zaken spreekt over Hsu Tsu-tsai als „het slachtoffer". Slachtoffer van wie of wat? Tijdens de persconferentie houdt commissaris Van Harskamp de mogelijkheid open dat de man door een auto is overreden. Een woordvoerder van de Haagse politie vertelt later, dat hij „ge zien de aard van de verwondingen" mishande ling niet wil uitsluiten" Journalisten bellen de Chinese legatie. In het Engels wordt hun geantwoord: „Wij kunnen geen commentaar geven." Ook Li En-chiu weigert op Schiphol inlichtin gen. Bijna ontstaat een incident. Hij wordt zo door verslaggevers omstuwd dat hij niet meer vooruit kan. Stoere marechaussees banen met on bewogen gezichten een weg voor hem en zijn echtgenote. De Chinese diplomaat kan zijn nervositeit niet verbergen. Zijn ontmoeting met een aantal verslaggevers krijgt daardoor een wat komisch accent. Hij zegt in het Engels „Ik weet niet wat U zegt. ik spreek geen Engels." MEER DAN vijftig manschappen van de politie en de BVD bewaken dp Chinese legatie in Den Haag. Officieel wordt ge zegd dat de legatie wordt bewaakt om te voorkomen dat de Chinezen het stoffelijk overschot van Hsu Tsu-tsai proberen weg te smokkelen. Een niet zo erg logische verklaring, omdat Nederland niet zal kunnen voorkomen dat het legatiepersoneel het lijk in de tuin begraaft Ook de tuin is, dankzij de diplomatieke regels, voor Nederlanders verboden terrein. Later wordt toegegeven dat de gebouwen, waar in de Chinezen verblijven, ook in de gaten wor den gehouden om te voorkomen dat de acht over gebleven leden van de Chinese delegatie naar het internationale lascongres proberen weg te komen. De Haagse officier van justitie heeft gelast dat de acht technici moeten worden gehoord. Hij meent dal de delegatieleden belangrijke getuigen kun- ken zijn. COPYRIGHT HET KWARTET N.V. PERIODIEKENPERS IN DE VOLGENDE AFLEVERING: Beschuldigingen over en weer van Peking en Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 9