ONBAGS BUD LAATSTE REDDINGS Reddersgeslacht op Kerstavond „geboren" Terschellinger schipper vaart niet meer uit ZATERDAG 2 APRIL 1966 ders zijn bijna altijd thuis, pa- DE LAATSTE TOXOPEUS heeft zijn zilte aktiviteiten rond de Waddenzee bifida? e^nieT wXtkgevarS" gestaakt. Reddingbootschipper Jannes Toxopeus (58) van Terschei- a*|®f^artvdan de maandeliikse ling zal niet meer uitvaren met z'n blauwwitte zelfrichtende boot Carlot. pi v Zijn pensionering heeft de naam van het reddingsgeslacht Toxopeus doen Terschelling verdwijnen uit de annalen van de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Echt in aktie komt de beman- Redding Maatschappij. Maar niettemin blijven Mees, Klaas en Jannes ning ais na een noodsein de teie- Toxopeus onverbrekelijk verbonden aan de KNZHRM. Daarvoor hebben gaatScschevenïngen o^Nordrelch hun onverschrokkenheid en menslievende werk gezorgd. Gedurende vijftig Radio vangen een sein op en ge- j j.1 _i j I- _i r li ven dat door aan het dichtstbij- jaar hebben ze gedrieen - meestal omringd door vliegende storm en kol- Zijnde reddingsstation. Op kende zeeën - mee mogen helpen ruim duizend mensen te redden. Ge- Terschelling is dat de „beman- drieën hebben ze 't gebracht tot commandant van de altijd varende red- burcht6de'reddSgsro^isI dingboot, voor in nood verkerende schepelingen het meest waardevolle ter sie, die op haar beurt de schip wereld. INSULINDE, Brandcms en Car- lot. Namen van reddingbo ten die in één adem met die van Toxopeus worden genoemd. Op de Insulinde zijn Mees, Klaas en Jannes groot geworden. Op deze in Oostmahorn aan de winderige Lauwerszee gestationeerde boot hébben ze naam gemaakt. Mees en Klaas stapten als schipper, Jannes als stuurman van de insulinde af. Hij ging vorig jaar september echter toch als schip per uit het reddingswezen. Na de Insulinde heeft Jannes name lijk nog 13 jaar als redding bootschipper op en rond Terschelling het smalle reep je Friesland temidden van veel water vertoefd. In de schaduw of het licht van Neerlands oudste vuurtoren Brandaris, die gestaag zijn licht bundels als molenwieken over zee en land draait, heeft hij met z'n mannen mensen gered. Op al zijn reddingstochten zijn dat er J<" 508 geweest. Meer zullen het er niet worden. Vanwege zijn ge zondheid moest hij namelijk twee jaar eerder aan de wal dan 161 reddingstochten normaal. Kortgeleden is de er nooit spijt van gehad. Het zat KNZHRM hem komen eren en er van 't begin af in dat hij definitief de hand drukken, het kielzog van zijn vader a Hoofdbestuurslid H. Th. de varen. Jannes werd in 1908 per belt. De commissie tegen, woordig ook vaak de direktie jff— beslist of wordt. Zo ja,"dan belt de schipper de andere opvaren den en kan de boot binnen een kwartier de haven hebben verla ten. Drie kwartier varen om de westpunt en men is in volle zee. Tientallen malen heeft Jannes met zijn mederedders deze tocht gemaakt. Bemanningsleden heeft hij nooit verloren, hoewel 't er in 1953 met de Insulinde toch om heeft gespannen. „De Franka II verkeerde in nood", vertelt Toxopeus. „Het was aar dedonker en toen we het Friese Zeegat uitliepen, drukte een zwa re breker ons plat opzij. Een van de opstappers sloeg over boord, maar kort tevoren had hij zich met een touw vastgezet. Net op tijd." We voeren wat rond in de bran ding en toen de kustwacht sein de dat de Hans Egede meer tn zee lag, moesten we ons eerst zelf uit die kookpot van water redden. Afijn, dat lukte en in middels was de coaster Jan bij de schoener verschenen. Het schip had op de gronden gezeten, was losgeslagen en lek. De stroom was uitgevallen, al leen aan de roef brandde een petroleumlamp. Een spookachtig gezicht. De schoener slingerde zo erg, dat de zeilen enkele ma len het water raakten, Toen de acht zeelieden te kennen gaven van boord te willen, scheen de Jan met z'n lampen bij en spron gen ze in ons net. We lagen naast elkaar te deinen, vaak met niet meer dan een meter afstand. De Jan maakte vast, maar toen ie begon te slepen, brak de tros. De sleepboot Zui derzee uit Terschelling heeft de schoener later toch binnen gekre- Het is éen van de vele reddin gen die Jannes met de pen heeft neergeschreven in een groot boek. Daarin prijkt ook de red ding van de 57 opvarenden van de Zweedse boot Equador, die in 19 5 strandde en doormidden brak. In driemaal varen haalde de Brandaris alle mensen, alle dan heb je geen angst. Alleen op de Brandaris hebben we 'm wel eens geknepen. Die was niet zelfrichtend en als die boot was omgeslagen, zou iedereen zijn verdronken.... Nu heb je water dichte stuurhutten en zit je aan riemen vast als je aan dek bent." Jannes Toxopeus is trots op her Nederlandse reddingswezen. Wat schepen en systeem aan gaat, staat Nederland volgens hem aan de top. Maar hij vindt het jammer dat er twee maatschappijen zijn, wat histo risch zo gegroeid is. „Als je er eenmaal bij zit," meent hij, „kom je niet meer weg. Het is een mooie instelling, heel dank baar werk. Ik heb meer dan 500 mensen mogen redden, waarvan op Terschelling zo'n 175. We heb ben hier in die 13 jaar vrij veel werk gehad met vlakbij die drukke zeeroute. M'n aller laatste redding was het binnen brengen van een jacht, de Pio- Met zulk soort brieven Is hij even blij als met de vele medail les, horloges en andere herinnerin gen die rederijen en regeringen hem In de loop der jaren hebben geschonken. Terwijl hij zijn me dailles opbergt in een sigarenkistje vertelt Jannes dat Terschelling want zonder water kan i Hans Egede Over de zwaarste redding van 'zijn Terschellinger tijd doet hij Zijn redding, naar Terschelling geschonken %et voigende verhaal: „Ik zat Waddenzee. door een overleden dame die on- 7lier een -Q in -54 We dei* de indruk was gekomen van zaten net te eten toen 's avonds Dat was Jannes' eerste van het werk van de reddingsmaat- om zeven de telefoon ging. Inj. heeft schappij. jfC£ xvoei hard, kracht 7 tot 8. „Ik mis de boot nu echt wel", Op de Noordergronden was 't zegt Jannes. „Iedereen blijft het niet zo best met de Deense schoe- liefst zo lang mogelijk aktief, ner Hans Egede, een schip met wat wil je. Maar ik ga nog heel drie masten en zeilen. In Dene- Booy, direkteur Ch. v. d. Zweep Delfzijl geboren toen vader veej met de bemanning om." In marken heb je nog veel van dit enkele anderen namen trein Mees met zeilschip op zee was. dagelijkse leven van Jannes soort houten schepen. Toen vje en boot om Jannes op Terschei- Nadat vader Toxopeus redding ling de bronzen medaille voor bootschipper op Rottumeroog langdurige verdienste en een was geworden, verhuisde moe transistor-radio als geschenk te der met haar twee zoons en drie overhandigen. Dat was het offi- dochters naar Usquert, aan de ciële eind van een traditie Toxo- Groningse waddenkust. Daar za- peus-KNZHRM, een traditie die ten ze dichter bij pa. Jannes Jannes als laatste bijna 40 jaar kwam met z'n 14e jaar van heeft gehandhaafd. school en monsterde aan op een Als Jannes in zijn woning aan jacht, dat een tocht van drie de van de haven naar de Branda- maanden over de Zuiderzee ris omhoog kronkelende To- maakte. Hij kwam een winter renstraat al die jaren nog eens aan wal, bezocht de avondschool overdenkt, is hij ervan over- en stapte toen aan boord van de tuigd dat zijn allereerste tocht gloednieuwe kustvaarder Wim, in 1928 meteen zijn aller- waarmee hij een halfjaar de zwaarste is geweest. Jannes was Oostzee bevoer. MiëdamethUcen aslh"p rvan"ade ..Met die boot zijn we drie- <5MN (oen avonds teeen maal gestrand, maar steeds op f„"alven de teWoon'rinlSdê e.gen kracht.vlotgekomen Toen en vader Mees vroeg toen aan beb ik zes jaar bu de SM.N. Jannes of hij meewilde. En Jan- gevaren, k Begon als l.chtrna- np. 7pi pepn Jnee" troos en heb overal gezeten. Na nes zei geen „nee die tQcht met de Insulinde in <2g Hpcffnts heb ik ook nog een iaartie °P de rrdgiuis zeevaartschool op Schiermonnik- „Hei ging om de Hagfors, een oog gezeten. Die school is nu Zweeds bootje dat met hout gela- weg. Toen nog twee reizen op de den op het Borkummer Rif zat. Christiaan Huygens. In oktober Om half twee voeren we uit, 1929 werd ik vaste opstapper op over het Groninger Wad, rich- de Insulinde. M'n vader was ting Borkum. De scheepsbeman- schipper, oom Klaas stuur- ning was met de eigen sloep op man." Borkum geland, maar aan boord Leven van het loon dat hij zaten nog vijf mensen van een kreeg, kon Jannes niet. Hij Duitse loodsboot die de Hagfors kocht een vissersvaartuig en run- hadden willen bergen. Ze had- de dat met een knecht, twaalf den een verbinding gemaakt, jaar lang. In 1943 pikten de maar opkomend slecht weer had Duitsers het in („ik heb 't nooit hun bootje weggespoeld, zodat meer teruggezien"). Inmiddels ze er niet meer afkonden. Een was hij in '42 motordrijver van Duitse reddingboot had een tros de Insulinde geworden. In 1950 in z'n schroef gekregen en daar- ging Mees Toxopeus met om vroegen ze ons," vertelt pensioen. Klaas werd schipper hij en Jannes stuurman. Dat duurde In beestenweer hebben we de evenwel maar drie jaar. In 1953 hele nacht liggen steken bij die namelijk verdronk schipper schuit en om zeven uur gingen Klaas Tot van de Tenschellinger we bij orkaankracht naar het reddingboot Brandaris en de rif De voormast van de Hagfors KNZHRM benoemde Jannes in lag bijna plat op het water, zo zijn plaats. Zeven jaar voer hij slecht was de situatie. Toch zijn op deze boot, nu de enige met ze alle vijf bij ons aan boord zelf richtende. Binnenkort wordt gesprongen. We hebben ze afge- deze boot uit de dienst genomen, iet in Delfzijl." voorgoed. In is er niet veel veranderd. De red- kwamen, was 'r niets te zien. met de meeste geredden. 't Is ook een van de reddingen waarvoor later een bedankje is gekomen. „Meestal hoor je niks, persoonlijk dan hoor", zegt Jan nes en illustreert dat meteen. „Vorig jaar werden we als stand by gevraagd door een Ameri kaans bevoorradingsschip dat bij Ameland een booreiland van spullen voorzag. Er stond een ge mene zee, met van die windzwie- pers. Toen het weer na uren wat opklaarde, voer die boot zonder meer weg, richting Weser. We hebben nooit meer iets van 'm gehoord. Ook toen liepen we zelf ge vaar, zoals altijd eigenlijk. Je beseft 't alleen niet steeds. Je weet dat het schip goed is en r\P KERSTAVOND 1894 werd het reddersgeslacht Toxopeus „geboren". In een helse storm werd toen de achtjarige Mees Toxopeus gered van een met stenen geladen tjalk die bü Rottumeroog was vastgelopen, één van vyf schepen die gelijktijdig datzelfde lot ondergingen. De be manningen staken lakens in brand om aandacht te trekken, maar er kwam geen reddingboot. Slechts enkelen kwamen met een sloep aan op Borkum. Op het strand daar zei Mees tot zijn vader: „Als ik groot hen, wil ik mensen Mees hield woord. Toen hij in 1917 op voorspraak van zijn oom Hendrik Jan Toxopeus strand voogd van Rottumeroog - schipper kon worden op de nieuwe reddingboot C. A. den Tex, pakte hij die kans met zijn knoestige vuisten gretig aan. Daarvóór was Mees' oom schip per geweest van een zeilredding- vlet, waarmee hy aandacht had getrokken by een redding van de opvarenden van een driemastbark de kwam de Carlot De Carlot, zwoegend in een zware nood verkerend schip. bewoners van de zandplaat Rottu meroog. Mees timmerde een kleine woning in elkaar, die hy elke drie weken verliet om bet weekend bij z'n gezin in Usquert Daar hoorde de kleine Jannes dan dc verhalen van zijn vader en werd het mensen redden hem met de pap lepel ingegeven. Bij Borkum, waar Mees be loofde redder te worden, ver richtte hij ook zyn eerste redding. Drie Duitse schepen zaten op het rif, maar toen de kleine C. A. den Tex arriveerde, wilden de Duitsers geen Hollandse redder accepteren. Het was immers oor logNadat die schepen uit elkaar waren geslagen, konden de redders slechts één man te pakken krijgen. De rest verdronk. In 1923 ging de reddinglioot naar de Zuiderzee en kree-g Rot tumeroog de Hilda, een boot die genoemd was naar de dochter van een KNZHHM-directeur. Drie jaar heeft Mees nog op het eilandje gezeten. Toen werd het station Rottumeroog opgeheven en vervangen door Oostmahorn, waar Mees Toxopeus met de Insulinde (een cadeau uit Indië) zyn grootste tyd tegemoet ging. Vierentwintig jaar heeft hy met zyn broer Klaas als stuurman met deze door hem zelf ontworpen boot op het wad en de zee ge varen. Driehonderd mensen on geveer heeft hy bij storm, nacht en onty van in nood verkerende schepen gehaald. In 1950 nam Mees afscheid, in welk jaar hy tot ereburger werd benoemd van zyn geboorteplaat kela. Hij kwam toen zyn vader op zee zal en mooder dc blyde gebeurtenis in het turfschip van haar schoon ouders had afgewacht. Mees Toxopeus ging in 1951 in het Friese Irnsum wonen, maar kon het daar niet uithouden. Hy trok naar de waterkant, naar Schiermonnikoog, waar hy in oktober 80 jaar hoopt te worden. Veertien jaar na de pensione- Mees Toxopeus (79), die rust heeft gevonden op Schier ring van Mees, gebeurde hetzelfde met broer Klaas, die hem als Insulinde-schipper was opgevolgd. Ook Klaas (61) begon zyn care rièro op Rottumeroog. Drie jaar heeft hy onder Mees op de Hilda gevaren en ging na de opheffing van het slation mee naar de Insulinde. Voordien had Klaas gevist op de Eeans, gevaren op een Rynsrhip en op een zand zuiger. Maar het reddingswerk trok ook hem weg. Op een periode van negen maanden na is Klaas altijd met de Insulinde in Oostmahorn geweest. Evenals Mees heeft ook hy ruim 300 zeelieden van boord ge haald, waarvoor hy tientallen malen is uitgevaren. Zyn beleve nissen heeft Klaas de laatste jaren in vyf hoeken beschreven, boeken die reeds vele drukken hebben beleefd. Na zyn vertrek by de rcddingsmaatschappy heeft Klaas een volledige dugtaak gevonden in zyn café-restaurant op de dyk hij Oostmahorn. Vandaar uit heeft hy een gezicht op het haventje, waarin dc Gebroeders Luden in middels de opvolger is geworden van dc Insulinde. Na Klaas verdween even vóór Jannes nog een andere Toxopeus hoewel geen redder, van het Waddentoneel. Dut was Jan Toxopeus, een neef van Klaas en Mees, strandvoogd van Rottumcre Hy was de laatste van tientallen jaren Tnxopeus-MrnndvoogdÜ op Rottumeroog. Als laatste van dc Toxopeus-redder» volgde Jannes hem kort daarna. Het noorde lijke Toxopcus-tydpcrk waa daar mee voorbij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 13