HOVERCRAFT voertuig met grote toekomst in het slot deur Type voor 500 mensen in studie ■urn ZATERDAG 14 MEI 1968 |^A ZEVEN JAREN van intensieve proefnemingen zijn de vorige maand de eerste twee geregelde Hovercraft-veerdiensten over Het Kanaal ingesteld. De diensten, Ramsgate-Calais en Dover-Calais, worden onderhouden met de Westland SR. N6, die plaats biedt aan 36 passagiers of drie ton vracht. De oversteek wordt gemaakt met een snelheid van 40 kilometer per uur en zo duurt de tocht Dover-Calais slechts 35 minuten. Een retour kost f 60.- en een dagretour is vijftien gulden goedkoper. In 1953 kwam de Brit Christopher Cockerell als eerste op het idee een voertuig te la ten voortbewegen op een lucht kussen; zes jaar later deed het voor het eerst zijn intrede. Op juli 1959 bewees dit voertuig op overtuigende wijze zijn prak tische waarde, toen het op de 50e verjaardag van de eerste Ka- naalvlucht door Blériot, Het Ka naal overstak. Vanaf dat mo ment werd er een nieuw woord aan de Engelse taal toegevoegd, een woord dat geheel nieuwe vorm van transport omvat. Dat woord was „hovercraft", „een voertuig dat zich boven de op pervlakte van land en water voortbeweegt op een luchtkus sen". Vandaar dat dit nieuwe transportmiddel bij ons veelal luchtkussen- of zweefvoertuig wordt genoemd. Het is echter vrij moeilijk de hovercraft on der te brengen bij de scheep- of luchtvaart. In dit verband werd daarom onlangs besloten een af zonderlijke „Hovershow" te hou den van 15 tot 19 juni a.s. in de buurt van Gosport. Deze ten- toonsteling, die georganiseerd wordt door de British Hover craft Association, zal een gede tailleerd overzicht geven van de verschillende Britse luchtkussen voertuigen en de mogelijkheden van deze toestellen op velerlei wijze demonstreren. Snel schip De voordelen van het hover craft principe zijn, dat het voer tuig zich over moerassen, woestijnen en poolvlakten kan bewegen. Hij heeft geen wegen toria en diverse belanghebbende instanties ter hand zou worden genomen. Gedacht wordt aan de verbindingen met de Waddenei landen, tussen de Zeeuwse eilan den en over het IJselmeer. Studies Het adviesbureau, Clyde Ho vercraft Ferries, heeft in zijn nog vrij recente bestaan al een groot aantal buitenlandse bezoe kers ontvangen. De heer A. W. Birrell, de directeur van de on derneming, zegt: „Wij hebben ge leerd wat er met een Hovercraft kan worden gedaan en wij zijn van plan onze ervaring te gebrui ken door diensten te verlenen aan de vele mensen die inlichtin gen over dit soort voertuigen willen hebben. Een computer op het hoofdkwartier in Edinburgh vergemakkelijkt het maken van studies. De onderwerpen waaro ver de onderneming geraad pleegd kan worden omvatten o.m. selectie van bestuurders en opleiding, opleiding van techni ci, studies over de mogelijke rou tes in de gehele wereld, weersin vloeden, snelheid en onderhoud. Het luchtkussenvaartuig SRN-6 verlaat Ramsgate t Op de voorgrond het allereerste zweefvliegtuig, daarachter twee door Westland gebouwde machines. of rails nodig, geen dure stati onsgebouwen in steden of ha vens en op zee kan hij twee tot drie keer sneller reizen dan welk schip ook. Naast een op merkelijke tijdsbesparing, stelt het zijn passagiers in staat zon der schokken en met een grote mate van comfort te reizen. Im mers het mist de rolweerstand van een auto en de nog veel grotere rompweerstand van een schip in het water, terwijl het in vergelijking met een vliegtuig een veel kleiner percentage van het motorvermogen voor draag kracht nodig heeft alles dank zij het luchtkussen. Aanvankelijk kon het zweef- tuig zich alleen voortbewegen i; (of op) buitengewoon kalm wa ter en geen hindernissen over winnen, die hoger waren dan cm. In de loop der jaren heef men echter talloze verbeterin gen aangebracht. Een van de be langrijkste ontwikkelingen was die van de flexible rubber „rok", tussen het voertuig en de oppervlakte waarover het zich beweegt. Dit verhoogt de moge lijkheden van het zweeftuig in aanzienlijke mate. Adviesbureau Alhoewel men in de loop der jaren ook in andere landen, zo- Praktisch Het is duidelijk dat het zweef voertuig niet meer kan worden beschouwd als een stuk speel goed, maar een serieus en prak tisch nieuw vervoermiddel is. In dien we de ontwikkeling van het hef schroef vliegtuig vergelij ken met die van het zweeftuig dan verloopt die in een razend snel tempo. Een verloop waar van ook van militaire zijde veel aandacht wordt geschonken. Vol gens de Britse admiraliteit zal het zweeftuig wellicht een be langrijke bijdrage kunnen leve ren tot de oorlogsvoering tegen duikboten en amfibische oor logsvoering, als ook bij de lo- gistische steun aan legeronderde len. De Royal Navy bestudeert plannen voor de bouw van een geheel nieuw onderzeebootbe- strijdingswapen, gebaseerd op het luchtkussen voertuig sys teem. Britse en Westduitse de fensie experts hebben reeds een gesprek gehad over de gezamen lijke ontwikkeling van een der gelijk wapen. Dat zou in staat zijn een snelheid van 200 km/u te ontwikkelen. Het vaartuig, van enkele honderden tonnen, zou worden voortgedreven door de straalmotoren die men voor de TSR-2 bommenwerper heeft ontworpen. De havenautoriteiten van een aantal kleinere Britse havens bestuderen de mogelijkheid om deze zweeftuigen te gebruiken voor het vervoer naar het vaste land van Europa. Volgens de maatschappijen die de hover craft tot ontwikkeling brengen, zijn deze toestellen de aangewe zen snelle transportmiddelen van de toekomst voor het ver voer van vracht over korte afstanden. De meeste ondiepe ha vens aan de oost- en zuidkust van Groot Britannië hebben hun handel met het continent gesta dig opgebouwd en verwachten dat deze nog zal toenemen wan- Groter type De diensten over Het Kanaal zullen voorlopig nog beperkt worden tot de maanden mei t.m. september. In de lente van 1968 zal een veel groter type in dienst worden gesteld dat 500 passagiers kan vervoeren, ter wijl dit zweeftuig op de korte routes zelfs plaats biedt aan 800 personen. Dit vervoermiddel van 160 ton kost veertien miljoen en is tevens bedoeld om een combi natie van b.v. 126 passagiers en 34 auto's over de open zeeroutes te vervoeren. Het zal worden voortgedreven door vier moto ren van 3400 pk elk, die het voertuig een snelheid geven van 133 km per uur en bij rustig weer een actie-radius van 540 kilometer. Het bijna 40 meter lange vaartuig zal een vloerop pervlak krijgen van 539 vier kante meter. Het zou opgewas sen zijn tegen golven van drie meter hoogte met een veilig heidsfactor voor zelfs nog hoge re golven. Dit zou misschien het alternatief kunnen zijn van een Kanaalbrug of -tunnel met bo vendien het voordeel dat een ho vercraft niet aan één route ge bonden is. als Amerika, Frankrijk, Rusland en Zweden, dit soort voertuigen is gaan bouwen, staan de Britten nog steeds aan de top. Eind vo rig jaar heeft een Britse onder neming, die twee zweeftuigen in dienst heeft, een adviesbureau voor Hovercraft-diensten geo pend. De oprichting van dit bu reau is een rechtstreeks gevolg van de vele verzoeken om inlich tingen die uit het buitenland over de toepassing van de Hover craft worden ontvangen. Er gaan ook in ons land stemmen op om meer te werken aan de ontwikkeling van het luchtkus senvoertuig. Een ontwikkeling die dan door de vliegtuigin dustrie, de scheepsbouw, labora- Door Berend Prins UET was niet druk in de 11 trfein, die me naar Alme lo bracht. Ik had al een uur lang helemaal alleen in een coupé voor acht personen ge zeten. In Amersfoort kreeg ik gezelschap van een oud uit ziend heertje. „Hebt u er be zwaar tegen, dat ik bij U kom zitten?" vroeg hij be leefd, alvorens binnen te ko men. „Natuurlijk niet", ant woordde ik, „er is plaats ge noeg." Hij legde zijn tas in het net, ontdeed zich van jas en hoed en zette zich tegeno ver me. Het gebruikelijke aanloopje over het weer bleef achterwege. Hij staarde naar buiten, het hoofd steunend in zijn hand. Ongemerkt sloeg ik hem gade. Zijn nog dichte haardos was sterk grijzend, zijn ogen zagen mat en zijn gezicht verried spanning. Ik schatte zijn leeftijd op onge veer zeventig jaaF. „Vreemd", dacht ik, „hoewel er genoeg lege coupé's zijn, komt hij bij me zitten en laat hierdoor zien behoefte aan gezelschap te hebben en toch begint hij niet te praten." Nog eens nam ik hem op. Zijn voorkomen was onbe rispelijk. Zijn handen, die nij vere vlijt toonden, waren ver zorgd. Aan de rechter ringvin ger droeg hij twee gladde rin gen. „Een weduwnaar" stelde ik bij mezelf vast. „Zou hij zich misschien eenzaam voe len?" Ik bleef nog enkele mi nuten zwijgen, in de veron derstelling, dat hij wel een gesprek zou beginnen. Toen dat niet gebeurde, haalde ik mijn sigaren tevoorschijn en hield ze hem voor. „Doet U ook mee?" vroeg ik. „Graag mijnheer", antwoordde hij, terwijl zijn ogen blij oplicht ten. Hij was zichtbaar aange naam verrast. Dankbaar keek hij me aan, toen ik hem een vuurtje gaf. Wat ik verwacht had, gebeurde. Deze eenvoudi ge handeling was voldoende me te vertellen wat er in hem omging. „Ja mijnheer", begon hij, „ik ben met opzet bij U komen zitten in de hoop iemand te ontmoeten met wie ik praten kon." „U houdt er niet van met Uw eigen gedachten bezig te zijn?" vroeg ik. „Ach", ant woordde hij, „ik heb er nooit om gegeven. Als je ge moedsrust niet aan flarden gescheurd wordt, is het wel eens goed tot bezinning te ko men. Maar nu kan ik het niet. Daarom ben ik ook op IJIJ zweeg en trok aan zijn sigaar. „Moeilijkhe den?" informeerde ik. Hij knikte en vervolgde; „Inder daad mijnheer. Ik heb in de vier en zestig jaar, dat ik leef, al veel moeten meema ken en steeds heb ik gepro beerd het verdriet, dat me werd aangedaan, te verwer ken en het te dragen. Nu lukt het me niet meer. Mijn laatste vreugde is me uit de hand geslagen. Het is, erg mijnheer tot de ontdekking te komen, dat je niets is over gebleven. Mijn vrouw kwijt, mijn zoon kwijt, mijn doch ter kwijt." Hij wendde zijn hoofd naar het raam en staarde naar het landschap, dat aan ons voor bij vloog. Ik merkte, dat hij niet het natuurschoon zag, maar dat zijn leven als een snelle aaneenrijging van beelden zijn geest passeerde. „Ik heb", zei hij, nog steeds naar buiten ziend, „geen pret tige jeugd gehad. Vader en moeder konden het slecht met elkaar vinden en mijn zus en ik werden er de dupe van. Om weg te komen uit de benauwende sfeer van mijn ouderlijk tehuis, trouwde ik reeds op negentien-jarige leeftijd met een meisje van achttien. Ik nam me voor goed te zijn voor mijn vrouw en de kinderen, die we zou den krijgen. Het is een geluk kig huwelijk geworden. Daar denk ik nog steeds met dank baarheid aan terug, al waren de eerste jaren teleurstellend, daar we kinderloos bleven. Toen we echter tien jaar ge trouwd waren, werd die te leurstelling weg genomen, we kregen een zoon. Onze blijdschap kende geen gren zen. We omringden hem met liefde en zorg. Groter gewor den, sloofden we ons voor hem uit. Toen hij evenwel een goede positie had hij is ingenieur wilde hij ons amper meer kennen. Stel je voor, zo'n vader en moeder!" Hij lachte bitter en voegde ei verduidelijkend aan toe: „Ik ben een eenvoudige werk man, begrijpt U? Mijn vrouw en ik hebben daar veel onddi geleden. Negen jaar lang is hij ons' enig kind geweest, toen kregen we nog een doch ter. De jaren die volgden, wa ren mooi, al zijn de oorlogsda gen, die er in lagen, ook voor ons gezin moeilijk en zwaar geweest. Het verdriet, dat on ze gezinsvreugde verkleinde, begon toen onze zoon zijn stu die volbracht had en ge ringschattend op ons neerzag. En dat is nog zo. Mijn vrouw voelt het niet, ze is vijf jaar geleden overleden. Dat was een harde slag voor mij, mijn heer, want we hielden veel van elkaar. Denkt U nu niet, dat mijn zoon door het heen gaan van zijn moeder zijn houding veranderde. Hij. is op de begrafenis geweest, meer ook niet. Sinds twee jaar heb ik hem niet gezien en ik hoor ook niets van hem. Hij doet of ik niet besta. Denkt U zich even in, je eigen zoon!" HIJ aa pend. Zijn sober verteld" le vensverhaal maakte diepe in druk op mij. Elk woord ver tolkte leed, een leed dat zwaar op hem rustte en waar van hij zich niet kon bevrij den. „En je sjouwt het maar mee in je leven", zei hij lang- Ons kort verhaal zaam en meer tot zichzelf dan tegen mij. „Dag in, dag uit." Hij zuchtte en vervolg de:. „Mijn dochter en ik ble ven alleen achter. Ik heb ge daan wat ik kon om haar een prettige jeugd te geven en aan haar opvoeding heb ik veel zorg besteed. Ik heb er voor moeten zwoegen, maar ik deed het graag. Zij was mijn een en alles. Haar bestaan gaf mijn leven zin en richting. Ook dat is nu veran derd. De laatste tijd heeft ze me meer verdriet dan vreug de bezorgd. Ongeveer een half jaar geleden kwam ze huis met een jongen. Nu vind ik het niet erg, dat ze een jongeman meeneemt. Ik zie haar graag gelukkig ge trouwd. Maar zo iemand, die zij meebracht, nee." Hij schudde heftig zijn hoofd en zijn lippen persten zich voor een ogenblik stijf op elkaar. „Nee", zei hij nog eens, „zo iemand accepteer ik niet als schoonzoon. Hij was nog maar nauwelijks over de drempel, of ik had een hekel aan hem. Hij zag er slordig uit en zag me met een min of meer uitdagende blik aan. Ik kreeg een slap handje en ver der besteedde hij weinig aan dacht aan me. Ik heb ge tracht mijn gevoel van antipa thie te onderdrukken, omdat ik me kon vergissen. Zo'n eerste kennismaking zegt tenslotte niet alles. Toen ik hem echter beter leerde ken nen, bleek dat mijn indruk juist was. Het is een luie en onverschillige vent, die liever achter een glaasje zit en wat sjachert, dan zijn handen uit de mouw te steken, 't Is een ruwe en onbeschofte kerel. En dergelijke lui kan ik niet luchten of zien. Ik heb gepro beerd mijn dochter duidelijk te maken, dat ze bezig was haar eigen leven te ruïneren, maar ze ging er dwars tegen in. Toen heb ik een maand lang over hun verhouding ge zwegen, in de hoop dat haar zelf de ogen opengingen. Het tegendeel was waar. Weer heb ik mijn best gedaan haar tot andere gedachten te bren gen, het mocht niet baten. Ze legde mijn waarschuwingen naast zich neer en ging haar eigen gang. Bijna geen avond was ze meer thuis. Nachten heb ik wakker gelegen, want het is hard te zien dat je dochter zichzelf in het onge luk stort. Na veel gepieker en overwegingen besloot ik er een eind aan te maken door mijn vaderlijk gezag te laten gelden. Op een van de schaarse avonden, die ze thuis doorbracht, wees ik haar nog eens op het ver driet, dat onherroepelijk ko men zou, als ze met Jack zou trouwen. Ik begon voorzich tig en al zei ik precies hoe ik erover dacht, ze moet gevoeld hebben dat ik praatte voor haar geluk. Het resultaat was evenwel, dat ze kribbig en tenslotte boos werd. Nijdig barstte ze los: „Houd er nu in vredesnaam eens over op. Ik weet het zo langzamerhand wel. Annie trouwt met een vent van niks en Annie zal haar hele leven lang daar de wrange vruchten van moeten plukken. Ik ben oud en wijs genoeg om te weten wat ik doe." „Als je er toch mee wilt door gaan", ging ik er rustig tegen in al bruiste het in me, omdat ik niet kon verdra gen dat ze ongelukkig zou worden „verbied ik jullie omgang. Hij komt hier niet meer binnen." Ze keek me aan met een blik of ze me wilde verpletteren. Toen sprong ze op en sprak: „Krijg de rambam met je ouwewij- vengeklets. Jack er niet meer in, dan ik eruit. Gegroet." 7E liep naar de deur en verdween. Wat er toen in me omging, mijnheer! Je ei gen kind dit te horen zeggen! Het duizelde me en het leek of ik in een afgrond stortte. Het heeft wel een half uur ge duurd voor ik kon staan. „Ze komt wel terug, daar krijgt ze spijt van", trachtte ik me zelf te troosten. Ik wachtte tot diep in de nacht, maar ze bleef uit. „Morgen komt ze wel", maakte ik mezelf wijs. Maar ze kwam niet. Toen ze na twee dagen nog niet verscheen, heb ik een grote strijd gestreden. Naar haar toe gaan of niet. Ik kon er aanvankelijk niet toe komen. Je eigen dochter te 6meken thuis te komen, terwijl je er voor jezelf van overtuigd was alles voor haar gedaan te heb ben! Dat valt niet mee, mijn heer. Twee keer heb ik op tie stoep gestaan, maar ik kon er niet toe komen en ging terug De volgende dag ging ik. Ach, hoe betreur ik het! Ik belde aan en werd open ge daan door een vrouw van on geveer dertig jaar. „Mag ik mijn dochter even spreken?" vroeg ik. „Het spijt me", ant woordde ze, „Jack en Annie zijn gisteren laat naar bed ge gaan. Ze slapen nog. En bo vendien heeft Annie gezegd, dat ze U niet wiltie ontvan gen, als U mocht komen." Even nam ze me op, toen zei ze, terwijl er zich een spot tend lachje om haar lippen plooide: „Ik had gedacht, dat aanstaande opa's liever zou den zijn". Mijnheer, toen viel er een deur in het slot. Je moet een hart van beton heb ben om dat te kunnen verwer ken." Hij zweeg en ik met hem. UWEN later reden we, nog steeds zwijgend, Apeldoorn binnen. „Hier woont mijn zuster", zei hij, „tiaar ga ik een paar dagen heen." Ik hielp hem in zijn jas, gaf hem de hand en kon slechts zeggen: „Sterkte." In Maleisië werd de hovercraft gebruikt bij het opsporen van infiltranten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 17