GOUDEN JAARBEURS: een handelsmonument voor heel Nederland Vijftig bewogen jaren tussen verleden en toekomst VRIJDAG 29 APRIL 1966 «Op de eerste mei 1916 kwamen in de kamer van de Utrechtse burgemeester mr. J. P. Fockema Andreae Jeen aantal voorname heren bijeen wie precies, jdat weet men niet meer. De historieschrijvers van de Jnu Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs vonden die vergadering op dat moment niet zó belangrijk dat Sze de presentielijst eens inkeken. Maar wie er vast wel bij is geweest: ir. E. A. Ham- burger, voorzitter van de toen nog heel jonge Ver- eniging Nederlands Fabri- kaat, want die vereniging had er het grootste belang bij, dat er een Nederland se Jaarbeurs werd opge- i richt. En het kwam er van, op die morgen in mei, ter wijl buiten de met rode tulpen getooide socialis ten hun optochten hiel den en de mensen de levertraanflessen in de kelder zetten omdat „van daag de r weer uit de maand was". Niemand dacht er zo heel groots van: men nam het initia tief omdat nog vóór de oorlog (die nu na twee jaren al gewoon te was geworden) een paar he ren in Den Haag een buiten landse beurs hadden bezocht en tegen elkaar zeiden: „Zoiets moesten we nou in Nederland ook hebben!" Maar ja, korte tijd later viel het schot in Serajewo en wie dacht er toen nog aan handelsinitiatieven? Men had ge noeg aan het verbazingwekken de dagelijkse nieuws van een heel nieuwe, boeiende en veront rustende oorlog- Toen het echter bleek dat Ne derland op zijn neutraliteitsei- land kon blijven zitten, kwam de gewenning en daarmee de ge richtheid op het gewone leven. Handel en industrie kwijnden wel, maar na een stimulerende Troonrede in 1915 was men de toekomst gaan inkijken en wilde men tot daden van voorberei ding tot het „later weer deelne men aan de wedstrijd der volke ren" komen. Zo werd de Jaarbeurs geboren op de eerste meidag in 1916 en de enthousiaste bestuurderen, met zorg gekozen uit de daar- Intussen bereidde men zich meteen alweer voor op de tweede beurs in 1918. Heel Ne derland wist nu van het spekta kel, dat „in" was omdat zelfs de Koninklijke familie en bijna alle ministers van het kabinet Cort van der Linden de beurs hadden bezocht, nadat de minister van landbouw Posthuma heel plech tig de opening had verricht. Zakkenrollers Bij de foto's RECHTS BOVEN: De nieuwe tijdna de Tweede Wereldoorlog begon de nu Kon. Ned. Jaarbeurs hard te bouwen op bet nieuwe terrein aan de Croesclaan, waar achter elkaar de Bemhord-, Juliana-, Irene-, Margriet- en Marijkehal verrezen. LINKS BOVEN: Bü de negen tiende beurs, najaar 1928 in de tijd van hemdjurken en pot hoeden kwam het publiek rustig lanwandelen, parkeerproblemen MIDDEN: September 1929, de Jaarbeurs pronkt met haar eerste vaste gebouw annex restaurant. Het staat er nog net zo al zijn de trams gemoderniseerd en is liet Vredenburg heel wat drukker ge- voor in aanmerking komende instellingen en instanties, wilden dat najaar maar meteen begin nen. Zo ook het Utrechtse stadsbestuur, dat er geweldig mee was ingenomen, dat Utrecht, zo centraal gelegen, was aangewezen als zetel van de jaarmarkt". Helaas... uit de koloniën, die natuurlijk ook mee moesten doen bij het tentoonstellen van produkten, kwam het bericht dat men zo gauw niet meer kon produceren, selecteren en verschepen... wat dachten ze daar in Utrecht wel? Oost en West lagen niet naast de deur....! Dies bedwong men het onge duld en stelde de eerste Jaar beursmanifestatie vast op de da gen van maandag 26 februari tot 10 maart 1917. Utrecht stelde de twee stadspleinen: Vredenburg en Janskerkhof, beschikbaar en daar ging men aan het bouwen van houten optrekjes. En of er belangstelling voor was! Bij honderden de heren organisatoren, „je kon aan de tafels soms niet eens za ken doen". Maar ja, ais er dan ook zo'n tienduizend mensen per dag rondliepen! Omdat de Spoor wegen reductiekaartjes gaven zo dat er teveel „rondneuzend pu bliek" tussen de zakenlieden liep en omdat er wonder boven wonder in deze oorlogstijd toch nog heel wat buitenlanders de beurs bezochten...! 't Was allemaal heel fijn en heel overweldigend en de Jaar beurs had meteen haar nut en nodigheid bewezen... ook al kon de jonge onderneming er dat eerste jaar financieel natuurlijk niet uitspringen. Denk eens aan, wat er allemaal was ge ïnvesteerd in de tijdelijke bouw! Er was zomaar een nade lig saldo van 52.000... ach, dat Het Jaarbeursbestuur was wel ingenomen met het hoge en het handelsbezoek, maar minder met dat van de vele honderden nieuwsgierigen. Om belangstel lenden te trekken had het bestuur wat vermakelijkheden aan de beurs verbonden (optre den van Pisuisse, wiens liedjes eerst op kuisheid werden ge toetst, en van Speenhoff, die het niet „te rood" mocht maken), maar het nieuwtje op zichzelf bleek al trekpleister genoeg te zijn. En zo kon het gebeuren dat standhouders klaagden dat het publiek hen belemmerde in het zakendoen en... dat een legertje zakkenrollers wel brood zag (en vond!) in het gezellige gedrang. Van toen af aan moesten er dus als „maatregelen" worden genomen: de beurs werd zake lijk genoemd en het publiek mocht wel komen kijken als het interesse had, maar 't was géén kermis....! En aan dit principe houdt de huidige Jaarbeurs zich nog, en het „kijk uit..." voor zak kenrollers geldt ook nog altijd een beetje. De grote vreugde van de tweede beurs was, dat koningin Wilhelmina haar persoonlijk opende op 25 februari 1918. Zij werd daarbij vergezeld door prins Hendrik. Over koninklijke belangstelling heeft de beurs nooit te klagen gehad, door de jaren heen heeft de koninklijke familie de diverse manifestaties trouw en regelmatig bezocht. Het was ook prinses Juliana, die in 1920 de eerste steen legde voor het ideaal: een vast Jaar beursgebouw op het Vreden burg. In 1921, bij de opening van de vijfde nu internationale beurs, werd in tegenwoordigheid van Koningin en Prins het eerste vaste gebouw in gebruik genomen en op 11 maart 1930 opende koningin Wilhelmina het tweede permanente gebouw eveneens aan het Vredenburg. Een jaar later, bij gelegenheid van de 25ste beurs, ontving het meer dan 25.000 en in 1939, de laatste vooroorlogse, 34.579 m2. En ja... na de gedwongen stil stand in de Tweede Wereldoor log kwam de geweldige ex pansie. Beurs na beurs groeide en dijde uit. In 1965 waren de algemene beurzen (in voor- en najaar) meer dan 17 maal zo groot als die eerste in 1917 en besloegen samen 120.584 m2 (te gen ruim 55.000 m2 van de eerste na-oorlogse in 1946!)... dat is dus ruim 12 ha. Vaste krachten de voorbereidingsperiode 50 standbouwers in de weer, zorgen 30 expediteurs voor het transport en weer tijdens de beurs zorgen 120 vrouwen van een schoonmaakdienst, dat ge bouwen en paviljoens rein blij ven. Alles bij elkaar zijn er dan dus ongeveer 535 mensen in Buitenland Daarbij telden deze beurzen ruim elf maal zoveel deelnemers als de eerste. En wat het perso- instituut het predicaat „Konink lijke". Het Jaarbeursschip was toen sinds lang in de volle vrije vaart geraakt. De belangstelling uit binnen- en buitenland groeide al spoedig zo sterk, dat al in 1922 de noodzaak, twee beurzen per jaar te houden, onder ogen werd gezien. Jaar op jaar namen de manifestaties in omvang toe en dat zet zich nog steeds voort. Bood de eerste, strikt natio nale, beurs in 1917 de standhou ders 7050 m2 expositieruimte, de eerste internationale in 1921 was dat al ruim 15.000 m2, in 1930 neel betreft: in 1917 had men helemaal nog geen vaste krach ten in dienst. Er was wel een jaarbeursbureau, maar dat was toegevoegd aan de afdeling be drijven van de gemeente Utrecht en bezet door enkele ge meente-ambtenaren en perso neel van de Spoorwegen, plus enige studenten van de Utrechtse universiteit en Poly technische Hogeschool. In 1918 besloot men, vijf eigen vaste krachten aan te stellen. Eind 1965 bestond de Jaarbeurs staf uit 130 leden, maar in beurstijd komen er nog eens zo'n 125 mannen en vrouwen (veel studenten) als tijdelijke krachten bij. Dan zorgen 80 ex tra bewakers voor de veiligheid na sluitingstijd, dan zijn er in Sinds vele jaren komt de Utrechtse Jaarbeurs op de inter nationale agenda voor beursacti- viteiten voor. Heel de wereld re kent met haar data. Ook dat is gegroeid. De schrijvende histori ci hebben ook in deze niet nauw keurig opgetekend hoe het in de eerste „internationale" jaren van de Jaarbeurs met de buiten landse connecties stond, maar uit de schaarse gegevens valt op te maken, dat die zich wel be perkten tot de VS, Zweden en Spanje. Wat een merkwaardige combinatie eigenlijk! Ook dat breidde zich langzamerhand uit, en toch is pas na de Tweede We reldoorlog hierin de grote vaart begonnen. Land na land, wereld deel na werelddeel ontdekte de waarde van „Utrecht"... en nu komen de vertegenwoordigingen ter Jaarbeurs uit alle hoeken der aarde, zelfs van achter het IJzeren Gordijn, hetgeen heel wat wil zeggen, ook al ligt het Europese oostblok veel dichter bij ons dan bijv. de trouw deel nemende landen zoals Amerika, Canada, Japan en Israël, om er eens een paar te noemen. Na de oorlog is ook het insti tuut van de vakbeurzen begon nen. Steeds duidelijker werd het, dat het groepsverband macht heeft en het massale, in zichzelf geschakeerde aanbod de beste handelskansen biedt. Dat én de reden dat hel niet ieder branche past om juist in voor- en najaar te exposeren (de schoenenfabrikanten liepen bijv. altijd achter de seizoeninko pen aan) deed de vakbeurzen aandringen op eigen manifesta- Bij honderden kwamen ze aan, de firma's. Niet minder dan 690 meldden zich en zij werden, volgens de annalen, „onderge bracht in 381 heele en 116 halve monsterkamers, waar zij beschik ten over 294 meter tafelvlakte en 150 m2 open ruimte om hun waren uit te stallen". En wat brachten ze mee? Allerhande produkten, van chemische artikelen via metalen tot mode, textiel, voedingsmidde len, steenkool en turf toe. Het werd een daverend suc ces: de totale omzet beliep de tien miljoen, en dan te weten, dat de „grote industrie" zich hooghartig afzijdig had gehou den, menende, dat zo'n beurs voor hen, bekend als ze waren, geen belang had! Overdreven En dan het bezoek! „Overdre ven druk af en toe", mopperden de laatste jaren wel gevolgd, enorm veel gebouwd voor het instituut. De fraaie hallen heb ben het Croeselaanterrein dicht bezet. Op het Vredenburg is een prachtig, ruim kantoorgebouw verschenen, dat ten lange leste aan het houten secretariaatsge bouwtje een einde maakte. Maar de eens zo enthousiast verwelkomde vaste gebouwen op het Vredenburg verouderen: zij zijn bij de steeds dichtere bezetting niet voldoende meer te verwarmen en te ventileren: de huidige tijd eist het anders. Daarom heeft de Kon. Ned. Jaar beurs nu grootse bouwplannen, die het Croeselaanterrein gaan uitbreiden en aansluiten op het ontwerp voor totale reorganisa tie van Utrechts binnenstad. Als deze bouwplannen zijn gerea liseerd, zal men zo van het sta tion naar de Jaarbeursgebou wen kunnen lopen en dat zal een geweldig voordeel beteke nen, ook al bij de tegenwoordige parkeerproblemen. Bewogen jaren Van verleden naar toekomst... er liggen voor de gouden Jaar beurs 50 bewogen jaren tussen. Jaren, waarin vele bekende na men aan het instituut zijn ver bonden geweest: zij zullen straks, bij de officiële herden king in september, alle worden genoemd. Jaren ook waarin bui ten de luwte van waardering en i ties. Een tijdlang is in het naoor logse Nederland het vak beurswezen heel sterk gebleken. Niettemin ziet men er nu weer teruggang in, omdat de Kon. Ned. Jaarbeurs zo modern is ge weest, zich aan te passen bij de wensen en mogelijkheden en om dat zij meer terrein en meer ten toonstellingsruimte kon verove- Croepsverband Het is nu mogelijk, ook bin nen het kader van de algemene halfjaarlijkse beurzen in vrij streng groepsverband te expose ren en dat is weer voordelig voor de diverse branches, die bij een steeds volgeladener interna tionale beursagenda het buiten lands bezoek dat zij zich gaarne wensen, zien dunnen. Houdt de najaarsbeurs altijd meer het karakter van een ex positie van gebruiksgoederen, het voorjaar is mede afgestemd op moderne verwerkingsmateria len, machinerieën en kapi taalsgoederen, daarvoor dient dan het gehele Croeselaanter rein. Niettemin blijven bepaalde vakbeurzen, ook al uit ruimte nood op de algemene manifesta ties, apart optreden, zodat de Kon. Ned. Jaarbeurs nu zelf een agenda-het-jaar-rond vertoont. Inmiddels ifi er, U hebt dat in bewondering stormen en ver keerd begrip geschud hebben aan de onwrikbare grondvesten van de hechte Nederlandse instelling, die in de oude Bis schopsstad wel haar woon vindt, maar een handelsmonument voor ons gehele kleine land vormt. De Kon. Ned. Jaarbeurs is niet meer weg te denken uit Ne derland. Zij speelt haar onmisba re rol op internationaal niveau als een weerspiegeling van 's lands economie en van onze be trekkingen met het buitenland: van onze plaats in de wereld. 't Zijn dus niet alleen de Utrechtenaren, die aan het einde van deze zomer die eerste mei van 1917 hebben te vieren met vlaggen en lichtjes en ander feestelijk vertoon: het Jaarbeursjubi leum is van betekenis voor het gehele land: we zijn er gelukkig klein genoeg voor om altijd van dichtbij in dit gedenken te kunnen delen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 25