Holland beet matroos Verwey in het been SAN0VITE Nieuwe status voor Franse troepen in W.-Duitsland Sowjetunie bereidt rode top voor j Gedwongen arbeid in Duitsland40- '45 "Koningin kreeg een gezond volk terug Britse invoertoeslag van tien procent in november afgeschaft Uit de Haagse hof geplukt 166 NIEUWE LEIDSE COURANT 7 WOENSDAG 4 MEI 1966 De heer B. A. Sijes, wetenschappelijk medewerker van het Rijksin stituut voor Oorlogsdocumentatie, begon in 1954 aan de voorbereidende studies met betrekking tot een onderwerp dat tot nu toe in geen van de landen die door de Duitsers bezet waren, veel in de belangstelling had gestaan: de massale arbeidsinzet van vreemde arbeiders, uiteraard speciaal belicht vanuit Nederland se gezichtshoek, in Duitsland. Met inachtneming van onderbrekingen in verband met de processen tegen Eichmann, Rajakowitsch en an dere oorlogsmisdadigers kan ge zegd worden dat Sijes acht jaar gezwoegd heeft aan zijn uitvoerig gedocumenteerd standaardwerk de Arbeidsinzet. (Bij de Staats drukkerij in Den Haag gedrukt, uitgegeven door Martinus Nijhoff, Den Haag. 730 blz., 39.) Achtereenvolgens behandelt Sijes de arbeidssituatie in Duitsland en Nederland vóór de oorlog, de over dracht van het regeringsgezag, de ambtelijke medewerking en ver zet tegen het massaal wegvoeren van Nederlandse arbeiders naar Duitsland, de dienstverplichting, het uitkammen van de bedrijven, de conflicten van ambtenaren en ondernemers enerzijds en de illegali teit anderzijds (speciaal ten tijde van de Liese-Aktion), de razzia's, de levensomstandigheden van Nederlandse arbeiders in Duitsland en de strijd tussen de Duitse instanties onderling. AMBTENAREN Uiteraard spitst de belangstelling van Sijes zich toe op de rol die de Nederlandse hogere ambtenaren gespeeld hebben bij de tewerkstelling van Nederlanders in Duitsland, vooral die van de verschillende secreta rissen-generaal, die na het vertrek van de regering naar Londen, onder leiding van de Opperbevelhebber Winkelman belast waren met het uitvoerend gezag. Het kan niet anders dan dat in het kader van dit werk speciale aandacht wordt geschonken aan de werkzaamheden van ir. R. A. Verwey, na het aftreden van secretaris-generaal Scholtens in au gustus 1940, belast met de leiding van het departement van Sociale Zaken. De neer Sijes heeft talrijke bronnen geraadpleegd (het overzicht der geraadpleegde bronnen beslaat 9 pagina's). Daarnaast heeft hij veelvul dig kontakt gehad met personen die in de bezettingstijd een rol speel den, vooral met ir. Verwey. Aan de laatste is het manuscript ter lezing gegeven en hij heeft het van opmerkingen voorzien waar Sijes al of niet gebruik van maakte. Hoe Sijes ook oordeelt over Verwey en andere secretarissen-generaal, zoals Hirschfeld en Frederiks, wier werkzaamheden zijdelings worden belicht, hij waarschuwt ernstig tegen generalisering in de trant van: „Die ambtenaren in de oorlog? Dat was één pot nat". Eerbiedige hulde brengt de schrijver aan de ambtenaren die het met hun leven moesten bekopen dat zij zich tegen de overheerser durfden verzetten. RICHTLIJNEN Daarnaast laat Sijes duidelijk uitkomen dat de hogere ambtenaren in de eerste oorlogsjaren niet veel houvast hadden aan de richtlijnen die door de gevluchte Nederlandse regering waren achtergelaten hoe hun houding tegenover de bezetter diende te zijn; althans deze richtlijnen waren voor ruime interpretatie vatbaar, (Landoorlogreglement van 1907 en de in 1937 tot stand gekomen „Aanwijziingen van de regering betreffende de houding van ambtenaren in geva', van oorlog en bezet ting.) Ter illustratie dicoe artikel 52 van het Landoorlogregelement, dat onder meer voorschreef, dat persoonlijke diensten van de gemeenten of de bewoners niet konden worden geëist dan ter voorziening in de behoeften van het bezettingsleger en slechts van dien aard mochten zijn, dat zij voor de bevolking niet de verplichting meebrachten „om aan de krijgsverrichtingen tegen het vaderland deel te nemen". Artikel 17 zei, dat een en ander soms moeilijk te beoordelen was. Artikel 31 van de Aanwijzingen gaf als reden voor het in functie blijven der ambtena ren op, dat de uitoefening hunner werkzaamheden in het belang der bevolking was. Naast enkele algemene richtlijnen werd aan de ambt- naar de beslissing overgelaten. NIEUWE ORDE Dan was er nog het argument van vele ambtenaren, waaronder Verwey, dat zij nu eindelijk de mogelijkheid hadden bepaalde maatrege len door te voeren die voor de oorlog niet denkbaar zouden zijn geweest. Zij geloofden in de Nieuwe Orde, zonder er echter van beticht te kunnen worden NSB'er te zijn. Speciale moeilijkheden leverde het hoofdstuk van de levensomstan- heden van Nederlandse arbeiders in Duitsland. Dezen vonden het meestal niet de moeite waard hun ervaringen vast te leggen. Het aantal slachtoffers onder de in Duitsland werkende arbeiders is Vandaag en volgende dagen publiceren wij enkele gedeelten uit het boek zelf en uit de samenvatting in de Engelse taal die Sijes aan zijn werk toevoegde. OORLOG voeren", zegt B. A. i Sijes in zijn boek De Ar-1 fjp beidsinzet. De gedwongen arbeid van Nederlanders in Duitsland j 1940-1945, is het in slagorde op- j stellen en het in beweging zetten van strijdkrachten tevens het mo biliseren van produktiemiddelen en arbeidskracht om een vijand te vernietigen." Nazi-Duitsland pro beerde dit doel onder meer te be reiken door de Arbeitseinsatz. On misbaar was, zeker in de eerste jaren van de oorlog, de medewer king van het bestaande Nederland se bestuursapparaat, in casu van waarnemend secretaris-generaal van Sociale Zaken ir. R. A. Ver wey. Na gememoreerd te hebben dat de Ne derlandse ambtenaren het niet gemakke lijk hadden omdat de regering voor en tijdens de oorlog naliet expliciete richtlij nen voor hun gedrag op te stellen, en omdat hun motieven mede werden be paald door de onhoudbare toe standen op de arbeidsmakrt met daarte genover het bereikte succes in Duitsland, zodat het geen wonder mag heten dat Verwey en ander onder, de invloed kwa men van het gebral over de „Nieuwe Orde", zegt Sijes: „De regering in Lon den achtte het niet opportuun maatrege len te nemen tegen Hirschfeld, Frederiks en Verwey, toen in februari 1944 uit bezet Nederland een rapport over her binnenkwam, opgesteld door Bosch van Rosenthal met medewerking van ande ren. Met name over Verwey werd eer ongunstig ooi-deel gegeven. Wij mogen hier echter aan toevoegen, dat de rege ring in Londen vele beslissingen hekend maakte, waarvan zij tenslotte diende af te wachten of zij opgevolgd zouden wor den. Zeker in het voorjaar van 1944 zou een bekendmaking dat Verwey moest af treden op zijn minst opschudding hebben teweeg gebracht bij de twijfelende amb tenaren en verwarring bij al diegenen I die zich zelf in slaap susten met de| Amsterdam) „en van mij. Hij streefde er naar Amsterdam zo ongedeerd mogelijk door de oorlog heen te leiden; ik streef de er naar, tenminste 9.000.000 Nederlan ders zo gezond en krachtig mogelijk na de bezetting aan de Koningin te kunnen overdragen. Beide zijn wij in ons streven in hoge mate geslaagd." En hij voegde hieraan toe: „Gelet op de omstandigheid dat 4 miljoen Polen door de Duitse bezetters gedood zijn. en dat wij onder overheersing van dezelfde dolle wolven moesten leven, mag gezegd worden, dat de zorg voor de Nederlandse kudde in derdaad tegen overwhelming odds (grootste verdrukking) in ging. Wij zijn in zielental toegenomen." „Het is niet altijd gemakkelijk Ver- wey's spitsvondige verdediging van zijn oorlogsbcleid te begrijpen. Wat te den ken b.v. van het volgende verweer: „En overigens behoefde de export van Tro jaanse paarden (Verwey heeft het hier over de naar Duitsland gestuurde Neder landers) allerminst een onverdeeld hel pen van de vijand te wezen?". In dit verband vragen wij ons af, waarom de ..Trojaanse paarden", dan de aanbeveling meekregen van het Rijksarbeidsbureau, zich in een behoorlijke mate aan de Duitse toestanden aan te passen." Verwey was zozeer ingenomen met dat beleid dat hij de werkelijke gevol gen ervan niet eens zag. Hij wordt ons trouwens ook als een ijdel, met zich zelf ingenomen man getekend, lijdend aan grote zelfoverschatting. „Mocht ik gearresteerd worden", zo schreef hij aan Scholtens op 11 mei 1945, „Dan behoef je je omtrent mij persoonlijk geen zorgen te maken. Ik heb een fox-terrier gekend, die een matroos die hem uit zee redde, in zijn been beef. Een arrestatie zou voor mij als matroos niet erg zijn; zij zou wel erg zijn voor het Nederlandse volk, dat zich als die fox-terrier zou gedragen". „Verwey dacht tegen te houden door concessies te doen, maar deed steed weer nieuiwe concessies als de Duitsers met nog ernstiger maatregelen kwamen. Hier wreekte zich ook, dat Verwey op principiële punten te zelden kritiek kreeg van zijn medewerkers. Te vaak aanvaardde men een politiek van schippe ren als iets onvermijdelijks en zweeg men als Verwey zich onvervangbaar noemde." „Verwey en (zijn naaste medewerker) Knetsch werden omstreeks midden juni 1945 gearresteerd en bleven resp. vi< tien maanden in een bewaringskamp op gesloten. Zij werden niet voor de rechter gebracht. Wel uit him functie ontslagen zonder het predikaat eervol met vervallenverklaring van alle rechten op dadelijk of uitgesteld pensioen. Hierte gen tekenden zij beroep aan. Alleen ten aanzien van Verwey werd bij Koninklijk Besluit van 25 februari 1947 een gunstige beslissing genomen: hem werd 70 pro cent toegekend van het bedrag dat hem normaliter als pensioen zou toekomen." Wij kunnen slechts een greep doen uit het vele interessante dat Sijes in zijn boek aansnijdt. Wij hebben het nog niet gehad over de Rijksarbeidsbureaus en de daden van directeuren en personeel. Dat zou te ver voeren. Morgen hopen wij beeld te geven van het leven van Nederlandse arbeiders in Duitsland. Moeilijk Bonn eist in nota aan Parijs: BONN West-Duitsland wil een nieuwe status voor de 72.000 man Franse troepen in de bondsrepubliek, nadat deze op 1 juli aan het NAVO-be- vel onttrokken zijn, zo heeft de rege ring geëist in een nota, die gisteren aan Frankrijk is gericht. Deze nota is na grondig overleg met de VS en Enge land opgesteld. Bonn staat op het standpunt dat de verdragen van 1954 door de voorgeno men onttrekking van de Franse troe pen in Duitsland aan het NAVO-bevel geen voldoende rechtsgrond meer bie- Wellicht in juli WASHINGTON Moskou bereidt in het geheim een rode topconferentie voor die waarschijnlijk in de eerste helft van juli zal worden gehouden in de Russische hoofdstad, zo werd giste ren uit betrouwbare bron te Washing ton vernomen. De Russen willen hiermee bewijzen, dat bijna alle communistische landen aan hun zijde staan in het ideologische geschil met Peking. Zij hebben deze stap genomen nadat was gebleken dat vele communistische landen tijdens het onlangs gehouden partijcongres hun steun hebben betuigd aan de Russen in de twist met de Chinezen. Zelfs Noord-Vietnam zou de kant van Moskou hebben gekozen. Bij de voorbereidingen speelt mi nister van buitenlandse zaken Gromi- ko een grote rol. Hij heeft enkele rei zen naar het buitenland (naar Zweden en naar Finland) daarvoor moeten uitstellen, zo menen diplomatieke waarnemers. „In het hierboven bedoelde rapport werd er op gewezen, dat Verwey in zo verre de moeilijkste functie van alle Ne derlandse 'hoofdambtenaren had. dat juist op zijn terrein en in het bijzonder met betrekking tot de recrutering van arbei ders, de Duitse pressie het sterkst was; aan deze pressie werd evenwel door Ver wey „op zeer onvoldoende wijze" weerstand geboden. Verder aldus dit rapport had Verwey zich vrijwel niet, of in ieder geval op zeer onvoldoende wijze verzet tegen de infiltratie van NSB'ers en de versterkte positie der HSV (Hauptabteilung Soziale Verwaltun,?) aan de arbeidsbureaus na de invoering van de dienstverplichting in maart 1942 en de daarop volgende weerstand van de er arbeidsbureaus." Dankbaar Tevens zou hij slechts zelden een zwak woord van protest hebben doen horen en zouden de „goede" collega's in het colle ge van secretarissen-generaal vaak de in druk hebben gekregen, dat wij volgen hier praktisch woordelijk de tekst de ernst der beslissingen onvoldoende tot Verwey doordrong en dat de zeer grote verantwoordelijkheid die op zijn schou ders rustte, niet of geheel verkeerd door hem werd gezien. Zelf. aldus dit rapport, was Verwey van mening, dat slechts hij de toekomst juist zag en dat hij zijn politiek aan die toekomst moest aanpas sen." Later zou men hem meer dankbaar zijn dan wie anders ook." De conclusie van dit rapport luidide, dat Verwey „hoe wel meer naïef en zwak dan on-Neder- landsch", na de bevrijding hiet meer in functie kon blijven." „De in dit rapport tegen Verwey geui te bedenkingen mogen wij van enkele kanttekeningen voorzien. Mag het oppervlakkig gezien. lijken alsof Verwey tegen de Duitsers een krach tiger houding had kunnen Innemen, beschouwd vanuit de principes die aan zijn beleid ten grondslag iagen, had hij weinig mogelijkheden tot een ferm optre den voor het verblijf van deze troepen op Westduits grondgebied. Ook heeft de regering van de bondsrepubliek te kennen gegeven, dat Frankrijk overeenkomsten sluit met de andere NAVO-landen over de samenwerking met de Franse troepen in vredes- en oorlogstijd. Voor zij onderhandelingen met Pa rijs begint over een nieuwe status van de Franse troepen wil de Westduitse regering graag meer van de Franse opvattingen weten over de toekomst van deze troepen in de bondsrepubliek 2n hun verhouding tot de andere NA- VO-strijdkrachten. Peking verwerpt fasen-bestand PEKING China heeft gisteren het kLe?"„ Pea,™n srvrïïüKTiSS iSa T^rtanada voor een bestand-in-fasen j Verwey de „handhaving van de volks- in Vietnam verworpen. Een regerings- kracht"; hij wilde, binnen het kader woordvoerder sprak van „een oude Amerikaanse truc". Premier Ky van Zuid-Vietnam heeft gisteren verklaard er naar te zullen streven dat uiterlijk in oktober alge mene verkiezingen in zijn land wor den gehouden. De premier bracht een bezoek aan enkele dorpen, die op de Vietcong zijn veroverd. De bewoners staarden hem wezenloos aan. LONDEN Engeland gaat de invoertoeslag van tien procent af schaffen. Minister Callaghan (fi nanciën) maakte dit gisteren be kend tijdens de indiening van zijn begroting in het parlement. In Parijs, Brussel, Bonn, in de Scan dinavische hoofdsteden en in Washing ton heeft men deze stap hartelijk toe gejuicht. EEG-functionarissen menen dat dit bewijst, dat Engeland het op recht meent met zijn pogingen om de betrekkingen met de Europese landen in het algemeen en met de ge meenschappelijke markt in het bijzon der te verbeteren. Men was eenstemmig van mening dat Engeland die invoertoeslag nooit heeft moeten invoeren. Minister Callaghan deelde voorts in het parlement mee, dat er zich in de situatie van de Britse economie geen veranderingen van betekenis hebben voorgedaan sedert zijn overzicht van twee maanden geleden. De regering is van plan een rechtstreekse aanval in te zetten op het tekort op de kapitaal rekening en de onzichtbare rekening van de betalingsbalans en tegelijker tijd weer gebruik te maken van hulp middelen in het land zelf om verbete ring te brengen in het evenwicht op de betalingsbalans. De inkomstenbelasting, de extra be lasting, de omzetbelasting alsmede an dere rechten en accijnzen zullen onver anderd blijven, aldus de minister. Hij zei verder dat in april de Britse goud- en deviezenreserves met 19 mil joen pond zijn gedaald tot 1.257 mil joen pond. In maart daalden de reser ves met 27 miljoen pond tot 1.276 mil joen pond. (Advertentie) 't Mooiste bruin en beschermt tegen zonnebrand Pigmaderm.Tubc 12,« Een jonge moeder uit Schoenried in het Berner Oberland is vrijdag be vallen van een Siamese tweeling, zo is pas gisteren bekend geworden. De bei de meisjes zijn van borst tot buik sa mengegroeid. Ze bevinden zich in een kliniek in Bern. De artsen gaan na of de tweeling gescheiden kan worden. Hoge voedingswaarde, zet niet aan. Smaakt met I „zoet en hartig". j Schepen volgestouwd met arbei ders vertrekken naar Duitsland. Aankomst in Hardinxveld. samenwerking met de Duitsers, de oorlog „de Koningin, huiselijk ge zegd-op een presenteerblaadje negen mil joen Nederlanders aanbieden", zo formu leerde hij het voor de Parlementaire Enquête Commissie. Verwey verschillende mogelijkheden on derlandse mensen.„omhoog te brengen". Hij geloofde nog in het „komende Euro pese geheel", waarin dit „delta-volk" gro te dingen kon verrichten." „In het algemeen vond Verwey zijn eigpn beleid geslaagd. In een brief aan Scholtens (zijn afgetreden voorganger, de heer Voute" (burgemeester Prof. Parkinson -heeft in Rotterdam Al die voor-de-gelegenheid gemeu- gezegd. dat diplomaten alleen nog belde vertrekken leveren i elkaar hebben de echte diplomatie niet meer toeko men. Als Haagse voel je dan een klandizie in de meubelbranche. Wor den de kamers (zalen) wel gebruikt, stoet van lekkere-hap- het hart, want hier zijn jes-leveranciers, kelners, keukenperso- ge- neel, bloemisten en vestiaire kers op de been. die er allemaal verdienen. het handje. Hoe meer diplomaten Diplomatie belaagd Te zeggen dat er eigenlijk te veel diplomaten zijn is nog erger dan te beweren (zoals prof. P.) ook heeft gedaan, dat er te veel ambtenaren zijn. Ambtenaren zijn heel gewone mensen, die al naar hun rang," indien ze geen ambtenaar waren, verdienste lijke kantoorbedienden of ijverige ver- kooplieden, of wat dan ook zouden zijn. Maar diplomaten? Een diplomaat zou kunstkenner of dichter, misschien journalist of antiekhandelaar kunnen zijn. En dat dan steeds op het hoogste niveau. Voor iets gewoners is hij een- e le,Y?ndlge,r, -de handel. Stel voudig niet in de wieg gelegd. De stad waar de diplomaten wonen is een gelukkige stad, want daar is een kolonie ereburgers verzameld, die een bovenburgerlijke status heeft op te houden. Die huizen meubelt en stof feert in semi-museumstijl. Elke am bassade heeft een of meer vertrekker (zalen), die alleen open zijn bij ont vangsten. Het ambassadeurspaar if doodgelukkig als die eens dicht kun nen blijven en het zelf knus in eiger kamer, desnoods met alle lelijke-prul Kom nu, professor, die cocktails be- ginnen nooit voor vijf uur en zelfs de diners op het allerhoogst niveau zijh om elf uur afgelopen. Houdt de diplomaat nog een fikse nachtrust plus een werkdag over. Bijna geen ambassadeur in Den Haag of hij heeft Groningen en Friesland beter bekeken dan menig De diplomatie brengt een stad geld Nederlander. Onze Zuidhollandse plas- dat de diplomaten geen onder ling diplomatiek verkeer meer beoefe nen en de cocktailparty in discrediet kwam. Waar moesten de drukkers van de fraaie goud bewapende uit .cschept papier vervaardigde uitnodi ingen dan van leven? Hoe zouden de Haagse antiekzaak ies hun snufjes nog kwijt raken er vaar bleven de zilversmeden, die nu lij elke scheidende ambassadeur eer igarenkist of presenteerblad leve len- met-dierbare- herinneringen vol gezet, een avondje kan zitten. Le eens op: heel donker en dicht is meni §e residentie des avonds met alleer eén verlicht venster van het genie tend diplomatenstel. De diplomaat brengt vreugde in eer 'ad van klinkende munt. Prof. Parkinson beweert, dat de di >tomaten geen tijd meer hebben om het land waar zij verblijven tc lercr kennen. bezeilt hij. de Hoge Veluwe is hem bekend, om van de Deltawerken en het grote concern van elektrische apparatuur in het zuiden des lands maar niet te spreken. Iedere ambassadeur heeft ook een Nederlandse kennissenkring, al was het maar omdat de Nederlanders zo dolgraag zijn kennissen zijn. Zijne excellentie behoeft maar te kikken en hogescholen, kunstacade mies. handelsfirma's, artiesten, sport lieden, noem maar op, komen aandra ven om hem op de hoogte te stellen van hun activiteiten. Maar dit alles nog even terzijde testeld. Weet prof. Parkinson niet. fat de beste diplomatie niet bedreven •vordt in het plechtig werkvertrek achter een groot bureau, maar in de schijnbaar luchtige kout met het glas n de hand tijdens de „toevallige" ont moeting op een cocktailparty? Je zou bijna denken dat prof. Par kinson iets tegen Den Haag heeft Serst moesten de ambtenaren het ont gelden en nu tornt hij op tegen de liplomaten. Het is om het er benauwd bij te Tv zondig? (16) Neen. niet de tv is zondig: wel zijn het de programma's. Er wordt geen rekening gehouden met God en Zijn dag. Dit geldt ook voor de NCRV, helaas. Rotterdam J. van Asperen Tv zondig? (17) Een schrijver vond dat ik insinueer de, toen ik opmerkte dat er stiekum heel wat naar tv gekeken wordt. Wel nu, ik heb dat niet zomaar neer geschreven. Ik heb dit herhaaldelijk meegemaakt. Trouwens de „zondaren" komen er rond voor uit! Ze zijn er zelf niet op tegen maar durven niet vanwege de tucht. Het ging er mij om de wijze te signaleren waarop men de tuchtoefening wil ontlopen en dat het bewuste jonge paar daar tenminste een gunstige uitzondering op maakte. Daarom noemde ik dit echtpaar eer lijk. Goes A. den Boer Tv zondig? (18) Leer en leven impliceren in de Ge- ref. Gemeenten, dat tv uit de gezin nen geweerd behoort te worden. Het is algemeen bekend, dat degenen die toch een toestel aanschaffen zich in uiterste instantie aan censuur bloot stellen. Zo bezien is dus het bewuste echtpaar alleen maar inconsequent en bepaald niet zo kordaat als vele be richten voorstelden. Als iemand tot de R.K .kerk wil toetreden en hij zou bij voorbaat zeggen „Ik vertik het iets te doen aan communie, of biecht enz." zou de betrokken parochie zo iemand evenmin accepteren. Natuur lijk, er zit een knop aan het toestel, maar de feiten zijn. dat men dan praktisch die knop wel altijd omge draaid kan houden. Stonden in deze krant niet dezer dagen artikelen met de veelzeggende koppen: „Bcn-niwen- de macht van de tv. Honderden mil joenen doen en denken in één ban. Gevaarlijk bij opinievorming"? Gouda C. Huisman Tv zondig? (19) De tv is een vinding, waarmee goe ie en slechte dingen kunnen worden bedreven. Zoals met alles Dat i« niets •m van te schrikken Het hele leven •an ieder mens bestaat uit kiezen. We biezen een bepaalde politieke partij ?n verwerpen de andere, we kiezen *en bepaald boek en verafschuwen iet andere. Zo doen we met onze irant ons radio-, ons tv-programma, nze handelwijze in allerlei omstan- 'igheden Dat iemand dus geen tv wi] •ezittm is zijn goed recht. Maar om :erke'ijk een bepaalde straf te stellen oals in B. is ronduit een dwaasheid. Rotterdam a Hoeksema (Morgen wordt de discussie over dit onderwerp beslist afgesloten - red^.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 7