WAAR DE WILDERNIS
OOK NU NOG HEERST
MILJOENEN GULDENS OF
MILJOENEN WOORDEN
120 al of
niet echte
Van Goghs
Zeg
het met
bloemen
Prins Bernhard opende
expositie Bij de tijd
Meer medemenselijkheid
voor leerling en leraar
Vaderdag!
NIEUWE LEIDSE COURANT
VRIJDAG 17 JUNI 1966
pOEN enkele decennia geleden een aantal
mannen pleitte voor het oprichten van
reservaten waarin het met uitroeiing be
dreigde wilde dier beschermd zou kunnen
voortleven, was er voor het plan zo goed als
geen belangstelling. De wereld stond op de
drempel van een nieuw tijdperk. De tech
niek ivas in opmars. Men droomde van het
ontginnen van nieuwe gebieden ten behoeve
van de steeds groeiende ivereldbevolking, en
daarin pasten geen reservaten. Men zag een
reservaat als een restant van een roman
tische periode, die had afgedaan.
Beginnen de inzichten zich te wijzigen? Geconstateerd kan worden, dat er lang
zamerhand meer begrip komt voor de noodzaak van reservaten, de belangstelling
ervoor neemt toe.
Twee voorbeelden. Het Krüger Wildpark in Zuid-Afrika werd in 1927, het jaar
na de oprichting, bezocht door een tiental bezoekers. In 1960 werden er meer dan
140.000 gereristreerd. De Nationale Parken in de Verenigde Staten verwachten
op grond van de ervaringen van de laatste jaren in 1966 ongeveer tachtig
miljoen bezoekers, en er zijn speciale maatregelen getroffen om deze massa-toe-
loop in goede banen te kunnen leiden. Op het ogenblik heeft van iedere drie
Amerikanen er één minstens eenmaal per jaar een Nationaal Park bezocht.
Maar toch er zijn nog heel wat landen, die geen nationale parken of reservaten bezit-
ïn, en voor enkele zal het oprichten ervan ook wel te laat zijn. Doch ook bestaande
reservaten, de „laatste oases van de dierenwereld", lopen gevaar ten gronde te gaan. Al
leen in Tanganjika worden jaarlijks ongeveer 14.000 stuks wild legaal geschoten, maar
150.000 stuks vallen als slachtoffer van stropers.
De strijd om het behoud van het wilde dier is (nog) in volle gang. En die strijd moet
worden gewonnen willen volgende generaties niet de kans lopen dat zij diersoorten, die
nu nog de aarde bevolken, alleen leren kennen van plaatjes uit boeken en van oude, af
gedraaide films.
Toekomst
Wat is de toekomst van het in het wild levende dier? Sedert honderden jaren hebben
olifanten en neushoorns een zware tol aan de stropers moeten betalen. Zij werden veelal
'bij wildwissels en bij drinkplaatsen gedood, en hun ivoor en hun horens werden
„zwart" over de grens naar de kust gesmokkeld en verder met Arabische schepen naar
het oosten vervoerd. Om zo maar eens een greep te doen: In Afrika werden de vluchtende -
struisvogeltroepen met op uithoudingsvermogen getrainde paarden opgejaagd tot ze waren
uitgeput. De hanen sloeg men met knuppels dood om toch vooral de witte staart en vleugel
veren maar niet met bloed te bezoedelen. Van de zilverreigers bleven maar enkele exem
plaren over.
Ondergang
Toen de Nieuwe Wereld binnen de gezichtskring: van de Europeanen kwam was het lot va:
bison bezegeld. Binnen de tweehonderd jaar werden zestig miljoen bisons, die voor de komst
de blanken de prairies bevolkten, aan de rand van de ondergang gebracht. De trekduiven,
groot in aantal, dat zij de zon konden verduistei j fi
dieren geschrapt, dat op de geweldige vlakten
olkomen uit het boek der levende
hun Amerikaanse vaderland geen enkel paartje
overbleef. De walvissen zijn in de Noordelijke IJszee praktisch uitgeroeid. De blauwbok, een paar-
denantiloop is voor altijd verdwenen. De witstaartgnoe, de bonte bok. de blesbok, de vroeger i
grote aantallen voorkomende Zuidafrikaanse olifant van al deze dieren leven nog i
exemplaren.
Roofbouw
Maar het zijn niet alleen de jagers en de stropers die het in wild levende dier hebben uitge
roeid of aan de rand van de ondergang hebben gebracht, de roofbouw doet dit nog altijd. D
bezig het biologische gezicht van hele continenten om te vormen. De drooglegging
rassen heeft tot gevolg, dat van elk schepsel dat in zijn ontwikkelingsgang water nodig
heeft, de levensbasis wordt ontnomen, van salamander en kikvors tot vogel en zoogdier. De gro-
sen worden steteds kleiner en dit heeft tot gevolg dat de wouddieren in hun totaliteit
gezien uitsterven, want voor de kleine, nog overgebleven restanten, ontbreekt het bosklimaat. Op Madagascar kruipt de
droge steppe van het zuiden elk jaar verder -- -»-*«
onze aarde niet meer heeft.
r enkele
r het noorden en doet een dierenwereld verdwijnen, die haars gelijke op
In het jaar 2000 zal de r
n, dat de mens u
ing ook storm lopen i
an nu nog buiten de be., oonae \ve-
feld gelegen reservaten. Al is dat tijd-
ip nog ver. het is nooit te vroeg om te
ide aan de gedachte dat eens de die-
midden tussen ons in zullen leven,
onaantastbaarheid van een natuurre-
fcrvaat is immers in de grond van de
maar een relatief begrip en ook
landschap zal altijd door mensen
stuurd en verzorgd moeten worden.
Wat?
Wat moet er gebeuren» Om deze vraag
Eat liet in het met 150 fraaie platen ge-
ustreerde „Waar de wildernis nog
leerst, een tocht door de nationale par
en en natuurreservaten" (uitgave NIB,
feist, biz 318, 26,50)samengesteld door
i. Wolfgang Engelhardt met medewer-
Jng van bekende zoölogen onder wie
irof. dr. Bernhard Grzimek (De Neder-
indse uitgave kwam tot stand in sa
menwerking met het Wereld Natuur-
onds/Nederland, en de president van het
INF, de Prins der Nederlanden, schreef
*n voorwoord).
[De dierenwereld op onze aarde zo
ïhrijft dr. H. Keek. directeur van het
ierenpark te Hellabrunn, aan wiens ver
aal bovenstaande is ontleend de die-
mwereld is gemeenschappelijk bezit
alle mensen en beschermende maat-
ilen kunnen alleen maar op brede
s effectief zijn. De instandhouding
de dieren in hun natuurlijke omge-
is een mooie cn waardevolle ge-
behte, aan de verwezenlijking waarvan
pig enkele generaties mogen werken".
olioud
..3i- een tijd komen, dat al-
r het behoud van de afzon-
PARIJS De vliegtuigbemanningen
van de Franse staatsluchtvaart
maatschappij Air France begonnen
vannacht een staking van 48 uur ter
ondersteuning van hun eis tót loons
verhoging met vijf procent.
De Franse regering heeft tot dusver
de eis van de ongeveer 2500 piloten,
hofmeesters en stewardessen afgewe
zen, aangezien hun salarissen te hoog
liggen om te kunnen worden vergele
ken met die van het grondpersoneel,
dat begin van dit jaar vijf procent
kreeg. Verwacht werd dat het
op Orly bijzonder rustig zou zijn.
De kunst ligt op straat
(Van onze speciale verslaggever)
AMSTERDAM „Ik ben 58
jaar, ik zit 40 jaar in de kunst
handel, ik ben 32 jaar Van Gogh-
vorser, ik ben 25 jaar beëdigd
taxateur-makelaar. Ik zet m'n
hele reputatie op het spel, als 120
Van Goghs, die ik in m'n carrière
heb ontdekt, vervalsingen zijn.
Kunt u mij volgen?
Ik kan Jelle T. de Boer, die met een
enigszins verwilderde haardos in een
luie stoel in zijn kunstgalerij aan de
Amsterdamse Rozengracht zit. heel
goed volgen. Maar dat gaat over. als
hij door zijn vrouw in de rede geval
len wordt, of door zijn manager, de
beëdigde fotokopiist W. Th. J. van de
Werd. Dan wordt het een spraakver
warring, waar ik geen wijs meer uit
kan, hoewel het allemaal goed bedoeld
is. en ze alle drie eigenlijk precies
hetzelfde willen zeggen.
De Boer: „M'n leven hangt hier, m'n
hele leven. Ik ben altijd bijzonder ge
boeid geweest door de impressionisten.
Ik...
Zn
Manet.
Van de Werd: „En Matisse en Tou
louse-Lautrec niet te vergeten."
De Boer: „Laat ik nu even alleen pra
ten."
Z'n vrouw: „Ja, laat Van de Werd nu
even z'n mond houden."
Van de Werd: „Natuurlijk, we moeten
er geen abacadabra van maken."
De kunsthandelaar, die elke museum
directeur ter wereld zelfs Noord- en
Zuid-Korea zijn niet vergeten! een
catalogus van zijn persoonlijk op de
kop getikte en nog nimmer geëxposeer
de werken heeft gestuurd, vertelt dan
zijn verhaal Telkens springt hij op om
me op een detail van een aquarel of
een olieverf te wijzen. Op zijn nog
maar net geopende tentoonstelling han
gen dan ook 80 al of niet echte Van
Goghs. terwijl hij in zijn kelder nog 40
tekeningen van Vincent zou hebben lig
gen, die er binnenkort nog aan zullen
worden toegevoegd.
Vlooienmarkt
„Ik heb er van jongsaf aan in geloofd,
meneer: de kunst ligt op straat. Alles
wat u hier ziet, heb ik op doodgewone
markten ontdekt. De vlooienmarkt in Pa
rijs bijvoorbeeld ik ben er ontelbare
keren naartoe gereden of de rommel
markt van het Amsterdammse Waterloo-
plein. Van de Antwerpse markt heb ik
ook heel wat mooie dingen gehaald. Ik
had daar een tussenpersoon zitten, er
heeft jarenlang alle portefeuilles met
geboden tekeningen opgekocht."
Jelle de Boer, die van zichzelf zegt
nooit rijk te zijn geweest en perioden te
hebben gekend, waarin hij nog geen 100
gulden in huis had om de huishuur te
betalen, is bij het opkomen van zijn Van
Goghs bepaald niet duur uit geweest. 250
gulden is het meeste, dat hij ooit voor
een doek heeft betaald. Voor drie fraaie
krijttekeningen, die hij aan Van Gogh
toeschrijft, heeft hij, nog niet eens zo
lang geleden, slechts 7% gulden neerge
teld.
„Ik herhaal, meneer, de kunst ligt op
straat. Die drie tekeningen waren door
een „morgenster" bij een vuilnisbak op
derlijke soorten, onverschillig waar. het
parool kan zijn.
Wat zal er bijvoorbeeld terecht komen
m de natuurreservaten als in Afrika
;ns een grote opstand zdu uitbreken?
Hetzelfde wat met de laatste Pater Da-
vids-herten in het keizerlijk paleis te Pe
king gebeurde, toen opstandelingen het
in 1911 bestormden? Als niet enkele van
deze herten in Europese diergaarden aan
wezig waren geweest, die daarna in het
wildpark van de hertog van Bedford
verder werden gefokt, zou dit dier nu
van de lijst van levende dieren zijn ge
schrapt
Ook voor
tuiniers op
bovenhuizen...
wel eens dromerig naar de
i zijn schoonzoon? Vindt hij
•jtsel aan planten en plantjes
juk? Dan zal hij best tevreden
een plant op Vaderdagl
De natuur is voor ons geslacht van het
begin af een voedende bevruchtende
bron, waaraan wij alles te danken heb
ben wat wij zijn. We zijn nu gedwongen
deze stroom in banen te leiden, die nut
tig zijn voor de welvaart van de mens.
Wij mogen echter de bron van deze
stroom niet dempen, als we willen dat
ook onze nakomelingen nog levend wa
ter zullen vinden. Op ons. tijdgenoten,
rust een grote, ja de allergrootste ver
antwoordelijkheid. Het gaat om een goed
dat. eenmaal vernietigd, onherstelbaar
verlQren is. Nog is het tijd, nog is alles
Demonstratie vakmanschap
UTRECHT Prins Bernhard
heeft vanmorgen de manifestatie
Bij de tijd, een grootscheepse ex
positie en demonstratie van het
persoonlijke vakmanschap ge
opend. Bij de tijd wil het gehele
ambacht vertegenwoordigen, een
sector van ons bedrijfsleven
waarin ongeveer 600.000 mensen
hun bestaan vinden. Alle hallen
en buitenterreinen van de jaar
beurs zijn nodig om Bij de tijd
onder te brengen.
Op de manifestatie, die van heden
tot en met zaterdag 25 juni duurt,
demonstreren ongeveer 10.000 men
sen dagelijks hun ambacht en vak
manschap. De expositie heeft onge
veer twee miljoen gulden gekost.
Jac. Kleiboer droeg zorg voor de
ganisatie.
In elk paviljoen van het Jaar
beurscomplex wordt een speciaal face
van het ambacht belicht. Men wil na
melijk de bezoekers zo dicht mogelijk
betrekken bij de activiteiten van
ambachtelijk leven.
Bijzondere aandacht wordt besteed
aan jong Nederland: opleiding en be
roepskeuze, kunstnijverheid, in
dustriële vormgeving, ambacht in rela
tie tot kerkelijke kunst en omscholing.
Ook wordt de bezoeker op spectaculai
re wijze geconfronteerd met de
ningbouw.
Revolutionaire ontwikkelingen
het gebied van de electronica en de
ruimtevaart worden eveneens in beeld
gebracht. Zo zal er een werkend plane
tarium te zien zijn, waar de bezoeker
de bewegingen van de voornaamste he
mellichamen kan volgen. Men is tot de
manifestatie gekomen door de maat
schappelijke onderwaardering voor de
ambachtelijke arbeid.
Chr. land- en tuinbouwonderwijs
Pleidooi voor
gedifferentieerde
loonvorming
(Van een onzer verslaggevers)
ARNHEM Het komt er nu
jp aan de mogelijkheden, ge
noemd in de nieuwe wet voort
gezet onderwijs, binnen ons
schoolsysteem van het land en
tuinbouwonderwijs goed te doen
functioneren. Het grote aantal
doublures en het ongehoord aan
tal leerlingen dat bij de verschil
lende vormen van voortgezet on
derwijs de eindstreep nooit haalt
mogen een teken aan de wand
zijn.
Behalve een remming: op het onder-
wijs-in-zijn-totaliteit betekent dit mijns
inziens een misdaad om een kind dat
bijv. twee talenten heeft ontvangen te
laten werken in een omgeving waar al
leen met méérdere talenten goede resulta
ten zijn te behalen. Dit punt zal niet
alleen bij ons, maar bij het gehele voort
gezette onderwijs prioriteit moeten heb-
Op de jaarvergadering van de Vereni
ging christelijke leerkrachten bij het
land- en tuinbouwonderwijs in Neder
land bracht de voorzitter, de heer J.
Meijer te Smilde, dit met nadruk onder
de aandacht van zijn vakgenoten. Essen
tieel achtte 'J bundeling van leerkrach
ten: één grote lerarenorganisatie vooi
het gehele prot. chr. onderwijs zou veel
goeds kunnen bewerken. Hij vroeg zich
af waarom besprekingen over meer een
heid in organisatorisch opzicht zo moei
zaam verlopen en dan -- met een mini
mum aan resultaat.
Ook in ander verband vroeg de heer
Meijer om meer begrip in het inter
menselijke vlak. Hij doelde hier op de
problemen rond de opheffing van scho
len. Er zijn velen die onvoldoende door
hebben wat In iemand kan omgaan als
hij het ogenblik ziet naderen dat hij zijn
Het doet er zo ontzettend veel toe hoe
de zaak met elkaar wordt besproken, of
men gewekte verwachtingen ook hono
reert. Mij is een geval bekend, dat eer
bestuur de hele zaak per telefoon meen
de af te kunnen doen. Is dat begrip en
liefde van christenen onder elkaar? Juist
aldus de voorzitter, heb ik ge
meend bij de aanvang van deze vergade
ring 1 Corinthe 13 te moeten lezen.
Voortdurende aanpassing van het prak
tijkonderwijs aan de eisen die de
maatschappij stelt, blijft nodig. Zo vond
voorzitter het aantal „mechanisatie-u-
bij de steeds verder voortgaande
mechanisatie in land- en tuinbouw (45
per leerjaar) te gering.
Ook op het terrein van de overgangs
mogelijkheden naar andere takken var
onderwijs zijn er de nodige wensen. Er
kenning van bepaalde graden van akten-
bezit (gedoeld werd met name op de
akten s en t als volwaardige ulo-akten)
is reëel en billijk. De heer Meijer vond
het een onbegrijpelijke zaak, dat die er
kenning er nog stee niet is.
Over het systeem van loonsverhogin
gen besloot de voorzitter met enkele
persoonlijke opmerkingen. Persoonlijk,
omdat deze zaak in de overkoepelende
PCOV nog onvoldoende aan de orde is
geweest. Maar dat zal binnenkort wel
het geval zijn: in PCOV-verband wil de
heer Meijer een en ander nader g
doorpraten.
Hij vroeg zich namelijk af of het
werkelijk christelijk sociaal verantwoord
mag heten dat salarisverhogingen
steeds met eenzelfde percentage vc
le groepen moeten blijven gelden. De
consequentie is immers, dat de afstand
tussen de hoogst en laagst gesalarieerden
maar steeds hoger wordt. Ook de pensi
oengrondslag wordt daardoor in deze
tegorieën onevenredig aangepast. Kort
goed, hij pleitte voor het systeem
gedifferentieerde loonvorming, ook v<
wat betreft de vakantieuitkering.
De aftredende penningmeester, de heer
C. Blaauw Aiit Gouda die zijn mandaat
niet verlengd wilde zien, werd hartelijk
toegesproken en met applaus bedankt
voor zijn vele werk. In zijn plaats wc:i
de heer G. C. Voogd uit Naaldwijk geko
zen en benoemd. Secretaris C. van Vugt
werd herkozen.
In de midagivergadering konden de
aanwezigen muzikaal geniten van me
vrouw Lea de Boer en hun inzicht verrui
men over de godsdienstige opvoeding op
school, een onderwerp dat drs. C. van
der Zwet, verbonden aan het Christelijk
de Amsterdamse grachten gevon
den. Onbegrijpelijk! Onvoorstelbaar! De
weten gewoon niet wat ze weg
gooien."
Als de kunsthandelaar over zijn liefde
oor en zijn studie over Vincent begint
te spreken, wordt hij voor de zoveelste
keer door zijn manager in de rede geval
len.
„Hij had een opdracht van Van Gogh",
zegt de laatste mysterieus. „Hij.
„Nee, nee", zegt De Boer geërgerd.
„Alsjeblieft geen mystiek. Het is zo, me
neer: ik ben altijd van Vincent bezeten
geweest. Ik ben als het ware in zijn huid
gekropen. Ik ken bijna elke voetstap, die
hij heeft gezet; ik weet precies wat hij
1--w' «7 yoor kreeg en
Voor "n prikje
„Waarom bent n niet eerder met uw
Van Goghs op de proppen gekomen?"
vraag ik. „Toen u de eerste in handen
kreeg, had u er toch meteen publiciteit
in kunnen geven."
De Boer: „Een vraag, die ik verwacht
had. Kijk. dat zit zo. Ik wilde voor een
prikje zoveel mogelijk Van Goghs verza
melen. Als ik er bekendheid aan gegeven
had. dan had ik alleen maar slapende
honden wakker gemaakt."
Z'n vrouw: „Zo is het. Hij is een ken
ner. Hij weet precies waar hij op af
moet gaan."
Van de Werd: „Verstandig, niet? Hij
wilde er nog veel langer in het geheim
doorgaan, maar ik heb hem tenslot
te overgehaald het publiek in zijn vreug-
lee te laten delen."
„Betekent dit dat er thans geen
onontdekte Van Goghs meer zijn? Door
met u tot nog toe onbekende verzame
ling in de openbaarheid te treden, door
het versturen van catalogi naar alle de-
/an de wereld en door het verlenen
interviews aan binnen- en ook bui
tenlandse publiciteitsmedia zijn. zo dacht
ik, alle slapende honden nu wel wakker
geworden."
De Boer: „Dat laatste is natuurlijk zo.
Maar u moet goed begrijpen, meneer, ik
ben moe. Moe van het speuren, moe van
het testen, moe ook van mijn geheim,
dat ik meer dan 30 jaar heb kunnen
bewaren. Naar mijn schatting zijn er nog
2000 werken van Vincent zoek. Misschien
hangen ze ergens aan de muur, vol met
punaisegaten en vol met vliegenpoep.
Van Gogh was een ongewoon produktie-
ve kunstenaar. In Breda zijn in 1903
pakken tekeningen van hem voor een
stuiver per stuk verkocht. Bosjes van 10
stuks werden in Parijs voor een hele of
zelfs een halve frank aan de man ge
bracht. En van zijn Antwerpse periode is
bekend dat de waardin van Cafe du Tam-
bourin, waar hij woonde, voor de stapels
tekeningen, die ze van hem geschonken
kreeg, nog geen centime kon krijgen."
Zwijgen
De Utrechtse kunsthistoricus prof. dr.
J. G. van Gelder, heeft de expositie van
Jelle de Boer al bezocht. Maar hij zwijgt
nog in alle talen, hoewel hij op de ten
toonstelling gezegd zou hebben dat twee
van de slechts voor een hal* miljoen
gulden verzekerde schilderijen in ieder
geval geen Van Goghs zijn.
De Boer: „Ik vind hc* geweldig
met elkaar in de „clinch" gaan. Het ging
om een paar koeien en, heus, meneer
hier hangt niets, waarvan ik niet hon
derd procent zeker ben. Het is bekend,
het is ook in het boek over Vincent van
dr. Tralbaut geschreven, dat de schilder
in zijn magere jaren kalenderkarton
voor zijn creaties gebruikte. En dat is
ook bij die koeien gebeurd. Als het werk
wordt omgedraaid, kan men dat duide
lijk zien."
Wat zijn verzameling waard is, weet
de kunsthandelaar niet precies. Op grond
van recente veilingbedragen, die voor
Van Goghs zijn gemaakt, komt hij op
een bedrag, dat tussen de 40 en de 50
miljoen gulden ligt. Maar wie nu meent
dat hij dit ervoor wil hebben, is er naast.
Ondanks „fantastische aanbiedingen uit
Amerika" is Jelle de Boer erop uit zijn
collectie als één geheel in Nederland te
houden. Op stuk-basis verkopen wil hij
niet. Op z'n hoogst wil hij een Cézanne
of een Degas kwijt, omdat er tenslotte
„brood op de plank moet komen".
Toen de kunsthandelaar het bedrag
noemde, waarvoor hij zijn verzameling
aan een Nederlands museum wilde
afstaan, ontspon zich het volgende di
Van de Werd: „Nee man. dat moet je
nou niet zeggen. Meneer doet u mij een
lol en publiceer dit cijfer niet. Hij is tè
enthousiast: hij zegt wel eens wat te
veel. Nee. begrijp me goed, ik vertrouw
u wel, maar hij doet zichzelf schade, als
en er meer voor zou willen bieden."
De Boer: „Ja, dat is misschien wel zo.
Wat ik slechts wil. is onbezorgd buiten
sn en m'n kinderen een boerderijtje
n. U ziet wel, een materialist ben ik
t vrouw: „Hij heeft er al die jaren
hard genoeg voor gewerkt. Ik geloof wel
dat hij het verdiend heeft."
Als het vraagstuk van het signeren ter
tafel komt, brengt Jelle de Boer naar
voren dat 15 van de 120 ontdekte wer
ken, die hij aan Van Gogh toeschrijft,
ondertekend zijn. Hij verklaart:
„Ik ben daar dik tevreden mee. Van de
bekende tekeningen en doeken van Vin
cent is slechts 6 procent gesigneerd. Ver
valsingen zijn uitgesloten. Ik ken m'n
vak. Bij het schoonmaken van een schil
derij maak ik een vloeistof klaar, die is
afgestemd op de gesuggereerde ouder
dom van het doek. Alles wat er later op
gepenseeld is, verdwijnt subiet."
Rembrandt
Terwijl de kunsthandelaar uitwijdt
over het oeuvre-standaardwerk van
Baart de la Faille in de nieuwe druk,
die eerstdaags verschijnen moet, zóu hij
zijn collectie graag vermeld zien be
gint zijn manager een gesprek met een
bezoeker, die, gezeten in een fauteuil, de
hele conversatie zwijgend heeft gevolgd.
„Veertien jaar geleden", zegt de met
een Duits accent sprekende heer, „heb ik
op het Waterlooplein een portefeuille
met twaalf gesigneerde tekeningen van
Rembrandt gekocht. Er was ook nog een
Jan Steen bij."
„Als u tegen een desillusie kunt", zegt
hij behulpzaam, „wil ik ze als beëdigd
taxateur-makelaar op hun echtheid
testen. Gratis helemaal voor niets.
Mooier kan het wel niet, dacht ik."
Het gesprek verzand dan in het
geschepte papier, dat in de zeventiende
eeuw werd gebruikt, en in de roestvlek
ken, die in tekeningen uit die tijd moe
ten zitten.
Een merkwaardige, een hoogst merk
waardige zaak. Het raadsel van de Rozen
gracht de kunst ligt op straat is
tweeledig geworden. Vakexpert Jelle de
Boer gaat vermeende tekeningen van
Rembrandt op hun authenticiteit beproe
ven. Andere vakexperts zullen straks
moeten uitmaken, of de collectie, die Jel
le de Boer aan Vincent van Gogh
toeschrijft, inderdaad uit het penseel en
de tekenstift van deze wereldberoemde,
Nederlandse impressionist is gevloeid.
Niet vergeten,
overmorgen is het
Het nieuwste model
met zichtbare gasstand.
Andere modellen Poppell
aanstekers v.a.5.95-12.50
VOOR OE HANDEL: B O. IEEFSMA NV.
KERKSTB ES. AMSTERDAM. TEL EUiSl