BLAD ZIJ
Kunstnijverheid naar de
internationale top
Wakend oog op de
volksgezondheid
Kamerplanten
in een fles
Dienstplicht
voor meisjes
Keuringsdiensten:
Gouden Jaarbeurs
gaf impulsen
im
EVEN
TIPPEN
dialoog dialoog dialo
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1966
Een zilveren gulden in
een ijsje van dertig cent,
plastic in biskwietjes, een
rups in een bonbon, cello
faan in de melk. Al dat
soort berichten kreeg u
de laatste tijd onder ogen
via de krant. Maar ook
deze oproep, afkomstig
van de Utrechtse Keu
ringsdienst van waren:
laten technici apparatuur
ontwerpen om al die „ver
ontreinigingen" tijdens
het fabricageproces op te
sporen. Als een bakker
herhaaldelijk in overtre
ding is, krijgt hij na vele
waarschuwingen van de
Keuringsdienst een pro
ces-verbaal.
De keuring van waren kwam
in 1858 tot stand, maar heeft een
indrukwekkende voorgeschiede
nis. De eerste keur vinden we in
Amsterdam in het begin van de
vijftiende eeuw. Het ging over
vee en vlees. En bakkers, die in
die tijd brood met een te laag
gewicht afleverden, kregen be
paald geen proces-verbaal. Zij
Dit jaar (op 1 mei) viert de
Koninklijke Nederlandse
Jaarbeurs in Utrecht het vijf
tigjarig bestaan. In die jaren
is de beurs van onschatbare
waarde gebleken. Zij heeft
het Nederlandse vulk: de in
dustriëlen, zakenlieden, de
schare van kopers, vertrouwd
gemaakt met een goed. esthe
tisch waardevol produkt van
ambacht en kunstnijverheid.
Gaan we terug naar de negen
tiende eeuw, dan zien wij dat
deze eeuw in artistiek creatief
opzicht een tijd van wansmaak
is geweest. Dit uitte zich niet
alleen in gebruiksvoorwerpen en
meubelen, maar ook, en dan in
groter verbandin de bouw
kunst. Denk maar eens aan het
Haagse Station Hollands Spoor
dat omstreeks 1880 gebouwd is.
Maar in diezelfde eeuw rezen er
bij groepen kunstenaars regene
rerende krachten. Zij voerden
een beweging aan die in alle lan
den van Europa aansloeg. \'d de
kunstenaars kwamen de indus
triëlen en de leiders van grote
bedrijven. Zij zagen hun ver
koopwaar niet meer als onver
schillig gebruiksgoed, maar trok
ken kunstenaars aan die zorgden
dat ook de meest bescheiden
„nuttigheden" een verantwoorde
vorm kregen, van het meubel
en textielprodukt af tot aan de
simpelste apparatuur in de keu
ken.
De Jaarbeurs mag de eer hebben
die impulsen te hebben gediend.
Zij was het. die het grote publiek
De Bazel. Cochius, de man
van de glasfabriek Leerdam
schreef in 1919: „De industrieel die
de kunstenaar aan zijn bedrijf ver
bindt, is nog met een lantaarn te
zoeken. Hij moet er voor zorgen
dat zijn produkten voldoen aan de
hoogste eisen van de schoonheid."
Cochius zelf sloeg de hand aan de
ploeg en haalde De Bazel en ande
ren naar zijn bedrijf. Hij deed
meer, stichtte de Bond voor Kunst
en Industrie. Nu is het een norma
le zaak dat fabrieken van gebruiks
goederen kunstenaars in dienst
hebben die in hun ontwerpen tot
een bevredigende vormgev'ng ko-
Namaken
Maar voordat de smaak van de
massa is omgebogen zal er nog
heel wat water door de Rijn stro
men. Het ontmoedigende doet zich
telkens voor dat er. wanneer de
massa eindelijk bereikt schijnt te
zijn. kunstenaars opstaan die de
goede vondsten en knappe ontwer
pen van anderen bederven door
kitscherige elementen aan die mo
dellen toe te voegen. Een eigenaar
van een kunstn ij verheidszaak ver
telde ons dat de grote warenhui
zen vaak artikelen van een kunst-
nijverheidszaak namaken, die
uiteraard goedkoper van de
hand gaan. De eigenaar haalt dan
deze voorwerpen (die dus gemeen
goed zijn geworden) uit zijn collec
tie en zoekt weer iets-nieuws.
Toch is er reden tot opgewekt
heid. Ons land is nu zover dat
onze kunstnijverheid, ook commer
cieel gezien, de concurrentie met
het buitenland behoorlijk aan kan.
Heel opmerkelijk in dit verband
is. dat een land als Zweden dat
ons jarenlang vèr vooruit was, de
laatste tijd heel wat orders in ons
land heeft geplaatst. Artikelen als
lampen, keramiek, bedrukte stof
fen. sieraden en goud worden ook
naar Denemarken. Engeland,
Duitsland, België en Italië geëx
porteerd.
Ongetwijfeld zit in de kwaliteit
van het Nederlandse produkt een
stijgende lijn.
werden bedreigd met... het
afhakken der handen.
Het toezicht op levensmidde
len is in ons land geleidelijk tot
stand gekomen. Kreeg Amster
dam in 1858 zijn eerste keurings
dienst, met een „college van we
tenschappelijke keurders", Rot
terdam volgde in 1893. Die ge
meentelijke keuringdiensten
hadden uiteraard verschillende
verordeningen. In plaatsen waar
geen keuringsdienst was, kon
maar raak geknoeid worden.
Een landelijke regeling kwam er
in 1919, toen de Warenwet door
de Tweede Kamer werd aangeno
men. Het land werd iij keurings-
districten verdeeld. We kennen ZwaSTuGr
zestien regionale keuringsdien
sten, gegroeid uit de oorspronke
lijke gemeentelijke -instellingen.
In Engeland
noemt men ze
„bottle gardens",
tuintjes in een
fles. Een nieuwe
kweekwijze voor
tropische kamer
planten, die de
droge kamerlucht
slecht verdragen.
Het is in Enge
land een ware
rage geworden,
evenals in Ame
rika en België,
waar men uiter
aard in de huizen
weinig of geen
vensterbanken
aantreft en dus
de mogelijkheid
om kamerplanten
te kweken veel
minder groot is
dan hier.
Toch begint ook
hier de belang
stelling te ont
waken voor dit
modeverschij nsel,
een tuintje in een
fles, dat één keer geplant en
begoten, verder maanden
lang met rust gelaten kan
worden. Een decoratieve ver
siering in een saaie kamer
hoek of hall, die bij onze be
zoekers eindeloze vragen op
roept over de manier hoe
we die planten in zo'n fles
kregen en hoe ze daar zo
weelderig kunnen groeien,
betrekkelijk in het donker.
Om te beginnen blijft in zo'n
gesloten fles het vocht bewaard,
zodat er altijd een vochtige at
mosfeer heerst en de planten
orofiteren van hun eigen vocht.
We merken zelf wel wanneer
behoefte krijgen aan water
daar kan wel een half jaar
/erheen aan. De fles heeft de
uitwerking van een klein kasje.
Het beplanten-zelf is geen
sinecure, maar het is een bij
zondere voldoening als onze po
gingen succes hebben. Het
meeste voor dit doel geschikt
zijn de grote zuurflessen van
apothekers en drogisten, tegen
woordig ook al hier en daar in
warenhuizen verkocht. Het
spreekt wel vanzelf dat de fles
door en door schoon gespoeld
moet worden en in de warmte
of beter nog in de zon moet
yt drogen. Dan brengen we op de
9 bodem wat grind aan. niet te
fijn en niet te grof, een laag
van ongeveer 3 cm dikte, even-
j tueel te vervangen door pot
scherven. maar met grind
heeft men tot op heden de bes
te resultaten. We kunnen dit
grind door een papieren trech-
i ter laten vallen en daarop
i komt dan eveneens door een
f trechter, om de zijkanten van
de fles schoon te houden en
het een en ander beter te ver-
delen, het grondmengsel, in een
laag van minstens 10 cm dikte.
We kunnen daarvoor nemen 3
delen bladaarde met 1 deel
nolm en 1 deel scherp
Jonge planten
Tot zover is het geen pro-
bleem. dat wordt het pas als
r met planten beginnen. In
1 ieder geval gaan we uit van
jonge plantjes of gewortelde
stekken, die zonder veel
Fles met planten. V/2 jaar ge
leden gevuld. De Aphelandra
heeft zich het sterkste ontwikkeld.
De overige planten zijn Scindap-
sus, Pteris, Billbergia
Cryptanthus.
moeite de flessenhals kunnen
passeren. Verder is het van
belang niet te krachtige
groeiers te kiezen, opdat deze
de zich traag ontwikkelde
soorten niet overvleugelen.
Geschikt voor het doel zijn
o.a. Adiantum. Aphelandra,
Aglaonema. Asplenium, Acorus,
Ardisia. Begonia rex. Billber
gia. Calathea. Cryptanthus,
Cordyline. Dieffenbachia, Dra
caena, Ficus stipulata (Ficus
repens)Pellionia. Peperomia.
Pteris. Philodendron. Pilea ca-
dierei, Sansevieria hahnii. Scin-
dapsus aureus. Selaginella en
Vriesea en zie daar dan maar
jonge plantjes van te krijgen!
Plantgaten maken we met een 1
niet te dunne stok en dan komt
het moment dat we de plantjes
laten zakken. Daarvoor kan een
3an het eind gespleten stok
dienst doen of een fijne tang.
Doe-het-zelvers kunnen daar
mooi een zaterdag voor nemer. 1
om de handigste methode te
verzinnen en in een bruikbaar
instrument om te zetten.
Aandrukken
Komt het plantje op de goede
plaats terecht, dan wordt de
aarde rondom met de plantstok
aangedrukt. Sommigen doen dit
ook wel met e;n Ipoeltje. dat
aan een stok gebonden wordt 1
en waarmee iets gemakkelijker
gewerkt wordt. Er is ook nog
een mogelijkheid om de plan-
tjes te laten zakken door de
fles schuin te houden, met ech
ter het risico van het vuil wor
den van de buik van de fles.
Tenslotte water geven door 1
bijvoorbeeld een stuk gasslang
aan een gieter te verbinden, zo
dat de plantjes niet wegspoelen.
Daarna de fles een paar dagen
open laten en dan met een kurk
of deksel afsluiten en ergens
college van directeuren van keu
ringsdiensten. Een cursus be-
drijfshygiëne vormt vaak het
sluitstuk van deze opleiding.
Aan het hoofd van een keurings
dienst staat een chemicus of een
apotheker.
Schijn
Vergeleken bij het buitenland is
het Nederlandse systeem goed
geregeld.
Uiteraard vormen levensmid
delen het leeuwenaandeel van
de keuringsdiensten. Zo werd in
1963 een partij tomatenpuree
afgekeurd omdat het giftig lood
bevatte. Maar ook „non-food"
produkten die de gezondheid
zouden kunnen bedreigen wor
den onder de loupe genomen.
Komt er een nieuw soort pan in
de handel met een „bescher
mend laagje" dan vragen de keu
ringsdiensten zich af of dat prak
tische laaigje geen nadelige
invloed kan hebben op het voed
sel dat erin bereid wordt. Kleur-
potloodjes en krijtjes kunnen gif
tige stoffen bevatten, en de
Amsterdamse keuringsdienst
vond nog onlangs een giftig
oplosmiddel in haarlak. De keu
ringsdiensten gaan met hun tijd
mee en dat moet ook wel. In de
industrie worden als hulpmiddel
wel radio-actieve stoffen ge
bruikt. Een speciale wet inzake
het gebruik van radio-actieve
stoffen is in de maak, evenals
een wet op de cosmetica. Keu
ringsdiensten controleren ook be
strijdingsmiddelen, waarvan in
de huishouding vaak onverstan
dig en onmatig gebruik wordt
gemaakt.
Bedrijfshygiëne is een zeer be
langrijk onderdeel van het werk
geworden. De hygiënische eisen
voor grote en kleine eetgelegen-
heden worden dan ook ver
zwaard. Het buitenshuis eten
neemt toe! Overigens krijgen de
keuringsdiensten regelmatig
klachten binnen, zelfs anonieme.
De klachten die via de consu
ment binnenkomen, blijken voor
ongeveer de lielft ongegrond te
zijn. Bij melkbederf en soortge
lijke klachten is nonchalance
van de huisvrouw dikwijls de
oorzaak.
Incidentele gevallen kan de
huisvrouw in de meeste gevallen
wel oplossen met de leverancier.
Maar voor werkelijk gegronde
en goed gemotiveerde klachten
of wensen staan de keuringsdien
sten altijd open. De keurings
diensten gaan precies te werk:
een staf van laboranten staat de
dienst terzijde. Het aantal waar
schuwingen bedraagt het tien
voudige van het aantal proces
sen-verbaal. Monsters die een
strafzaak zouden kunnen uitlok
ken, worden geheel onafhanke
lijk van elkaar in tweevoud
onderzocht. In „kweekkasten"
kunnen verdachte monsters op
eventuele afwijkingen worden
bekeken.
Die ommezwaai ging echter niet
zo gemakkelijk, er waren altijd
nog mensen die veronderstelden
dat een produkt, van de machine
afkomstig, lelijk en geestloos
moest zijn. Het inzicht bleef voor
hen gesloten dat het van de mens
afhangt of de machine ook voor de
vervaardiging van een esthetisch
produkt kan worden ingeschakeld.
En wat de machine die eerste ja
ren maakte, was lelijk, ook omdat
in die tijd gestreefd werd naar
fabrikaten die de schijn hadden
van handwerk: alleen de schijn.
Er gingen nog heel wat jaren
overheen, voordat het inzicht alge
meen werd, dat ook de machine de
schoonheid kan dienen. Voor wie
in de jaren twintig in het huwe
lijk trad, was het een heel avon
tuur om bij moderne meubels
(men liet ze zelfs door. een archi-
/inden. En
dat terwijl mensen als Berlage, De
Bazel, Lauweriks, Thorn Prikker.
Colenbrander, Lion Cachet (wie
weet vandaar: „Dat geeft cachet
aan de zaak?"), Jan Eisenlöffel,
Jaap Gidding en vele anderen had
den laten zie 'hoe het kon.
Tijd rijp
Omstreeks 1920 werd de tijd
rijp; de eerste wereldoorlog had
de ontgoocheling gebracht. Men
kreeg het gevoel dat men in ve
le opzichten opnieuw moest be
ginnen. Het idealisme, dat in de
opkomende arbeidersbeweging
leefde, het inzicht dat de kunst
de hele gemeenschap had te die
nen en niet een zaak was van
luxe alleen, bezielde meer dan
een van de genoemde kunste-
1 worden, mede dank
Dagtaak
1 Uw -
ka-
A. C. MULLER- IDZERDA
Honderdtachtig keurmeesters
verspreid over het gehele land
houden het vereiste toezicht op
naleving van de warenwet. Zij
hebben daaraan een dagtaak,
soms méér dan een dagtaak.
Alle in aanmerking komende be
drijven worden enkele malen
per jaar bezocht, op willekeuri
ge tijden. De keurmeesters ko
men uit de kringen van de le
vensmiddelensector en hebben
vaak vakdiploma's. In Utrecht
krijgen ze een opleiding tot aspi
rant-keurmeester. Dan gaan ze
de praktijk in en doen tenslotte
het examen „keurmeester", dat
wordt afgenomen namens het
Haugt de lamp voorover cn krijgt
u visite? Geen nood: misschien hebt
u nog wel vier repen chocolade lig
gen. Smelt ze au bain maric niet
twee eetlepels oploskoffie. Neem het
mengsel van het vuur af en roer
hierdoor honderd gram boter, voeg
dan een eidooier toe en tenslotte
honderd gram poedersuiker en hon
derd gram geraspte kokosnoot. Laat
de pasta in de koelkast afkoelen,
maar niet hard worden. Geef de truf
fels de goede vorm: rond of ovaal.
Rol ze door een restant geraspte ko
kosnoot of chocoladehagelslag: koel
Iels heel anders: geen voetenvegen
meer. Toch geen vuile voetstappen
in hal gang of tapijt! In Engeland
hebben ze er wat op gevonden: een
vloermat die alle stof en vuil onge
merkt van de schoenen trekt zodra u
er over wandelt. De Nieuwe Wonder
Schildwacht deurmat is dc lange
naam. Uit die. mat kan het losse vuil
geklopt worden, het geval moet wel
iedere drie maanden opnieuw
schoongemaakt en weer geactiveerd
worden. Maten: ongeveer 60 x 75 cm
(past net bij onze deurmaat); kosten
in Engeland ongeveer 25.
Schoonmaken en reactiveren 5 per
keer. Het venijn zit dus in de
staart..
Het boeiende van deze
rubriek is dat er zoveel
totaal verschillende brie
ven binnenkomen, waar
door het lezen iedere keer
weer verrassend is. Uit
voerige brieven, brieven
die vlug-vlug geschreven
zijn, hele korte briefjes en
brieven waarvan je próéft
dat er lang op gezeten is:
maar allemaal even leuk
omdat er op ieder onder
werp weer zo trouw gerea
geerd wordt.
Dit ging ons allemaal door
het hoofd toen we de brief van
een bejaarde lezeres lazen. nL
van mevr. P. M. te dH.
Zij schrijft: „Over dienst
plicht voor meisjes las ik in de
krant. Ik dacht toen maar die
heb ik toch ook gehad? Dat
was anno 1900 ongeveer vanzelf
sprekend. Ik was nummer zes
in ons gezin en na mij kwamen
nog zeven broertjes en zusjes.
Zodra ik twaalf jaar was „trad
ik in dienst": op mijn vijftien
de verjaardag ging ik in een
dag- en nachtdienst, tot mijn
vijfenzestigste jaar. Maar ik
ben er niet rouwig om dat mijn
weg zo gelopen is. Als jong en
gezond mens heb je ook je idea
len. maar als die niet verwezen
lijkt worden, word je er toch
hoe langer hoe gemakkelijker
onder. Zoals mijn leven verlo
pen is, is het goed geweest. En
nu ben ik rijk in gezondheid
en in de welvaart die u en ik
genieten. Dus meisjes, pak aan
wat op je weg komt en zeur
niet over onbenullige ditjes of
slist niet gedwongen moeten
worden naar de kazerne te
gaan. „Niet elk meisje is
daar geschikt voor en over-
bezorgde moeders zouden
trouwens ook een bron van
moeilijkheden kunnen wor
den. In oorlogstijd zijn vrij
willige helpsters onmisbaar,
in vredestijd ook, maar dan
in andere kringen. Naar mijn
mening heeft elk gezond
meisje tot taak dienstbaar te
zijn. Ik ben dan ook wel
vóór dienstplicht voor meis
jes, juist omdat het voor
henzelf ook zo goed is enige
ervaring op te doen. die ze
moeten! Niet dat ik wil profite
ren van mijn kinderen, maar
toch verdienen die jongens dau
enkele jaren niet, sparen wei
nig of niets en kunnen na hun
diensttijd weer met cursussen
beginnen om een redelijke
plaats in de maatschappij in te
nemen. Daarom ook geen
dienstplicht voor meisjes.
Opvoeden moeten we zelf als
ouders doen en het moet niet
voltooid worden door het
„Al met al" besluit dhr. K.
zijn brief, „het lijkt mij een
droombeeld dat pas waarheid
wordt als ik van duizenden jon
ge meisjes een positieve reactie
zie. En dat is mij in deze ru
briek nog niet opgevallen".
Vergoeding
Thuis
De eerste beginselen van
discipline moeten ze thuis al
vroeg leren, daar moet niet
mee begonnen worden op zes
tienjarige leeftijd. Als trou
wens de meisjes gedwongen
worden betwijfel ik of de zie
ken en bejaarden daarmee ge
holpen zouden zijn. De liefde
voor de naaste is er dan niet
bij en dat is toch meestal in
zulke inrichtingen een eerste
vereiste. Ik kan me tenminste
niet indenken dat onze solda
ten met liefde terugkeren
naar hun kazerne, wanneer
ze verlof gehad hebben. Ten
slotte ben ik het volkomen
eens met wat mevr. G. K. te
R. schrijft, dat het huwelijk
later in hun gezin zeer goed
kunnen benutten. Ik hoop
dat ieder meisje wat dat be
treft haar roeping bijge
bracht wordt".
voor een meisje meer ver
plichtingen meebrengt dan
voor een man."
Verdienen
Geen dwang
Mevr. T. L. te Z. zegt volmon
dig „Neen" op onze vraag hoe
zij over dienstplicht voor meis
jes denkt. ,.We hebben al een
zoon in militaire dienst gehad,
nu is er weer een in diens:
voor twintig maanden, de der
de heeft vrijstelling wegens
broederdienst. Dan heb ik nog
een zoon en een dochter. Mijn
dochter heeft een opleiding
voor een verzorgend beroep ge
had en gaat nu verder in de
kinderbescherming. Stelt u zich
nu eens voor dat zo'n meisje
ook nog verplicht in dienst zou
Misleidend
enigszins misleidend aan",
schrijft dhr. S. K. te S. ..Het
doet mij namelijk denken aan
militaire oefeningen, schieten,
exerceren, en in de houding
staan. Maar nu blijkt wel uit
het een en ander dat dat niet
bepaald de bedoeling is. Wat
nu wèl de bedoeling is, zal me
nigeen ook niet duidelijk zijn.
Het lijkt me overigens, mocht
het ooit doorgaan, een verwar
rend geheel te worden, waar
aan Rijk. Provincie en Gemeen
te een vette kluif zullen heb
ben. Is het al met de regering
doorgepraat?
Het woord „kostwinnersver
goeding" voor meisjes is nog
niet gevallen, maar we dachten
er aan bij de brief van mevr.
A. van S. te G. „In dienst is
zwaar, maar leuk. Ik was zelf
Milva en deed een diaconaal
jaar. Best, dienstplicht; maar ik
kan mij verplaatsen in die ge
zinnen waar de verdiensten
geen jaar kunnen worden ge
mist. Want naar ik meen. is de
bedoeling dat dienstplichtige
meisjes maar een zakgeldje
krijgen. Ik weet nu al dat ik
blij ben als het zover is, dat
mijn kinderen mee kunnen
gaan verdienen. Zélf kan ik het
wegens ziekte niet en mi in
man loopt al acht weken weik-
loos. Wij beuren ƒ85,- per
week met zijn zevenen, dat is
dan wel erg krap. Al zouden
mijn dochters willen, ik zou ze
niet kunnen laten gaan..." Met
deze twee nuchtere laatste
schrijvers eindigen we dan
„dienstplicht voor meisjes". Als
het er al ooit van komt: er
zitterv haken en ogen genoeg
Huisvrouw werkt zestig uur
per week, heeft daarbij nog
klachten over haar gezondheid
maar staat positief tegenover
haar werk. Paradoxale conclu
sies van het NIPO zoals u hebt
kunnen lezen, nóg gekker als
men weet dat in ons land dc
vrouw een vogelvrij verklaarde
is als het om ziektekosten of
arbeidsongeschiktheidsverzeke
ring gaat. Als vader 37.6 heeft,
gaat hij in de ziektewet met
een griepje. Loopt moeder met
een rillende rug. dan neemt ze
een aspirientje en gaat aan de
slag je kunt niet voor ieder
"e een gezinshulp
e zal dat betalen0
Onze nieuwe dialoog gaat
over: sociale voorzieningen
voor de huisvrouw, waar we
de dochter of zoon des huizes
dan maar bij insluiten.
Spreekt u mee? Op de enve
loppe dialoog, ln de brief
graag uw adres ,en keuze
boekje. We zien weer belang
stellend uit!
ALS ik. zoals de vorige keer,
doorpraat op een onderwerp,
zie ik dat onmiddellijk het bakie
inet ontvangen brieven uitpuilt.
Gek toch. dat gaat ongemerkt. Ba-
rendrecht, Dordrecht en Sliedrecht
rollen op mij aan en allerlei „lich
ten": Avondlicht, Zuiderlicht, Zon
licht. gaan glanzen. Herinneringen
in die brieven zijn als ramen waar
in de late middagzon nagloeit. Ra
men van rusthuizen. Achter elk
raam een leven, ik denk er vaak
aan als ik langs een of ander
enorm gebouw rijd in mijn stad.
En elk leven soms even fel her
beleefd, een periode herboren en
neergeschreven op blaadjes postpa
pier. om een of andere losse zin in
de Open Brief, om een opmerking
in heel ander verband.
Mooi is dat, zo aanstekelijk te
werken, en zelf weer aangestoken
te worden met het schrijf-vuur.
En dan die steden te horen komen
aanrollen vol actieve jonge vrou
wen die zo lekker beginnen met:
„beste Christine, nog nooit eerder
heb ik je geschreven, hoewel ik er
dikwijls wel zin in had. maar daar
bleef het dan altijd bij, want ik
kom er moeilijk toe om er eens
mer dat ik er niet direct op
antwoorden kan. Je hebt mensen,
chic meestal, die 's ochtends enige
uren doorbrengen met het „behan
delen" van de post. Koninginnen
natuurlijk, en een filmster of twee
(ofschoon ik zo'n bericht nooit ver
trouw) en dan een paar toegewij
de dames, gek op briefschrijven.
Zo'n laatste zou ik willen zijn aan
een aardig damesbureau, een hya
cinth of zeven in de vensterbank,
narcissen bij de foto in zilveren
lijst die niet ontbreekt, behaaglij
ke warmte die zonder mijn gesloof
ontstaan is, een flauwe zon vol
beloften en allengs de geur van
koffie, ook al weer zonder dat ik
moet opstaan en „zorgen". Des
noods zou ik dan grijs haar willen
hebben. Maar zo gaat het nooit. En
evenmin zijn de brieven gladjes te
beantwoorden. Het is vaak alsof
alles wat doorstreden en afgelegd
is nog een keer meekomt in de
woorden - en dan wordt het
antwoord ook een kleine strijd.
EN zo weifel ik en denk: zal
ik hier op ingaan? Of op deze
brief?
Echtscheiding? Opvoeding? Vlug
na elkaar kinderen krijgen? Domi
nee-zijn? Oecumene? Christelijk
oordeel?
Grenzen van liefde? „Planning"
van mede-menselijkheid? Ligt het
voor negentig procent niet aan de
vrouw als een huwelijk slecht is?
Wat gaan gedachten toch verschil
lende richtingen uit naar aanlei
ding van een paar zinnetjes.
Veel van deze gedachten gaan
uit van de vooronderstelling dat je
met goede wil heel veel bereikt.
Liefde tot elkaar, schrijft een brief-
vriendin, moet in feite gewild zijn.
En een andere vriendin zegt dat
men egoïsme moet willen afleren.
Er moet een zekere gezindheid in
de mens zijn, anders begin je
niets, ook met christenen niet.
Want er waren mensen die hun
huwelijksband verbraken omdat
zij ten diepste niet wilden, en toch
waren deze mensen christenen in
het daaglijks leven. En zo, nu
weer de ander, zijn er ook gemene
egoïsten onder christenen en omge
keerd prachtmensen onder „niets-
denkers".
En nog iemand anders zegt één
ding in mijn vorige Open Brief
niet te begrijpen: dat ik een jon
gen die een ander vermoordt
omdat hij zijn gezicht niet mag,
over één kam scheer met iemand
die zonder omzien naar zijn naaste
spaart voor een show-auto. Het
ene is toeleg, koude walging voor
een mede-mens. het ander is een
oppervlakkig stukje leven leiden
maar toch eigenlijk niet kwéad.
TK zou willen beginnen met te
stellen wat een christen is.
Mibschien zijn wij het erover
eens dat dat een mens is wiens
leven is vernieuwd. Het is een ge
woon mens met alles wat er maar
aan menselijks is in en aan hem.
maar het is tevens een mens in
wie van dag tot dag het vernieuw
de leven breekt door het oude
heen. Wij zijn allen moordenaars:
maar wij worden behoed om ook
maar één gedachte van haat in ons
hart te koesteren omdat wij de
liefde van Christus laten binnen
stromen en ons veranderen. Die
liefde moeten wij willen - daar ligt
onze keus. Niet het goede moeten
wij willen, daar komt niets van
terecht, wij zullen merken dat die
wil ons bij de handen afbreekt.
Maar die liefde. Dat is het criteri
um. Die liefde zal ons dikwijls te
geweldig worden, zij zal ons te
sterk zijn tegen onze eigen ..goe
de" wil in. Gelukkig maar.
Want nu kunnen wij nog alle
haat en alle afkeer jegens de mede
mens begrijpen, en ons oordeel
over een moordenaar binnen de
barmhartigheid Gods houden, en
ook onze strafmaat, en ook onze
reclassering, ons leven in verge
ven-worden en vergeven. Zo
blijft ook ons oordeel over de
egoïst binnen de grenzen van de
liefde niet in verlossing
nieuwing door die mensen heen.
en zijn zij dus principieel, let er
op, dus ten aanzien van die liefde,
gelijk.
ALS mensen falen in hun hu-
weliik cn zij zijn naar wil en
voor ieders besef christenen, dan
bekennen zij dat zij op dat punt
de liefde Gods niet verlossend, ver»
nieuwend door hun huwelijk kun
nen laten stromen. Op dat punt*
Zoals ook een waarlijk christelijltf
man in zaken een te hoog spel kan
spelen en op dat punt kan falen»
Zo onderscheidt een christen zicH
dus niet van zijn medemens, dan
door zijn onophoudelijke, blijde
strijd. Van dag tot dag. Nooit de
zelfde, niet onder te brengen in
regels. Vrij van angst, maar strijd
vaardig. Niet vol afkeuring voor,
maar geëngageerd met de moderne
levensverschijnselen. Of, om het
niet te moeilijk te maken: bereid
zichzelf te laten zien als iemand
door wie Christus duidelijk wil
worden.