PIET JJkiihsi Platen zijn er voor het menselijk geluk Het gangstermeisje Freerk Los leerde vak van de 17e eeuwers VERJAARDAGSBRIEF AAN JAN H. DE GROOT ZATERDAG 12 MAART 196S (Van een onzer verslaggevers) iZo maar wat losse opmerkingen van de man, die moet oberen, van het Grand Gala du Disque weer een jaar- hoogtepunt te maken: Piet Beishuizen (51), tot 1 mei jbliciteitscoördinator van Philips Phonografische In- ^trie, daarna directeur van de Commissie Collectieve iammofoonplaten Campagne (CCGC). „Mijn visie is deze: het moet een manifestatie zijn, de nadruk legt op de vreugde, die er van de wereld n.^ de plaat uitstraalt, een bijzonder evenement dus". )at klinkt idea- tl uit de id van de or- .M isator, die met g' budget van n t ton per jaar ec grummofoon- ut moet pro eren. Maar s idealen kun- k platenindus- d- en handel Kt leven. Daar- |SI r hebben ze rd 11 twee procent M hun omzet r. Beishuizen aa en later): „Je i de gulden ntlderiweg zoe- tussen de eüële en de za- ijke kant. De wmercie mag t het hoofd- Atief zijn." ligt de grens? De pla- 5it business is niet populair, ft zich zelfs onbemind ge- ren. ixdakt met de schijn, dat alles thuis maar dit jaar niet. UeStVeZZk g Hrtï M (opnieuw) le winnen. de televisie gezien. Ik Veertig tot vijftig procent ken. dat wereldberoemde artiesten staan te dringen om in ons land op te treden. Wij hebben wel eens de gevaarlijke neiging, de reputatie van Nederland in het buitenland te overdrijven. Daarbij komt. dat wij de honoraria, die ze in het buitenland neertellen, niet kunnen betalen. Wat men vaak ook ver geet is, dat de grote artiesten er niet graag voor op reis gaan, als zij vlak bij huis evenveel of meer kunnen verdienen. Neem nou een man als Frank Sinatra. Die kost zo'n vijftigduizend dollar, als hij zou komen. Maar hij wil helemaal niet. Ik geloof, dat we voor het komende Grand Gala Europa moe ten afzoeken". Braak terrein De organisatie van het Grand Gala is slechts één van de activitei ten om de aandacht van het pu bliek op de plaat te vestigen, zij het dat het de kostbaarste is! Er ligt nog een uitgestrekt terrein braak, want de plaat is merkwaar digerwijs nog lang geen gemeen goed. Deze wetenschap gevoegd bij de poenerige indruk, die de platenwereld heeft gemaakt moe- Het ten Beishuizen inspireren tot REMCO CAMPERT: WAT voor iemand is de schrijver Wessel Fran ken, centrale figuur uit de roman Het gangstermeisje van Remco Campert? (Het boek is een uitgave van De Bezige Bij te Amsterdam, het biedt 169 bladzijden du bieuze lectuur en kost 6,50). Ik citeer een aantal uitspra ken in de volgorde, waarin deze roman ze aanbiedt. Hij „denkt soms aan zijn ge zondheid" (bl. 7). „De hele na tuur kan hem gestolen worden. De natuur is iets folkloristisch, de dieren van het veld incluis" (bl. 101. „Hij heeft nu de door velen zo vurig begeerde staat van volwassenheid bereikt; hoe komt hij er weer van af?" (bl. 16). Hoge eisen aan zichzelf stel len en dan maar wat voortmod deren (bl. 29). Wessel Franken is „een man van 35, gescheiden, hertrouwd, vader van een kind, schrijver van boeken, filmscena rio's, een man in een crisis, die hij zichzelf waarschijnlijk heeft aangepraat, maar die er niet in slaagt er zich weer uit te pra ten" (bl. 55). „Ook is hij weer dronken, zoals vroeger, omdat de aanraking met mensen en hun mateloze onmachtige droef heid anders niet uit te houden is, al was het alleen maar om het gevoel van verveling dat jammerklachten vaak bij hem wakker roepen" (bl. 80). „En zou je niet kunnen beslissen niets te beslissen?" (bl. 105). „Wessel is niet zo'n goed mensen kenner als hij denkt en dat is ook bijna niet mogelijk voor iemand die het zo druk heeft met zichzelf" (bl. 144). Wessel is „van nature geneigd om van het ene uiterste in het andere te val len" (bl. 161). „Ergens over na denken doet hij eigenlijk niet, hij weet dat er een beslissing is gevallen en hij heeft het gevoel dat hij het verder maar moet overlaten" (bl. 167). Zo zien de romanheldeA er te genwoordig van binnen uit. Zelfmoord en helden zijn uit de mode" (bl. 58). Eigenlijk zijn dit de ideale omstandigheden om de bijbel eindelijk eens hele maal uit te lezen, om van Shake speare maar niet te spreken. Of het Grote Moppenboek, als dat bestaat" (bl. 60). Zo ziet hij zelfs niet scherp wat hij eigen lijk zou moeten doen. Dit zich laten drijven, dit leven van de ene vage impuls naar de andere, met grote gapingen daartussen die met drank enz. worden opge vuld, dit passivisme is dus blijk baar wèl in de mode. in het proza doorzetten. Men zou ibeinig hebben gemist. Blijft de conclusie, dat mode en snobisme bij het publiek de belangrijkste drijfveren zijn om ook deze uitgave weer te slik ken. ernstig te nemen en voor levensvol aan te zien. En ik be twijfel of hier werkelijk een bij drage tot de kennis van „de mo derne mens" is gegeven, aange nomen bovendien dat er zoiets bestaat als „de" moderne mens. Dr. C. RIJNSDORP Impuls pagnes om de gunst van het pu- 'geld draait. Het publiek tons na afloop doodmoe. Om half J" SelU. H „inr1 II- allae nfnolr,- KOmt Het publiek in de leeftijd van 2E tot 45 jaar wijzen op de veelzijdig heid van de plaat dat is df o belangrijkste taak, die Beishuizen baar gestelde" geld met hard zich heeft opgelegd. In deze leef- - tijdsgroep zit een groot potentieel koperspubliek, dat nu nog het me rendeel van zijn vrije tijd voor het televisiescherm zit. Ongeveer 'an de helft bezit nog geen goede pla- Gala. Beishuizen is daarom niet van plan, zoveel geld in de platen- feesten te steken dat er voor de andere activiteiten te weinig over blijft, Desnoods wil hij Gala-loze jaren invoeren. „Ik moet er reke- i ?iQs ■■ÉairiH -estelde geiu niH 'miu 6tn..u. u»», uc «co verdiend. Dat moet dan ook niet mogelijk. Vrijdagavond 30 goed worden besteed. tember wordt daar nog een maar Beishuizen ligt er al nachten wakker van. De Amsterdamse RAI is weer het gebouw waarin zich het Grand Gala gaat afspelen. „Het is niet ideaal, maar wel het beste dat er is. We hadden dol- houden, dat het beschik- graag naar De Doelen in Rotter- dam gewild, maar dat was helaas £jj rdt achterdochtig, als er ><wre verhalen worden verteld. Beishuizen: „De platenin dustrie moet je zien als een Het Grand Gala staat het populaire genre tenspeler! rekening van de tie- £>e bewerking ners. Dat is een wankele basis. De kingsgroep is tenminste zo belang- jeugd. ontvankelijk voor mode en rijk als de propaganda voor wil hij handhav best wat minder", ner-artiesten vindt deze bevol- tuur-Edisons voldoende als moedigingsprijs"! De datum het kan Voor tie- OCHlcluucl uc ucai;lli„.IvllJK UVcx minia- bet concertgebouw moeten hebben. aon" Maar volgend jaar komen we vast zeker. De Doelen is een concert die een bijdrage levert PlatenfaasJ mnnpaiüir ooinir nn daardoor T met zijn artiesten. Op het laatste pjj(,-n Als de tleners i het Grand ber ligt nog 1 het menselijk geluk, op Beishuizen: „Na het vertrek a paar jaar vinden, dat platen niet meer bij hun leeftijd passen, zullen de maatschappijen ongeken- >rlei niveaus en voor allerlei Willem Duys bij de CCGC (bij SrfinMciëir^pMlijd^ in ieders huis en op elk Philips heeft hij nog onder mij J*r ioment dat de mens verkiest." gewerkt), is het Grand Gala geor- De nieuwe CCGC-directeur ganiseerd door mensen, die al een 1 >ft een paar jaar geleden een dagtaak hadden. Dat kan natuur- _i;„jliik nipt". Harrfnn rtpnkpnrf- Tlr „De mensen beoordelen de pla- t Hard°p denkend: „Ik tenindustrie naar het populaire het menselijke geluk «°cfrrp8tiiPdlS: Wij =Jn da Jongens, dia idustry Of Human Happi- ze goede entertainment. Maar zon- tieners met hits exploiteren. Dat 55). Het kost hem dus weinig der topsterren. Daar is niet meer bedroeft me, want de plaat heeft oeite. de platenindustrie af te aan te komen. Laat niemand den- dezelfde functie als het boek. pilderen als een bedrijfstak t andere dan uitsluitend com- rciële bedoelingen. Wat dat ftreft hebben industrie en han- in hem de geschikte man [vonden. die snel voor een nieu- t image moet zorgen. De „pla- bjongens" zijn er hard aan flop van het laatste Grand dfela heeft de deur dichtgedaan. victorie van de commercie j|eigde als een boemerang te werken. Er moest aan de van het propaganda-appa- latat een functionaris komen om lucht te zuiveren en de voe- S^gsbodem te leggen voor :nlog) hogere verkoopcijfers. g^idanks alle slogans is het daar ;Jch immers om begonnen! "foorkeur Piet Beishutten kreeg de voor- "lur. Hij kent de publiciteit, uit journalistentijd en de laat- e vijftien jaar als de internatio- erAal georiënteerde coördinator eein de publicistische activiteiten Philip's platenindustrie. Op een fors gebouwde, enigs- ?°'ns ijdele man, die onder het erfaten door zijn werkkamer [ojlbeert, heeft de CCGC haar rttiop gevestigd. ,u'Hij vertelt: „Na een minuut of in praten was m'n benoeming ["nd. Ik heb „ja" gezegd, omdat ie die «idracht als 'n uitdaging eiHchouwde. Een krant heeft 's gier het Grand Gala geschreven 'efs de „veemarkt van de platen- oberen". Dat zit me nog steeds pars. Ik wil het publiek een 'a^dere indruk van ons geven". Veel verandert er voor hem enlijk niet na 1 mei. In plaats i voor Philips gaat hij straks r de gezamenlijke industrie handel propaganda maken; zoveel jaar „iets creëren" in ■tJjn eigen land en in zijn eigen .d»al- Dat de CCGC hem als uitge- roken Philips-man koos, pleit "•oor zijn integriteit. „Ze hebben e het volste vertrouwen gege- Van m'n Philips-jaren kun- ze alleen maar profiteren, bevoordeling van Phi- ri®s-belangen hoeft niemand ing te zijn. De topleiding in indhoven is doodsbenauwd eljoor 'n houding, die berust op e arrogantie van de grote..." Met nadruk: „Denk niet. dat i kom als de man, die het alle maal allang weet". En: „Van het olgende Grand Gala moet nie- ïand te hoge verwachtingen ebben. Daar is de tijd van voor- ereiding te kort voor. Werke- jk grote artiesten zijn niet leer te engageren. Dat moet je drie jaar tevoren doen. •erlijk gezegd, heb ik nu al sla loze nachten over hoe het noet worden". Recept Waaraan moei een goed jrand Gala voldoen? Beishuizen zonder aarzelen): „Het moet een programma biedenafge remd op mensen in de leeftijd v<m 25 tot vijftig jaar. Ideaal *ou natuurlijk 'n apart Grand Gala voor de tieners zijn. Daar komt het misschien nog wel 's Morgen word je 65 jaar. Als we het al niet wisten zijn we geattendeerd door een circulaire, door een paar belangrijke figuren ondertekend, die in een opvallend populaire toon was gesteld. Goed gezien. Zwaarwichtigheid ligt je niet en lag je nooit en waar die toon soms in je werk doorklonk was je niet op z'n sterkst, was je de „Jan H" niet meer die iedereen aansprak in zijn spelend, soms sa tirisch, impulsief vers, of in de stijl van zomaar een tintelend liedje als „Een bos Boterbloemen". Ergens de levenskunstenaar doch tegelijk diep verankerd in een christelijk levensmilieu. Zo bladerend in je gedichtenbundels van „Lentezon" in 1926 en „Vaart" tot „Vice Versa" en „Op de man af', dat bij je 60e ver jaardag verscheen, gaat er een wereld "an herinneringen voor me open. die lopen tot rond 1950/ '51 toen je uit mijn onmiddellijke ge zichtsveld ver dween doordat je je liet inspinnen in de kunstzijde van de AKU. Voorna melijk per recensie vernam ik van je activiteiten daar, van je sonnetten over Arnhem, je Kerstspelen en Bij bels drama, een oratoriumtekst en nog veel meer. Echter, die we reld waarin je voor ons nog Jan H was is me liever. De lijd waarin je waarschijnlijk na een financieel gunstig gesprek rend gesproken, is sindsdien je met een uitgever met een feest- toon van je werk wel wat agres- wijntje in je achterzak kwam siever. feller, zelfs bitter ge- opdagen en in een uitgelaten worden. En vandaag zoeken we stemming een mooi opgetuigde vergeefs naar de boeiende en feeslpudding naar het plafond onnavolgbare speelsheid in je dirigeerde, die ons op haar snel- werk. Ie terugkeer onder tafel deed Maar waarom vandaag kri- duiken tisch, beschouwend over het Als ik „ons" schreef dan denk werk praten. Uiterlijk ben je ik aan de Hardenbroek en nog niet roveel veranderd. Je Woudschoten waar we vaak tot Portret vertoont nog steeds de diep in de nacht debatteerden niet onvriendelijke kop. Je sik over de vraag wat nu eigenlijk grijs geworden en het be- ohriütPliike kunst is of moest kende ironisch trekje om je rijn. we weten bet ndg me. S^a.^ïJe'^Si^ Dan denk ik aan de tijd dat dje je ajtjjd 20 handig onder ik met m n eerste versje bij je :e okse] schoof bij een spontane kwam en met wat vrees vroeg begroeting. Dat was een karak- „Is het wat? De periode dat je teristiek gebaar van je. Nog al- tijd zijn de regels van kracht maakte naar Polen. u u H 4 ><a. I de Zwarte Zee. de span- jV"bumlei0V'°Op" de ij- H""r- ar begeleide: ..Het baardje geeft de leeftijd toe. de bril ver telt van leze' en schrijven, en 't schuldeloos tekort aan haar wil in de muts verborgen blij ven. Proficiat! ningen die we moesten door maken in de tijd dat je in het „Trippenhuis" werkte. Je was toen de populaire dich ter die de „Geuzenliederen" schreef waarvan mij het tere „Joods meisje" altijd is bijge bleven. Trouwens, generalise- HERM. STEGGERDA Het moet een vreemde ge- tegenstand Freerk stuitte, toen hij teren of hij nu met een „echte" waarwording zijn, plotseling Ja" heU3eUike R°el" en geheel ondanks zichzelf, Een kunstschildcr in het licht van de publiciteit beetje gelijk gesteld met een te worden getrokken, zeker <*eide kermisklant. waneer men de openbaarheid, Ge'ultkig «lor de ouders, werd r de broer wel predikant zoal niet geschuwd, bepaald veel later, toen Freerk meer en toch niet heeft gezocht. meer waardering voor z'n werk vond, raakten ook vader en moe- Iets dergelijks is de Haag- dor voUedi* verzond mot Freerks I^b?°d™_waa 'n se kunstschilder Freerk Los te beurt gevallen, die eerst Opleiding een eind in de veertig moest Joen had Freerk #1 worden aleer hij bekendheid degen opleiding aan de Haagse, zou gaan genieten buiten zijn toen nog niet „Koninklijke", academie voor beeldende kuns ten achter de rug. Toen ook al. had Freerk jaar in jaar uit in het Mauritshuis onze grote 17de eeuwers zitten copiëren om de techniek van de ouden vol ledig onder de knie te krijgen. van der Weijden te doen heeft of slechts met een copie. Enfin, Freerk Los doet er niet dik over, daarvoor is hij een te bescheiden en te beminnelijke figuur. Liever eerst 211111 bl* eer aan een ander en hij vertelt b.v. hoeveel steun de heer W. F. van der Beek hem gaf die toentertijd aan het Mauritshuis als re: thans na zijn pensionering zijn tijd produktief maakt als antiquair in het stille Schoonhoven. Technieken eigen kring. Te meer opvallend is dat omdat we nu eenmaal in een tijd leven waarin iedere middelmatigheid, mits maar omgeven door voldoen de tam tam, rijk aan zijn trekken komt. Bij Freerk Los was er wel een zeer speciale aanleiding voor no dig eer de „wereld" zich met hem ging bezighouden: Een of andere culturele instelling in Venezuela zoveel toewijding plus een dcrgc- schreef een prijsvraag uit met als lijk doorzettingsvermogen. ook onderwerp de nationale held, Si mon Bolivar te portretteren. Niet minder dan 78 schilders, afkom stig uit 17 landen namen deel. waarvan alleen ons land al zorg de voor een contingent van 29 stuks. Een in Engeland wonende Estlandse werd tenslotte winnares van de hoofdprijs. Maar uit de grote Nederlandse inzending wer den toch 3 weken geselecteerd die ook naar Venezuela gingen en daar vermoedelijk zullen worden aange kocht tegen een prijs die zeker niet ver beneden die van de win naar zal liggen. Tot dit drietal nu. behoort Freerk Los: Hij bevindt zich in uitstekend gezelschap: De andere twee zijn Bernard van Vlij men en de hoogbejaarde Goed hart. Noeste arbeid Begrijpelijk, maakt men een zo hoog geklasseerd werkstuk niet van de ene dag op de ander. Daar is het spreekt vanzelf een heel leven van noeste ar beid. verhoogd met een grote portie aanleg, aan voorafgegaan. Toen Freerk Los op 23 oktobei 1917 geboren werd als een van een tweeling, kreeg hij niet het geijkte klimaat cadeau waarin de kunst welig kan tieren. Zijn vader was predikant en stond toentertijd in Leerdam en het lag in de aard der dingen, dat de nieuwgeboren zo nen (ook de andere was een jon gen) te zijner tijd eveneens predi kant zouden worden. Er is maar weinig fantasie voor nodig om zich in te kunnen denken op hoeveel Zo heeft Los. van de oude technieken uitgaande, zijn eigen werk opgebouwd, zo ook, ging hij te werk bij het conterfeiten van Simon Bolivar. Daardoor kreeg hij het vak tot in de per- fektie in zijn vingers en wel zo danig, dat hij bij zijn „vrijere" werk minder dan een kwartier Wij hebben hier de resultaten nodig heeft een kinderkopje tref- an gezien en waren eenvoudig zeker op het blad te zetten, wat erbijsterd. dan weer ajs voorstudie moet Verbijsterd, dat zoveel kennis, dienen voor het tijdrovende en ngewikkelde miniatuur, dat hij opdracht op het ivoor vandaag nog voorkomt. Zodanig zijn de resultaten, dat de leek wel schildert. driemaal mag kijken om te consta- Deze discipline, deze training, Ook het vertrek uit Amster dam was een impuls, net sterk genoeg om niet op het laatste ogenblik mee terug naar huis te gaan. Dat het filmscenario ten slotte toch nog min of meer tot stand komt, is te danken aan de filmregisseur Sascha, die Wessel in zijn eenzaamheid komt opzoe ken en hem over de ergste lijde lijkheid heenhelpt. Tenslotte drijft Wessel weer bij Sascha vandaan omdat er ergens in zijn binnenste een beslissing is geval len; welke, weet hij niet, dat zal hem later wel blijken. In ieder geval is onze held op de terug weg naar Amsterdam. Naar vrouw en kind? Dat hoeft de lezer niet te weten, misschien omdat het er weinig toe doet. Hoe op deze wijze van een crisis kan worden gesproken, is uw re censent niet duidelijk. In elk ge val speelt die crisis zich niet af buiten de permanente lijdelijk heid van de hoofdfiguur. Die wordt, getuige het slot van het boek, tot over de grenzen van het verhaal heen voortgezet. Wat is nu de zin van dit alles? De auteur kan antwoorden in de stijl van Wessel Franken: „Het boek hoeft geen zin te hebben, heeft er toch de niet-geringe inspanning voor over gehad het gegeven uit te werken, het boek door er fragmenten van een onvoltooid zogenaamd manu script van Wessel Franken door heen te strooien (dat had beter achterwege kunnen blijven), de proeven te corrigeren en het aan de gemeenschap af te staan. Bovendien heeft hij het als filmscenario bewerkt. Een men selijk document? Zo is „het nie mandsland van de moderne mens" (bl. 34)? Maar zelfs in dit eigen boek zijn niet alle mensen zo, Sascha zeker niet. De vrouw van de hoofdfiguur ook niet. „Ze is vol ongerichte ambitie, een vuur dat niet weet waarvoor het brandt" (bl. 17). Die ambitie is tenminste iets. Of wil de auteur zijn eigen geestelijke problemen op de lezer afschuiven en min of meer genezen voortleven? Of moet men alleen maar constate ren dat het boek „goed geschre ven" is (wat inderdaad op meer dan een bladzijde het geval is) en op deze wijze door een achter deurtje de oude kunst-om- de-kunst theorie weer binnenha len? Duur betaald Ik vind het nogal duur be taald om ter wille van enkele goede karakteristieken, beschrij vingen (zo die van de naderende bus op bl. 112) en opmerkingen die hele melige sfeer van het boek op de koop toe te nemen. Natuurlijk is het een bijdrage tot de moderne schrijfkunst, ik bedoel dit zuiver technisch, vak kundig. Een omschrijving, die ik als heel jonge man in een op de markt gekocht ouderwets letter- kundeboek aantrof, luidde: „Kunst geeft modellen van stijl". Wat dit betreft mag het boek mijnentwege kunst, althans lite ratuur heten. Maar nieuw is de ze laconieke reportagekunst niet en als het boek niet geschreven was, zou deze stijl zich evengoed maakt het hem ook mogelijk een bloemstilleven op een hoek van zijn eetkamertafel op te stellen om het in enkele uren gestalte te ge ven op een wijze die doet veron derstellen met het werk van een van de beroemde schilderende vrouwen uit de gouden eeuw te maken te hebben. Zo ook kon Freerk Los voldoen aan de talloze portretopdrachten van leden van het Permanente Hof van Internationale Justitie of Amerikaanse generaals en een lan ge reeks particulieren. Steeds gesteund door zijn erva ring en begeestering (hij zit eenvoudig te popelen telkens weer als hij aan een nieuwe opdracht moet beginnen!) weet hij ook tij dens zijn langdurige buitenlandse vakanties, in de tijd van een zucht zijn reisindrukken raak en zeker op het blad te zetten en blijft bij dit alles de bescheidenheid zelf. is zelfs geen lid van een of ander kunstenaarsgenootschap, maar heeft ruim voldoende aan de we reld waarin hij met zijn vrouw die van haar muzikale talenten haar beroep wist te maken een benijdenswaardig gelukkig leven leidt. Een sympathiek kunste naarsechtpaar, dat de „buiten kant" niet behoeft om met en thousiasme, elke dag weer, tevre den te zijn en voldoening te vin den in het rijke en volle leven. GUS KORDING [jarigen: Jkvr. dr. C. H. de Jonge, oud-directrice van het Cen traal Museum te Utrecht, hoopt 22 maart haar tachtig ste verjaardag te vieren. De roman- en hoorspelschrü- ver W. van der Kulk, beter bekend als Willem van Iepen- daal. gedenkt 24 maart in Laren zijn vijfenzeventigste verjaardag. In Blarieum hoopt de schil der Carl E. Schlüter op 25 maart zijn tachtigste verjaar dag te beleven. Louis Toebosch, componist, organist, koordirigent, viert 18 maart in Breda zijn vijf tigste geboortedag. Hij is di recteur van het Brabants Conservatorium te Tilburg. jubilea De National Gallery in Wash ington bestaat 17 maart vijf- entwintig jaar. Vrijdag 18 maart viert de Leidschc Schouwburgver- eeniging haar eeuwfeest. toen Op 28 maart is het vijfen twintig jaar geleden, dat de vermaarde Britse schrijfster en critica Virginia Woolf- Stephen te Lewes. vermoede lijk door verdrinking, om het leven kwam. Haar naam, vaak gebruikt als symbool voor het intellectualisme, kreeg de laatste tijd opnieuw bekendheid door het fel ont luisterende toneelspel van Edward Albee: „Wie is bang voor Virginia Woolf?". De beroemde Spaanse com ponist' en pianist Enrique Granades y Campina ver dronk vijftig jaar geleden, op 24 maart, met zijn echtge note. nadat het schip, waar mede zij uit Amerika naar Europa terugkeerden, door een Duitse onderzeeër was getorpedeerd. Het echtpaar had een eerder vertrekkende boot gemist als gevolg van een huldiging die de kunste naar in het Witte Huis was bereid. straks i Van 19 maart tot 24 april wordt in het Goois Museum aan de Kerkbrink te Hilver sum onder de titel „Four Men Show" een tentoonstel ling gehouden van schilde rijen en tekeningen, vervaar digd door de amusements- artisten Jan de Cler, Alex de Haas, Toon Hermans en Bert Robbe. De NCRV organiseert van 8 tot 11 maart te Delft een internationaal Heinrich Schiitzfeest. Aandacht wordt ook geschonken aan Max Re- ger. die vijftig jaar geleden stierf. Bekende koren en in strumentalisten uit binnen- en buitenland werken mee. Voor de slotuitvoering in het Amsterdamse Concertgebouw is het voornaamste werk Re- gers honderdste psalm, uit te voeren door het Groot Om roepkoor onder leiding van Willem van Otterloo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 17