Leids orgelcentrum uniek in Europa Meer 1 dan miljoen platen in omloop Een onmogelijke Vestdijk CULTUREEL VENSTER HEI. gebouw van chris telijk sociale belangen aan de Leidse Oude Sin gel 236 herbergt in een grote kamer de biblio theek, het archief en het documentatiemateriaal van de stichting Orgel centrum. De naam staat op een bord, maar wie het niet weet, loopt er gemakt kelijk voorbij. Toch is dit Orgelcentrum uniek in Europa, zelfs in de wereld MARINIERSKAPEL DER KONINKLIJKE MARINE VRIJDAG 29 APRIL 1966 Voorzitter dominee A. J. Kret, godsdienstleraar aan het chris telijk lyceum en enthousiast or gelliefhebber, is echter nog lang niet tevreden. Hij wil alles we ten over alle Nederlandse orgels en dan iedereen die dat wenst, volledig kunnen inlichten. Dat lijkt een onbereikbaar doel. Maar het is een boeiende bezig heid er naar toe te werken. Liefde Het orgelcentrum is ontstaan naar aanleiding van de Jan Zwart-herdenking in 1957. En kele comitéleden waren zo ver baasd over de orgelliefde van vele eenvoudige kerkleden, dat zij besloten die belangstelling levend te houden, te leiden en te verdiepen. De stichting van het Orgelcentrum, dat ook de jure een stichting werd, was het eerste gevolg van dat besluit. Een voorlichtend orgaan, het Orgelblad, ging periodiek ver schijnen onder hoofdredactie van Feike Asma. De liefhebbers kunnen er alles over nieuwe orgels, orgelmuziek, organisten, geschiedenis en concerten in vinden. Ook werd begonnen met het maken van foto's. Een jaar lijkse orgelkalender behoort mede tot de vaste uitgaven. En van meet af aan organiseert de stichting allerwegen concerten. Verdacht Tegenstanders van de zoge naamde Asma-stijl beschouw den het Orgelcentrum alleen al om dat hoofdredacteurschap DOCUMENTATIE OVER ALLE NEDERLANDSE ORGELS IS ONTSTAAN NA GROTE JAN ZWART-HERDENKING DE Marinierskapel der Koninklijke rfferine zou het vlooteskader op zijn reis naar Scandinavië en Rusland vergezellen, niet alleen om de Jannen tijdens de vaart aangenaam te verpozen, ook om in de havens die de schepen zouden aandoen te concerteren. Zo was er een concert in Leningrad. Het succes was enorm. Het publiek was enthousiast, te enthousiast. Na afloop zagen de muzikan ten een kleine tienduizend Russen op zich afstormen, die hun openlijk hun hulde wil den brengen. Zij moesten maken dat zij wegkwamen anders waren ze onder de voet gelopen. Tijdens de chaotische dagen in Kongo werd een missionaris gevangen genomen*, niet al te zachzinnig behandeld en daarna weer vrij gelaten. Na zijn vrijlating hield hij zich schuil in het oerwoud. Later veilig en wel in België teruggekeerd schreef hij aan een vriend in Nederland: ,,Ik was beroofd van al mijn bezittingen. Het enige wat ik had, waren een grammofoon en een plaat van de Marinierskapel. Maar de muziels van die kapel heeft me al die tijd op de been gehouden." Enkele maanden geleden kreeg de Marinierskapel het verzoek uit Japan plaat te maken van de Ballade van de Groene Baretten, de tot top-hit uitgegroeide sonf I die een Amerikaanse sergeant schreef na zijn terugkeer uit Vietnam. Waarschijnlijk li de plaat binnenkort ook in Nederland te verkrijgen. De Marinierskapel is dus, mag men zeggen, populair, zowel in Nederland als vér daarbuiten. bij de platen te blij— ondersteunen. Sindsdien heeft Phonogram zo'n 250 „stukken" van de kapel opge- miljoen platen verkocht. In 1963 en 1964 schaften zich in totaal 115.000 Japanners een plaat van de Marinierskapel aan, van Alte Kameraden werden er in Duitsland in drie maanden 30.000 aan de man gebracht, Swinging Safari is een „topper" in Zuid-Afrika en Rhodesië, en de plaat op Japans verzoek ter gelegenheid van de Olympische spelen in Tokio uitgebracht, be haalde in enkele weken het ver koopcijfer 26.000. De heer IJ. Jacobs, a Geen stempel Later zou steeds meer blijken, dat het met die te duchten invloed nogal meeviel. Asma zelf heeft zich, zo verzekerde mij ds. Kret, voortreffelijk ge dragen. Hij wil beslist geen persoonlijk stempel op de stich ting drukken, is zelfs nog geen enkele keer in het bureau ko men kijken. Deze gevoelsmens is ook te weinig documentalist, heeft, zoals vele organisten, geen geduld voor nasporingen. Tegenwoordig staat het orgel centrum onder geen bepaalde invloed; het bestuur ts gemengd. Tijd nodig heeft. Ds. Kret en zijn twee (weldra drie) assistenten doen hier part-time werk. Ze zijn energiek en geestdriftig genoeg, maar er is méér nodig. Vooral tijd. Als het goed was, zouden hier twee volledig bevoegde en gesalariëerde vaklieden dag werk hebben. De noodzaak er van is niet minder duidelijk dan de, voorlopige, financiële onmo gelijkheid. Maar de werkers doen wat ze kunnen. Informa ties komen van overal binnen; een landelijke knipseldienst is onafgebroken speurend in de Het verzamelen en rubriceren van alle mogelijke publikaties, rapporten, tekeningen over en van Nederlandse orgels gaat steeds intensiever en systemati scher door. Langzaam ontwik kelt zich in deze kamer aan de Leidse Oude Singel een burger lijke stand van het Nederlandse orgelbezit. In deze omvang en met deze opzet is zo iets ner gens elders te vinden, zelfs niet in Duitsland. Het orgelcentrum onderhoudt met de „Gesell- schaft der Orgelfreunde" in Es- lingen aan de Neckar wel nau we contacten. Dr. Walther Sup- Plannen Het orgelcentrum beschikt thans over 95 laden met publi caties en 48 laden met foto's. De bibliotheek bevat 1.000 studie werken in vier a vijf talen. Dat zijn zeker indrukwekkende ge tallen. Nog indrukwekkender zijn de plannen. Ds. Kret en zijn medewerkers bekennen graag hun beperkte en onvolledige kennis. Ze zijn er nog lang niet. Eén voorbeeld ter illustratie. Van de Amers- foortse orgels is alleen dat in de Grote of St. Joriskerk met alle historische gegevens, fotoco- pieën van rekeningen en kerke- raadsnotulen in het kaartsysteem ondergebracht. Nu is de mede werking van de betrokkenen niet altijd zo groot als gewenst. De meeste orgelbouwers ant woorden helemaal niet op ver zoeken om inlichtingen. reahtstreekse subsidie heeft Directeur Het administratieve hart van het orgelcentrum klopt niet in Leiden, maar in Scheveningen, in een lokaal op de bovenver dieping van een verlaten school aan de Korendijkstraat 56, dicht bij de boulevard. Hier werkt de directeur van de stichting, de heer IJ. Jacobs, gepensioneerd Schevenings onderwijzer. Hij kent de kerkelijke kaart van Nederland uitstekend, leidde ja ren lang de uitgeverij Guido de Brés, is voorzitter van de (klei ne) vereniging van christelijke onderwijzers, is dus goed ge oriënteerd, weet van organise ren en zaken doen. Dit alles maakt hem zeer geschikt voor het praktische orgelcentrum- werk. Hier in Scheveningen lig- kerkinterieurs opgetast, wordt ook de hele omvangrijke admi nistratie en correspondentie ge- Geheim De Japanse componist schreef opgetogen naar Nederland: „De Marinierskapel heeft het werk voortreffelijk uitgevoerd". Meer brieven van deze strekking be vinden zich in het korpsarchief. Een brief van mr. Frank S. Tal- ley, een Amerikaan: „De Mari nierskapel is de beste, die ik ooit heb gehoord". Wat is nu haar geheim, waaraan heeft de kapel haar roem te danken? Kapitein J. P. Laro: „Het ligt helemaal aan de klank, aan de ronde en volle klank. De Konink lijke Militaire Kapel en de Luchtmachtkapel zijn voortreffe lijke kapellen, maar de klank is heel anders dan die van ons. Het zelfde kan worden gezegd van de buitenlandse kapellen. Die klank heeft er bij ons altijd in gezeten, van het begin af aan, en de muzikanten die onze kapel verlaten, dragen die klank als het ware over aan hun opvol gers. Daarom blijft hij ook be' houden". Het Orgelcentrum is de voort- Eeuwen durende aandacht van vaklie- mnt den en belangstellenden méér dan waard. Van een doorgaande volledige informatie over alle Nederlandse orgels zullen ook zij zelf steeds meer kunnen pro fiteren. De marine heeft de eeuwen door de „muzikant" gekend. Hij was er al op de vloten, die in de zeventiende eeuw uitvoeren om de belagers van het vaderland af te straffen. Maar niet in uni form, hij ging mee als burger tegen een bepaald soldij. LS SIMON VESTDIJK een roman kan schrij ven onder de titel Een on mogelijke moord (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 222 blz., ƒ14,90), ligt het goed kope grapje voor de hand om dit werk een onmogelijk boek te noemen. Dc kern van het verhaal is een abortus met dodelijke af loop. Het slachtoffer is Jannie Bos, dienstbaar in een provin ciaal hotelletje ergens in het oosten van ons land. De „onmo gelijke" vader is de hotelier Kalbas. De handlangster een ex- verpleegster. juffrouw Zweers. De tevergeefs beschermende vriendin Mevrouw Van Lorken, van jonge adel en bewoonster van een landhuis. De detective van de koude grond een schrij ver, die bij Kalbas logeert om wiens nieuwsgierigheid gewekt wordt door een gil en een daar na uitgeslagen stofdoek uit een tuoze maar doorgaans overbodi ge omhaal is hier aan het werk gezet rondom een in wezen bij alle narigheid dóódsimpel gege ven. De roman die de centrale figuur uit het boek in deze uithoek wil gaan opzetten, speelt zich eerst af in de wer kelijkheiden wordt zo wil het de fictie achteraf opge schreven. waarbij dus de lezer via de gedrukte roman die wer kelijkheid, van het bewustzijn van de door de schrijver Vest dijk ten tonele gevoerde schrij ver uit, meebeleeft. Voor Vestdijk is leven: schrijven. Er moeten romans ge schreven worden, waar dan ook, hoe dan ook, waarover dan ook. Dit schrijven is een bedrijf dat geen stagnatie duldt. De pro- duktie gaat door. Als er maar een schim van een idee is. de aanduiding van het begin, staat het schrijven van een roman daarover al vast. Dit schrijvers- bedrijf is van een omnivoor karakter. Wat in deze appara tuur terechtkomt, wordt onher roepelijk tot roman. Gecompliceerd Een detective-Vestdijk is ge doemd een onmogelijke Vest dijk te worden. Zijn geest is veel te gecompliceerd voor de eenvoudige, rechtlijnige tech niek die de achtergrond vormt van de echte detectives. Voor het schrijven van een goed de tective-verhaal is voor alles een op het concrete gerichte geest nodig. Bij een vorige gelegen heid heb ik wel eens gezegd dat Vestdijk soms een enorm inge wikkeld en omvangrijk appa raat opbouwt om een stofje weg te blazen. Hij heeft een gecom pliceerde en virtuoze geest, te veel techniek, te weinig simpli- citas. Natuurlijk is dit boek te waarderen als een bijdrage tot nadere kennis van de schrij versfiguur Vestdijk. Het is het boeiende van zijn persoonlijk heid. die de lectuur ook ditmaal weer draagt, terwijl het eigen lijk het boek zelf is dat zou moeten boeien. Goochelen Een boek slaagt naarmate men bij het lezen niet aan de schrijver denkt. Al die kunst matige foefjes van verhaal in verhaal, roman in roman enz., doen het normale verlangen van de lezer niet te niet om zonder omhaal te worden ingelicht over de gebeurtenissen. Wie trek heeft in konijn kan het koud laten hoe het beestje uit de hoed getoverd is. Bij Vestdijk gaat het om het goochelen, waarbij nu eenmaal requisieten onmisbaar zijn. Maar wanneer techniek in gegoochel ontaardt, is er iets scheef gegaan. Geboeid In een bespreking van dit boek las ik, dat de recensent zich bij de eerste hoofdstukken had ver veeld. Merkwaardig genoeg heeft het tweede hoofdstuk, ge titeld Quantumtheoretische on derzoekingen, mij bijzonder ge boeid, dat wil zeggen niet als romanhoofdstuk, maar als essay istisch fragment. Ook alweer omdat het een en ander open baart over de boeiende figuur Vestdijk zelf. .zijn bezig zijn met in drukken, op deze manier, was een instrument, een gevoeligheid waarin men zich oefenen kon, een vaardigheid nog voordat men naar de pen greep, het was niet iets waar men over schreef (Vestdijk doet dit intus sen we{, C.R.). Het was de bron van alle schrijven, zo niet van al het andere. het was datgene wat het snuffelend hert de kop deed afwenden, of rich ten naar de geur in de wind. De JOHAN VAN WOLFSWINKEL In 1864 ging Nederland over tot het oprichten van een Mari nekapel, gestationeerd in Wil lemsoord. Deze Marinekapel werd na de capitulatie van Ne- derland in mei 1940 opgeheven. Na vijf jaar van gedwongen rust kwam zij weer tot leven. Maar zij werd ingedeeld bij het korps Mariniers en kreeg daarom de naam van Marinierskapel (zij het) van de Koninklijke mari- n luisteren. Ons land telt vele militaire muziekkorpsen. Naast de „grote vier" de Marimcrskupel der Koninklijke marine, de konink lüke Militaire Kapel, de Lucht- machtkapel en de Jan Willem Friso-kapel zjjn er nog de In de komende maanden zullen we op deze pagina over deze kapellen en korpsen vertellen. We beginnen vandaag de serie met de Marinierskapel der Ko ninklijke marine, de jongste telg van het Marinierskorps, die op 1 augustus 21 jaar wordt. mens, daar was hij zeker van, had een ontzaglijk fijn bewerk tuigd orgaan voor deze intieme waarnemingen, waar ieder be sluit en iedere overtuiging op berustte, en in plaats van na te denken hoe vaak kwam dat voor? was hij altijd juist met deze dingen bezig, deze woord loze zaken in het schemerduis ter van wat dan ziel mocht heten" (bl. 10). Het is best mogelijk dat de fijnheid van deze passage mij uit dit jongste boek van Vest dijk bijblijft, en trouwens de spiritualiteit van heel dit twee de hoofdstuk, nadat de rest mij gelukkig volkomen zal zijn ont zonken. Wanneer het schrijven van romans tot een dwangme- chanisme wordt, schiet het be zig zijn met literatuur aan zijn doel voorbij. Het schrijven wordt doel in zichzelf en tevens onder het schrijven object van onderzoek. Het is de inteelt van de scheppingskracht, een ver schijnsel van verval omdat het middel tot doel is geworden. Het resultaat is een verlitera tuurde literatuur. Dr. C. RIJNSDORP Gijsbert Nieuwland werd de eerste directeur. Hij kon bij de heroprichting in 1945 beschikken over de beste musici, die ons land had. En onder zijn leiding begon de kapel haar triomftocht door de wereld. Sterkte De Marinierskapel heeft een sterkte van 62 muzikanten (en een directeur), en is de grootste beroepskapel van ons land. Naast een harmonie-orkest heeft zij als vaste ensembles een sym- phonie-orkest, een dansorkest van negen man. een strijkje van vijf man en een combo van vier man. Het strijkje, de combo en het harmonie-orkest zijn het meest aktief; het strijkje heeft al tal van malen de eer genoten te mogen optreden bij feestelijk heden van het Koninklijk Huis. Daarnaast is het graag gezien bij ontvangsten, georganiseerd door belangrijke bedrijven en vooraanstaande organisaties. De kapel verleent glans aan (nationale) plechtigheden. Zij heeft haar vaste plaats in de ce remonie van Prinsjesdag. Zelfs vorig jaar, toen de helft van het aantal muzikanten in de West vertoefden, stond de kapel toch nog opgesteld bij de ingang van den van de Koninklijke marine op. Zij is ingedeeld bij beëdigin gen, bij ontvangsten van staatshoofden als het korps Mari niers de ere-wacht levert, en zij is in binnen- en buitenland be roemd om haar grandiose tap- veertig man fakkeldra gers. De Marinierskapel de Prins der Nederlanden hun reis maakten naar De Antillen. Op de terugweg concerteerde zij in Amerika en in Canada, en de ovdtie die de muzikanten we'd gebracht, deed ie zalen b'jna schudden. Straks geeft zij acte de présence bij het jubileum van de Belgische marine. Maar zij is ook begeleidster van koren Rotte's Mannen koor, Apollo uit Schiedam en het zangkoor van Hermandad hebben met haar uitvoeringen gegeven. Tournee Over het tournee, dat de Mari nierskapel aan het eind van de jaren veertig door Indonesië maakte, wordt nu nog door dui zenden oud-militairen met en thousiasme gesproken. Zij was onweerstaanbaar met Tiger Rag, met When the Saints en Ameri can Patroll, die zij een jaar of zes eerder ten gehore bracht dan de Luchtmachtkapel der er moeilijkheden mee te krijgen. De St. Louis Blues door de kapel het eerst gespeeld, naar een arrangement van onderka pelmeester K. F. de Kokelaar, is nog altijd een succescummer. De waardering van buitenlandse kapellen voor de Ma rinierskapel blijkt uit de geschenken. Generaal Petrov schonk de kapel echte muziek van de Russische mili taire muziek, die de kapel nog altijd op haar programma heeft staan. En de Amerikaanse mari nierskapel bood de directeur de origi nele muziek van de Brasil Samba aan, die in Nederland nooit met meer elan is „gebracht" dan de Marinierskapel dit doet. Men heeft met bandrecorders in de zaal gezeten als de kapel dit nummer uitvoerde om te proberen de partituur samen te stellen. Het is nim mer gelukt. Altijd ontbrak het raffine ment, dat de kapel er weet in te leg gen. In de loop der jaren hebben drie directeuren de kapel geleid en gebracht op de hoogte, waar op zij zich thans bevindt, G. Nieuwland was de eerste, II. C. van Lijnschooten de tweede en thans zwaait de kapitein J. P. Laro, oud-directeur van de Jan Willem Friso-kapel de diri geerstok. Maar naast hen heb ben altijd 62 muzikanten gestaan, allen afgestudeerd van een conservatorium, vakmensen tot in de toppen van hun vin gers, op wie zij konden bouwen. Een aantal van die muzikanten is overgegaan naar burger-sym- phonie-orkesten. Anderen hebben hun plaatsen ingenomen. Het viel nooit zwaar de vacatures vervuld te krijgen, want er zijn altijd veel sollicitanten. De Marinierskapel heeft nu eenmaal een goede naam. Zij is het troetelkind van de Koninklijke marine in haar ge heel. Van de kapel mag geen kwaad woord worden gezegd. Dat is trouwens ook nooit ge beurd. Ook r kapel heet een admiraal geweest, die in de ogen van de muzikanten de ka pel zwaar onrecht aandeed. Dat was lang voor de Tweede We reldoorlog onder kapelmeester Leistikov. De Marinekapel had in Willemsoord een plechtigheid muzikaal opgeluisterd. Na afloop, het inrukken van de troepen, commandeerde de admiraal, die vermoedelijk gespeend was van luzikaal gevoel: „Het or-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 30