WAAR DE WILDERNIS OOK NU NOG HEERST MILJOENEN GULDENS OF MILJOENEN WOORDEN 120 al of niet echte Van Goghs Zeg het met bloemen Prins Bernhard opende expositie Bij de tijd Meer medemenselijkheid voor leerling en leraar Vaderdag! NIEUWE LEIDSE COURANT VRIJDAG 17 JUNI 1966 pOEN enkele decennia geleden een aantal mannen pleitte voor het oprichten van reservaten waarin het met uitroeiing be dreigde wilde dier beschermd zou kunnen voortleven, was er voor het plan zo goed als geen belangstelling. De wereld stond op de drempel van een nieuw tijdperk. De tech niek ivas in opmars. Men droomde van het ontginnen van nieuwe gebieden ten behoeve van de steeds groeiende ivereldbevolking, en daarin pasten geen reservaten. Men zag een reservaat als een restant van een roman tische periode, die had afgedaan. Beginnen de inzichten zich te wijzigen? Geconstateerd kan worden, dat er lang zamerhand meer begrip komt voor de noodzaak van reservaten, de belangstelling ervoor neemt toe. Twee voorbeelden. Het Krüger Wildpark in Zuid-Afrika werd in 1927, het jaar na de oprichting, bezocht door een tiental bezoekers. In 1960 werden er meer dan 140.000 gereristreerd. De Nationale Parken in de Verenigde Staten verwachten op grond van de ervaringen van de laatste jaren in 1966 ongeveer tachtig miljoen bezoekers, en er zijn speciale maatregelen getroffen om deze massa-toe- loop in goede banen te kunnen leiden. Op het ogenblik heeft van iedere drie Amerikanen er één minstens eenmaal per jaar een Nationaal Park bezocht. Maar toch er zijn nog heel wat landen, die geen nationale parken of reservaten bezit- ïn, en voor enkele zal het oprichten ervan ook wel te laat zijn. Doch ook bestaande reservaten, de „laatste oases van de dierenwereld", lopen gevaar ten gronde te gaan. Al leen in Tanganjika worden jaarlijks ongeveer 14.000 stuks wild legaal geschoten, maar 150.000 stuks vallen als slachtoffer van stropers. De strijd om het behoud van het wilde dier is (nog) in volle gang. En die strijd moet worden gewonnen willen volgende generaties niet de kans lopen dat zij diersoorten, die nu nog de aarde bevolken, alleen leren kennen van plaatjes uit boeken en van oude, af gedraaide films. Toekomst Wat is de toekomst van het in het wild levende dier? Sedert honderden jaren hebben olifanten en neushoorns een zware tol aan de stropers moeten betalen. Zij werden veelal 'bij wildwissels en bij drinkplaatsen gedood, en hun ivoor en hun horens werden „zwart" over de grens naar de kust gesmokkeld en verder met Arabische schepen naar het oosten vervoerd. Om zo maar eens een greep te doen: In Afrika werden de vluchtende - struisvogeltroepen met op uithoudingsvermogen getrainde paarden opgejaagd tot ze waren uitgeput. De hanen sloeg men met knuppels dood om toch vooral de witte staart en vleugel veren maar niet met bloed te bezoedelen. Van de zilverreigers bleven maar enkele exem plaren over. Ondergang Toen de Nieuwe Wereld binnen de gezichtskring: van de Europeanen kwam was het lot va: bison bezegeld. Binnen de tweehonderd jaar werden zestig miljoen bisons, die voor de komst de blanken de prairies bevolkten, aan de rand van de ondergang gebracht. De trekduiven, groot in aantal, dat zij de zon konden verduistei j fi dieren geschrapt, dat op de geweldige vlakten olkomen uit het boek der levende hun Amerikaanse vaderland geen enkel paartje overbleef. De walvissen zijn in de Noordelijke IJszee praktisch uitgeroeid. De blauwbok, een paar- denantiloop is voor altijd verdwenen. De witstaartgnoe, de bonte bok. de blesbok, de vroeger i grote aantallen voorkomende Zuidafrikaanse olifant van al deze dieren leven nog i exemplaren. Roofbouw Maar het zijn niet alleen de jagers en de stropers die het in wild levende dier hebben uitge roeid of aan de rand van de ondergang hebben gebracht, de roofbouw doet dit nog altijd. D bezig het biologische gezicht van hele continenten om te vormen. De drooglegging rassen heeft tot gevolg, dat van elk schepsel dat in zijn ontwikkelingsgang water nodig heeft, de levensbasis wordt ontnomen, van salamander en kikvors tot vogel en zoogdier. De gro- sen worden steteds kleiner en dit heeft tot gevolg dat de wouddieren in hun totaliteit gezien uitsterven, want voor de kleine, nog overgebleven restanten, ontbreekt het bosklimaat. Op Madagascar kruipt de droge steppe van het zuiden elk jaar verder -- -»-*« onze aarde niet meer heeft. r enkele r het noorden en doet een dierenwereld verdwijnen, die haars gelijke op In het jaar 2000 zal de r n, dat de mens u ing ook storm lopen i an nu nog buiten de be., oonae \ve- feld gelegen reservaten. Al is dat tijd- ip nog ver. het is nooit te vroeg om te ide aan de gedachte dat eens de die- midden tussen ons in zullen leven, onaantastbaarheid van een natuurre- fcrvaat is immers in de grond van de maar een relatief begrip en ook landschap zal altijd door mensen stuurd en verzorgd moeten worden. Wat? Wat moet er gebeuren» Om deze vraag Eat liet in het met 150 fraaie platen ge- ustreerde „Waar de wildernis nog leerst, een tocht door de nationale par en en natuurreservaten" (uitgave NIB, feist, biz 318, 26,50)samengesteld door i. Wolfgang Engelhardt met medewer- Jng van bekende zoölogen onder wie irof. dr. Bernhard Grzimek (De Neder- indse uitgave kwam tot stand in sa menwerking met het Wereld Natuur- onds/Nederland, en de president van het INF, de Prins der Nederlanden, schreef *n voorwoord). [De dierenwereld op onze aarde zo ïhrijft dr. H. Keek. directeur van het ierenpark te Hellabrunn, aan wiens ver aal bovenstaande is ontleend de die- mwereld is gemeenschappelijk bezit alle mensen en beschermende maat- ilen kunnen alleen maar op brede s effectief zijn. De instandhouding de dieren in hun natuurlijke omge- is een mooie cn waardevolle ge- behte, aan de verwezenlijking waarvan pig enkele generaties mogen werken". olioud ..3i- een tijd komen, dat al- r het behoud van de afzon- PARIJS De vliegtuigbemanningen van de Franse staatsluchtvaart maatschappij Air France begonnen vannacht een staking van 48 uur ter ondersteuning van hun eis tót loons verhoging met vijf procent. De Franse regering heeft tot dusver de eis van de ongeveer 2500 piloten, hofmeesters en stewardessen afgewe zen, aangezien hun salarissen te hoog liggen om te kunnen worden vergele ken met die van het grondpersoneel, dat begin van dit jaar vijf procent kreeg. Verwacht werd dat het op Orly bijzonder rustig zou zijn. De kunst ligt op straat (Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM „Ik ben 58 jaar, ik zit 40 jaar in de kunst handel, ik ben 32 jaar Van Gogh- vorser, ik ben 25 jaar beëdigd taxateur-makelaar. Ik zet m'n hele reputatie op het spel, als 120 Van Goghs, die ik in m'n carrière heb ontdekt, vervalsingen zijn. Kunt u mij volgen? Ik kan Jelle T. de Boer, die met een enigszins verwilderde haardos in een luie stoel in zijn kunstgalerij aan de Amsterdamse Rozengracht zit. heel goed volgen. Maar dat gaat over. als hij door zijn vrouw in de rede geval len wordt, of door zijn manager, de beëdigde fotokopiist W. Th. J. van de Werd. Dan wordt het een spraakver warring, waar ik geen wijs meer uit kan, hoewel het allemaal goed bedoeld is. en ze alle drie eigenlijk precies hetzelfde willen zeggen. De Boer: „M'n leven hangt hier, m'n hele leven. Ik ben altijd bijzonder ge boeid geweest door de impressionisten. Ik... Zn Manet. Van de Werd: „En Matisse en Tou louse-Lautrec niet te vergeten." De Boer: „Laat ik nu even alleen pra ten." Z'n vrouw: „Ja, laat Van de Werd nu even z'n mond houden." Van de Werd: „Natuurlijk, we moeten er geen abacadabra van maken." De kunsthandelaar, die elke museum directeur ter wereld zelfs Noord- en Zuid-Korea zijn niet vergeten! een catalogus van zijn persoonlijk op de kop getikte en nog nimmer geëxposeer de werken heeft gestuurd, vertelt dan zijn verhaal Telkens springt hij op om me op een detail van een aquarel of een olieverf te wijzen. Op zijn nog maar net geopende tentoonstelling han gen dan ook 80 al of niet echte Van Goghs. terwijl hij in zijn kelder nog 40 tekeningen van Vincent zou hebben lig gen, die er binnenkort nog aan zullen worden toegevoegd. Vlooienmarkt „Ik heb er van jongsaf aan in geloofd, meneer: de kunst ligt op straat. Alles wat u hier ziet, heb ik op doodgewone markten ontdekt. De vlooienmarkt in Pa rijs bijvoorbeeld ik ben er ontelbare keren naartoe gereden of de rommel markt van het Amsterdammse Waterloo- plein. Van de Antwerpse markt heb ik ook heel wat mooie dingen gehaald. Ik had daar een tussenpersoon zitten, er heeft jarenlang alle portefeuilles met geboden tekeningen opgekocht." Jelle de Boer, die van zichzelf zegt nooit rijk te zijn geweest en perioden te hebben gekend, waarin hij nog geen 100 gulden in huis had om de huishuur te betalen, is bij het opkomen van zijn Van Goghs bepaald niet duur uit geweest. 250 gulden is het meeste, dat hij ooit voor een doek heeft betaald. Voor drie fraaie krijttekeningen, die hij aan Van Gogh toeschrijft, heeft hij, nog niet eens zo lang geleden, slechts 7% gulden neerge teld. „Ik herhaal, meneer, de kunst ligt op straat. Die drie tekeningen waren door een „morgenster" bij een vuilnisbak op derlijke soorten, onverschillig waar. het parool kan zijn. Wat zal er bijvoorbeeld terecht komen m de natuurreservaten als in Afrika ;ns een grote opstand zdu uitbreken? Hetzelfde wat met de laatste Pater Da- vids-herten in het keizerlijk paleis te Pe king gebeurde, toen opstandelingen het in 1911 bestormden? Als niet enkele van deze herten in Europese diergaarden aan wezig waren geweest, die daarna in het wildpark van de hertog van Bedford verder werden gefokt, zou dit dier nu van de lijst van levende dieren zijn ge schrapt Ook voor tuiniers op bovenhuizen... wel eens dromerig naar de i zijn schoonzoon? Vindt hij •jtsel aan planten en plantjes juk? Dan zal hij best tevreden een plant op Vaderdagl De natuur is voor ons geslacht van het begin af een voedende bevruchtende bron, waaraan wij alles te danken heb ben wat wij zijn. We zijn nu gedwongen deze stroom in banen te leiden, die nut tig zijn voor de welvaart van de mens. Wij mogen echter de bron van deze stroom niet dempen, als we willen dat ook onze nakomelingen nog levend wa ter zullen vinden. Op ons. tijdgenoten, rust een grote, ja de allergrootste ver antwoordelijkheid. Het gaat om een goed dat. eenmaal vernietigd, onherstelbaar verlQren is. Nog is het tijd, nog is alles Demonstratie vakmanschap UTRECHT Prins Bernhard heeft vanmorgen de manifestatie Bij de tijd, een grootscheepse ex positie en demonstratie van het persoonlijke vakmanschap ge opend. Bij de tijd wil het gehele ambacht vertegenwoordigen, een sector van ons bedrijfsleven waarin ongeveer 600.000 mensen hun bestaan vinden. Alle hallen en buitenterreinen van de jaar beurs zijn nodig om Bij de tijd onder te brengen. Op de manifestatie, die van heden tot en met zaterdag 25 juni duurt, demonstreren ongeveer 10.000 men sen dagelijks hun ambacht en vak manschap. De expositie heeft onge veer twee miljoen gulden gekost. Jac. Kleiboer droeg zorg voor de ganisatie. In elk paviljoen van het Jaar beurscomplex wordt een speciaal face van het ambacht belicht. Men wil na melijk de bezoekers zo dicht mogelijk betrekken bij de activiteiten van ambachtelijk leven. Bijzondere aandacht wordt besteed aan jong Nederland: opleiding en be roepskeuze, kunstnijverheid, in dustriële vormgeving, ambacht in rela tie tot kerkelijke kunst en omscholing. Ook wordt de bezoeker op spectaculai re wijze geconfronteerd met de ningbouw. Revolutionaire ontwikkelingen het gebied van de electronica en de ruimtevaart worden eveneens in beeld gebracht. Zo zal er een werkend plane tarium te zien zijn, waar de bezoeker de bewegingen van de voornaamste he mellichamen kan volgen. Men is tot de manifestatie gekomen door de maat schappelijke onderwaardering voor de ambachtelijke arbeid. Chr. land- en tuinbouwonderwijs Pleidooi voor gedifferentieerde loonvorming (Van een onzer verslaggevers) ARNHEM Het komt er nu jp aan de mogelijkheden, ge noemd in de nieuwe wet voort gezet onderwijs, binnen ons schoolsysteem van het land en tuinbouwonderwijs goed te doen functioneren. Het grote aantal doublures en het ongehoord aan tal leerlingen dat bij de verschil lende vormen van voortgezet on derwijs de eindstreep nooit haalt mogen een teken aan de wand zijn. Behalve een remming: op het onder- wijs-in-zijn-totaliteit betekent dit mijns inziens een misdaad om een kind dat bijv. twee talenten heeft ontvangen te laten werken in een omgeving waar al leen met méérdere talenten goede resulta ten zijn te behalen. Dit punt zal niet alleen bij ons, maar bij het gehele voort gezette onderwijs prioriteit moeten heb- Op de jaarvergadering van de Vereni ging christelijke leerkrachten bij het land- en tuinbouwonderwijs in Neder land bracht de voorzitter, de heer J. Meijer te Smilde, dit met nadruk onder de aandacht van zijn vakgenoten. Essen tieel achtte 'J bundeling van leerkrach ten: één grote lerarenorganisatie vooi het gehele prot. chr. onderwijs zou veel goeds kunnen bewerken. Hij vroeg zich af waarom besprekingen over meer een heid in organisatorisch opzicht zo moei zaam verlopen en dan -- met een mini mum aan resultaat. Ook in ander verband vroeg de heer Meijer om meer begrip in het inter menselijke vlak. Hij doelde hier op de problemen rond de opheffing van scho len. Er zijn velen die onvoldoende door hebben wat In iemand kan omgaan als hij het ogenblik ziet naderen dat hij zijn Het doet er zo ontzettend veel toe hoe de zaak met elkaar wordt besproken, of men gewekte verwachtingen ook hono reert. Mij is een geval bekend, dat eer bestuur de hele zaak per telefoon meen de af te kunnen doen. Is dat begrip en liefde van christenen onder elkaar? Juist aldus de voorzitter, heb ik ge meend bij de aanvang van deze vergade ring 1 Corinthe 13 te moeten lezen. Voortdurende aanpassing van het prak tijkonderwijs aan de eisen die de maatschappij stelt, blijft nodig. Zo vond voorzitter het aantal „mechanisatie-u- bij de steeds verder voortgaande mechanisatie in land- en tuinbouw (45 per leerjaar) te gering. Ook op het terrein van de overgangs mogelijkheden naar andere takken var onderwijs zijn er de nodige wensen. Er kenning van bepaalde graden van akten- bezit (gedoeld werd met name op de akten s en t als volwaardige ulo-akten) is reëel en billijk. De heer Meijer vond het een onbegrijpelijke zaak, dat die er kenning er nog stee niet is. Over het systeem van loonsverhogin gen besloot de voorzitter met enkele persoonlijke opmerkingen. Persoonlijk, omdat deze zaak in de overkoepelende PCOV nog onvoldoende aan de orde is geweest. Maar dat zal binnenkort wel het geval zijn: in PCOV-verband wil de heer Meijer een en ander nader g doorpraten. Hij vroeg zich namelijk af of het werkelijk christelijk sociaal verantwoord mag heten dat salarisverhogingen steeds met eenzelfde percentage vc le groepen moeten blijven gelden. De consequentie is immers, dat de afstand tussen de hoogst en laagst gesalarieerden maar steeds hoger wordt. Ook de pensi oengrondslag wordt daardoor in deze tegorieën onevenredig aangepast. Kort goed, hij pleitte voor het systeem gedifferentieerde loonvorming, ook v< wat betreft de vakantieuitkering. De aftredende penningmeester, de heer C. Blaauw Aiit Gouda die zijn mandaat niet verlengd wilde zien, werd hartelijk toegesproken en met applaus bedankt voor zijn vele werk. In zijn plaats wc:i de heer G. C. Voogd uit Naaldwijk geko zen en benoemd. Secretaris C. van Vugt werd herkozen. In de midagivergadering konden de aanwezigen muzikaal geniten van me vrouw Lea de Boer en hun inzicht verrui men over de godsdienstige opvoeding op school, een onderwerp dat drs. C. van der Zwet, verbonden aan het Christelijk de Amsterdamse grachten gevon den. Onbegrijpelijk! Onvoorstelbaar! De weten gewoon niet wat ze weg gooien." Als de kunsthandelaar over zijn liefde oor en zijn studie over Vincent begint te spreken, wordt hij voor de zoveelste keer door zijn manager in de rede geval len. „Hij had een opdracht van Van Gogh", zegt de laatste mysterieus. „Hij. „Nee, nee", zegt De Boer geërgerd. „Alsjeblieft geen mystiek. Het is zo, me neer: ik ben altijd van Vincent bezeten geweest. Ik ben als het ware in zijn huid gekropen. Ik ken bijna elke voetstap, die hij heeft gezet; ik weet precies wat hij 1--w' «7 yoor kreeg en Voor "n prikje „Waarom bent n niet eerder met uw Van Goghs op de proppen gekomen?" vraag ik. „Toen u de eerste in handen kreeg, had u er toch meteen publiciteit in kunnen geven." De Boer: „Een vraag, die ik verwacht had. Kijk. dat zit zo. Ik wilde voor een prikje zoveel mogelijk Van Goghs verza melen. Als ik er bekendheid aan gegeven had. dan had ik alleen maar slapende honden wakker gemaakt." Z'n vrouw: „Zo is het. Hij is een ken ner. Hij weet precies waar hij op af moet gaan." Van de Werd: „Verstandig, niet? Hij wilde er nog veel langer in het geheim doorgaan, maar ik heb hem tenslot te overgehaald het publiek in zijn vreug- lee te laten delen." „Betekent dit dat er thans geen onontdekte Van Goghs meer zijn? Door met u tot nog toe onbekende verzame ling in de openbaarheid te treden, door het versturen van catalogi naar alle de- /an de wereld en door het verlenen interviews aan binnen- en ook bui tenlandse publiciteitsmedia zijn. zo dacht ik, alle slapende honden nu wel wakker geworden." De Boer: „Dat laatste is natuurlijk zo. Maar u moet goed begrijpen, meneer, ik ben moe. Moe van het speuren, moe van het testen, moe ook van mijn geheim, dat ik meer dan 30 jaar heb kunnen bewaren. Naar mijn schatting zijn er nog 2000 werken van Vincent zoek. Misschien hangen ze ergens aan de muur, vol met punaisegaten en vol met vliegenpoep. Van Gogh was een ongewoon produktie- ve kunstenaar. In Breda zijn in 1903 pakken tekeningen van hem voor een stuiver per stuk verkocht. Bosjes van 10 stuks werden in Parijs voor een hele of zelfs een halve frank aan de man ge bracht. En van zijn Antwerpse periode is bekend dat de waardin van Cafe du Tam- bourin, waar hij woonde, voor de stapels tekeningen, die ze van hem geschonken kreeg, nog geen centime kon krijgen." Zwijgen De Utrechtse kunsthistoricus prof. dr. J. G. van Gelder, heeft de expositie van Jelle de Boer al bezocht. Maar hij zwijgt nog in alle talen, hoewel hij op de ten toonstelling gezegd zou hebben dat twee van de slechts voor een hal* miljoen gulden verzekerde schilderijen in ieder geval geen Van Goghs zijn. De Boer: „Ik vind hc* geweldig met elkaar in de „clinch" gaan. Het ging om een paar koeien en, heus, meneer hier hangt niets, waarvan ik niet hon derd procent zeker ben. Het is bekend, het is ook in het boek over Vincent van dr. Tralbaut geschreven, dat de schilder in zijn magere jaren kalenderkarton voor zijn creaties gebruikte. En dat is ook bij die koeien gebeurd. Als het werk wordt omgedraaid, kan men dat duide lijk zien." Wat zijn verzameling waard is, weet de kunsthandelaar niet precies. Op grond van recente veilingbedragen, die voor Van Goghs zijn gemaakt, komt hij op een bedrag, dat tussen de 40 en de 50 miljoen gulden ligt. Maar wie nu meent dat hij dit ervoor wil hebben, is er naast. Ondanks „fantastische aanbiedingen uit Amerika" is Jelle de Boer erop uit zijn collectie als één geheel in Nederland te houden. Op stuk-basis verkopen wil hij niet. Op z'n hoogst wil hij een Cézanne of een Degas kwijt, omdat er tenslotte „brood op de plank moet komen". Toen de kunsthandelaar het bedrag noemde, waarvoor hij zijn verzameling aan een Nederlands museum wilde afstaan, ontspon zich het volgende di Van de Werd: „Nee man. dat moet je nou niet zeggen. Meneer doet u mij een lol en publiceer dit cijfer niet. Hij is tè enthousiast: hij zegt wel eens wat te veel. Nee. begrijp me goed, ik vertrouw u wel, maar hij doet zichzelf schade, als en er meer voor zou willen bieden." De Boer: „Ja, dat is misschien wel zo. Wat ik slechts wil. is onbezorgd buiten sn en m'n kinderen een boerderijtje n. U ziet wel, een materialist ben ik t vrouw: „Hij heeft er al die jaren hard genoeg voor gewerkt. Ik geloof wel dat hij het verdiend heeft." Als het vraagstuk van het signeren ter tafel komt, brengt Jelle de Boer naar voren dat 15 van de 120 ontdekte wer ken, die hij aan Van Gogh toeschrijft, ondertekend zijn. Hij verklaart: „Ik ben daar dik tevreden mee. Van de bekende tekeningen en doeken van Vin cent is slechts 6 procent gesigneerd. Ver valsingen zijn uitgesloten. Ik ken m'n vak. Bij het schoonmaken van een schil derij maak ik een vloeistof klaar, die is afgestemd op de gesuggereerde ouder dom van het doek. Alles wat er later op gepenseeld is, verdwijnt subiet." Rembrandt Terwijl de kunsthandelaar uitwijdt over het oeuvre-standaardwerk van Baart de la Faille in de nieuwe druk, die eerstdaags verschijnen moet, zóu hij zijn collectie graag vermeld zien be gint zijn manager een gesprek met een bezoeker, die, gezeten in een fauteuil, de hele conversatie zwijgend heeft gevolgd. „Veertien jaar geleden", zegt de met een Duits accent sprekende heer, „heb ik op het Waterlooplein een portefeuille met twaalf gesigneerde tekeningen van Rembrandt gekocht. Er was ook nog een Jan Steen bij." „Als u tegen een desillusie kunt", zegt hij behulpzaam, „wil ik ze als beëdigd taxateur-makelaar op hun echtheid testen. Gratis helemaal voor niets. Mooier kan het wel niet, dacht ik." Het gesprek verzand dan in het geschepte papier, dat in de zeventiende eeuw werd gebruikt, en in de roestvlek ken, die in tekeningen uit die tijd moe ten zitten. Een merkwaardige, een hoogst merk waardige zaak. Het raadsel van de Rozen gracht de kunst ligt op straat is tweeledig geworden. Vakexpert Jelle de Boer gaat vermeende tekeningen van Rembrandt op hun authenticiteit beproe ven. Andere vakexperts zullen straks moeten uitmaken, of de collectie, die Jel le de Boer aan Vincent van Gogh toeschrijft, inderdaad uit het penseel en de tekenstift van deze wereldberoemde, Nederlandse impressionist is gevloeid. Niet vergeten, overmorgen is het Het nieuwste model met zichtbare gasstand. Andere modellen Poppell aanstekers v.a.5.95-12.50 VOOR OE HANDEL: B O. IEEFSMA NV. KERKSTB ES. AMSTERDAM. TEL EUiSl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 9