CIA NEEMT MAATREGELEN'
De Chinese
Ii
Aftreden van Thant komennu°p
wekt consternatie
Buitenlanders
Secretaris-generaal niet bereikbaar
Farnborough
Hondsdolheid
in België
9
MilJDU; 2 SEPTEMBER 1966
DOOR
LINK VAN BRUGGEN
HARRY VAN SEUMEREN
FRITS DE BLAUW «4
De vorige aflevering van dit verhaal (zie krant
van 30 augustus) speelt in Warschau en de eveneens
Poolse plaats Zyrzyn, waar prof. dr. Stanislaw
Rutkowski in zijn door de staat beschikbaar gesteld
laboratorium een nieuw gifgas van een vernietigen
de uitwerking ontdekt. De chemicus, die bijna zeven
jaar over zijn uitvinding deed, wordt in opdracht
van de Poolse geheime dienst nog altijd zwaar be
waakt.
Ook deze aflevering, die over de CIA en de daar
getroffen tegenmaatregelen gaat, houdt verband
met het nu al zeven weken durende beleg van het
Chinese legatiegebouw aan de Haagse Adriaan
Goekooplaan. Pas in latere afleveringen van deze
op authentieke gegevens berustende, doch gero
mantiseerde reeks zal blijken op welke wijze.
N LANGLEY, in de staat Virginia,
verheft zich een acht verdiepingen
hoog, betonnen gebouw, dat van
buiten veel gelijkenis heeft met het
administratieve centrum van een
grote onderneming. De Potomac, de
rivier, die als een brede trechter in
de Atlantische Oceaan uitmondt, stroomt er rake
lings voorbij. De omgeving is landelijk; op een
afstand van slechts vijftien kilometer ligt
Washington.
In Amerika en ook in de rest van de wereld is
dat gebouw vrij bekend. Niet dat de buitenwacht
weet wat er precies wordt uitgebroed, of wie er
zoal werkt, maar als de naam Langley in belezen
kringen valt, wordt bijna automatisch aan de CIA
gedacht.
Een machtig lichaam, deze inlichtingendienst
van de Verenigde Staten, waarvan de samenge
trokken hoofdletters voor de woorden Central In
telligence Agency staan. Niet minder dan 15.000
mensen worden er door geëmployeerd. En eik
begrotingsjaar kost de duistere arbeid, die wordt
verricht, ruim vijfhonderd miljoen dollar, of wel
bijna twee miljard gulden.
De naam van Allen W. Dulles, de broer van
John Foster Dulles, onder president Eisenhower
de invloedrijkste, na-oorlogse minister van buiten
landse zaken van de Verenigde Staten, is onver
brekelijk aan de CIA verbonden. Maar Allen W.
kon het ten laatste niet bolwerken tegen de kri
tiek, welke zich ten aanzien van zijn dienst in
Washington ophoopte. Hij werd opgevolgd door
John McCone, die er nog gauwer de brui aan gaf.
Tegenwoordig is admiraal William Raborn direc
teur van de CIA, welke overigens niet de enige
inlichtingendienst is, waarover de Verenigde Sta
ten beschikken.
In de tientallen jaren van zijn bestaan heeft de
CIA ongetwijfeld grote successen geboekt. Om bij
het lopende decennium te blijven: de dienst heeft
al zijn voorspellingen inzake de Chinese nucleaire
ontwikkeling waar kunnen maken. Hij heeft Kon
go uit de greep van het communisme kunnen
houden, terwijl hij een rode coup in Laos wist te
voorkomen. Via de inmiddels in Moskou gefusil
leerde dubbelspion Oleg Penkowsky heeft de CIA
zijn Russische tegenspelers, de GRU en de KGB,
totaal kunnen ontwrichten. Als gevolg hiervan
zag de Sowjetunie zich genoodzaakt haar hele
inlichtingenapparaat te herzien. Niet minder dan
driehonderd staatsburgers, die zich onder een di
plomatieke dekmantel met spionage-aktiviteiten
in het buitenland bezighielden, moesten worden
teruggeroepen, of overgeplaatst.
Er zijn echter 'ook fouten en zelfs blunders
gemaakt. Het uittreden van Syrië uit de Verenig
de Arabische Republiek bijvoorbeeld heeft de
CIA niet voorzien. Hetzelfde geldt voor het politie
ke beleid in de Dominicaanse republiek en de
bouw van de Berlijnse muur.
Het grootste fiasco is de mislukte invasie in de
Varkensbaai van Cuba geweest, die president
Kennedy in 1961 voor een bijna onmogelijke situa
tie plaatste. „Nog één zo'n stommiteit", moet de
laatste in een woedebui tegen zijn naaste mede
werkers hebben uitgeroepen, „en ik kan m'n poli
tieke carrière wel aan de kapstok hangen!"
Sinds het incident van de Varkensbaai is de
CIA door tal van staatscommissies van onder tot
boven doorgelicht. De angst dat Langley een staat
in een staat was geworden, een eigen spelletje
speelde en zo nu en dan de buitenlandse politiek
van de Verenigde Staten dicteerde, bleek niet
helemaal ongegrond te zijn. Het is president
Johnsons taak geworden de CIA zodanig te reor
ganiseren dat er in belangrijke zaken, die op
enigerlei wijze het regeringsbeleid raken, niet co
eigen houtje kan worden geopereerd.
Bekijkt men de controlemiddelen, de „waak
hondcommissies" van het ogenblik, dan is de zoge
naamde Groep 54-12, waaruit de huidige direc
teur admiraal Raborn is voortgekomen, de eerst
aangewezen zeef. Bovendien is er een begrotings
commissie, die uitgaven van enige importantie
moet behandelen, een raad van advies, die o.m.
uit Congresleden is samengesteld, en een met
grote bevoegdheden bekleed lichaam, dat uit hoge
functionarissen van het ministerie van buiten
landse zaken is samengesteld.
De inmenging van het State Department ver
driet de leiding van de CIA nog 't meest. Hoewel
het natuurlijk niet zo is dat geheime operaties
van de eerste tot de laatste fase moeten worden
blootgelegd dit zou een inlichtingendienst on
werkbaar maken hebbpn de CIA-agenten, die
in de raadgevende of politieke functies op de
Amerikaanse ambassades in het buitenland wer
ken, niet langer de vrijheid, die ze in de glorieda
gen van Allen W. Dulles genoten. Ze zijn onder
geschikt gesteld aan de ambassadeur; ze hebben
op diens verzoek van alle zaken, waarin ze be
trokken zijn, rekening en verantwoording af te
leggen.
De CIA is opgesplitst in vier hoofdafdelingen.
Deze houden zich respectievelijk bezig met de
organisatie, de inlichtingen, de wetenschappelijke
aspecten en de technologie. Daarnaast is er nog
een veelheid van onderafdelingen, zoals „opera
ties", „planning", „vuile trucs" enzovoorts.
Naar Washington, in 't bijzonder naar de presi
dent en zijn ministers, gaat dagelijks een indruk
wekkende berichtenstroom. Deze betreft tal van
onderwerpen, welke licht beogen te brengen in
duistere zaken, die voor een grote mogendheid
van belang kunnen zijn. Tenslotte is het de CIA.
die informatie moet brengen over politieke en
technische ontwikkelingen elders in de wereld,
vooral uit die landen, welke de Verenigde Staten
ongunstig gezind zijn.
Dat het dikwijls om een soort belletne gaat, of
althans om verhalen, die zich goed laten lezen, is
inherent aan het werk van elke inlichtingen
dienst. Zo heeft de CIA een wetenschappelijk
afgeteste prognose gemaakt van de jaren, die alle
staatshoofden van de wereld op grond van hun
algemene gezondheidstoestand nog hebben te le
ven.
Hoe dat in zijn werk kan gaan, bewijst het
verhaal, dat over president Soekarno in omloop
is. Een handlanger van de CIA wist in het
Weense ziekenhuis, waar het Indonesische
staatshoofd een geneeskundig onderzoek onder
ging, een flesje urine van de laatste te bemachti
gen. Dit werd geanalyseerd om na te gaan hoe
veel levenskansen hij nog had in verband met de
nierkwaal, waar hij al jaren aan lijdt.
Over het liefdeleven van Soekarno heeft de
CIA eveneens een uitvoerig rapport uitgebracht.
Contactmannen in Indonesië, Europa en Japan
zorgden voor de nodige informatie in een zo gede
tailleerd mogelijke vorm.
De wijze van werken van de CIA heeft overi
gens in de afgelopen jaren wel een sterke veran
dering ondergaan. Wie meent dat het alleen om
mensen gaat, die voor de noodzakelijke inlichtin
gen zorgen, is er naast.
Het geïsoleerde r~
uiteraard zwaar bewaakte
hoofdkantoor in Langley is als een laboratorium,
waarin de nieuwste technische snufjes zijn ver
werkt. Men gebruikt elektronische rekenmachi
nes, afluisterapparaten van een onvoorstelbare ge
voeligheid, mechanische ponskaartsystemen van
het modernste type, zomede foto-apparatuur, die
nooit in de handel komt en waarin eigen vindin
gen zijn verwerkt.
De ruimtespion in de vorm van een aardsatel-
liet is tegenwoordig belangrijker dan de geheime
agent met de bijna spreekwoordelijk geworden
slappe hoed. Elke geluidstik, iedere beeldstip,
wordt erdoor geregistreerd. De CIA weet precies
op welke plekken van de wereld raketten worden
afgeschoten, en welke betekenis aan de atoom-
proeven van China en Frankrijk moet worden
gehecht.
De sinistere U-2, het snelle, doch lang niet
supersonische vliegtuig, dat voor spionagevluch-
ten boven Rusland en China werd gebruikt, en
dat al of niet bemand in de hogere regionen voor
de nodige foto's van de aardbodem zorgde, is in
feite overbodig geworden. De op een hoogte van
120 tot 160 kilometer voortsnellende aardsatelliet
is veel beter in staat gegevens over andere delen
van de wereld te verzamelen en door te geven.
Door baanveranderingen ontkomt niets aan het
alziende oog van deze robot, die driekwart deel
van het klassieke inlichtingenwerk van de mens
vervangen heeft.
DE GEDACHTEN van Robert D. Par
kinson, hoofd van de afdeling analyse
van de CIA, zijn ver verwijderd van de
ruimtespion. Hij piekert over een stuk
informatie, dat door het inlichtingennet
in Polen is binnengebracht via het bijkantoor in
West-Berlijn. Als het allemaal juist is, zo denkt
hij, dan moeten we er iets aan doen. Met de
grootst mogelijke snelheid liefst, want de zaak is
belangrijk genoeg.
Het is begin april 1966. Buiten schijnt een schra
le voorjaarszon, maar het gazon heeft al een
lichtgroene waas gekregen, terwijl de bladeren
van de bomen op het punt van ontluiken staan.
Parkinson kijkt ernaar en realiseert zich dat hij
tenminste een half jaar achter ligt. Hij grijpt de
hoorn van een van de telefoontoestellen, die op
zijn bureau staan, draait een nummer en verzoekt
degene, die aan de andere kant van de lijn ant
woord geeft, „voor een dringende aangelegen
heid" bij hem langs te komen.
Als William J. Ternell de kamer van Parkinson
betreedt, is hij de kalmte zelve. In zijn functie
van hoofd van de afdeling operaties windt hij
zich zelden ergens over op. In zijn loopbaan is hij
zoveel keer bij spionage betrokken geweest dat
de sensatie ervan hem nog nauwelijks raakt. Hij
heeft geleerd zijn „job" zuiver zakelijk te bekij
ken. Met zijn collega Parkinson heeft hij al ontel
bare malen over „dringende aangelegenheden" ge
discussieerd.
De begroeting tussen de beide mannen is harte
lijk. Parkinson informeert naar de welstand van
het zoontje van Ternell, dat bij een autobotsing
betrokken was en pas uit het ziekenhuis ontsla
gen is. Ternell vraagt naar de nieuwe bungalow
van Parkinson, die de laatste sinds kort betrok
ken heeft.
„Ga zitten, Bill", gebaart Parkinson, „en neem
een sigaret. Ik zit met een paar problemen, waar
in jij me misschien kunt adviseren. Naar mijn
smaak betreft het geen klusje, maar een belang
rijke zaak. Hier, lees dit eerst maar.' Het is een
gedecodeerd bericht, dat via het CIA-kantoor in
Berlijn binnengekomen is".
Ternell grijpt het vel papier, dat Parkinson
hem overhandigt, en neemt de volgende zinnen in
zich op:
„Vertrouwelijk - Belangrijk - Spoed".
„Een Poolse geleerde heeft een nieuw gifgas
uitgevonden. Het is dodelijker dan alles wat er
tot nu toe op dit gebied bestaat. Het is een
zenuwgas op basis van cyaanwaterstof en net
veroorzaakt krankzinnigheid, de dood tengevolge
hebbend. Het gebruik en de toepassing zijn niet
helemaal bekend, maar de uitwerking zou ten
minste die van een A-bom zijn. Hele gebieden
zouden erdoor ontvolkt kunnen worden. Behalve
de formule zijn de verdere data in ons bezit".
Ternell fluit zachtjes tussen de tanden. Met
opgetrokken wenkbrauwen kijkt hij Parkinson
aan.
„Ik neem aan, Bob", zegt hij, „dat alle verdere
gegevens inmiddels in jouw bezit gekomen zijn".
„Inderdaad", antwoordt Parkinson. „Ik mag wel
zeggen dat ik op een volkomen ongebruikelijke
wijze heb gereageerd. Ik heb Berlijn gemeld on
middellijk een koerier te zenden met de overige
details van dit nieuws. De man, je kent hem wel,
Sparkling, John Sparkling is zijn naam, heeft me
gisteravond uitvoerig ingelicht."
„En wat vertelde hij allemaal?"
„Het is een lang verhaal, Bill. Bovendien een
ingewikkeld verhaal. Ook zitten er bijzonder ver
velende puntjes aan. Laat ik je eerst vertellen dat
een kleine hoeveelheid van het gas, en ook de
formule, bij de Poolse geheime dienst berust. Niet
sinds vorige week, maar al sinds meer dan een
half jaar. Wat ze ermee doen, of al hebben ge
daan, weet ik niet. Wel weet ik dat het op 't
ogenblik bijzonder moeilijk is het gas te produce
ren. Er moeten enorme investeringen worden ge
daan om een installatie te bouwen, die het pro-
duktieproces ter hand kan nemen. Het enige,
waar men op dit moment de beschikking over
heeft, is de laboratnriumapparatuur. die erg ge
brekkig is".
„Wie is die geleerde, die dat gas heeft uitgevon
den?"
„Een totaal onbekende voor de CIA. Een zekere
professor Stanislaw Rutkowski. Hij is 53 jaar en
schijnt een jaar of zeven over zijn uitvinding te
hebben gedaan. De man is vrijgezel en is bezeten
van gifgas en alles wat ermee samenhangt. Men
neemt geen enkel risiko met hem, want hij wordt
dag en nacht bewaakt."
„En waar staat zijn laboratorium?" vraagt Ter
nell verder.
„In Zyrzyn, in het oostelijk deel van Polen,
midden in een bos".
Parkinson vouwt een stafkaart open en zegt:
„Kijk, hier, Bill. Even na de kruising van deze
twee secundaire wegen staan zijn lab en zijn huis.
Hij woont als het ware boven op zijn werk".
Ternell vraagt zich af waar Parkinson naar toe
wil. Hij wenst het gas in handen te krijgen
dat is hem wel duidelijk geworden of in ieder
geval de formule. Maar als beide zaken nu bij de
Poolse geheime dienst berusten, zoals hij net be
weerde, wat kan er dan nog worden gedaan?
„Wat heb je in je hoofd, Bill? Als ik jou was,
zou ik proberen die uitvinding van Polen te ko-
pen".
„Onmogelijk", zegt Parkinson. „Totaal onmoge
lijk. Het is een van de eerste dingen, die ik heb
onderzocht. Maar de CIA-afdeling, die hierover
gaat, heeft me laten weten dat Warschau niet
bereid is iets in deze richting te doen. Het gaat
om een uitvinding van groot strategisch belang.
Op militair gebied hebben de Polen geen enkele
interesse zaken met de Verenigde Staten te
doen".
Ternell waagt zich dan aan een veronderstel
ling.
„Als jij die zaak wilt laten likwideren, Bob,
dan doe je in feite maar half werk. Het gas en de
formule krijg je er zeker niet door".
„Ik weet 't", herhaalt Parkinson tot driemaal
toe. „Ik heb deze hele affaire doorgenomen met
de admiraal. Er zitten helaas spijtige kanten aan,
maar de weinige mogelijkheden, die we hebben,
moeten toch worden uitgebuit. Kijk eens, Bill, het
is zo dat we aan dat gas en die formule, welke in
het bezit van de Poolse geheime dienst zijn, voor
lopig niets kunnen doen. Maar de admiraal is al
tevreden, als we het geheim met Polen zouden
kunnen delen".
Met enige aarzeling vervolgt hij:
„Om precies te zijn, Bill, het is geen klusje,
zoals ik je al eerder zei. Het is een direkt bij de
politiek betrokken zaak. We kennen allemaal da
betrekkingen van Warschau met Moskou en Pe
king. De mogelijkheid dat er in die richting een
handeltje is, of wordt gemaakt, is tenminste aan
nemelijk."
„Stel je nu eens voor dat het gas via de Russen
of de Chinezen in handen van Hanoi komt We
hebben in Vietnam enkele honderdduizenden jon
gens staan. Ons wordt al verweten daar gas te
gebruiken, wat we incidenteel dan ook doen. Al
leen gaat het niet om echte gifgassen, zoals onze
tegenstanders zeggen, maar om vrij onschuldige
oorlogsgassen, die eerder hinderlijk dan schade
lijk zijn. Begrijp je 't nu? Om elk risiko, dat onze
troepen in Vietnam lopen, te vermijden, moeten
we alles in het werk stellen om bij de tijd te
blijven. Als dat gas van die Pool inderdaad die
verschrikkelijke uitwerking heeft, is het belang
rijk..."
„Die Pool in handen te krijgen", vult Ternell
aan.
„Juist - precies. Er kunnen dan tenminste tegen
maatregelen worden genomen. Als we de formule
kennen, of het gas knnen analyseren, zijn er
waarschijnlijk wel chemicaliën aan te wijzen, die
als tegengif kunnen dienen. Zo is het in elke
oorlog bij het gebruik van een nieuw soort gas
gegaan."
„En als die Pool nu eens niet zou willen pra
ten?"
„Het kidnappen van professor Rutkowski", gaat
Parkinson verder, „is naar mijn mening de
laatste mogelijkheid, die er voor ons overblijft.
Het operatieplan, dat jij dient op te stellen, Bill,
dient uit alternatieven te bestaan. Omdat ik me
niet kan voorstellen dat er in dat laboratorium,
waar die chemicus nog altijd werkt, geen spoor
van dat gas, of van die formule te vinden is,
geloof ik dat ons eerste doel moet zijn dat ge
bouwtje minutieus te doorzoeken. Ontdekken we
inderdaad niets, dan is het meevoeren van die
prof het tweede alternatief. Mislukt ook dat, dan
stel ik als laatste alternatief voor het hele lab,
inclusief Rutkowski en zijn bewakers, te likwide
ren. We krijgen dan weliswaar niets in handen,
maar we kunnen in ieder geval de suggestie wek
ken dat dit wel is gebeurd. Je zal er verder
rekening mee moeten houden, Bill, dat de admi
raal als eis stelt dat nooit bewezen kan worden
dat de CIA er achter zit. Aan het operatieplan
dient zo'n richting te worden gegeven dat het net
zo goed om de Russische, de Engelse, de Franse,
of de Chinese geheime dienst kan gaan".
„Een voor de uitvoerders waarschijnlijk dode
lijk plan dus", zegt Ternell op cynische toon.
„Inderdaad, Bill, Ik ben bang van wel. Het zal
heel moeilijk zijn deze operatie te overleven. Ik
kan er ook niets aan doen. Een andere oplossing
zie ik niet".
IN DE VOLGENDE
AFLEVERING:
Ben Amerikaan, een Neder
lander en een Duitser com
plotteren in Amsterdam.
Voorsprong kwijt
NEW YORK Het besluit van
secretaris-generaal Oe Thant zich
niet meer beschikbaar te stellen
voor een tweede ambtstermijn
heeft gisteren grote consternatie
veroorzaakt in de landen aange
sloten bjj de Volkerenorganisatie.
Alle VN-leden, ook Rusland, doen
een beroep op Thant zijn besluit
alsnog te herzien.
In een brief aan alle leden van de
wereldorganisatie geeft Thant te kennen,
dat de VN er niet in geslaagd zijn het
Vietnamese probleem te helpen oplossen.
„De druk der gebeurtenissen leidt meedo
genloos in de richting van een grote
oorlog, terwijl pogingen om die ontwik
keling tegen te houden rampzalig achter
op komen", zo motiveert Thant zijn
besluit. Naar zijn mening vervalt men
opnieuw in de tragische fout te vertrou
wen op kracht en militaire middelen bij
het „bcdricgclijke nastreven van de vre
de".
De secretaris-generaal heeft ook de af
wezigheid van China tot de negatie/e
elementen gerekend van de internatio
nale situatie. ..Doordat de samenstelling
van de organisatie der VN volgens hem
nog niet „universeel" is worden talrijke
vraagstukken waarmee de wereld te kam
pen heeft moeilijker op te lossen". Als
voorbeeld geeft Thant het vraagstuk van
de ontwapening.
Het hoofd van de Amerikaanse af
vaardiging naar de VN, Goldberg, zei
namens zijn regering: „Op dit beslis
send punt in de wereldsituatie is de
aanwezigheid van Thant in de VN van
het grootste belang voor de zaak van
de vrede". Hij gaf te kennen dat de VS
elke poging zullen steunen om Oe
Thant te bewegen van zijn besluit te
rug te komen. Hij bracht hulde aan de
onkreukbaarheid en de moed van de
secretaris-generaal. Diplomatieke krin
gen in Moskou menen dat ook de
Sowjetunie elke poging zal steunen.
BEGRIP
Het ministerie van buitenlandse zaken
in Den Haag gaf gisteren een verklaring
uit waarin het eveneens het besluit van
de secretaris-generaal betreurde. Met al
le begrip en respect voor de motieven,
waarop de beslissinb van de heer Thant
berust, zou de regering zijn herbenoe
ming voor een tweede volle ambtster-
VERTROUWEN
Thant dankte alle leden voor hun ver
trouwen dat onder meer bleek uit de tot
hem gerichte verzoeken om aanblijven
als secretaris-generaal. Hij verklaarde er
zeker van te zijn dat zijn besluit door
degenen die hem kennen, niet verkeerd
zou worden opgevat. „Ik heb een onwan-
nng v
Oe Thant zelf is sinds gisteren, na zijn
aankomst nit Chili, onbereikbaar. Ho
ging direct na aankomst naar zijn wo
ning in New York. Ook Is hij niet op
zijn bureau verschenen. Het lange week
einde van Labor day brengt hij met
vrienden door, van wie de woonplaats
niet is bekendgemaakt.
Vele kandidaten worden .genoemd als
mogelijke opvolger van de secretaris-ge
neraal. Uit Europa worden genoemd:
Bruno Kreisky, voormalig minister van
buitenlandse zaken van Oostenrijk; Per
Haekerup, de Deense minister van buiten
landse zaken, Ralph Enchell, de Finse
ambassadeur in Stockholm en Amintore
Fanfani, de Italiaanse minister van bui
tenlandse zaken.
Zie ook: Commentaar op pagina 1
Voorstel Johnson
tegengesproken
WASHINGTON Het Witte Huis
heeft gisteren ontkend dat president
Johnson Engeland voorgesteld neeft ge
meenschappelijke besprekingen met
West-Duitsiand te voeren over het gehe
le vraagstuk van verlaging van de
kosten in deviezen voor de legering van
Britse strijdkrachten in Duitsland. Deze
ontkenning kwam nadat in Londen reeds
officieel is meegedeeld dat premier
Wilson het plan had aanvaard. Van de
zijde van Bonn echter is nog niets be
kend. Waarschijnlijk aarzelt men in
Washington cht officieel te erkennen uit
vrees dat andere Navo-bondgenotcn zou
den denken dat zonder hen over belang
rijke kwesties zou worden gesproken.
FARNBOROUGH Voor het eerst In
de geschiedenis van de Britse „Farnbo
rough" lucht- en ruimtevaarlbeurs zal
daar een aantal vliegtuigen van
niet-Brlts ontwerp en makelij worden
De lucht- en ruimtevaartshow wordt
volgende week gehouden en zal m totaal
vijftig vliegtuigen te zien geven. Daar
naast worden producten geëxposeerd van
meer dan driehonderd bedrijven en
instellingen.
De Farnborough-beurs wordt sedert
1962 om de twee jaar gehouden. Zij is zo
langzamerhand op een keerpunt geko
men door de snel voortgeschreden techno
logie, de zich verder voortzettende con
centratie in de Britse luchtvaartshow en
het intrekken dan wel beperken of
uitstellen van bestellingen op vliegtui
gen. De Britten hebben zowel op het
gebied van de burgerluchtvaart als op
militair terrein hoe langer hoe meer hun
eens bezeten voorsprong moeten prijsge
ven. Bij de keuze van de vervanging in
het laatst van de jaren vijftig kozen de
luchtmachten van de Wosteuropesc lan
den geen enkel Brits vliegtuigtype.
Bovendien heeft Groot-Britannië zelf
nu voor de militaire luchtvaart Ameri
kaanse vliegtuigen besteld en de Britse
luchtvaartonderneming Boac vliegt reeds
verscheidene jaren met Amerikaanse
straalverkeersvllegtulgen.
o
BRUSSEL In noordoost-Beiglc heerst
al geruime tUd hondsdolheid onder do
In het wild levende viervoeters. Dezer
dagen werd een vrouw aangevallen door
een vos, waarna ze In het Pasteur-insti
tuut te Brussel Is behandeld. De vos is
afgemaakt en er I* sectie op verricht.
De diergeneeskundige dienst in Belgifl
hoopt de ziekte tot staan te kunnen bren
gen. Ofschoon de ziektegrens hier cn daar
de Nederlandse grens begint te naderen
is er geen reden om aan te nemen dat,
ook zuid-Nederland er last van zal krij-