Auca-indianen sturen zelf zendelingen uit PAGINA GEESTELIJK LEVEN 10 JAA. In 1955 vijf Amerikanen gedood ikfe Koloniaal bijgeloof GEESTELIJK LEVEN 'r x Y the* 1 itiri iT (Van onze kerkredactie) Zondagmorgen 1955 In Quito, Ecuador, zitten man nen en vrouwen rondom het radiotoestel. Een van hen zoekt de korte golf-band af. En dan ineens is er het con tact. De stem van zendeling vliegenier Nate Saint zegt dat alles in orde is. Hij en zijn vier vrienden hebben een goede landing gemaakt op een zandbank in de Cara- rayrivier. Ze hopen spoedig contact te maken met de Auca's. Om half vijf zijn we weer in de lucht om meer te vertellen, zegt hij. Maar die middag zwijgen de stem men van Nate Saint en zijn vier vrienden. Hun lichamen drijven in de rivier, met pij len doorboord. Als zendeling vliegenier John Keenan de volgende dag een vlucht maakt over het gebied vindt hij de Piper Cub van de vijf zendelingen. Vanuit de lucht kan hij zien dat het vliegtuig leeggesloopt is. Zondagmorgen 1966 Vlak bij de plaats waar de zendelin gen vermoord werden, staat nu een kleine eenvoudige kerk met een dak van bladeren. Een vijf tigtal Auca's volgen de dienst. Ouderling (of is het dominee?) Kimo staat op en bidt: „Vader, U leeft. U bent de Almachtige en de Alwetende. Vader, God, U, die in de hemel woont, luistert en wij luisteren naar uw spre kend papier. Wij hebben uw Woord al gehoord. Wie in U ge looft is licht en goedheid. Onze harten zijn gereinigd door het bloed van Uw zoon dat van het kruis drupte en ons waste. Het kruis is als een omgehakte boom die een ravijn overbrugt. Jezus, Gij zijt ons pad naar de hemel'. Gij alleen zijt ons stamhoofd. Nu ben ik uitgesproken." Moordzuchtig --- ...UIOMCN. „uwe ftUCHS Denoren tot de laagst gezonken stammen onder de Indianen. Ze leven van plundering, er is voort durend wrijving tussen de verschil lende dorpen en ze zijn zeer moordzuchtig. Tot nu toe hadden zjj nimmer een blanke in leven Precies tien jaar geleden verscheen de eerste pagina „Geestelijk Leven" in het vernieuwde zondagsblad. Voor het eerst werd door ons een pagina gewijd aan het kerkelijk en christelijk gebeuren in de wereld. Sedertdien is daarbij ge komen een volledige pagina kerknieuws per dag. In een „Ten geleide" schreven wij op die eerste pagina: „De Kerk is in beweging. De oecumenische bewegingen, Billy Graham en andere evangelisatiebewegingen, contact tussen synodes, polemieken in de kerkelijke pers, nieuwe conferentieoorden die ontstaan, zijn er het bewijs van. Welke richting gaan wij uit? Niemand die het kan voorspellen. Deze nieuwe pagina wil aandacht gaan schenken aan de beweging, die zich over de gehele wereld openbaart." Wat toen waar was, is nu nog steeds waar. Misschien is Billy Graham wat op de achtergrond geraakt al worden er ernstige pogingen in het werk gesteld om hem spoedig weer eens naar Nederland te krijgen misschien springen er niet zoveel nieuwe conferentieoorden meer als padde stoelen uit de grond, beweging is er genoeg. Zelfs met een dagelijkse pagina Kernmerk er bij hebben wij nog wel eens moeite om al het nieuws een plaats te geven. Toch is er altijd een verschil geweest tussen de dagelijkse pagina Kenmerk en deze wekelijkse pagina Geestelijk Leven. Op Kernmerk vindt u het dagelijks nieuws, op deze pagina vindt u en zult u ook in de toekomst vinden de achtergrond verhalen, de ontwikkeling van het gebeuren en vaak het nieuws dat niet als nieuws in de krant komt. De geschiedenis van de kerk wordt geschreven door grote en schijnbaar kleine daden. Soms is het verheugend nieuws, dan weer tragisch. Soms kan het zingend verteld worden en dan weer wordt de kerkgeschiedenis met bloed geschreven. En vaak bloeit uit het vergoten bloed het nieuwe leven Tien jaar geleden begonnen we onze pagina Geestell Leven met het vreselijke verhaal van de moord op vijf jon zendelingen in de jungle van het Amazone-gebied. ,,Drar| in oerwoud van Ecuador" schreven we, maar ook: „Er sta' een monument in de jungle". Als eerste krant publiceerde wij toen, hoe wilde Auca-indianen vijf jonge zendelingeKl vermoordden. ïmf Nu na tien jaar kunnen wij met een vervolg komen. Waf^j ook daar was het offer niet tevergeefs. De moordenaars vqe toen zijn de predikanten van nu. Het monument in de vormei van vijf kruisen is in de tropisch-vochtige warmte vergaap b maar een nieuw monument werd opgericht, een levend mPc nument, de kerk der Auca-indianen, die zojuist besloten heer^ de eerste zendeling uit te zenden naar andere onbereik^ec stammen. t i „Hersenen- export" De Engelse evangelist en direc teur van een bekend confe- reniis-oord, Tom Rees. maakt zich zorgen. Sinds de ocrlog heeft, schrijft hij in het blad „The Christian", een alarme rend aantal predikanten, evangelisten en theologen Engeland verlaten om in naam is een vondst van de andere landen vooral de Verenigde Staten te gaan preken en doceren. Hij wil dat er wat aan gedaan wordt: „Kunnen onze evange- liscne leiders elkaar niet eens ontmoeten om zich als staats lieden te bezinnen op de oorzaak en om een mogelijke oplossing te vinden voor deze tragische gang van zaken?" Als or één land is waar de ..hersenen-export" de naam is een vondst van de redacteur van de ingezonden stukkenrubriek van ..The Christian" groter is dan is het wel Nederland. Nog maar onlangs verliet prof. dr. J. C. Hoekendijk Utrecht voor New York. Prof. dr. H. Krae- mer liet indertijd Leiden in de a eek voor het Oecume- niscn Instituut in Bossey. Dr. W. A. Visser 't Hooft heeft nimmer een functie gehad in Nederland, maar zijn rooms- kathnlieke oecumenische col lega bisschop J. Willebrands verwisselde Waddinxveen voor Rome. Ds. Albert vai den Heuvel liet de oecumeni sche jeugd in ons land steek om zich te gaan wijden aan co wereldjeugd. Prof. dr. Heika Oberman belandde in Harvird. Prof. dr. Oyen gaf zijn professoraat aa'n de Groninger universiteit op om in Bazel ethiek te gaan doceren en prof. dr. Klaas Runia verbond zich aan de jonge Theologische Hogeschool van Geelong in Aus. -alic. Maar cc lijst wordt al te lang. En drn spreken wc nog niet eens over predikanten die in Australië of Canada jonge ge meenten gingen dienen. Er zij die naar de zendingsveU den trokken of nai jÈMm kennisgebieden n< maar nelcmaal met En mt nooit hebben we in al de jaren dat wij het kerk nieuws verzorgen in onze krant ook maar één brief ge- kre ;en van iemand die zich| zorgen maakte over export Zelf hebben ontwik gelaten. Ze gaan volkomen naakt, met uitzondering van een ketting kralen om het middel." Tien jaar later beschikten deze mensen over een vijftal eigen voor gangers. Zij kunnen lezen en schrijven en hun meestgelezen boek is het Marcus evangelie. En als in oktober evangelisten uit de gehele wereld in West Berlijn bij eenkomen voor het wereldevangeli satie congres hoopt zendelinge Ra chel Saint twee Auca predikanten mee te brengen. Er is één maar: „Misschien zijn deze mensen dan te druk met hun zendingswerk in het stroomafwaarts gelegen stamge bied. Dan gaat hun zendingswerk Vijf jonge mannen gaven hun leven om deze wilde stam te ver tellen dat Jezus Christus ook hen lief heeft. Twee vrouwen, Rachel, de zuster van Nate Saint, en Betty Elliot, de vrouw van Jim Elliot, zetten hun werk voort. Zij woonden reeds jaren in dit Amazonegebied onder een andere stam. Daar hadden ze contact gekregen met een jonge Auca-vrouw, Dayama, die haar eigen gebied ontvlucht was. Van haar leerden ze de eerste woorden van de Auca- taal. Er werden geschenken gelegd aan de rand van het Auca-gebied Er werden de eerste voorzichtige tochten door de jungle gemaakt. De dag kwam van het eerste con tact, het moment dat men toestem ming kreeg om onder de moorde naars van de mannen te komen wonen. Rachel Saint en Betty Elli ot gingen er samen, zonder hulp van mannen heen, en Betty Elliot nam haar dochtertje mee. Het speelde al gauw met de kinderen van de moordenaars van haar va der. Waar zijn hun vrouwen? BETTY ELLIOT woont met haar dochtertje in de Verenigde Staten Zij publiceert artikelen in een groot aantal kerkelijke en christe lijke bladen en vervult een groot aantal spreekbeurten in zendings- samenkomsten. OLIVE FLEMING is hertrouwd met prof. dr. Walter Leifeld. Ze wonen in een buitenwijk van Chicago waar haar man hoogleraar is aan het theologisch seminarium van de Vrije Evangelische Ge- MARILOU MCCULLY is in verband «net de opvoeding van haar kinderen ook naar de Verenigde Staten teruggekeerd. Zij is admi nistratrice van een groot ziekenhuis in Seattle. Washington. MARJORIE SAINT is verbonden aan het christelijk radiostation HCJB in Quito, Ecuador, waar zij speciale uitzendingen voor BARBARA YOUDERIAN is „moeder" van het kinder- en gasthuis van de zendingsorganisatie die het christelijk radiostation HCJB in Quito beheert. Vertaling de angst en blijdschap. de eenzaamheid en gemeenschap met God, die deze vrouwen beleef den. Toen zij de taal een beetje goed onder de knie begonnen te krij gen, toen de Indianen naar hen kwamen luisteren en vragen be gonnen te stellen, kregen zij hulp. Weer was het een vrouw, de taal- gleerde Catherine Peeke kwam de Auca-taal op schrift stellen en toen dat gebeurd was, konden zij samen een begin maken met de vertaling van het Marcus evange lie. Twee doopdiensten staan in de herinnering van deze vrouwen gegrift. De eerste dienst werd door Tien zelf geleid. De moorde naars van hun mannen waren tot bekering gekomen en vroe gen de doop aan. Er was een oprechte belijdenis van schuld, voelden ze. Die dag werd de Auca-kerk geformeerd. En die tweede dienst werd ge leid door de bekeerde moorde naars zelf. In Amerika hadden de beide kinderen van Nate Saint te kennen gegeven dat zij graag ge doopt wilden worden. Zij hadden echter een bijzondere wens: Zij wilden zo graag gedoopt worden in de rivier waar hun vader ver moord werd. Zo wilden zij te ken nen geven dat ook zij hun leven wilden inzetten voor hetzelfde Evangelie waarvoor hun vader zijn leven over had. Niemand wil de, niemand durfde hen deze wens te weigeren. En niemand durfde ook de wens te weigeren van ouderling Dyuwe, de moordenaar die tot bekering gekomen was, toen hij vroeg of hij de doop mocht bedienen, opdat uit zijn vre selijke daad toch nieuw leven voor God zou ontspruiten. Een jaar geleden werden Kathy en Steve Saint door Dyuwe in de ri vier gedoopt. Verwachting Langzaam maar zeker groeit de kleine geestelijke gemeenschap. Het werk wordt niet langer door de vrouwelijke zendelingen ge daan. Nog altijd geeft Rachel Saint onderwijs aan de jonge be keerden. Nog altijd werkt Catheri ne Peeke aan de vertaling van nieuwe bijbelboeken. En Betty Elliot is in verband met de opvoe ding van haar dochtertje naar Amerika teruggekeerd. Zij kon gaan, want haar werk werd over genomen door de Auca's zelf. Want het evangelie betekent voor deze mensen een boodschap die zij niet voor zichzelf mogen houden. Er zijn anderen in dit stamgebied van de Tewaenovallei Belly Elliot tvist al spoedig vriendschap te sluiten met de vrouwen en de kinderen van de stam. Rechts Dayuma, het eerste contact. De jonge vrouw in het midden, Mintaka, met de arm om de jongen en de geklei vrouw, Mankamu, hebben de zendelingen enorm geholpen om de taal te leren en de bijbel te vertalen. die de boodschap nog nooit ge hoord hebben. En ze hebben haast, want Christus kan spoedig weer komen. In zijn preek zei ds. Kimo: „Wanneer komt Hij terug? Dat kan 's nachts zijn, of 's middags of als de zon opgaat en wij op jacht gaan. Daarom moeten we nooit op jacht gaan zonder te beseffen dat hij inderdaad ieder moment kan Zending Na de dienst, toen reeds het slot gebed gebeden was en de mensen zonder haast aanstalten begonnen te maken om terug te keren naar hun huizen, stond ouderling (of is het dominee?) Dyuwe op. Hij had nog iets op zijn hart. In eenvoudi ge woorden vertelde hij dat God hem geroepen had om het evange lie ook stroomafwaarts te gaan ver kondigen, aan de stammen die nog nimmer het evangelie gehoord heb ben, nog nimmer een blanke zelfs gezien hebben. Hij zei dat hij alle moeilijkheden goed overwogen had. Hij, die eens het leven van zendelingen nam, gaat zijn eigen leven op het spel zetten. Catherine Peeke tekende zijn slotwoorden op: „Ik ga mijn ver woeste huis herbouwen voor mijn vrouw en kinderen en dan. vertrek ik naar de laagvlakte... Iketika tedae, dat mij gezegd heeft weet dat de stam zich in hun dorpen bevinden hebben hun graanvelden toen we er met het zendings-j7 vliegtuig overheen vlogen. Ongetwijfeld zijn ze er dan, want het is dan hun oogsttijd/ En daarom weet Dyuwe nof niet of hij de uitnodiging wel aan kan nemen om het evangeli satiecongres in Berlijn bij te wo nen. Eerst moet de stam in de laagvlakte het evangelie ge- hoord hebben. i het dorp van de Auca-Indianei (Van o e kerkredactie) buitenland altijd de bewondering laten aanlrur.cn van collega-journalisten die met 1 f over al deze Nederlan- ders-in-de-vreemde spraken. Misschien beseft de Nederland se kerk beter dan Tom Rees. dat n-.k een kerk. net als het bedrijfsleven, alleen maar kan -ven van export. Ook in dit opzicht is „geven zaliger dan ontvangen." Er bestaat in Afrika bij de doop nog een merkwaardig stuk kolonia lisme. getuige onderstaande brief, die een verontwaardigde heer J. Githae te Nairobi als ingezonden stuk heeft gestuurd naar het chris telijke Afrikaanse maandblad Tar get. ..De kerk in Kenia moet laten weten, of ze het nog steeds nodig vinden, dat aan een kind bij de doop een Joodse of westerse naam wordt gegeven. Vier jaar geleden had ik een hoop narigheid met mijn dominee, omdat hij mijn kind niet wilde dopen, tenzij ik haar een Joodse of westerse naam zou geven. Uiteinde lijk moest ik uit de gemeente weg gaan. om mijn dochter ergens an ders te laten dopen. Een jaar daarvoor moesten mijn vrienden de doop van hun twee kinderen afgelasten, omdat hun do minee weigerde de plechtigheid te verrichten, tenzij hen Joodse of westerse namen werden gege- Ik weet van een echtpaar, dat nu ruzie met zijn dominee heeft, omdat hij hun dochter een Joodse - of westerse naam bij de doop wil geven. Vele kerkmensen accepteren het sacrament van de doop, om zijn innerlijke betekenis. Er zijn vele christenen, die niet accepteren, dat Joodse of westerse namen christe lijker zijn. dan andere namen. Ve len van onze kerkelijke leidslieden moeten nodig bevrijd worden van dit koloniale bijgeloof, dat een Joodse of westerse naam bij de doop noodzakelijk vindt." In de vakliteratuur komt men hoe langer hoe meer de naam „dienstencentra" tegen, een nieuw „instituut" van sociale hulpverlening, dat men speciaal voor bejaar den heeft gedacht. De allerlaatste gedachten op dit gebied gaan uit naar een algemenere opzet van deze centra, die onzer inziens belangrijke perspectieven kan bieden. Over de bedoeling en dit universele karakter van dienstencentra gaat het in bijgaand artikel. Alleen voor bejaarden? Voor hele buurt (Van een onzer redacteuren) Ook al verkeren ze nog maar in een stadium van proberen, dienstencentra lijken in ons land, waarbij dan landen als Skandina- vië en de Verenigde Staten in grote lijnen worden na gevolgd. een goede toe komst tegemoet te gaan. Geen wonder, want op zulke centra, op te richten overal waar maar veel mensen wonen, zitten we nu juist te wachten. We zullen proberen uit te leg gen waarom. doeld voor bejaarden en dan nog behorend bij een complex bejaardenwoningen. Maar er is ook nog een andere vorm dien stencentrum, namelijk gelegen in een gewone woonwijk. Daar van bestaat er in ons land nog maar één en wel in Leeuwar den. uitgaande van de Hervorm de gemeente dat in een dringen de behoeft kan voorzien. En niet alléén voor bejaarden. Laten we eerst eens nagaan wat een dienstencentrum eigen lijk is: een concentratiepunt, waar bejaarden uit de or ving voor alle mogelijke hulp verlening terecht kunnen. Het bekenste is de functu van trefpunt: men kan in een recreatieruimte allerlei mensen ontmoeten door gezellig een kopje thee te komen drinken, of de warme maa'tijd te komen gebruiken; men kan een kaart je leggen, of in een kleine bibli otheek rustig wat zitten lezen, men kan er allerlei vormen van vrije tijdsbesteding of be- jaardengymnastiek beoefenen, kortom, de eenzame bejaarde vindt hier een aangename en desgewenst ook nuttige tijds passering. Verder heeft zo'n dienstencen trum een ruimte, waar de dok ter spreekuur houdt, waar een wijkverpleegster komt om bijv. te helpen met baden als dat nodig mocht zijn (er is dus ook een badkamer), waar een pedi cure haar mensen kan behande len, waar een maatschappelijk werkster (die doorgaans de lei ding van het centrum zal heb ben) de mensen met alle moge lijke adviezen kan dienen. Verder geeft het dienstencen trum de mogelijkheid om de was te (laten) doen, om collec tief alle mogelijke voorlichting te geven op het gebied van ge zondheid, voeding, woning, ver keer en ga zo maar door. Twee richtingen Maar dat is het dienstencen trum nog niet ten voeten uit. Er is niet één-, maar tweerich tingsverkeer. Er worden name lijk vanuit het centrum voor beroepskrachten en/of vrijwil lig (st)ers allerlei vormen van service verleend. Voorbeelden: het organiseren en geven van huishoudelijke hulp, het verschaffen van war me maaltijden (tafeltje-dekjc). hulp thuis bij koken, het ver richten van allerlei kleine kar weitjes zoals kapotte stekkers e.d. maken, hel invullen van formulieren, het op bezoek ko men bij degenen die dit op prijs stellen. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden; ze zijn met aller lei andere uit te breiden. Elke woonwijk zal weer zijn eigen specifieke behoeften blijken te hebben; daar moet de leiding van het centrum steeds op trachten in te haken. Men heeft het wellicht al be merkt: in een dienstencentrum worden bestaande diensten op één adres samengebracht en andere, waaraan op de een of andere manier behoefte blijkt te bestaan, gecreëerd. Zeer be langrijk voor bejaarden, die dit „de" oplossing vinden, omdat ze nu veel langer in hun eigen omgeving kunnen blijven en de wetenschap hebben zo nodig over rijk gesr' akeerde hulp te kunnen beschikken. Want dat was het kernpunt steeds ge weest als ze erover dachten naar een bejaardenhuis te gaan.... Je kunt ineens hulp no dig hebben! Alleen voor hen Een uitkomst dus voor bejaar den. Maar voor hen alleen? Men denke eens aan niet-be- jaarden die revalidatie behoe ven. of gewoon maar aan een gezin, waarvan bijvoorbeeld de moeder door plotselinge ziekte of wat dan ook acuut „uitvalt". Goed, dan komt er wel vaak een oplossing, maar nimmer onmiddellijk. Wie moet de huis houdelijke „eerste hulp" leve ren? Dat zou het dier.stencen- 'rum kunnen doen. Zo kunnen gaan. Hoeveel „onhandi ge" families zijn er. die volle dig afhankelijk zijn voor kleine karweitjes van een elektriciën of een timmerman, wie het in deze tijd praktisch onmogelijk is om te komen? Wie zouden deze karweitjes kunnen opknappen (eventueel tegen betaling)? Precies: vrij willigers, die de naasten daar mee een bijzonder grot° prakti sche dienst zouden kunnen be wijzen. Allemaal voorbeelden derhal ve, dat een dienstencentrum bij zonder functioneel kan blijken te zijn voor een hele wijk: een vast adres waar men met een heleboel problemen en pro bleempjes, die anders onopge lost bleven, terecht kan. Pracht-oplossing Terecht is door een enkele insider op de universele moge lijkheden voor dienstcentra ge attendeerd. Onlangs was dat het Kamerlid P. J. Engels, die er de aandacht op vestigde dat de centra nu nog in h-t expe rimentele stadium een pracht oplossing zouden beteke nen voor alle bewoners in een wijk, doordat men er ook een buurthulp centraliseert. Ruim anderhalf jaar geleden is een commissie geïnstalleerd, die van de minister tot taak kreeg „de plaats van het dien- tencentrum binnen het geheel van de Nederlandse samenle- /ing nader te bepalen". Het is te hopen, dat de commissien dit universele aspect ruim aandacht schenkt. Opdat een goede, en (op lange termijn) goedkope oplossing verkregen worden voor allerlei praktische puzzels, waarmee mer' van- daag-de-dag kan tobben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 14