CIA NEEMT MAATREGELEN' De Chinese Ii Aftreden van Thant komennu°p wekt consternatie Buitenlanders Secretaris-generaal niet bereikbaar Farnborough Hondsdolheid in België 9 MilJDU; 2 SEPTEMBER 1966 DOOR LINK VAN BRUGGEN HARRY VAN SEUMEREN FRITS DE BLAUW «4 De vorige aflevering van dit verhaal (zie krant van 30 augustus) speelt in Warschau en de eveneens Poolse plaats Zyrzyn, waar prof. dr. Stanislaw Rutkowski in zijn door de staat beschikbaar gesteld laboratorium een nieuw gifgas van een vernietigen de uitwerking ontdekt. De chemicus, die bijna zeven jaar over zijn uitvinding deed, wordt in opdracht van de Poolse geheime dienst nog altijd zwaar be waakt. Ook deze aflevering, die over de CIA en de daar getroffen tegenmaatregelen gaat, houdt verband met het nu al zeven weken durende beleg van het Chinese legatiegebouw aan de Haagse Adriaan Goekooplaan. Pas in latere afleveringen van deze op authentieke gegevens berustende, doch gero mantiseerde reeks zal blijken op welke wijze. N LANGLEY, in de staat Virginia, verheft zich een acht verdiepingen hoog, betonnen gebouw, dat van buiten veel gelijkenis heeft met het administratieve centrum van een grote onderneming. De Potomac, de rivier, die als een brede trechter in de Atlantische Oceaan uitmondt, stroomt er rake lings voorbij. De omgeving is landelijk; op een afstand van slechts vijftien kilometer ligt Washington. In Amerika en ook in de rest van de wereld is dat gebouw vrij bekend. Niet dat de buitenwacht weet wat er precies wordt uitgebroed, of wie er zoal werkt, maar als de naam Langley in belezen kringen valt, wordt bijna automatisch aan de CIA gedacht. Een machtig lichaam, deze inlichtingendienst van de Verenigde Staten, waarvan de samenge trokken hoofdletters voor de woorden Central In telligence Agency staan. Niet minder dan 15.000 mensen worden er door geëmployeerd. En eik begrotingsjaar kost de duistere arbeid, die wordt verricht, ruim vijfhonderd miljoen dollar, of wel bijna twee miljard gulden. De naam van Allen W. Dulles, de broer van John Foster Dulles, onder president Eisenhower de invloedrijkste, na-oorlogse minister van buiten landse zaken van de Verenigde Staten, is onver brekelijk aan de CIA verbonden. Maar Allen W. kon het ten laatste niet bolwerken tegen de kri tiek, welke zich ten aanzien van zijn dienst in Washington ophoopte. Hij werd opgevolgd door John McCone, die er nog gauwer de brui aan gaf. Tegenwoordig is admiraal William Raborn direc teur van de CIA, welke overigens niet de enige inlichtingendienst is, waarover de Verenigde Sta ten beschikken. In de tientallen jaren van zijn bestaan heeft de CIA ongetwijfeld grote successen geboekt. Om bij het lopende decennium te blijven: de dienst heeft al zijn voorspellingen inzake de Chinese nucleaire ontwikkeling waar kunnen maken. Hij heeft Kon go uit de greep van het communisme kunnen houden, terwijl hij een rode coup in Laos wist te voorkomen. Via de inmiddels in Moskou gefusil leerde dubbelspion Oleg Penkowsky heeft de CIA zijn Russische tegenspelers, de GRU en de KGB, totaal kunnen ontwrichten. Als gevolg hiervan zag de Sowjetunie zich genoodzaakt haar hele inlichtingenapparaat te herzien. Niet minder dan driehonderd staatsburgers, die zich onder een di plomatieke dekmantel met spionage-aktiviteiten in het buitenland bezighielden, moesten worden teruggeroepen, of overgeplaatst. Er zijn echter 'ook fouten en zelfs blunders gemaakt. Het uittreden van Syrië uit de Verenig de Arabische Republiek bijvoorbeeld heeft de CIA niet voorzien. Hetzelfde geldt voor het politie ke beleid in de Dominicaanse republiek en de bouw van de Berlijnse muur. Het grootste fiasco is de mislukte invasie in de Varkensbaai van Cuba geweest, die president Kennedy in 1961 voor een bijna onmogelijke situa tie plaatste. „Nog één zo'n stommiteit", moet de laatste in een woedebui tegen zijn naaste mede werkers hebben uitgeroepen, „en ik kan m'n poli tieke carrière wel aan de kapstok hangen!" Sinds het incident van de Varkensbaai is de CIA door tal van staatscommissies van onder tot boven doorgelicht. De angst dat Langley een staat in een staat was geworden, een eigen spelletje speelde en zo nu en dan de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten dicteerde, bleek niet helemaal ongegrond te zijn. Het is president Johnsons taak geworden de CIA zodanig te reor ganiseren dat er in belangrijke zaken, die op enigerlei wijze het regeringsbeleid raken, niet co eigen houtje kan worden geopereerd. Bekijkt men de controlemiddelen, de „waak hondcommissies" van het ogenblik, dan is de zoge naamde Groep 54-12, waaruit de huidige direc teur admiraal Raborn is voortgekomen, de eerst aangewezen zeef. Bovendien is er een begrotings commissie, die uitgaven van enige importantie moet behandelen, een raad van advies, die o.m. uit Congresleden is samengesteld, en een met grote bevoegdheden bekleed lichaam, dat uit hoge functionarissen van het ministerie van buiten landse zaken is samengesteld. De inmenging van het State Department ver driet de leiding van de CIA nog 't meest. Hoewel het natuurlijk niet zo is dat geheime operaties van de eerste tot de laatste fase moeten worden blootgelegd dit zou een inlichtingendienst on werkbaar maken hebbpn de CIA-agenten, die in de raadgevende of politieke functies op de Amerikaanse ambassades in het buitenland wer ken, niet langer de vrijheid, die ze in de glorieda gen van Allen W. Dulles genoten. Ze zijn onder geschikt gesteld aan de ambassadeur; ze hebben op diens verzoek van alle zaken, waarin ze be trokken zijn, rekening en verantwoording af te leggen. De CIA is opgesplitst in vier hoofdafdelingen. Deze houden zich respectievelijk bezig met de organisatie, de inlichtingen, de wetenschappelijke aspecten en de technologie. Daarnaast is er nog een veelheid van onderafdelingen, zoals „opera ties", „planning", „vuile trucs" enzovoorts. Naar Washington, in 't bijzonder naar de presi dent en zijn ministers, gaat dagelijks een indruk wekkende berichtenstroom. Deze betreft tal van onderwerpen, welke licht beogen te brengen in duistere zaken, die voor een grote mogendheid van belang kunnen zijn. Tenslotte is het de CIA. die informatie moet brengen over politieke en technische ontwikkelingen elders in de wereld, vooral uit die landen, welke de Verenigde Staten ongunstig gezind zijn. Dat het dikwijls om een soort belletne gaat, of althans om verhalen, die zich goed laten lezen, is inherent aan het werk van elke inlichtingen dienst. Zo heeft de CIA een wetenschappelijk afgeteste prognose gemaakt van de jaren, die alle staatshoofden van de wereld op grond van hun algemene gezondheidstoestand nog hebben te le ven. Hoe dat in zijn werk kan gaan, bewijst het verhaal, dat over president Soekarno in omloop is. Een handlanger van de CIA wist in het Weense ziekenhuis, waar het Indonesische staatshoofd een geneeskundig onderzoek onder ging, een flesje urine van de laatste te bemachti gen. Dit werd geanalyseerd om na te gaan hoe veel levenskansen hij nog had in verband met de nierkwaal, waar hij al jaren aan lijdt. Over het liefdeleven van Soekarno heeft de CIA eveneens een uitvoerig rapport uitgebracht. Contactmannen in Indonesië, Europa en Japan zorgden voor de nodige informatie in een zo gede tailleerd mogelijke vorm. De wijze van werken van de CIA heeft overi gens in de afgelopen jaren wel een sterke veran dering ondergaan. Wie meent dat het alleen om mensen gaat, die voor de noodzakelijke inlichtin gen zorgen, is er naast. Het geïsoleerde r~ uiteraard zwaar bewaakte hoofdkantoor in Langley is als een laboratorium, waarin de nieuwste technische snufjes zijn ver werkt. Men gebruikt elektronische rekenmachi nes, afluisterapparaten van een onvoorstelbare ge voeligheid, mechanische ponskaartsystemen van het modernste type, zomede foto-apparatuur, die nooit in de handel komt en waarin eigen vindin gen zijn verwerkt. De ruimtespion in de vorm van een aardsatel- liet is tegenwoordig belangrijker dan de geheime agent met de bijna spreekwoordelijk geworden slappe hoed. Elke geluidstik, iedere beeldstip, wordt erdoor geregistreerd. De CIA weet precies op welke plekken van de wereld raketten worden afgeschoten, en welke betekenis aan de atoom- proeven van China en Frankrijk moet worden gehecht. De sinistere U-2, het snelle, doch lang niet supersonische vliegtuig, dat voor spionagevluch- ten boven Rusland en China werd gebruikt, en dat al of niet bemand in de hogere regionen voor de nodige foto's van de aardbodem zorgde, is in feite overbodig geworden. De op een hoogte van 120 tot 160 kilometer voortsnellende aardsatelliet is veel beter in staat gegevens over andere delen van de wereld te verzamelen en door te geven. Door baanveranderingen ontkomt niets aan het alziende oog van deze robot, die driekwart deel van het klassieke inlichtingenwerk van de mens vervangen heeft. DE GEDACHTEN van Robert D. Par kinson, hoofd van de afdeling analyse van de CIA, zijn ver verwijderd van de ruimtespion. Hij piekert over een stuk informatie, dat door het inlichtingennet in Polen is binnengebracht via het bijkantoor in West-Berlijn. Als het allemaal juist is, zo denkt hij, dan moeten we er iets aan doen. Met de grootst mogelijke snelheid liefst, want de zaak is belangrijk genoeg. Het is begin april 1966. Buiten schijnt een schra le voorjaarszon, maar het gazon heeft al een lichtgroene waas gekregen, terwijl de bladeren van de bomen op het punt van ontluiken staan. Parkinson kijkt ernaar en realiseert zich dat hij tenminste een half jaar achter ligt. Hij grijpt de hoorn van een van de telefoontoestellen, die op zijn bureau staan, draait een nummer en verzoekt degene, die aan de andere kant van de lijn ant woord geeft, „voor een dringende aangelegen heid" bij hem langs te komen. Als William J. Ternell de kamer van Parkinson betreedt, is hij de kalmte zelve. In zijn functie van hoofd van de afdeling operaties windt hij zich zelden ergens over op. In zijn loopbaan is hij zoveel keer bij spionage betrokken geweest dat de sensatie ervan hem nog nauwelijks raakt. Hij heeft geleerd zijn „job" zuiver zakelijk te bekij ken. Met zijn collega Parkinson heeft hij al ontel bare malen over „dringende aangelegenheden" ge discussieerd. De begroeting tussen de beide mannen is harte lijk. Parkinson informeert naar de welstand van het zoontje van Ternell, dat bij een autobotsing betrokken was en pas uit het ziekenhuis ontsla gen is. Ternell vraagt naar de nieuwe bungalow van Parkinson, die de laatste sinds kort betrok ken heeft. „Ga zitten, Bill", gebaart Parkinson, „en neem een sigaret. Ik zit met een paar problemen, waar in jij me misschien kunt adviseren. Naar mijn smaak betreft het geen klusje, maar een belang rijke zaak. Hier, lees dit eerst maar.' Het is een gedecodeerd bericht, dat via het CIA-kantoor in Berlijn binnengekomen is". Ternell grijpt het vel papier, dat Parkinson hem overhandigt, en neemt de volgende zinnen in zich op: „Vertrouwelijk - Belangrijk - Spoed". „Een Poolse geleerde heeft een nieuw gifgas uitgevonden. Het is dodelijker dan alles wat er tot nu toe op dit gebied bestaat. Het is een zenuwgas op basis van cyaanwaterstof en net veroorzaakt krankzinnigheid, de dood tengevolge hebbend. Het gebruik en de toepassing zijn niet helemaal bekend, maar de uitwerking zou ten minste die van een A-bom zijn. Hele gebieden zouden erdoor ontvolkt kunnen worden. Behalve de formule zijn de verdere data in ons bezit". Ternell fluit zachtjes tussen de tanden. Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt hij Parkinson aan. „Ik neem aan, Bob", zegt hij, „dat alle verdere gegevens inmiddels in jouw bezit gekomen zijn". „Inderdaad", antwoordt Parkinson. „Ik mag wel zeggen dat ik op een volkomen ongebruikelijke wijze heb gereageerd. Ik heb Berlijn gemeld on middellijk een koerier te zenden met de overige details van dit nieuws. De man, je kent hem wel, Sparkling, John Sparkling is zijn naam, heeft me gisteravond uitvoerig ingelicht." „En wat vertelde hij allemaal?" „Het is een lang verhaal, Bill. Bovendien een ingewikkeld verhaal. Ook zitten er bijzonder ver velende puntjes aan. Laat ik je eerst vertellen dat een kleine hoeveelheid van het gas, en ook de formule, bij de Poolse geheime dienst berust. Niet sinds vorige week, maar al sinds meer dan een half jaar. Wat ze ermee doen, of al hebben ge daan, weet ik niet. Wel weet ik dat het op 't ogenblik bijzonder moeilijk is het gas te produce ren. Er moeten enorme investeringen worden ge daan om een installatie te bouwen, die het pro- duktieproces ter hand kan nemen. Het enige, waar men op dit moment de beschikking over heeft, is de laboratnriumapparatuur. die erg ge brekkig is". „Wie is die geleerde, die dat gas heeft uitgevon den?" „Een totaal onbekende voor de CIA. Een zekere professor Stanislaw Rutkowski. Hij is 53 jaar en schijnt een jaar of zeven over zijn uitvinding te hebben gedaan. De man is vrijgezel en is bezeten van gifgas en alles wat ermee samenhangt. Men neemt geen enkel risiko met hem, want hij wordt dag en nacht bewaakt." „En waar staat zijn laboratorium?" vraagt Ter nell verder. „In Zyrzyn, in het oostelijk deel van Polen, midden in een bos". Parkinson vouwt een stafkaart open en zegt: „Kijk, hier, Bill. Even na de kruising van deze twee secundaire wegen staan zijn lab en zijn huis. Hij woont als het ware boven op zijn werk". Ternell vraagt zich af waar Parkinson naar toe wil. Hij wenst het gas in handen te krijgen dat is hem wel duidelijk geworden of in ieder geval de formule. Maar als beide zaken nu bij de Poolse geheime dienst berusten, zoals hij net be weerde, wat kan er dan nog worden gedaan? „Wat heb je in je hoofd, Bill? Als ik jou was, zou ik proberen die uitvinding van Polen te ko- pen". „Onmogelijk", zegt Parkinson. „Totaal onmoge lijk. Het is een van de eerste dingen, die ik heb onderzocht. Maar de CIA-afdeling, die hierover gaat, heeft me laten weten dat Warschau niet bereid is iets in deze richting te doen. Het gaat om een uitvinding van groot strategisch belang. Op militair gebied hebben de Polen geen enkele interesse zaken met de Verenigde Staten te doen". Ternell waagt zich dan aan een veronderstel ling. „Als jij die zaak wilt laten likwideren, Bob, dan doe je in feite maar half werk. Het gas en de formule krijg je er zeker niet door". „Ik weet 't", herhaalt Parkinson tot driemaal toe. „Ik heb deze hele affaire doorgenomen met de admiraal. Er zitten helaas spijtige kanten aan, maar de weinige mogelijkheden, die we hebben, moeten toch worden uitgebuit. Kijk eens, Bill, het is zo dat we aan dat gas en die formule, welke in het bezit van de Poolse geheime dienst zijn, voor lopig niets kunnen doen. Maar de admiraal is al tevreden, als we het geheim met Polen zouden kunnen delen". Met enige aarzeling vervolgt hij: „Om precies te zijn, Bill, het is geen klusje, zoals ik je al eerder zei. Het is een direkt bij de politiek betrokken zaak. We kennen allemaal da betrekkingen van Warschau met Moskou en Pe king. De mogelijkheid dat er in die richting een handeltje is, of wordt gemaakt, is tenminste aan nemelijk." „Stel je nu eens voor dat het gas via de Russen of de Chinezen in handen van Hanoi komt We hebben in Vietnam enkele honderdduizenden jon gens staan. Ons wordt al verweten daar gas te gebruiken, wat we incidenteel dan ook doen. Al leen gaat het niet om echte gifgassen, zoals onze tegenstanders zeggen, maar om vrij onschuldige oorlogsgassen, die eerder hinderlijk dan schade lijk zijn. Begrijp je 't nu? Om elk risiko, dat onze troepen in Vietnam lopen, te vermijden, moeten we alles in het werk stellen om bij de tijd te blijven. Als dat gas van die Pool inderdaad die verschrikkelijke uitwerking heeft, is het belang rijk..." „Die Pool in handen te krijgen", vult Ternell aan. „Juist - precies. Er kunnen dan tenminste tegen maatregelen worden genomen. Als we de formule kennen, of het gas knnen analyseren, zijn er waarschijnlijk wel chemicaliën aan te wijzen, die als tegengif kunnen dienen. Zo is het in elke oorlog bij het gebruik van een nieuw soort gas gegaan." „En als die Pool nu eens niet zou willen pra ten?" „Het kidnappen van professor Rutkowski", gaat Parkinson verder, „is naar mijn mening de laatste mogelijkheid, die er voor ons overblijft. Het operatieplan, dat jij dient op te stellen, Bill, dient uit alternatieven te bestaan. Omdat ik me niet kan voorstellen dat er in dat laboratorium, waar die chemicus nog altijd werkt, geen spoor van dat gas, of van die formule te vinden is, geloof ik dat ons eerste doel moet zijn dat ge bouwtje minutieus te doorzoeken. Ontdekken we inderdaad niets, dan is het meevoeren van die prof het tweede alternatief. Mislukt ook dat, dan stel ik als laatste alternatief voor het hele lab, inclusief Rutkowski en zijn bewakers, te likwide ren. We krijgen dan weliswaar niets in handen, maar we kunnen in ieder geval de suggestie wek ken dat dit wel is gebeurd. Je zal er verder rekening mee moeten houden, Bill, dat de admi raal als eis stelt dat nooit bewezen kan worden dat de CIA er achter zit. Aan het operatieplan dient zo'n richting te worden gegeven dat het net zo goed om de Russische, de Engelse, de Franse, of de Chinese geheime dienst kan gaan". „Een voor de uitvoerders waarschijnlijk dode lijk plan dus", zegt Ternell op cynische toon. „Inderdaad, Bill, Ik ben bang van wel. Het zal heel moeilijk zijn deze operatie te overleven. Ik kan er ook niets aan doen. Een andere oplossing zie ik niet". IN DE VOLGENDE AFLEVERING: Ben Amerikaan, een Neder lander en een Duitser com plotteren in Amsterdam. Voorsprong kwijt NEW YORK Het besluit van secretaris-generaal Oe Thant zich niet meer beschikbaar te stellen voor een tweede ambtstermijn heeft gisteren grote consternatie veroorzaakt in de landen aange sloten bjj de Volkerenorganisatie. Alle VN-leden, ook Rusland, doen een beroep op Thant zijn besluit alsnog te herzien. In een brief aan alle leden van de wereldorganisatie geeft Thant te kennen, dat de VN er niet in geslaagd zijn het Vietnamese probleem te helpen oplossen. „De druk der gebeurtenissen leidt meedo genloos in de richting van een grote oorlog, terwijl pogingen om die ontwik keling tegen te houden rampzalig achter op komen", zo motiveert Thant zijn besluit. Naar zijn mening vervalt men opnieuw in de tragische fout te vertrou wen op kracht en militaire middelen bij het „bcdricgclijke nastreven van de vre de". De secretaris-generaal heeft ook de af wezigheid van China tot de negatie/e elementen gerekend van de internatio nale situatie. ..Doordat de samenstelling van de organisatie der VN volgens hem nog niet „universeel" is worden talrijke vraagstukken waarmee de wereld te kam pen heeft moeilijker op te lossen". Als voorbeeld geeft Thant het vraagstuk van de ontwapening. Het hoofd van de Amerikaanse af vaardiging naar de VN, Goldberg, zei namens zijn regering: „Op dit beslis send punt in de wereldsituatie is de aanwezigheid van Thant in de VN van het grootste belang voor de zaak van de vrede". Hij gaf te kennen dat de VS elke poging zullen steunen om Oe Thant te bewegen van zijn besluit te rug te komen. Hij bracht hulde aan de onkreukbaarheid en de moed van de secretaris-generaal. Diplomatieke krin gen in Moskou menen dat ook de Sowjetunie elke poging zal steunen. BEGRIP Het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag gaf gisteren een verklaring uit waarin het eveneens het besluit van de secretaris-generaal betreurde. Met al le begrip en respect voor de motieven, waarop de beslissinb van de heer Thant berust, zou de regering zijn herbenoe ming voor een tweede volle ambtster- VERTROUWEN Thant dankte alle leden voor hun ver trouwen dat onder meer bleek uit de tot hem gerichte verzoeken om aanblijven als secretaris-generaal. Hij verklaarde er zeker van te zijn dat zijn besluit door degenen die hem kennen, niet verkeerd zou worden opgevat. „Ik heb een onwan- nng v Oe Thant zelf is sinds gisteren, na zijn aankomst nit Chili, onbereikbaar. Ho ging direct na aankomst naar zijn wo ning in New York. Ook Is hij niet op zijn bureau verschenen. Het lange week einde van Labor day brengt hij met vrienden door, van wie de woonplaats niet is bekendgemaakt. Vele kandidaten worden .genoemd als mogelijke opvolger van de secretaris-ge neraal. Uit Europa worden genoemd: Bruno Kreisky, voormalig minister van buitenlandse zaken van Oostenrijk; Per Haekerup, de Deense minister van buiten landse zaken, Ralph Enchell, de Finse ambassadeur in Stockholm en Amintore Fanfani, de Italiaanse minister van bui tenlandse zaken. Zie ook: Commentaar op pagina 1 Voorstel Johnson tegengesproken WASHINGTON Het Witte Huis heeft gisteren ontkend dat president Johnson Engeland voorgesteld neeft ge meenschappelijke besprekingen met West-Duitsiand te voeren over het gehe le vraagstuk van verlaging van de kosten in deviezen voor de legering van Britse strijdkrachten in Duitsland. Deze ontkenning kwam nadat in Londen reeds officieel is meegedeeld dat premier Wilson het plan had aanvaard. Van de zijde van Bonn echter is nog niets be kend. Waarschijnlijk aarzelt men in Washington cht officieel te erkennen uit vrees dat andere Navo-bondgenotcn zou den denken dat zonder hen over belang rijke kwesties zou worden gesproken. FARNBOROUGH Voor het eerst In de geschiedenis van de Britse „Farnbo rough" lucht- en ruimtevaarlbeurs zal daar een aantal vliegtuigen van niet-Brlts ontwerp en makelij worden De lucht- en ruimtevaartshow wordt volgende week gehouden en zal m totaal vijftig vliegtuigen te zien geven. Daar naast worden producten geëxposeerd van meer dan driehonderd bedrijven en instellingen. De Farnborough-beurs wordt sedert 1962 om de twee jaar gehouden. Zij is zo langzamerhand op een keerpunt geko men door de snel voortgeschreden techno logie, de zich verder voortzettende con centratie in de Britse luchtvaartshow en het intrekken dan wel beperken of uitstellen van bestellingen op vliegtui gen. De Britten hebben zowel op het gebied van de burgerluchtvaart als op militair terrein hoe langer hoe meer hun eens bezeten voorsprong moeten prijsge ven. Bij de keuze van de vervanging in het laatst van de jaren vijftig kozen de luchtmachten van de Wosteuropesc lan den geen enkel Brits vliegtuigtype. Bovendien heeft Groot-Britannië zelf nu voor de militaire luchtvaart Ameri kaanse vliegtuigen besteld en de Britse luchtvaartonderneming Boac vliegt reeds verscheidene jaren met Amerikaanse straalverkeersvllegtulgen. o BRUSSEL In noordoost-Beiglc heerst al geruime tUd hondsdolheid onder do In het wild levende viervoeters. Dezer dagen werd een vrouw aangevallen door een vos, waarna ze In het Pasteur-insti tuut te Brussel Is behandeld. De vos is afgemaakt en er I* sectie op verricht. De diergeneeskundige dienst in Belgifl hoopt de ziekte tot staan te kunnen bren gen. Ofschoon de ziektegrens hier cn daar de Nederlandse grens begint te naderen is er geen reden om aan te nemen dat, ook zuid-Nederland er last van zal krij-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 9