PIET
JJkiihsi
Platen
zijn er
voor het
menselijk
geluk
Het
gangstermeisje
Freerk Los leerde vak
van de 17e eeuwers
VERJAARDAGSBRIEF
AAN
JAN H. DE GROOT
ZATERDAG 12 MAART 196S
(Van een onzer verslaggevers)
iZo maar wat losse opmerkingen van de man, die moet
oberen, van het Grand Gala du Disque weer een jaar-
hoogtepunt te maken: Piet Beishuizen (51), tot 1 mei
jbliciteitscoördinator van Philips Phonografische In-
^trie, daarna directeur van de Commissie Collectieve
iammofoonplaten Campagne (CCGC).
„Mijn visie is deze: het moet een manifestatie zijn,
de nadruk legt op de vreugde, die er van de wereld
n.^ de plaat uitstraalt, een bijzonder evenement dus".
)at klinkt idea-
tl uit de
id van de or-
.M isator, die met
g' budget van
n t ton per jaar
ec grummofoon-
ut moet pro
eren. Maar
s idealen kun-
k platenindus-
d- en handel
Kt leven. Daar-
|SI r hebben ze
rd 11 twee procent
M hun omzet
r. Beishuizen
aa en later): „Je
i de gulden
ntlderiweg zoe-
tussen de
eüële en de za-
ijke kant. De
wmercie mag
t het hoofd-
Atief zijn."
ligt de grens? De pla-
5it business is niet populair,
ft zich zelfs onbemind ge- ren.
ixdakt met de schijn, dat alles thuis
maar dit jaar niet.
UeStVeZZk g Hrtï M (opnieuw) le winnen.
de televisie gezien. Ik Veertig tot vijftig procent
ken. dat wereldberoemde artiesten
staan te dringen om in ons land op
te treden. Wij hebben wel eens de
gevaarlijke neiging, de reputatie
van Nederland in het buitenland
te overdrijven. Daarbij komt. dat
wij de honoraria, die ze in het
buitenland neertellen, niet kunnen
betalen. Wat men vaak ook ver
geet is, dat de grote artiesten er
niet graag voor op reis gaan, als
zij vlak bij huis evenveel of meer
kunnen verdienen. Neem nou een
man als Frank Sinatra. Die kost
zo'n vijftigduizend dollar, als hij
zou komen. Maar hij wil helemaal
niet. Ik geloof, dat we voor het
komende Grand Gala Europa moe
ten afzoeken".
Braak terrein
De organisatie van het Grand
Gala is slechts één van de activitei
ten om de aandacht van het pu
bliek op de plaat te vestigen, zij
het dat het de kostbaarste is! Er
ligt nog een uitgestrekt terrein
braak, want de plaat is merkwaar
digerwijs nog lang geen gemeen
goed. Deze wetenschap gevoegd
bij de poenerige indruk, die de
platenwereld heeft gemaakt moe-
Het ten Beishuizen inspireren tot
REMCO CAMPERT:
WAT voor iemand is de
schrijver Wessel Fran
ken, centrale figuur uit de
roman Het gangstermeisje
van Remco Campert? (Het
boek is een uitgave van De
Bezige Bij te Amsterdam,
het biedt 169 bladzijden du
bieuze lectuur en kost 6,50).
Ik citeer een aantal uitspra
ken in de volgorde, waarin
deze roman ze aanbiedt.
Hij „denkt soms aan zijn ge
zondheid" (bl. 7). „De hele na
tuur kan hem gestolen worden.
De natuur is iets folkloristisch,
de dieren van het veld incluis"
(bl. 101. „Hij heeft nu de door
velen zo vurig begeerde staat
van volwassenheid bereikt; hoe
komt hij er weer van af?" (bl.
16). Hoge eisen aan zichzelf stel
len en dan maar wat voortmod
deren (bl. 29). Wessel Franken
is „een man van 35, gescheiden,
hertrouwd, vader van een kind,
schrijver van boeken, filmscena
rio's, een man in een crisis, die
hij zichzelf waarschijnlijk heeft
aangepraat, maar die er niet in
slaagt er zich weer uit te pra
ten" (bl. 55). „Ook is hij weer
dronken, zoals vroeger, omdat
de aanraking met mensen en
hun mateloze onmachtige droef
heid anders niet uit te houden
is, al was het alleen maar om
het gevoel van verveling dat
jammerklachten vaak bij hem
wakker roepen" (bl. 80). „En
zou je niet kunnen beslissen
niets te beslissen?" (bl. 105).
„Wessel is niet zo'n goed mensen
kenner als hij denkt en dat is
ook bijna niet mogelijk voor
iemand die het zo druk heeft
met zichzelf" (bl. 144). Wessel is
„van nature geneigd om van het
ene uiterste in het andere te val
len" (bl. 161). „Ergens over na
denken doet hij eigenlijk niet,
hij weet dat er een beslissing is
gevallen en hij heeft het gevoel
dat hij het verder maar moet
overlaten" (bl. 167).
Zo zien de romanheldeA er te
genwoordig van binnen uit.
Zelfmoord en helden zijn uit de
mode" (bl. 58). Eigenlijk zijn
dit de ideale omstandigheden
om de bijbel eindelijk eens hele
maal uit te lezen, om van Shake
speare maar niet te spreken.
Of het Grote Moppenboek, als
dat bestaat" (bl. 60). Zo ziet hij
zelfs niet scherp wat hij eigen
lijk zou moeten doen. Dit zich
laten drijven, dit leven van de
ene vage impuls naar de andere,
met grote gapingen daartussen
die met drank enz. worden opge
vuld, dit passivisme is dus blijk
baar wèl in de mode.
in het proza doorzetten. Men zou
ibeinig hebben gemist.
Blijft de conclusie, dat mode
en snobisme bij het publiek de
belangrijkste drijfveren zijn om
ook deze uitgave weer te slik
ken. ernstig te nemen en voor
levensvol aan te zien. En ik be
twijfel of hier werkelijk een bij
drage tot de kennis van „de mo
derne mens" is gegeven, aange
nomen bovendien dat er zoiets
bestaat als „de" moderne
mens.
Dr. C. RIJNSDORP
Impuls
pagnes om de gunst van het pu-
'geld draait. Het publiek tons na afloop doodmoe. Om half J"
SelU. H „inr1 II- allae nfnolr,- KOmt
Het publiek in de leeftijd van 2E
tot 45 jaar wijzen op de veelzijdig
heid van de plaat dat is df o
belangrijkste taak, die Beishuizen baar gestelde" geld met hard
zich heeft opgelegd. In deze leef- -
tijdsgroep zit een groot potentieel
koperspubliek, dat nu nog het me
rendeel van zijn vrije tijd voor
het televisiescherm zit. Ongeveer
'an de helft bezit nog geen goede pla-
Gala. Beishuizen is daarom niet
van plan, zoveel geld in de platen-
feesten te steken dat er voor de
andere activiteiten te weinig over
blijft, Desnoods wil hij Gala-loze
jaren invoeren. „Ik moet er reke-
i ?iQs ■■ÉairiH
-estelde geiu niH 'miu 6tn..u. u»», uc «co
verdiend. Dat moet dan ook niet mogelijk. Vrijdagavond 30
goed worden besteed. tember wordt daar nog een
maar Beishuizen ligt er al nachten
wakker van. De Amsterdamse RAI
is weer het gebouw waarin zich
het Grand Gala gaat afspelen.
„Het is niet ideaal, maar wel het
beste dat er is. We hadden dol-
houden, dat het beschik- graag naar De Doelen in Rotter-
dam gewild, maar dat was helaas
£jj rdt achterdochtig, als er
><wre verhalen worden verteld.
Beishuizen: „De platenin
dustrie moet je zien als een
Het Grand Gala staat
het populaire genre tenspeler!
rekening van de tie- £>e bewerking
ners. Dat is een wankele basis. De kingsgroep is tenminste zo belang-
jeugd. ontvankelijk voor mode en rijk als de propaganda voor
wil hij handhav
best wat minder",
ner-artiesten vindt
deze bevol- tuur-Edisons voldoende als
moedigingsprijs"!
De datum
het kan
Voor tie- OCHlcluucl uc ucai;lli„.IvllJK UVcx
minia- bet concertgebouw moeten hebben.
aon" Maar volgend jaar komen we vast
zeker. De Doelen is een concert
die een bijdrage levert PlatenfaasJ
mnnpaiüir ooinir nn daardoor T
met zijn artiesten. Op het laatste pjj(,-n Als de tleners
i het Grand ber ligt nog 1
het menselijk geluk, op
Beishuizen: „Na het vertrek a
paar jaar vinden, dat platen
niet meer bij hun leeftijd passen,
zullen de maatschappijen ongeken-
>rlei niveaus en voor allerlei Willem Duys bij de CCGC (bij SrfinMciëir^pMlijd^
in ieders huis en op elk Philips heeft hij nog onder mij J*r
ioment dat de mens verkiest." gewerkt), is het Grand Gala geor-
De nieuwe CCGC-directeur ganiseerd door mensen, die al een
1 >ft een paar jaar geleden een dagtaak hadden. Dat kan natuur-
_i;„jliik nipt". Harrfnn rtpnkpnrf- Tlr
„De mensen beoordelen de pla-
t Hard°p denkend: „Ik tenindustrie naar het populaire
het menselijke geluk «°cfrrp8tiiPdlS: Wij =Jn da Jongens, dia
idustry Of Human Happi- ze goede entertainment. Maar zon- tieners met hits exploiteren. Dat
55). Het kost hem dus weinig der topsterren. Daar is niet meer bedroeft me, want de plaat heeft
oeite. de platenindustrie af te aan te komen. Laat niemand den- dezelfde functie als het boek.
pilderen als een bedrijfstak
t andere dan uitsluitend com-
rciële bedoelingen. Wat dat
ftreft hebben industrie en han-
in hem de geschikte man
[vonden. die snel voor een nieu-
t image moet zorgen. De „pla-
bjongens" zijn er hard aan
flop van het laatste Grand
dfela heeft de deur dichtgedaan.
victorie van de commercie
j|eigde als een boemerang te
werken. Er moest aan de
van het propaganda-appa-
latat een functionaris komen om
lucht te zuiveren en de voe-
S^gsbodem te leggen voor
:nlog) hogere verkoopcijfers.
g^idanks alle slogans is het daar
;Jch immers om begonnen!
"foorkeur
Piet Beishutten kreeg de voor-
"lur. Hij kent de publiciteit, uit
journalistentijd en de laat-
e vijftien jaar als de internatio-
erAal georiënteerde coördinator
eein de publicistische activiteiten
Philip's platenindustrie. Op
een fors gebouwde, enigs-
?°'ns ijdele man, die onder het
erfaten door zijn werkkamer
[ojlbeert, heeft de CCGC haar
rttiop gevestigd.
,u'Hij vertelt: „Na een minuut of
in praten was m'n benoeming
["nd. Ik heb „ja" gezegd, omdat
ie die «idracht als 'n uitdaging
eiHchouwde. Een krant heeft 's
gier het Grand Gala geschreven
'efs de „veemarkt van de platen-
oberen". Dat zit me nog steeds
pars. Ik wil het publiek een
'a^dere indruk van ons geven".
Veel verandert er voor hem
enlijk niet na 1 mei. In plaats
i voor Philips gaat hij straks
r de gezamenlijke industrie
handel propaganda maken;
zoveel jaar „iets creëren" in
■tJjn eigen land en in zijn eigen
.d»al- Dat de CCGC hem als uitge-
roken Philips-man koos, pleit
"•oor zijn integriteit. „Ze hebben
e het volste vertrouwen gege-
Van m'n Philips-jaren kun-
ze alleen maar profiteren,
bevoordeling van Phi-
ri®s-belangen hoeft niemand
ing te zijn. De topleiding in
indhoven is doodsbenauwd
eljoor 'n houding, die berust op
e arrogantie van de grote..."
Met nadruk: „Denk niet. dat
i kom als de man, die het alle
maal allang weet". En: „Van het
olgende Grand Gala moet nie-
ïand te hoge verwachtingen
ebben. Daar is de tijd van voor-
ereiding te kort voor. Werke-
jk grote artiesten zijn niet
leer te engageren. Dat moet je
drie jaar tevoren doen.
•erlijk gezegd, heb ik nu al sla
loze nachten over hoe het
noet worden".
Recept
Waaraan moei een goed
jrand Gala voldoen? Beishuizen
zonder aarzelen): „Het moet
een programma biedenafge
remd op mensen in de leeftijd
v<m 25 tot vijftig jaar. Ideaal
*ou natuurlijk 'n apart Grand
Gala voor de tieners zijn. Daar
komt het misschien nog wel 's
Morgen word je 65 jaar.
Als we het al niet wisten zijn we geattendeerd door
een circulaire, door een paar belangrijke figuren
ondertekend, die in een opvallend populaire toon was
gesteld.
Goed gezien. Zwaarwichtigheid ligt je niet en lag
je nooit en waar die toon soms in je werk doorklonk
was je niet op z'n sterkst, was je de „Jan H" niet
meer die iedereen aansprak in zijn spelend, soms sa
tirisch, impulsief vers, of in de stijl van zomaar een
tintelend liedje als „Een bos Boterbloemen". Ergens
de levenskunstenaar doch tegelijk diep verankerd in
een christelijk levensmilieu.
Zo bladerend in
je gedichtenbundels
van „Lentezon" in
1926 en „Vaart" tot
„Vice Versa" en
„Op de man af',
dat bij je 60e ver
jaardag verscheen,
gaat er een wereld
"an herinneringen
voor me open. die
lopen tot rond 1950/
'51 toen je uit mijn
onmiddellijke ge
zichtsveld ver
dween doordat je
je liet inspinnen in
de kunstzijde van
de AKU. Voorna
melijk per recensie
vernam ik van je
activiteiten daar,
van je sonnetten
over Arnhem, je
Kerstspelen en Bij
bels drama, een
oratoriumtekst en
nog veel meer.
Echter, die we
reld waarin je voor
ons nog Jan H was
is me liever. De
lijd waarin je
waarschijnlijk na
een financieel gunstig gesprek rend gesproken, is sindsdien je
met een uitgever met een feest- toon van je werk wel wat agres-
wijntje in je achterzak kwam siever. feller, zelfs bitter ge-
opdagen en in een uitgelaten worden. En vandaag zoeken we
stemming een mooi opgetuigde vergeefs naar de boeiende en
feeslpudding naar het plafond onnavolgbare speelsheid in je
dirigeerde, die ons op haar snel- werk.
Ie terugkeer onder tafel deed Maar waarom vandaag kri-
duiken tisch, beschouwend over het
Als ik „ons" schreef dan denk werk praten. Uiterlijk ben je
ik aan de Hardenbroek en nog niet roveel veranderd. Je
Woudschoten waar we vaak tot Portret vertoont nog steeds de
diep in de nacht debatteerden niet onvriendelijke kop. Je sik
over de vraag wat nu eigenlijk grijs geworden en het be-
ohriütPliike kunst is of moest kende ironisch trekje om je
rijn. we weten bet ndg me. S^a.^ïJe'^Si^
Dan denk ik aan de tijd dat dje je ajtjjd 20 handig onder
ik met m n eerste versje bij je :e okse] schoof bij een spontane
kwam en met wat vrees vroeg begroeting. Dat was een karak-
„Is het wat? De periode dat je teristiek gebaar van je. Nog al-
tijd zijn de regels van kracht
maakte naar Polen. u u H 4 ><a. I
de Zwarte Zee. de span- jV"bumlei0V'°Op" de
ij- H""r- ar begeleide: ..Het baardje
geeft de leeftijd toe. de bril ver
telt van leze' en schrijven, en
't schuldeloos tekort aan haar
wil in de muts verborgen blij
ven. Proficiat!
ningen die we moesten door
maken in de tijd dat je in het
„Trippenhuis" werkte.
Je was toen de populaire dich
ter die de „Geuzenliederen"
schreef waarvan mij het tere
„Joods meisje" altijd is bijge
bleven. Trouwens, generalise-
HERM. STEGGERDA
Het moet een vreemde ge- tegenstand Freerk stuitte, toen hij teren of hij nu met een „echte"
waarwording zijn, plotseling Ja" heU3eUike R°el"
en geheel ondanks zichzelf, Een kunstschildcr
in het licht van de publiciteit beetje gelijk gesteld met een
te worden getrokken, zeker <*eide kermisklant.
waneer men de openbaarheid, Ge'ultkig «lor de ouders, werd
r de broer wel predikant
zoal niet geschuwd, bepaald veel later, toen Freerk meer en
toch niet heeft gezocht. meer waardering voor z'n werk
vond, raakten ook vader en moe-
Iets dergelijks is de Haag- dor voUedi* verzond mot Freerks I^b?°d™_waa 'n
se kunstschilder Freerk Los
te beurt gevallen, die eerst Opleiding
een eind in de veertig moest Joen had Freerk #1
worden aleer hij bekendheid degen opleiding aan de Haagse,
zou gaan genieten buiten zijn toen nog niet „Koninklijke",
academie voor beeldende kuns
ten achter de rug. Toen ook
al. had Freerk jaar in jaar uit
in het Mauritshuis onze grote
17de eeuwers zitten copiëren om
de techniek van de ouden vol
ledig onder de knie te krijgen.
van der Weijden te doen heeft of
slechts met een copie. Enfin,
Freerk Los doet er niet dik over,
daarvoor is hij een te bescheiden
en te beminnelijke figuur. Liever
eerst 211111 bl* eer aan een ander en
hij vertelt b.v. hoeveel steun de
heer W. F. van der Beek hem gaf
die toentertijd aan het Mauritshuis
als re:
thans na zijn pensionering zijn
tijd produktief maakt als antiquair
in het stille Schoonhoven.
Technieken
eigen kring.
Te meer opvallend is dat omdat
we nu eenmaal in een tijd leven
waarin iedere middelmatigheid,
mits maar omgeven door voldoen
de tam tam, rijk aan zijn trekken
komt.
Bij Freerk Los was er wel een
zeer speciale aanleiding voor no
dig eer de „wereld" zich met hem
ging bezighouden: Een of andere
culturele instelling in Venezuela zoveel toewijding plus een dcrgc-
schreef een prijsvraag uit met als lijk doorzettingsvermogen. ook
onderwerp de nationale held, Si
mon Bolivar te portretteren. Niet
minder dan 78 schilders, afkom
stig uit 17 landen namen deel.
waarvan alleen ons land al zorg
de voor een contingent van 29
stuks. Een in Engeland wonende
Estlandse werd tenslotte winnares
van de hoofdprijs. Maar uit de
grote Nederlandse inzending wer
den toch 3 weken geselecteerd die
ook naar Venezuela gingen en daar
vermoedelijk zullen worden aange
kocht tegen een prijs die zeker
niet ver beneden die van de win
naar zal liggen. Tot dit drietal nu.
behoort Freerk Los: Hij bevindt
zich in uitstekend gezelschap: De
andere twee zijn Bernard van Vlij
men en de hoogbejaarde Goed
hart.
Noeste arbeid
Begrijpelijk, maakt men een zo
hoog geklasseerd werkstuk niet
van de ene dag op de ander.
Daar is het spreekt vanzelf
een heel leven van noeste ar
beid. verhoogd met een grote
portie aanleg, aan voorafgegaan.
Toen Freerk Los op 23 oktobei
1917 geboren werd als een van een
tweeling, kreeg hij niet het geijkte
klimaat cadeau waarin de kunst
welig kan tieren. Zijn vader was
predikant en stond toentertijd in
Leerdam en het lag in de aard der
dingen, dat de nieuwgeboren zo
nen (ook de andere was een jon
gen) te zijner tijd eveneens predi
kant zouden worden. Er is maar
weinig fantasie voor nodig om zich
in te kunnen denken op hoeveel
Zo heeft Los. van de oude
technieken uitgaande, zijn eigen
werk opgebouwd, zo ook, ging
hij te werk bij het conterfeiten
van Simon Bolivar. Daardoor
kreeg hij het vak tot in de per-
fektie in zijn vingers en wel zo
danig, dat hij bij zijn „vrijere"
werk minder dan een kwartier
Wij hebben hier de resultaten nodig heeft een kinderkopje tref-
an gezien en waren eenvoudig zeker op het blad te zetten, wat
erbijsterd. dan weer ajs voorstudie moet
Verbijsterd, dat zoveel kennis, dienen voor het tijdrovende en
ngewikkelde miniatuur, dat hij
opdracht op het ivoor
vandaag nog voorkomt. Zodanig
zijn de resultaten, dat de leek wel schildert.
driemaal mag kijken om te consta- Deze discipline, deze training,
Ook het vertrek uit Amster
dam was een impuls, net sterk
genoeg om niet op het laatste
ogenblik mee terug naar huis te
gaan. Dat het filmscenario ten
slotte toch nog min of meer tot
stand komt, is te danken aan de
filmregisseur Sascha, die Wessel
in zijn eenzaamheid komt opzoe
ken en hem over de ergste lijde
lijkheid heenhelpt. Tenslotte
drijft Wessel weer bij Sascha
vandaan omdat er ergens in zijn
binnenste een beslissing is geval
len; welke, weet hij niet, dat zal
hem later wel blijken. In ieder
geval is onze held op de terug
weg naar Amsterdam. Naar
vrouw en kind? Dat hoeft de
lezer niet te weten, misschien
omdat het er weinig toe doet.
Hoe op deze wijze van een crisis
kan worden gesproken, is uw re
censent niet duidelijk. In elk ge
val speelt die crisis zich niet af
buiten de permanente lijdelijk
heid van de hoofdfiguur. Die
wordt, getuige het slot van het
boek, tot over de grenzen van
het verhaal heen voortgezet.
Wat is nu de zin van dit alles?
De auteur kan antwoorden in de
stijl van Wessel Franken: „Het
boek hoeft geen zin te hebben,
heeft er toch de niet-geringe
inspanning voor over gehad het
gegeven uit te werken, het boek
door er fragmenten van een
onvoltooid zogenaamd manu
script van Wessel Franken door
heen te strooien (dat had beter
achterwege kunnen blijven), de
proeven te corrigeren en het aan
de gemeenschap af te staan.
Bovendien heeft hij het als
filmscenario bewerkt. Een men
selijk document? Zo is „het nie
mandsland van de moderne
mens" (bl. 34)? Maar zelfs in dit
eigen boek zijn niet alle mensen
zo, Sascha zeker niet. De vrouw
van de hoofdfiguur ook niet. „Ze
is vol ongerichte ambitie, een
vuur dat niet weet waarvoor het
brandt" (bl. 17). Die ambitie is
tenminste iets. Of wil de auteur
zijn eigen geestelijke problemen
op de lezer afschuiven en min of
meer genezen voortleven? Of
moet men alleen maar constate
ren dat het boek „goed geschre
ven" is (wat inderdaad op meer
dan een bladzijde het geval is)
en op deze wijze door een achter
deurtje de oude kunst-om-
de-kunst theorie weer binnenha
len?
Duur betaald
Ik vind het nogal duur be
taald om ter wille van enkele
goede karakteristieken, beschrij
vingen (zo die van de naderende
bus op bl. 112) en opmerkingen
die hele melige sfeer van het
boek op de koop toe te nemen.
Natuurlijk is het een bijdrage
tot de moderne schrijfkunst, ik
bedoel dit zuiver technisch, vak
kundig. Een omschrijving, die ik
als heel jonge man in een op de
markt gekocht ouderwets letter-
kundeboek aantrof, luidde:
„Kunst geeft modellen van stijl".
Wat dit betreft mag het boek
mijnentwege kunst, althans lite
ratuur heten. Maar nieuw is de
ze laconieke reportagekunst niet
en als het boek niet geschreven
was, zou deze stijl zich evengoed
maakt het hem ook mogelijk een
bloemstilleven op een hoek van
zijn eetkamertafel op te stellen om
het in enkele uren gestalte te ge
ven op een wijze die doet veron
derstellen met het werk van een
van de beroemde schilderende
vrouwen uit de gouden eeuw te
maken te hebben.
Zo ook kon Freerk Los voldoen
aan de talloze portretopdrachten
van leden van het Permanente
Hof van Internationale Justitie of
Amerikaanse generaals en een lan
ge reeks particulieren.
Steeds gesteund door zijn erva
ring en begeestering (hij zit
eenvoudig te popelen telkens weer
als hij aan een nieuwe opdracht
moet beginnen!) weet hij ook tij
dens zijn langdurige buitenlandse
vakanties, in de tijd van een zucht
zijn reisindrukken raak en zeker
op het blad te zetten en blijft bij
dit alles de bescheidenheid zelf. is
zelfs geen lid van een of ander
kunstenaarsgenootschap, maar
heeft ruim voldoende aan de we
reld waarin hij met zijn vrouw
die van haar muzikale talenten
haar beroep wist te maken een
benijdenswaardig gelukkig leven
leidt. Een sympathiek kunste
naarsechtpaar, dat de „buiten
kant" niet behoeft om met en
thousiasme, elke dag weer, tevre
den te zijn en voldoening te vin
den in het rijke en volle leven.
GUS KORDING
[jarigen:
Jkvr. dr. C. H. de Jonge,
oud-directrice van het Cen
traal Museum te Utrecht,
hoopt 22 maart haar tachtig
ste verjaardag te vieren.
De roman- en hoorspelschrü-
ver W. van der Kulk, beter
bekend als Willem van Iepen-
daal. gedenkt 24 maart in
Laren zijn vijfenzeventigste
verjaardag.
In Blarieum hoopt de schil
der Carl E. Schlüter op 25
maart zijn tachtigste verjaar
dag te beleven.
Louis Toebosch, componist,
organist, koordirigent, viert
18 maart in Breda zijn vijf
tigste geboortedag. Hij is di
recteur van het Brabants
Conservatorium te Tilburg.
jubilea
De National Gallery in Wash
ington bestaat 17 maart vijf-
entwintig jaar.
Vrijdag 18 maart viert de
Leidschc Schouwburgver-
eeniging haar eeuwfeest.
toen
Op 28 maart is het vijfen
twintig jaar geleden, dat de
vermaarde Britse schrijfster
en critica Virginia Woolf-
Stephen te Lewes. vermoede
lijk door verdrinking, om het
leven kwam. Haar naam,
vaak gebruikt als symbool
voor het intellectualisme,
kreeg de laatste tijd opnieuw
bekendheid door het fel ont
luisterende toneelspel van
Edward Albee: „Wie is bang
voor Virginia Woolf?".
De beroemde Spaanse com
ponist' en pianist Enrique
Granades y Campina ver
dronk vijftig jaar geleden,
op 24 maart, met zijn echtge
note. nadat het schip, waar
mede zij uit Amerika naar
Europa terugkeerden, door
een Duitse onderzeeër was
getorpedeerd. Het echtpaar
had een eerder vertrekkende
boot gemist als gevolg van
een huldiging die de kunste
naar in het Witte Huis was
bereid.
straks i
Van 19 maart tot 24 april
wordt in het Goois Museum
aan de Kerkbrink te Hilver
sum onder de titel „Four
Men Show" een tentoonstel
ling gehouden van schilde
rijen en tekeningen, vervaar
digd door de amusements-
artisten Jan de Cler, Alex de
Haas, Toon Hermans en Bert
Robbe.
De NCRV organiseert
van 8 tot 11 maart te Delft
een internationaal Heinrich
Schiitzfeest. Aandacht wordt
ook geschonken aan Max Re-
ger. die vijftig jaar geleden
stierf. Bekende koren en in
strumentalisten uit binnen-
en buitenland werken mee.
Voor de slotuitvoering in het
Amsterdamse Concertgebouw
is het voornaamste werk Re-
gers honderdste psalm, uit te
voeren door het Groot Om
roepkoor onder leiding van
Willem van Otterloo.