BLAD ZIJ Kunstnijverheid naar de internationale top Wakend oog op de volksgezondheid Kamerplanten in een fles Dienstplicht voor meisjes Keuringsdiensten: Gouden Jaarbeurs gaf impulsen im EVEN TIPPEN dialoog dialoog dialo ZATERDAG 19 FEBRUARI 1966 Een zilveren gulden in een ijsje van dertig cent, plastic in biskwietjes, een rups in een bonbon, cello faan in de melk. Al dat soort berichten kreeg u de laatste tijd onder ogen via de krant. Maar ook deze oproep, afkomstig van de Utrechtse Keu ringsdienst van waren: laten technici apparatuur ontwerpen om al die „ver ontreinigingen" tijdens het fabricageproces op te sporen. Als een bakker herhaaldelijk in overtre ding is, krijgt hij na vele waarschuwingen van de Keuringsdienst een pro ces-verbaal. De keuring van waren kwam in 1858 tot stand, maar heeft een indrukwekkende voorgeschiede nis. De eerste keur vinden we in Amsterdam in het begin van de vijftiende eeuw. Het ging over vee en vlees. En bakkers, die in die tijd brood met een te laag gewicht afleverden, kregen be paald geen proces-verbaal. Zij Dit jaar (op 1 mei) viert de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs in Utrecht het vijf tigjarig bestaan. In die jaren is de beurs van onschatbare waarde gebleken. Zij heeft het Nederlandse vulk: de in dustriëlen, zakenlieden, de schare van kopers, vertrouwd gemaakt met een goed. esthe tisch waardevol produkt van ambacht en kunstnijverheid. Gaan we terug naar de negen tiende eeuw, dan zien wij dat deze eeuw in artistiek creatief opzicht een tijd van wansmaak is geweest. Dit uitte zich niet alleen in gebruiksvoorwerpen en meubelen, maar ook, en dan in groter verbandin de bouw kunst. Denk maar eens aan het Haagse Station Hollands Spoor dat omstreeks 1880 gebouwd is. Maar in diezelfde eeuw rezen er bij groepen kunstenaars regene rerende krachten. Zij voerden een beweging aan die in alle lan den van Europa aansloeg. \'d de kunstenaars kwamen de indus triëlen en de leiders van grote bedrijven. Zij zagen hun ver koopwaar niet meer als onver schillig gebruiksgoed, maar trok ken kunstenaars aan die zorgden dat ook de meest bescheiden „nuttigheden" een verantwoorde vorm kregen, van het meubel en textielprodukt af tot aan de simpelste apparatuur in de keu ken. De Jaarbeurs mag de eer hebben die impulsen te hebben gediend. Zij was het. die het grote publiek De Bazel. Cochius, de man van de glasfabriek Leerdam schreef in 1919: „De industrieel die de kunstenaar aan zijn bedrijf ver bindt, is nog met een lantaarn te zoeken. Hij moet er voor zorgen dat zijn produkten voldoen aan de hoogste eisen van de schoonheid." Cochius zelf sloeg de hand aan de ploeg en haalde De Bazel en ande ren naar zijn bedrijf. Hij deed meer, stichtte de Bond voor Kunst en Industrie. Nu is het een norma le zaak dat fabrieken van gebruiks goederen kunstenaars in dienst hebben die in hun ontwerpen tot een bevredigende vormgev'ng ko- Namaken Maar voordat de smaak van de massa is omgebogen zal er nog heel wat water door de Rijn stro men. Het ontmoedigende doet zich telkens voor dat er. wanneer de massa eindelijk bereikt schijnt te zijn. kunstenaars opstaan die de goede vondsten en knappe ontwer pen van anderen bederven door kitscherige elementen aan die mo dellen toe te voegen. Een eigenaar van een kunstn ij verheidszaak ver telde ons dat de grote warenhui zen vaak artikelen van een kunst- nijverheidszaak namaken, die uiteraard goedkoper van de hand gaan. De eigenaar haalt dan deze voorwerpen (die dus gemeen goed zijn geworden) uit zijn collec tie en zoekt weer iets-nieuws. Toch is er reden tot opgewekt heid. Ons land is nu zover dat onze kunstnijverheid, ook commer cieel gezien, de concurrentie met het buitenland behoorlijk aan kan. Heel opmerkelijk in dit verband is. dat een land als Zweden dat ons jarenlang vèr vooruit was, de laatste tijd heel wat orders in ons land heeft geplaatst. Artikelen als lampen, keramiek, bedrukte stof fen. sieraden en goud worden ook naar Denemarken. Engeland, Duitsland, België en Italië geëx porteerd. Ongetwijfeld zit in de kwaliteit van het Nederlandse produkt een stijgende lijn. werden bedreigd met... het afhakken der handen. Het toezicht op levensmidde len is in ons land geleidelijk tot stand gekomen. Kreeg Amster dam in 1858 zijn eerste keurings dienst, met een „college van we tenschappelijke keurders", Rot terdam volgde in 1893. Die ge meentelijke keuringdiensten hadden uiteraard verschillende verordeningen. In plaatsen waar geen keuringsdienst was, kon maar raak geknoeid worden. Een landelijke regeling kwam er in 1919, toen de Warenwet door de Tweede Kamer werd aangeno men. Het land werd iij keurings- districten verdeeld. We kennen ZwaSTuGr zestien regionale keuringsdien sten, gegroeid uit de oorspronke lijke gemeentelijke -instellingen. In Engeland noemt men ze „bottle gardens", tuintjes in een fles. Een nieuwe kweekwijze voor tropische kamer planten, die de droge kamerlucht slecht verdragen. Het is in Enge land een ware rage geworden, evenals in Ame rika en België, waar men uiter aard in de huizen weinig of geen vensterbanken aantreft en dus de mogelijkheid om kamerplanten te kweken veel minder groot is dan hier. Toch begint ook hier de belang stelling te ont waken voor dit modeverschij nsel, een tuintje in een fles, dat één keer geplant en begoten, verder maanden lang met rust gelaten kan worden. Een decoratieve ver siering in een saaie kamer hoek of hall, die bij onze be zoekers eindeloze vragen op roept over de manier hoe we die planten in zo'n fles kregen en hoe ze daar zo weelderig kunnen groeien, betrekkelijk in het donker. Om te beginnen blijft in zo'n gesloten fles het vocht bewaard, zodat er altijd een vochtige at mosfeer heerst en de planten orofiteren van hun eigen vocht. We merken zelf wel wanneer behoefte krijgen aan water daar kan wel een half jaar /erheen aan. De fles heeft de uitwerking van een klein kasje. Het beplanten-zelf is geen sinecure, maar het is een bij zondere voldoening als onze po gingen succes hebben. Het meeste voor dit doel geschikt zijn de grote zuurflessen van apothekers en drogisten, tegen woordig ook al hier en daar in warenhuizen verkocht. Het spreekt wel vanzelf dat de fles door en door schoon gespoeld moet worden en in de warmte of beter nog in de zon moet yt drogen. Dan brengen we op de 9 bodem wat grind aan. niet te fijn en niet te grof, een laag van ongeveer 3 cm dikte, even- j tueel te vervangen door pot scherven. maar met grind heeft men tot op heden de bes te resultaten. We kunnen dit grind door een papieren trech- i ter laten vallen en daarop i komt dan eveneens door een f trechter, om de zijkanten van de fles schoon te houden en het een en ander beter te ver- delen, het grondmengsel, in een laag van minstens 10 cm dikte. We kunnen daarvoor nemen 3 delen bladaarde met 1 deel nolm en 1 deel scherp Jonge planten Tot zover is het geen pro- bleem. dat wordt het pas als r met planten beginnen. In 1 ieder geval gaan we uit van jonge plantjes of gewortelde stekken, die zonder veel Fles met planten. V/2 jaar ge leden gevuld. De Aphelandra heeft zich het sterkste ontwikkeld. De overige planten zijn Scindap- sus, Pteris, Billbergia Cryptanthus. moeite de flessenhals kunnen passeren. Verder is het van belang niet te krachtige groeiers te kiezen, opdat deze de zich traag ontwikkelde soorten niet overvleugelen. Geschikt voor het doel zijn o.a. Adiantum. Aphelandra, Aglaonema. Asplenium, Acorus, Ardisia. Begonia rex. Billber gia. Calathea. Cryptanthus, Cordyline. Dieffenbachia, Dra caena, Ficus stipulata (Ficus repens)Pellionia. Peperomia. Pteris. Philodendron. Pilea ca- dierei, Sansevieria hahnii. Scin- dapsus aureus. Selaginella en Vriesea en zie daar dan maar jonge plantjes van te krijgen! Plantgaten maken we met een 1 niet te dunne stok en dan komt het moment dat we de plantjes laten zakken. Daarvoor kan een 3an het eind gespleten stok dienst doen of een fijne tang. Doe-het-zelvers kunnen daar mooi een zaterdag voor nemer. 1 om de handigste methode te verzinnen en in een bruikbaar instrument om te zetten. Aandrukken Komt het plantje op de goede plaats terecht, dan wordt de aarde rondom met de plantstok aangedrukt. Sommigen doen dit ook wel met e;n Ipoeltje. dat aan een stok gebonden wordt 1 en waarmee iets gemakkelijker gewerkt wordt. Er is ook nog een mogelijkheid om de plan- tjes te laten zakken door de fles schuin te houden, met ech ter het risico van het vuil wor den van de buik van de fles. Tenslotte water geven door 1 bijvoorbeeld een stuk gasslang aan een gieter te verbinden, zo dat de plantjes niet wegspoelen. Daarna de fles een paar dagen open laten en dan met een kurk of deksel afsluiten en ergens college van directeuren van keu ringsdiensten. Een cursus be- drijfshygiëne vormt vaak het sluitstuk van deze opleiding. Aan het hoofd van een keurings dienst staat een chemicus of een apotheker. Schijn Vergeleken bij het buitenland is het Nederlandse systeem goed geregeld. Uiteraard vormen levensmid delen het leeuwenaandeel van de keuringsdiensten. Zo werd in 1963 een partij tomatenpuree afgekeurd omdat het giftig lood bevatte. Maar ook „non-food" produkten die de gezondheid zouden kunnen bedreigen wor den onder de loupe genomen. Komt er een nieuw soort pan in de handel met een „bescher mend laagje" dan vragen de keu ringsdiensten zich af of dat prak tische laaigje geen nadelige invloed kan hebben op het voed sel dat erin bereid wordt. Kleur- potloodjes en krijtjes kunnen gif tige stoffen bevatten, en de Amsterdamse keuringsdienst vond nog onlangs een giftig oplosmiddel in haarlak. De keu ringsdiensten gaan met hun tijd mee en dat moet ook wel. In de industrie worden als hulpmiddel wel radio-actieve stoffen ge bruikt. Een speciale wet inzake het gebruik van radio-actieve stoffen is in de maak, evenals een wet op de cosmetica. Keu ringsdiensten controleren ook be strijdingsmiddelen, waarvan in de huishouding vaak onverstan dig en onmatig gebruik wordt gemaakt. Bedrijfshygiëne is een zeer be langrijk onderdeel van het werk geworden. De hygiënische eisen voor grote en kleine eetgelegen- heden worden dan ook ver zwaard. Het buitenshuis eten neemt toe! Overigens krijgen de keuringsdiensten regelmatig klachten binnen, zelfs anonieme. De klachten die via de consu ment binnenkomen, blijken voor ongeveer de lielft ongegrond te zijn. Bij melkbederf en soortge lijke klachten is nonchalance van de huisvrouw dikwijls de oorzaak. Incidentele gevallen kan de huisvrouw in de meeste gevallen wel oplossen met de leverancier. Maar voor werkelijk gegronde en goed gemotiveerde klachten of wensen staan de keuringsdien sten altijd open. De keurings diensten gaan precies te werk: een staf van laboranten staat de dienst terzijde. Het aantal waar schuwingen bedraagt het tien voudige van het aantal proces sen-verbaal. Monsters die een strafzaak zouden kunnen uitlok ken, worden geheel onafhanke lijk van elkaar in tweevoud onderzocht. In „kweekkasten" kunnen verdachte monsters op eventuele afwijkingen worden bekeken. Die ommezwaai ging echter niet zo gemakkelijk, er waren altijd nog mensen die veronderstelden dat een produkt, van de machine afkomstig, lelijk en geestloos moest zijn. Het inzicht bleef voor hen gesloten dat het van de mens afhangt of de machine ook voor de vervaardiging van een esthetisch produkt kan worden ingeschakeld. En wat de machine die eerste ja ren maakte, was lelijk, ook omdat in die tijd gestreefd werd naar fabrikaten die de schijn hadden van handwerk: alleen de schijn. Er gingen nog heel wat jaren overheen, voordat het inzicht alge meen werd, dat ook de machine de schoonheid kan dienen. Voor wie in de jaren twintig in het huwe lijk trad, was het een heel avon tuur om bij moderne meubels (men liet ze zelfs door. een archi- /inden. En dat terwijl mensen als Berlage, De Bazel, Lauweriks, Thorn Prikker. Colenbrander, Lion Cachet (wie weet vandaar: „Dat geeft cachet aan de zaak?"), Jan Eisenlöffel, Jaap Gidding en vele anderen had den laten zie 'hoe het kon. Tijd rijp Omstreeks 1920 werd de tijd rijp; de eerste wereldoorlog had de ontgoocheling gebracht. Men kreeg het gevoel dat men in ve le opzichten opnieuw moest be ginnen. Het idealisme, dat in de opkomende arbeidersbeweging leefde, het inzicht dat de kunst de hele gemeenschap had te die nen en niet een zaak was van luxe alleen, bezielde meer dan een van de genoemde kunste- 1 worden, mede dank Dagtaak 1 Uw - ka- A. C. MULLER- IDZERDA Honderdtachtig keurmeesters verspreid over het gehele land houden het vereiste toezicht op naleving van de warenwet. Zij hebben daaraan een dagtaak, soms méér dan een dagtaak. Alle in aanmerking komende be drijven worden enkele malen per jaar bezocht, op willekeuri ge tijden. De keurmeesters ko men uit de kringen van de le vensmiddelensector en hebben vaak vakdiploma's. In Utrecht krijgen ze een opleiding tot aspi rant-keurmeester. Dan gaan ze de praktijk in en doen tenslotte het examen „keurmeester", dat wordt afgenomen namens het Haugt de lamp voorover cn krijgt u visite? Geen nood: misschien hebt u nog wel vier repen chocolade lig gen. Smelt ze au bain maric niet twee eetlepels oploskoffie. Neem het mengsel van het vuur af en roer hierdoor honderd gram boter, voeg dan een eidooier toe en tenslotte honderd gram poedersuiker en hon derd gram geraspte kokosnoot. Laat de pasta in de koelkast afkoelen, maar niet hard worden. Geef de truf fels de goede vorm: rond of ovaal. Rol ze door een restant geraspte ko kosnoot of chocoladehagelslag: koel Iels heel anders: geen voetenvegen meer. Toch geen vuile voetstappen in hal gang of tapijt! In Engeland hebben ze er wat op gevonden: een vloermat die alle stof en vuil onge merkt van de schoenen trekt zodra u er over wandelt. De Nieuwe Wonder Schildwacht deurmat is dc lange naam. Uit die. mat kan het losse vuil geklopt worden, het geval moet wel iedere drie maanden opnieuw schoongemaakt en weer geactiveerd worden. Maten: ongeveer 60 x 75 cm (past net bij onze deurmaat); kosten in Engeland ongeveer 25. Schoonmaken en reactiveren 5 per keer. Het venijn zit dus in de staart.. Het boeiende van deze rubriek is dat er zoveel totaal verschillende brie ven binnenkomen, waar door het lezen iedere keer weer verrassend is. Uit voerige brieven, brieven die vlug-vlug geschreven zijn, hele korte briefjes en brieven waarvan je próéft dat er lang op gezeten is: maar allemaal even leuk omdat er op ieder onder werp weer zo trouw gerea geerd wordt. Dit ging ons allemaal door het hoofd toen we de brief van een bejaarde lezeres lazen. nL van mevr. P. M. te dH. Zij schrijft: „Over dienst plicht voor meisjes las ik in de krant. Ik dacht toen maar die heb ik toch ook gehad? Dat was anno 1900 ongeveer vanzelf sprekend. Ik was nummer zes in ons gezin en na mij kwamen nog zeven broertjes en zusjes. Zodra ik twaalf jaar was „trad ik in dienst": op mijn vijftien de verjaardag ging ik in een dag- en nachtdienst, tot mijn vijfenzestigste jaar. Maar ik ben er niet rouwig om dat mijn weg zo gelopen is. Als jong en gezond mens heb je ook je idea len. maar als die niet verwezen lijkt worden, word je er toch hoe langer hoe gemakkelijker onder. Zoals mijn leven verlo pen is, is het goed geweest. En nu ben ik rijk in gezondheid en in de welvaart die u en ik genieten. Dus meisjes, pak aan wat op je weg komt en zeur niet over onbenullige ditjes of slist niet gedwongen moeten worden naar de kazerne te gaan. „Niet elk meisje is daar geschikt voor en over- bezorgde moeders zouden trouwens ook een bron van moeilijkheden kunnen wor den. In oorlogstijd zijn vrij willige helpsters onmisbaar, in vredestijd ook, maar dan in andere kringen. Naar mijn mening heeft elk gezond meisje tot taak dienstbaar te zijn. Ik ben dan ook wel vóór dienstplicht voor meis jes, juist omdat het voor henzelf ook zo goed is enige ervaring op te doen. die ze moeten! Niet dat ik wil profite ren van mijn kinderen, maar toch verdienen die jongens dau enkele jaren niet, sparen wei nig of niets en kunnen na hun diensttijd weer met cursussen beginnen om een redelijke plaats in de maatschappij in te nemen. Daarom ook geen dienstplicht voor meisjes. Opvoeden moeten we zelf als ouders doen en het moet niet voltooid worden door het „Al met al" besluit dhr. K. zijn brief, „het lijkt mij een droombeeld dat pas waarheid wordt als ik van duizenden jon ge meisjes een positieve reactie zie. En dat is mij in deze ru briek nog niet opgevallen". Vergoeding Thuis De eerste beginselen van discipline moeten ze thuis al vroeg leren, daar moet niet mee begonnen worden op zes tienjarige leeftijd. Als trou wens de meisjes gedwongen worden betwijfel ik of de zie ken en bejaarden daarmee ge holpen zouden zijn. De liefde voor de naaste is er dan niet bij en dat is toch meestal in zulke inrichtingen een eerste vereiste. Ik kan me tenminste niet indenken dat onze solda ten met liefde terugkeren naar hun kazerne, wanneer ze verlof gehad hebben. Ten slotte ben ik het volkomen eens met wat mevr. G. K. te R. schrijft, dat het huwelijk later in hun gezin zeer goed kunnen benutten. Ik hoop dat ieder meisje wat dat be treft haar roeping bijge bracht wordt". voor een meisje meer ver plichtingen meebrengt dan voor een man." Verdienen Geen dwang Mevr. T. L. te Z. zegt volmon dig „Neen" op onze vraag hoe zij over dienstplicht voor meis jes denkt. ,.We hebben al een zoon in militaire dienst gehad, nu is er weer een in diens: voor twintig maanden, de der de heeft vrijstelling wegens broederdienst. Dan heb ik nog een zoon en een dochter. Mijn dochter heeft een opleiding voor een verzorgend beroep ge had en gaat nu verder in de kinderbescherming. Stelt u zich nu eens voor dat zo'n meisje ook nog verplicht in dienst zou Misleidend enigszins misleidend aan", schrijft dhr. S. K. te S. ..Het doet mij namelijk denken aan militaire oefeningen, schieten, exerceren, en in de houding staan. Maar nu blijkt wel uit het een en ander dat dat niet bepaald de bedoeling is. Wat nu wèl de bedoeling is, zal me nigeen ook niet duidelijk zijn. Het lijkt me overigens, mocht het ooit doorgaan, een verwar rend geheel te worden, waar aan Rijk. Provincie en Gemeen te een vette kluif zullen heb ben. Is het al met de regering doorgepraat? Het woord „kostwinnersver goeding" voor meisjes is nog niet gevallen, maar we dachten er aan bij de brief van mevr. A. van S. te G. „In dienst is zwaar, maar leuk. Ik was zelf Milva en deed een diaconaal jaar. Best, dienstplicht; maar ik kan mij verplaatsen in die ge zinnen waar de verdiensten geen jaar kunnen worden ge mist. Want naar ik meen. is de bedoeling dat dienstplichtige meisjes maar een zakgeldje krijgen. Ik weet nu al dat ik blij ben als het zover is, dat mijn kinderen mee kunnen gaan verdienen. Zélf kan ik het wegens ziekte niet en mi in man loopt al acht weken weik- loos. Wij beuren ƒ85,- per week met zijn zevenen, dat is dan wel erg krap. Al zouden mijn dochters willen, ik zou ze niet kunnen laten gaan..." Met deze twee nuchtere laatste schrijvers eindigen we dan „dienstplicht voor meisjes". Als het er al ooit van komt: er zitterv haken en ogen genoeg Huisvrouw werkt zestig uur per week, heeft daarbij nog klachten over haar gezondheid maar staat positief tegenover haar werk. Paradoxale conclu sies van het NIPO zoals u hebt kunnen lezen, nóg gekker als men weet dat in ons land dc vrouw een vogelvrij verklaarde is als het om ziektekosten of arbeidsongeschiktheidsverzeke ring gaat. Als vader 37.6 heeft, gaat hij in de ziektewet met een griepje. Loopt moeder met een rillende rug. dan neemt ze een aspirientje en gaat aan de slag je kunt niet voor ieder "e een gezinshulp e zal dat betalen0 Onze nieuwe dialoog gaat over: sociale voorzieningen voor de huisvrouw, waar we de dochter of zoon des huizes dan maar bij insluiten. Spreekt u mee? Op de enve loppe dialoog, ln de brief graag uw adres ,en keuze boekje. We zien weer belang stellend uit! ALS ik. zoals de vorige keer, doorpraat op een onderwerp, zie ik dat onmiddellijk het bakie inet ontvangen brieven uitpuilt. Gek toch. dat gaat ongemerkt. Ba- rendrecht, Dordrecht en Sliedrecht rollen op mij aan en allerlei „lich ten": Avondlicht, Zuiderlicht, Zon licht. gaan glanzen. Herinneringen in die brieven zijn als ramen waar in de late middagzon nagloeit. Ra men van rusthuizen. Achter elk raam een leven, ik denk er vaak aan als ik langs een of ander enorm gebouw rijd in mijn stad. En elk leven soms even fel her beleefd, een periode herboren en neergeschreven op blaadjes postpa pier. om een of andere losse zin in de Open Brief, om een opmerking in heel ander verband. Mooi is dat, zo aanstekelijk te werken, en zelf weer aangestoken te worden met het schrijf-vuur. En dan die steden te horen komen aanrollen vol actieve jonge vrou wen die zo lekker beginnen met: „beste Christine, nog nooit eerder heb ik je geschreven, hoewel ik er dikwijls wel zin in had. maar daar bleef het dan altijd bij, want ik kom er moeilijk toe om er eens mer dat ik er niet direct op antwoorden kan. Je hebt mensen, chic meestal, die 's ochtends enige uren doorbrengen met het „behan delen" van de post. Koninginnen natuurlijk, en een filmster of twee (ofschoon ik zo'n bericht nooit ver trouw) en dan een paar toegewij de dames, gek op briefschrijven. Zo'n laatste zou ik willen zijn aan een aardig damesbureau, een hya cinth of zeven in de vensterbank, narcissen bij de foto in zilveren lijst die niet ontbreekt, behaaglij ke warmte die zonder mijn gesloof ontstaan is, een flauwe zon vol beloften en allengs de geur van koffie, ook al weer zonder dat ik moet opstaan en „zorgen". Des noods zou ik dan grijs haar willen hebben. Maar zo gaat het nooit. En evenmin zijn de brieven gladjes te beantwoorden. Het is vaak alsof alles wat doorstreden en afgelegd is nog een keer meekomt in de woorden - en dan wordt het antwoord ook een kleine strijd. EN zo weifel ik en denk: zal ik hier op ingaan? Of op deze brief? Echtscheiding? Opvoeding? Vlug na elkaar kinderen krijgen? Domi nee-zijn? Oecumene? Christelijk oordeel? Grenzen van liefde? „Planning" van mede-menselijkheid? Ligt het voor negentig procent niet aan de vrouw als een huwelijk slecht is? Wat gaan gedachten toch verschil lende richtingen uit naar aanlei ding van een paar zinnetjes. Veel van deze gedachten gaan uit van de vooronderstelling dat je met goede wil heel veel bereikt. Liefde tot elkaar, schrijft een brief- vriendin, moet in feite gewild zijn. En een andere vriendin zegt dat men egoïsme moet willen afleren. Er moet een zekere gezindheid in de mens zijn, anders begin je niets, ook met christenen niet. Want er waren mensen die hun huwelijksband verbraken omdat zij ten diepste niet wilden, en toch waren deze mensen christenen in het daaglijks leven. En zo, nu weer de ander, zijn er ook gemene egoïsten onder christenen en omge keerd prachtmensen onder „niets- denkers". En nog iemand anders zegt één ding in mijn vorige Open Brief niet te begrijpen: dat ik een jon gen die een ander vermoordt omdat hij zijn gezicht niet mag, over één kam scheer met iemand die zonder omzien naar zijn naaste spaart voor een show-auto. Het ene is toeleg, koude walging voor een mede-mens. het ander is een oppervlakkig stukje leven leiden maar toch eigenlijk niet kwéad. TK zou willen beginnen met te stellen wat een christen is. Mibschien zijn wij het erover eens dat dat een mens is wiens leven is vernieuwd. Het is een ge woon mens met alles wat er maar aan menselijks is in en aan hem. maar het is tevens een mens in wie van dag tot dag het vernieuw de leven breekt door het oude heen. Wij zijn allen moordenaars: maar wij worden behoed om ook maar één gedachte van haat in ons hart te koesteren omdat wij de liefde van Christus laten binnen stromen en ons veranderen. Die liefde moeten wij willen - daar ligt onze keus. Niet het goede moeten wij willen, daar komt niets van terecht, wij zullen merken dat die wil ons bij de handen afbreekt. Maar die liefde. Dat is het criteri um. Die liefde zal ons dikwijls te geweldig worden, zij zal ons te sterk zijn tegen onze eigen ..goe de" wil in. Gelukkig maar. Want nu kunnen wij nog alle haat en alle afkeer jegens de mede mens begrijpen, en ons oordeel over een moordenaar binnen de barmhartigheid Gods houden, en ook onze strafmaat, en ook onze reclassering, ons leven in verge ven-worden en vergeven. Zo blijft ook ons oordeel over de egoïst binnen de grenzen van de liefde niet in verlossing nieuwing door die mensen heen. en zijn zij dus principieel, let er op, dus ten aanzien van die liefde, gelijk. ALS mensen falen in hun hu- weliik cn zij zijn naar wil en voor ieders besef christenen, dan bekennen zij dat zij op dat punt de liefde Gods niet verlossend, ver» nieuwend door hun huwelijk kun nen laten stromen. Op dat punt* Zoals ook een waarlijk christelijltf man in zaken een te hoog spel kan spelen en op dat punt kan falen» Zo onderscheidt een christen zicH dus niet van zijn medemens, dan door zijn onophoudelijke, blijde strijd. Van dag tot dag. Nooit de zelfde, niet onder te brengen in regels. Vrij van angst, maar strijd vaardig. Niet vol afkeuring voor, maar geëngageerd met de moderne levensverschijnselen. Of, om het niet te moeilijk te maken: bereid zichzelf te laten zien als iemand door wie Christus duidelijk wil worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 15