ONDAGS BUD Heimwee naar de schoonheid van het verleden DIEREN IN HUN OMGEVING GROTERE BELANGSTELLING VOOR ANTIEK ZATERDAG 12 FEBRUARI 196» VALT er in de inrichting van de hedendaagse woning heimwee naar het verleden te bespeu ren De directeur van een groot meubelmagazijn vertelde: „De laatste jaren constateer ik een ver andering van smaak bij het publiek dat zich „gaat inrichten". De vraag naar het hyper-moderne, naar het soms bizarre, wordt minder. De neiging is er sterk zich te bepalen bij een periode, die voorbij is. Want men heeft de schoonheid van het meubel uit die periode (opnieuw) ontdekt. Men wil, in het algemeen gezegd op een of andere manier terug naar het verleden". Een jonge vrouw met trouwplannen zei: „We lo pen niet zo druk langs de etalages van de meubelma gazijnen om onze keus te doen. Maar we zijn vaste klanten op vendues, en als we horen dat echtparen op leeftijd hun inboedel gaan verkopen omdat zij hun in trek nemen in een bejaarden centrum gaan we er op af om te zien of er iets in hun inboedel is wat we mooi vinden. Wij „schuimen" ook de rommelmarkten af. Daar vind je heel dikwijls oude stoelen en tafels, die het op knappen ten volle waard zijn. Wij hebben eens een oude leunstoel gekocht, zo'n stoel uit de tijd van onze over grootouders. Maanden zijn we bezig geweest hem in zijn glorie te herstellen u zoudt die stoel nu eens moe ten zien. 'n Pracht meubeL" Een antiquair zei: „Er komt een dame binnen. Ze zei: Mijn grootmoeder had een Epii bijzonder kostbaar bureautje. Het leven zoals wij het kennen is beperkt tot een heel klein schilfertje van onze planeet - verloren in de onmetelijke ruim te tussen miljarden sterren. Tot voor kort was dit leven onmogelijk op enkele kilo meters hoogte in de dampkring. Thans kunnen we het voor heel korte tijd de ruimte inschieten. In de diepste zeeën komt het niet veel verder dan tot tien duizend meter. Heel moeilijk kan het in de aardkorst doordringen, terwijl de af stand naar het middelpunt der aarde zes duizend kilometers bedraagt. Het moet ontstaan zijn in een tijd, waarin de dampkring nog geen zuurstof of koolzuur be vatte. Deze gassen beschouwen wij als onmis baar, doch zij zijn in de eerste plaats door het leven zelf in de dampkring gebracht. Misschien bestond deze toen nog hoofdzakelijk uit water damp, methaan, ammoniak en waterstofgas. Laat men deze gassen voortdurend in een ruim te circuleren en daarin elektrische vonken over springen, dan ontstaan er aminozuren, de bouw stenen van de levende stof. Men kan zich voor stellen, dat de zeeën in die eerste woelige dagen veranderden in een dunne organische soep en dat daarin het vermenigvuldigingsproces be gonnen is, het leven zelf. De wetenschap neemt aan, dat het daarna nog een miljard jaren ge duurd heeft eer zich daaruit herkenbare planten en dieren ontwikkelden, die wij als oudst be kende fossielen terugvonden. Reeds toen was het leven in grote trekken net zo georganiseerd als tegenwoordig: in planten, dieren en bacteriën. Wel zien wij daarna een grote ontwikke ling, maar het grondpatroon blijft onveranderlijk. De structuur wordt bepaald door de vraag: „Wie eet wie"? Aan de basis ziet men de chlorofyldragende planten, die de zonne-energie omzetten in chemische energie en daarmee het hele stelsel op gang houden. Daarop zijn de voedselketens opgebouwd van dieren die direkt van planten leven en vervolgens de af bre kers, in hoofdzaak bacteriën en schimmels. HERSENEN EENHEID Al dit leven vormt een eenheid met een ongekende verscheidenheid door de wonderlijkste aanpassingen aan de meest uiteenlopende omstandigheden. Een le ven dat nog vol raadsels is betreffende zijn ontstaan, het verschil tussen plant en dier, de onverklaarde bewegingen van plankton-bron van veel ander le ven met zijn menigte van vormen. De dierenwereld is uiteengegaan in 3200 soorten zoogdieren, 8600 vo gels, 6000 reptielen en amphibieën, 25.000 vissen en volgens sommige schattingen 850.000 insecten, maar hier zijn nog geen aannemelijke gissingen mogelijk. Al deze vormen zijn aanpassingen aan de plaatselijke behoeften. Omgekeerd hebben deze aanpassingen dik wijls dezelfde eigenschappen gegeven aan geheel verschillende soorten. Dit alles roept vragen op naar classificatie, oorsprong en levensgedrag. Reeds het stadstuintje heeft zijn raadsels. In Soord-Amcrika voelen de dieren xich steeds meer thuis in de landelijke voorsteden; wasbeertjes hebben xelfs al geleerd hoe ze vuilnisemmers moeten afschuimen. historische monsters in de schaduw stellen. Straal-, aandrijving vindt men bij inktvissen; sommige dieren doen denken aan zeilschepen. Vissen wagen zich op land, zoogdieren gaan leven in de zee. Er zijn dieren, die als planten leven en planten met dierlijke eigen aardigheden. Dolfijnen hebben hersenen, die in om vang en ingewikkeldheid doen denken aan die van de mens. Men meent dat zij de menselijke spraak nabootsen. In de duistere diepten van de Oceaan leven dieren met levend licht. Vleermuizen vliegen in de duisternis met een soort radarsysteem. Er zijn sociaal levende dieren en verschillende dieren- en plantsoorten die een levensgemeenschap vormen. Koraald tren bouwen vastelanden op. Een winterkoninkje bij zijn nest in een afgedankte jas. Amsterdam, 49,75) Het boek bevat 99 afbeeldin gen in kleuren en 149 in zwart-wit. Men raakt op de foto's niet uitgekeken. Bij dit alles moet men de belangwekkende tekst zeer zeker niet vergeten. De bewerker heeft hier en daar verwezen naar de jongste vondsten van Lorentz, die intussen een andere me ning heeft over de afstamming van de hond. Gelijk de psalmist ongewild samentreffen wellicht - noemt hij de mens een dier en gaat niet in op de vraag wat deze nog meer is. Aan de mens en zijn dik wijls verderfelijke invloed op het leven op aarde wijdt PROBLEEM hij lange beschouwingen. Mede in dit verband vertelt hij hoe er jaarlijks gemiddeld één soort zoogdier en De schrijver vraagt zich af of de mens te beschou wen is als een bekroning in de schepping. Hjj verme nigvuldigt zich even ongeremd als de kankercellen. Hij verstoort het evenwicht en verdient niet zijn eigen kost. Hij zal een evenwicht moeten vinden met de grondstoffen, waarvan zijn beschaving afhankelijk is en ook met de verscheidenheid van de natuur. FOTO-BOEK Van dit alles kan men genieten in het prachtige boek waaraan we reeds veel ontleenden „Dieren in hun omgeving" van prof. Murston Bates van de uni versiteit van Michigan, voor Nederland bewerkt door dr. D. Hillenius, conservator van het zoölogisch Mu seum te Amsterdam en uitgegeven door Contact te één soort vogel uitsterft. Er zijn 600 soorten zoogdie ren en 78 soorten vogels die op de rand van uitster ven staan. Aan de andere kant werkt de mens mee aan ver spreiding, niet altijd met de gewenste gevolgen. Men mag 'V keerzijde van de menselijke invloed niet verwaarlozen. Ook de dieren weten zich soms de mens ten nutte te maken. Zo zijn er in Engeland vogels die de doppen van melkflessen doorboren. Ook de steden zijn woonplaatsen van dieren geworden. Inderdaad: De mens is een probleem gewor den niet alleen omdat hij alle ander leven dreigt te verdringen en in enkele jaren de voorraden van de wereld opteert, maar ook omdat hij in staat is tot grenzeloze verwoestingen van het aardoppervlak, ja! tot het doden van alle leven op aarde. Dit is een gedachte die onwillekeurig opkomt bij het lezen van dit boek. kast en die kast zag er zo en zo uit. Ik wil er precies zo één hebben. Kunt u me daar aan helpen? Ik ben bereid elk bedrag dat u vraagt te betalen." Stuk Heimwee naar het verleden? De antiquair zei: „Ja, dat heim wee is er, maar dat betekent niet, dat iedereen die in de aankleding van zijn huis terug wil naar een tijd die voorbij is, ook werkelijk is gegrepen door de schoonheid. Het is ook mode geworden „iets ouds" te bezit ten. Het is gewoon een reactie op het moderne". Hij vertelde: „Het is in de grond van de zaak heel simpel. Er is een tijd geweest, dat men zwoer bij alles wat eigentijds was. Toen is er veel vernield, veel stuk geslagen. In stoelen, kasten en tafels, waarvoor men nu graag een paar honderd gul den over heeft, werd gewoon de bijl gezet. Weg met de rommel! Weg met de secretaire van groot vader, men had een mooier bu reau op het oog. Weg met dat stijve kastje van grootmoeder, weg met haar matten stoelen, met de canapé, met de sofa, lor ren waren het. Voor tienduizen den en tienduizenden guldens is er zo maar in het niet verdwe nen. Weggegeven aan allerlei instellingen, die minder draag- krachtigen aan gratis meubilair hielpen". Antiek Er is dus een neiging terug te keren tot het oude, op veel gro ter schaal dan voorheen. Er zijn altijd mensen geweest, die het oude hebben gekoesterd en het voor geen geld ter wereld wil den afstaan. Ze zijn er nog, de huizen met de prachtige kussen- kasten, ae fraaie klokken, het van knap vakmanschap getuigen de meubilair. En de bezitters hebben de niet-bezitters jaloers gemaakt. Terug naar het oude. Men zegt: „Ik wil antiek", en dat is een kreet geworden, die steeds luider gaat klinken. Maar wat is antiek? Breed omschreven: ano nieme ambachtelijke en volks kunst ouder dan 150 jaar. Die kunst kan prijzig zijn, doch dat Winkels Het aantal winkels met antiek is de laatste jaren niet opzienba rend toegenomen. Zeldzame „stukken" worden soms te koop aangeboden. Wie van die kunst houdt kan met het bekijken uren zoek brengen. Men kan daarbij zijn fantasie de vrije loop la ten. Wie zal eens die fraaie tabaksdoos hebben gebruikt? En wie dat zilveren lodderijn- doosje? Wie dat handtasje met die zilveren beugel? Men ziet de echte liefhebbers van antiek heel voorzichtig het voorwerp van hun gading in de hand ne men en met diepe bewondering bekijken. Kan de prijs, die wordt gevraagd, worden be taald? Het is vaak een wikken en wegen. Doch wie eenmaal op een voorwerp zijn zinnen heeft gezet, zal niet rusten voordat hij het in zijn huis een plaats heeft gegeven. Om er daarna elke dag opnieuw van te kunnen genie ten. Een kamer uit het huis va ware. De man of de vrouw die echt van antiek houdt, kiest zorg vuldig. Bij hem of haar gaat het altijd om één voorwerp, nooit om een verzameling voorwerpen tegelijk. En je staat er wel eens verbaasd over, dat zij met zo veel kennis van zaken spreken. Die kennis mis je meestal bij de man die antiek koopt omdat het wel „staat" antiek te bezit ten". Goud Het is niet alles goud wat er blinkt, en niet alles wat zich als antiek laat aandienen is antiek. Daarom, wie antiek wil kopen maar er geen verstand van heeft, moet zich goed laten voor lichten. De directeur van het grote i de Hollandse kolonisten in Zuid-Afrika in de achttiende prijzig is een relatief begrip. Wat voor de een duur is, is voor de ander niet duur. Dat is niet altijd afhankelijk van de finan ciële positie van de koper. Het kan ook verband houden met zijn bereidheid een groot bedrag voor een bepaalde antiquiteit neer te tellen. De jonge vrouw met trouwplannen vertelde: „We hebben eens een jaar lang ge spaard alleen om een kastje, dat „Antiek", zei de jonge vrouw met trouwplannen „antiek maakt de mens blij. In de eerste plaats omdat hij het mooi vindt, daarnaast omdat hij het dikwijls slechts ten koste van offers heeft kunnen bemachtigen. We wilden beslist een bepaald type stoel. Stad en land hebben we afgereisd om hem te pakken te krijgen. Eindelijk hadden we ge luk. Hij stond als het ware op ons te wachten. In een heel klein dorp. Ha, zeiden we, dat is 'm. Maar de prijs was hoger dan we hadden begroot. Toen heb ben we 'het geld maar uitge spaard op onze vakantie". De antiquair vertelde: „Er zijn mensen, die me opdracht ge ven voor hen van alles te kopen als het maar antiek is. Dat zijn niet zozeer de liefhebbers, dan wel de mensen met geld in over vloed. En dat is feitelijk niet je meubelmagazyn zei: „Dan komen er echtparen in de zaak en die vragen: Die kast, die daar staat, is zeker wel antiek. Dan zeg ik: Nee, die kast is alleen ge maakt zoals men vroeger kasten maakte, die nu an tiek zijn. Kijk, dat is een groot ver schil. Natuurlijk, die kast is prachtig en best het bezit waard, maar hij is niet an tiek. Dat moet men weten". En de antiquair zei: „Mensen willen een kussenkast van me kopen. Goed, zij een kussenkast. Dan vraag ik- hoe groot is uw kamer, waar in u de kast wil plaatsen? En dan blijkt dikwijls, dat die kamer geen kus- kast kan „verdra gen", omdat de wand te klein is. Neem nu een flat: t klein voor grote, zware antie ke stukken. Of mer» zegt: We hebben ons huis inge richt volgens de stijl van van daag. Maar we willen ook an tiek. Kan dat? Dan zeg ik: inhouden dat men, zuiver uit een zucht naar antiek, „kitsch" gaat kopen? Het gevaar zit er - in, maar moet niet worden over- ,n?S.kuïü1n _b.e_s_l schal. En dan: als Iemand dat „kitsch" nu echt mooier vindt en er zijn plezier aan beleeft, wat geeft het dan nog? Is er een rage in anliek? De Jonge vrouw met trouw- antiquairs ontkennen het. Wel plannen zei: „Ik kreeg op mijn geven rij toe, dat de belangstel- verjaardag antiek en ik vond mLVZ rergsTemnTrS Om er tot abnormale proporties uitge- niet e,ke daS tegenaan behoeven groeid. De jeugd vooral gaat te kijken heb ik het weggestopt Gevaar zich meer en meer voor antiek interesseren en heeft daar veel voor over. in een kast". Tenslotte: Wie antiek wil verzamelen kan bij Zoals gezegd kan antiek prlj- de boekhandel aardige boekjes tzig zijn. Kan dit het gevaar kopen, die hem goed inlichten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 13