Arbeidsonrust
Voorzitter van CNV doet
beroep op werknemers
PBO niet „zonder
meer" instellen
Spanning op arbeidsmarkt
zal niet verminderen
Middenstander zetbaas
van vreemd kapitaal
V
issersschip
overvaren:
twee doden
Schuld ligt
Staatssecretaris De Meyer:
Commentaar
bij cle
werkgevers"
Forse lonen
in einballage-
industrie
Toeneming van produktie
sterker dan vorig jaar
Kwestie van
een of meer
generaties
Gelijke
beloning
voor cleel
van vrouwen
Prijsstijging in 1965
gelijk aan raming
van Planbureau
si n
DONDERDAG 20 JANUARI 1966
IJMUIDEN Uit Esbjerg in Dene
parken is het bericht binnengekomen,
dat de VL 153 of de KW 153 gister-
ivond in aanvaring is gekomen met
een Deense vissersboot. Zowel de
schipper van de VL 153, die vannacht
|s thuisgekomen, als de schipper van
de KW 153, die op zee is, zei ons van-
porgen van niets te weten. De aan
varing zou door een ander schip ver
oorzaakt moeten zijn.
Volgens het Deense bericht zijn by
iet ongeluk twee Deense vissers om
iet leven gekomen. Eén verdronk en
le ander die kon worden gered, over
eed later. Het Deense schip had drie
nan aan boord.
Het Deense vaartuig, de treiler
tiels Bach, zou zijn gezonken. De be
manning van het Nederlandse schip
heeft dapper hulp verleend.
Verzoek: Kalmte bewaren
DEN HAAG De voorzitter van
het Christelijk Nationaal Vakver
bond. de heer J. van Eibergen, heeft
gisteravond via de radiokrant van de
NCRV een dringend beroep op de
Nederlandse werknemers gedaan
hun kalmte te bewaren cn zich niet
door emoties te laten leiden. „Houdt
u aan het parool van uw vakbonden'
ald'us de heer Van Eibergen.
Ook het CNV heeft zich genoodzaakt
gezien de verlangens van de betrok-
vakbonden ten behoeve vam de geor
ganiseerde werknemers te ondersteu
nen, zo verklaarde men ons gister
avond van de zijde van deze vakcen-
(Van onze soc.-econ. redactie)
tcHEVENINGEN „Een bedrijfs-
lichaam moet voor het bedrijfsleven
fn de eerste plaats een instrument
rijn om de eigen gerechtvaar
digde belangen in nauwe samen
werking van alle betrokkenen beter
|en efficiënter te kunnen behartigen.
Waar het zo'n instrument niet kan
feijn (zo zou men kunnen redeneren)
behoort het niet zonder meer te wor
den ingesteld".
Deze mening gaf de staatssecretaris
Van sociale zaken en volksgezondheid,
;dr. J. F. G. M. de Meijer, gisteren
WENDING
(Van onze soc.-econ. redactie)
Niet meer dan 35 tot 40 pet van de
Nederlandse werknemers is georga
niseerd. Dat de vakbeweging dit te
recht graag anders zou zien, is dui
delijk. Alle werknemers profiteren
immers van hetgeen de vakbeweging
k tot stand brengt,
ft De middelen voor financiering van
ft het vakbondswerk nodig, moeten
ft door een minderheid bijeengebracht
ft worden. Enjkele jaren geleden is bin
nen de vakbeweging gestudeerd op
de vraag, of niet een doeltreffend be
roep gedaan zou kunnen worden op
de ongeorganiseerden om zich aan te
sluiten. (Verplicht lidmaatschap).
Een andere vraag was, of de ongeor
ganiseerden niet tot een verplichte
financiële bijdrage aan de vakbewe
ging gedwongen konden worden bui
ten het lidmaatschap om.
Men kwam tot de slotsom, dat op
beide vragen het antwoord ontken
nend moest luiden.
De oplossing van het vraagstuk is
daarna in andere richting gezocht. In
plaats van tot de ongeorganiseèrden,
richtte de vakbeweging zich nu tot
de werkgevers. Het financieel verlies
dat de vakbeweging door het ongeor
ganiseerd blijven van een groot aan-
tal werknemers leed, moest vergoed
worden door de werkgevers. Zo op
het eerste gezicht een vreemde re-
denering. Ook van vakbewegings
zijde zag men de wonderlijkheid hier
van in. Ter motivering van de eisen
is toen het argument geboren, dat de
vakbeweging zeker van de werkge
vers een financiële vergoeding mag
vragen voor het vele, dat zij in het
t algemeen belang verricht. Bovendien
werd aangevoerd, dat de werkgevers
hun contributie aan de werkgevers
organisaties uit de onderneming be-
talen en niet uit eigen portemonnee.
Deze beweringen spraken tot de ver
beelding, maar daar stond tegenover
dat de vergoedingen die van de
werkgevers werden gevraagd, via de
vakbonden of de vakcentralen ook
aan de individuele leden van de vak
bonden ter compensatie van hun
contributiebetaling ten goede moes
ten komen.
Dit had nu weer niet zoveel te ma
ke met het algemeen belang. Niet
ten onrechte zagen de werkgevers
hier een discriminatie tussen georga-
niseerden en ongeorganiseerden.
Deze wonderlijke wending in de zaak
van de ongeorganiseerden heeft ge
leid tot een conflict tussen werkge
vers en werknemers in de Stichting
van de Arbeid en bij verschillende
ondernemingen, zoals de AKU.
De achtergrond is, dat de vakbewe
ging over te geringe financiële in
komsten beschikt om haar taak goed
te kunnen verrichten. Zij zou van
haar leden nog hogere contributies
moeten vragen, maar daardoor zou
ook het verschil ongeorganiseerden-
georganiseerden nog zwaarder wor
den geaccentueerd.
Een belangrijke conclusie, die de
vakbeweging inmiddels ook al wel
j getrokken heeft, is dat men in eigen
huis nog efficiënter zou moeten wer-
ken. Door herziening van de organi-
statiestructuur. door beperking van
het aantal bonden, door hechtere on-
derlinge samenwerking van de bon
den binnen een bedrijfstak, zou be-
Izuinigd kunnen worden en zou de
vakbeweging wellicht ook met de be
staande middelen haar taak goed
kunnen verrichten.
De weg. die thans gegaan wordt, na
melijk het vragen van werkgevers
bijdragen voor de vakbeweging, is
een weinig gelukkige keuze, die het
goede overleg in het bedrijfsleven in
gevaar brengt.
over de publiekrechtelijke bedrijfs
organisatie, waarover hij sprak in eer
jubileumbijeenikomst van de georgani
seerde kruideniersgroothandel. Het
Bedrijfschap voor de groothandel in
kruidenierswaren en de Federatie van
organisaties van groothandelsbedrij
ven in kruidenierswaren herdachten
tijdens deze bijeenkomst in het Kur-
haus het feit dat zestig jaar geleden
de eerste vorm van bedrijfsorganisa
tie in de groothandel in kruideniers
waren ontstond.
Neigi
1T£
De staatssecretaris constateerde dat
men thans meer geneigd schijnt naar een
evenwicht te zoeken bussen ideële uit
gangspunten en praktische vormgeving.
Men vraagt zich nu soms af of het niet
te hoog gesteld ideaal is geweest
de pbo totale hervorming van
maatschappijstructuur te verwachten.
benaderingswijze die volgens dr. De
Meijer juist is. „Het bedrijfsleven denkt
niet dogmatisch, maar praktisch. Het is
mijn overtuiging dat verscheidene be
drijfstakken, die thans geen eigen be-
drijfslichaam hebben, daar wél toe zou
den zijn gekomen als ze er daadwerke
lijk behoefte aan gevoeld hébben dan
wel de mogelijkheid tot praktische
wezenlij king hadden gezien".
Bezinning
In het algemeen kan, aldus de be
windsman, gezegd worden dat een
drietal productschappen en een veer
tiental bedrijfsschappen het stadium
van overlegorgaan (en weinig meer)
niet hebben doorschreden. Of voor de
betrokken bedrijfstakken een pbo op
den duur de enig aanvaardbare vorm
zijn, is de vraag. In verschillende
bedrijfstakken bezinnen de organisa
ties zich dan ook terecht hierop, en
in enkele gevallen is men reeds tot
de conclusie gekomen het betrokken
bedrijfslichaam voor likwidatie te
moeten voordragen.
„Een kritische bezinndirag op het voort
bestaan vindt bij mij waardering èn
vanwege van algemene principiële be
naderingswijze èn vanwege het prakti
sche feit, dat onnutte en overbodige be-
drijfslichamen door hun voortbestaan de
i en de indruk van het gehele be
drijfsorganisatie schaden. Een overbodi
ge dorre tak, gesneden van de boom,
komt diens bloei ten goedealdus
staatssecretaris De Meijer.
(Van onze soc.-
redactie)
trale. De voornaamste reden daarvan
is wel, dat deze vakbonden door de
werkgevers zélf in de positie zijn ge
drongen waarin zij zich thans bevin-
Feiten
y Bij de loononderhandelingen vai
rig jaar hebben talrijke werkgevers
extra voorzieningen toegezegd t.b.v. de
in hun bedrijven werkzame georga-
niseerde werknemers;
De vakbonden hebben hun acties
voor het bereiken van deze voc
ningen gestaakt omdat van de zijde
der centrale werkgeversorganisaties
krachtig werd aangedrongen op het
creëren van een regeling op centraal
In de voor dit doel in het leven
roepen commissie van de Stichting
van de Arbeid werd op een bei
moment van werkgeverszijde voorge
steld de georganiseerde werknemers
bij hun pensionering f 50 voor
lidmaatschapsjaar uit te betalen,
voorstel dat naderhand door de cen
trale werkgeversorganisaties als on.
uitvoerbaar van de hand werd gewe-
De werkgeverscentrales hebben hun
leden geadviseerd om bij de nieuwe
cao-onderhandelingen geen individu
ele bevoordeling van georganiseerden
overeen te komen, waardoor conti
nuering van voor 1965 gemaakte af
spraken onmogelijk werd gemaakt;
De centrale werkgeversorganisaties
hebben herhaaldelijk de indruk ge
wekt, dat een regeling van de kwes
tie mogelijk zou zijn, met name in
de Stichtingscommissie;
Het laatste voorstel van de vakcen
trales om drie centrale fondsen te
vormen is door de werkgevers afge
wezen op overwegingen van discri
minatie. terwijl het aanvankelijke
werkgeversvoorstel (in de Stichtings
commissie) tot aanzienlijk meer aan
wijsbare discriminatie zou hebben
7 De werkgevers hebben de laatste
kans op een vreedzame oplossing ge
torpedeerd door aan hun bereidheid
tot nader overleg geen enkele posi
tieve toezegging te verbinden. Van
de vakbonden kan niet opnieuw ver
langd worden, dat zij hun onderhan
delingspositie prijsgeven an dan bo
vendien (opnieuw) het risico te lo
pen dat de werkgevers over enkele
maanden toch weer „nee" zeggen.
Geen terugkeer
Door al deze ontwikkeling en zijn de
betrokken vakbonden, aldus de zegs
man van het CNV, in een positie ge
drongen waaruit terugkeer niet meer
mogelijk is. Vooral door de verwach
tingen, die de werkgevers meerma
len hebben gewekt dat een oplossing
op centraal niveau mogelijk zou zijn,
is de kwestie van zo groot belang ge
worden dat het aanzien en het be
staan van de vakbeweging er thans
mee gemoeid is. Niet de werknemers,
maar de werkgeversorganisaties heb
ben het vraagstuk op centraal niveau
gebracht. Ook dit is een reden,
waarom de vakcentrales thans niet
anders kunnen doen dan achter hun
bonden te gaan staan, aldus de CNV-
woordvoerder.
Zes procent plus
8 cent per uur
(Van onze soc.-econ- redactie)
UTRECHT Voor de 5000 werk
nemers in de houten amballage-in-
dustrie (kisten- en vatenfabrieken) is
tussen werkgevers- en werknemers
vertegenwoordigers overeenstemming
bereikt over een cao voor 1966- Deze
industrie is voornamelijk gevestigd in
het Westland (voor de tuinbouw).
Maassluis (voor de visserij) en in de
bollenstreek.
Om de loonachterstand in deze be
drijfstak in te halen, zullen de basis
uurlonen met 8 cent worden opgetrok
ken (illegaal werd dit in de meeste be
drijven al betaald) en vervolgens met
nog 6 pet verhoogd. Het laagste basis
uurloon. waarboven dan nog tarief kan
worden betaald, komt daarmee op f 2.34
en het hoogste loon in groep 5 op f 2.80
tot f 2.90. Het bruto minimuminkomen
is vastgesteld op f 120 per week. De
vrouwenionen zijn opgetrokken tot 100
pet van de mannenlonen.
De derde gemeenteklasse komt te ver
vallen, de vakantietoeslag wordt opge
trokken van 4 tot 6 pot. De pensioenpre
mie komt iets hoger te liggen en in de
cao wordt een diensttydentoeslag opge
nomen.
HILVERSUM De NTS zal donderdag
17 februari de ondertrouw van prinses
Beatrix en de heer Claus von Amsberg
rechtstreeks uitzenden.
Reportagewagens worden opgesteld bij
paleis Soestdiik en het gemeentehuis van
(Vervolg van pagina 1)
De werkgeversorganisaties hebben
daarbij gisteren echter geen enkele
positieve toezegging willen doen-
Onaanvaardbaar
De vakcentrales kwalificeerden dit
„vrijblijvende" aanbod van de onder
nemers als onaanvaardbaar. „De werk
gevers zouden dat nieuwe overleg ge
heel blanco willen beginnen en dat is
tevéél gevraagd", aldus verklaarde de
heer KIoos. „Daarmee zouden wij de
sterke positie die de vakbonden thans
bij de c.a.o.-onderhandelingen inne
men geheel prijsgeven. Dat kunnen wij
tegenover onze bonden niet verant
woorden, omdat deze organisaties al
meermalen verzoeken om uitstel
afwachting van een mogelijk akkoord
oo centraal niveau hebben ingewil
ligd".
De heer Bosma noemde het standpunt
van de vakbeweging onredelijk. Bij
derhandelingen gaat het altijd om „ge
ven en nemen". Nu hebben de vakcen
trales twee verlangens op tafel gelegd:
le. een bijdrage van de werkgevers aan
hun activiteiten in het algemeen belang:
2e. bevoordeling van georganiseerde
werknemers. „Het eerste verlangen heb
ben wij ingewilligd, maar de vakbewe
ging wil ook het tweede verlangen vooi
100 pet gehonoreerd zien", aldus ir. Bos
ma, die verklaarde dat naar zijn mening
de vakcentrales in deze zaak gedreven
worden door de betrokken bonden
helemaal niet gelukkig mee zouden zijn
als over deze kwestie arbeidsconflicten
losbarsten.
Dreiging
Zowel van werkgevers- als
werknemerszijde liet men na afloop
van het mislukte topoverleg in de
Stichting, dat van twee uur tot half
zes duurde, er geen twijfel over be
staan dat rekening moet worden ge-
Krijgsmacht slokt 10.000 man extra op
(Van onze sociaal-economische redactie)
DEN HAAG In 1966 begint zich een daling van de toeneming der be-
roepsgeschikte bevolking af te tekenen, omdat dan de naoorlogse geboorte
golf voor een belangrijk deel reeds in het arbeidsproces is opgenomen. Daar
in verband hiermee echter ook de groei van het dagonderwijs afneemt zal
het aanbod toch nog met ca. 55.000 man kunnen toenemen (in 1965: 55 a
60.000 man).
Het Centraal Plan-bureau verwacht,
dat het aantal buitenlandse arbeids
krachten (evenals in 1965) met onge
veer 10.000 zal toenemen. Deze verster
king var. het arbeidspotentieel wordit
echter weer teniet gedaan omdat de
overheid in 1966. in tegenstelling tot
de laatste jaren, het aantal dienstplich
tigen zal uitbreiden met ca. 10.000 man
Een ontspanning van de arbeidsmarkt
'lasis van een ruimer aanbod kar.
dit jaar dus niet worden verwacht,
als op basis van een geringere
vraag naar arbeidskrachten. Het CPB
veronderstelt dat van de 55.000
werkkrachten, alsmede van de ca. 10.000
arbeiders die uit de landbouw zullen
afvloeien, er 40.000 zullen „verdwijnen"
de dienstensector, 12.000 in de bouw
nijverheid en 12.000 in de industrie. Het
aantal werklozen worden geschat op 35
40.000 (in 1965: ca. 35.000).
Produktiviteit
De arbeidsproduktiviiteit zal dit jaar
lar verwachting van het CPB met 5
procent stijgen (in 1965: 4 procent). Het
Prof. v. d. Woestijne verwacht:
SCHEVENINGEN In de toe
komst zal er nog nauwelijks plaats
zijn voor de zelfstandige midden
stander. Want, evenals in de indus
trie het geval was, zal zich waar
schijnlijk ook in de detailhandel een
steeds verder gaande scheiding tus
sen kapitaal en leiding voltrekken.
Dit verklaarde prof. dr. W. J. van de
Woestijne, hoogleraar in de bedrijfs
economie aan de technische hoge
school te Delft, gistermiddag in een
rede voor een jubileumbijeenkomst
van de georganiseerde groothandel in
kruidenierswaren
Prof. v. d. Woestijne wees er op dat
dit scheidingsproces, na de industrie,
ook al bij de grossiers is ingezet. De
commanditaire vennootschap, resp. de
aangesloten nv, komt hier reeds veel
voor en een enkel grossierbedrijf is
reeds aan de beurs genoteerd. Hij
sprak de verwachting uit dat de schei-
amg van leidin,g en vermogen in de
detailhandel nog slechts een kwestie
m één of twee generaties is.
En daarmee zal. aldus de hoogleraar,
één van de karakteristieken van het
middenstandsbedrijf verdwijnen. Het
optreden van managers in een loon
dienstverhouding zal i.z. op den duur
grote invloed op de branche hebben.
Aanvankelijk zal men dit nog niet mer
ken. De gróte veranderingen zullen nl.
pas komen als de managers niet meer
Lhoudc
Optimistisch
Prof. v. d. Woestijne is. zoals hij on
langs in Economisch Statistische Berich
ten heeft uiteengezet, niet optimistisch
t.a.v. de algemene conjunctuur. Hij ver
klaarde nu dat hij de toekomst voor de
kruideniersbranche evenwel met groot
vertrouwen tegemoet ziet. o.m. omdat
deze branche tot de best georganiseerde
en de economisch sterksto in ons land
behoort.
De concurrentie, in combinatie met
samenwerking tussen de branche-genoten
die primair gericht is op een verhoging
van de efficiente en hei weerstandsver
mogen zijn z.i. de beste garanties voor
een gezonde verdere ontwikkeling. Daar
bij bestreed hij de mening van velen
dat het in de industrie weL maar
handel niet moeelijk zou zün de arbeids-
produktiviteit op te voeren,
vlak reeds een ontwikkeling aan de gang,
het einde beslist nog niet in
zicht is (systematische opslagruimten, mo
derne factureermachines. kassa's die geld
teruggeven, lopende bandjes die de goe
deren lanes de kassa's voeren enz.).
Gember
De Delf-tse hoogleraar sprak voorts
o.m. als zyn verwachting uit dat in
de toekomst de wettelijke beperkingen
van het assortiment grotendeels zul
len verdwijnen. Naast de tendens tot
sterke parallellisatie, voorals in de su
permarkten en zelfbedieningszaken,
verwachtte hij ook een sterke toename
van gespecialiseerde winkels- ,.n een
commestibleswinkel zagen wij een
honderdtal verschillende gemberpot
ten, waarbij het de vraag is of het hier
gaat om verschil in gember of om een
handel in exotische gemberpotten"
Deze beide ontwikkelingen zullen er
volgens prof v. d. Woestijne toe leiden,
dat wij in de toekomst niet meer van
„het kruideniersassortiment" zonder meer
kunnen spreken. Het gross iersbed rijf
wordt hierdoor beroerd en daarmee de
samenwerking tussen grossiers en de vrij
willige filiaalbedrijven en winkeliers-
inkoopverenigingen. De winkelier met
een sterk afwijkend assortiment past in
deze commerciële organisaties minder
goed, aldus de hoogleraar, die dan ook
een hergroepering verwachtte.
De daling van het aantal bedrijven
schetste hij als een economisch en sociaal
saneringsproces, dat geen bewijs is voor
een zwakke positie van de branche.
produktievolume zal 6 procent toene
men (in 1965; 5-5 procent). De land-
bouwproduktie zal naar schatting met 5
a 6 procenit stijgen (3 in 1965), de in
dustriële produktie met 7 a 7,5 procenit
(6,5%), de bouwproduktie met 6,5 pro
cent (6 en de dienstenprodukitie met
5 procen't (6
Prii:
:en
Wat de prijsontwikkeling betreft
wacht het CPB, dat deze in 1966 gelijk
zal zijn aan die in het afgelopen jaar.
Akkoord in Stichting
(Van onze i
n. redactie)
DEN HAAG Het bestuur van
de Stichting van de Arbeid heeft
gistermiddag overeenstemming be
reikt over een deel van het vraag
stuk der gelijke beloning voor man
nen en vrouwen. Besloten werd nl.
de vrouwenionen in gemengde func
ties te verhogen tot het niveau van
de mannenlonen.
Dit resultaat kon (nog) niet worden
bereikt voor de vrouwen in zgn. gelijk
waardige functies, die vrijwel uitsluitend
•oorkomen in bedrijven waar hoofdzake-
ijk vrouwen werken, confectie- en tex
tielfabrieken bijvoorbeeld. Voor deze be
en zouden de consequinties van een
dergelijke stap vooralsnog te groot zijn,
uit overwegingen van concurrentie
met buitenlandse fabrieken. De vakbe
weging heeft begrip voor deze situatie
getoond.
Kortei
we
rkun
De Stichting van de Arbeid heeft zich
gisterei* behalve met de kwestie geor-
ganiseerden-ongeorganiseerden, ook nog
enige tijd bezig gehouden met de centra
le loonpolitieke elementen (gelijke belo
ning voor mannen en vrouwen, werktijd
verkorting én koppeling van de loonont
wikkeling aan de prijsontwikkeling), die
de regering bij voorkeur niet aan de
vrije onderhandelingen in de bedrijfs
takken heeft willen overlaten. Het beraad
over deze kwestie was op de lange baan
gekomen door het niet-bereiken van
overeenstemming over het minimumloon,
dat ook tot de centrale loonpolitieke ele
menten behoorde: zoals bekend heeft mi
nister Veldkamp deze kwestie inmiddels
tot een oplossing gebracht.
Na afloop van de stichtingsvergadering
werd meegedeeld dat over de drie nog
overgebleven kwesties reëel overleg in
goede sfeer is gevoerd. Verwacht wordt.
in de volgende vergadering (8 fe
bruari) algehele overeenstemming kan
worden bereikt.
De voornaamste stuwende kracht hier
bij blijft de vertraagd doorwerkende stij
ging van de arbeidskosten!, die in 1965
en 1966 samen 11 12 procent beloopt.
Op grond hiervan is een gemiddelde
prijsverhoging van krap 3 procent aan
nemelijk, maar hierbij komen nog de
prijsstijgingen als gevolg van de huur
verhogingen (ruim 0,5 procenit) en de
■toegenomen druk der indirecte belastin^
gen (ca. 1 procent).
Het volume der particuliere consump
tie zal dit jaar waarschUnljjk dalen tot
4 procent (v.j. 7 procent), mede als ge
volg van de bestedingsexplosie aan het
eind van 1965.
Het prijspeil van de investeringsgoe
deren voor de bedrijven zal im 1966 ver
moedelijk stijgen met 3,5 procent d.l.
evenveel als vorig jaar.
Uitvoer en invoer
De omvang van de uitvoer za! vol
gens verwachting van het CPB met 10
procent toenemen (v.j. 9 procent), ter
wijl het volume van de goedereninvoer
eens met 10 procent zal stijgen (v.j.
5.5 procent). He>t prijspeil van de goe-
derenuitvoer zal stijgen met 1 procent
(v.j. 1,5 procent), en het concurrend
prijspeil van deze goederen met 2 pro
cent, gelijk aan vorig jaar. Het invoer-
prijspeil zal waarschijnlijk op gelijk ni
veau blijven.
Het Centraal Planbureau verwacht dat
het overschot op de betalingsbalans dit
jaar zal toenemen van 0.3 tot 0,4 mil
jard gulden. Over de verdere mone
taire ontwikkeling wordt opgemerkt dat
deze bijzonder moeilijk is te voorzien.
houden met de mogelijkheid van ern
stige arbeidsonrust in een aantal be
drijfstakken en ondernemingen.
Ir. Bosma verklaarde dat de werkge
versorganisaties deze mogelijkheid heb
ben vercalculeerd in hun afwijzing van
het nieuwe vakbewegingsplan. „Dit risi
co aanvaarden wij volkomen", aldus de
heer Bosma, die op een vraag of ook
ongeorganiseerde werknemers eventueel
zullen m eestaken voor de verkrijging
van extra voordelen voor de georgani
seerden antwoordde dat de solidariteit
onder de werknemers niet onderschat
moet worden.
Zoals bekend staan de c.a.o.-onder
handelingen reeds in een vijftal be
drijfstakken „op scherp": de textiel
industrie, de confectie-industrie, de
aardewerkindustrie, de havens van
Rotterdam en Amsterdam en de AKU.
De heer Kloos verklaarde dat de be
trokken vakbonden voor de verdere
ontwikkelingen het eerst verantwoor
delijk zijn, maar dat zij in voortdu
rend nauw contact staan met de vak
centrales.
Vrouwelijk schoon
voortaan
verzekeren
AMSTERDAM Het ls fn ons land
voortaan mogelijk lichamelijk schoon te
verzekeren. Een Amsterdamse verzeke
ringsmaatschappij voegt namelijk
voortaan een „schoonheidsclausule" aan
zijn ongevallenpolis toe.
Volgens deze clausule kan een vrouw
die een ernstig litteken op gezicht, arm
of been krijgt, een uitkering ontvangen
tot een maximum van tien mille om daar
bijvoorbeeld een plastische chirurg mee
te betalen. De huisarts, in samenwerking
met de medicus van de verzekeringsmaat
schappij, bepalen of al of niet tot uit
kering kan worden overgegaan-
Defensie bestudeert
overschot aan
reserve-officieren
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG Het ministerie van
defensie houdt zich bezig met de
vraag of het gewenst is in de toe
komst reserve-officieren zonder mo
bilisatiebestemming te blijven benoe
men. Ter bestudering van dit vraag
stuk is een speciale comissie inge
steld.
Van de ruim 24000 reserve-officieren
bij de Landmacht heeft ongeveer de
helft geen mobilisatiebestemming. Dit
hangt damen met het feit dat het aan
tal parate onderdelen in ons leger de
laatste jaren is toegenomen. Per krijgs
machtsonderdeel varieert dit sterk. Bij
de Marechaussee, de Aan- en afvoer-
troepen en de Geneeskundige troepen is
ongeveer 70 procent mobilisabel. Bij
de Luchtdoelartillerie en de Technische
dienst bedraagt dit percentage slechts
13. Daar tussen in komen de Infante
rie en de Genie met ongeveer 50 pro-
Het ministerie van defensie heeft on
der de reserve-officieren zonder mobi
lisatiebestemming een enquête gehou
den. Hierin worden aan de betrokkenen
verschillende mogelijkheden tot veran
dering voorgelegd. Onder andere ont
slag op 35-jarige leeftijd. Thans wordt
de reserve-officier ontslagen als hij
45 jaar oud is. Voorts wordt geïnfor
meerd naar de bevorderingsgang en de
binding die de reserve-officier zonder
mobilisatiebestemming nog voelt met de
krijgsmacht.
Op Defensie verwacht men dat nog
dit jaar een beslissing over deze aan
gelegenheid zal worden genomen.
UTRECHT Mijnwerkers die als
gevolg van sluiting der mijnen ge
dwongen zijn een andere werkkring
te zoeken kunnen theoretisch alsnog
voor militaire dienst worden opgeroe
pen. Zij kregen indertijd vrijstelling
vanwege hun ondergrondse werk
zaamheden.
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG De prijsontwikke
ling heeft in 1965 de gemaakte ra
mingen niet overschreden. Ten op
zichte van het jaargemiddelde van
1964 steeg het prijsindexcijfer van
het levensonderhoud met 5 procent.
Dit komt overeen met de berekenin
gen die het Centraal Plan Bureau
heeft gemaakt.
Dit zegt de minister van Economische
Zaken. drs. J. M. den Uyl. in een nota
m de Tweede Kamer. In dit stuk wor-
m recente gegevens over het prüs-
irloop vermeld.
De kostenstijging is door verschillen
de factoren veroorzaakt. Ongeveer 2 pro-
ient daarvan komt voor rekening van
externe ontwikkelingen zoals net EEO-
landbouwbeleid. stijging van het invoer-
pnjspeil en slechte weersomstandighe
•Jen. De verdere stijging is het gevolg
van de arbeidskosienstijging. In 1965 be
droeg het gemiddeld percentage der
loonsverhogingen 11 procent. Daarnaast
'leeft ook de loonkostenstijging van eind
Dat ondanks deze lastenverzwaring
de prijsontwikkeling niet hoger is
uitgevallen w.ijst erop dat het be-
drijfsleven over het algemeen aan het
gevoerde prijsbeleid de noodzakelijke
medewerking heeft gegeven, aldus de
bewindsman.
Ongeveer de helft van de totale stij-1
ging valt toe te schrijven aan een stij- I
r'.ing van de agrarische produkten en 1
voedings- en genotmiddelen. Tot deze
groep behoren onder meer brood, meel- j
en zuivelprodukten. plantaardige oliën
en koffie.
Als gevolg van de belastingmaatrege- 1
Ier. in het kader van het dekkingsplan
zal het prijsindexcijfer in 1966 met 0,7% i
stijgen. De huurverhoging betekent een
stijging met 1 procent. Er zijn geen aan-
wiizingen dat de gedragsregels voor de
beheersing worden overtreden Niette-
min heeft minister Deu Uyl opdracht ge-
eeven om de prijsbewaking te verscher-
i-'
het levensonderhoud van
Agrarische produkten en vis
Produkten vnl. uit agrarische grond
stoffen
Overige industriële produkten
Huren (huishuur)
Overheidsdiensten
Particuliere dienstverlening
Vrijwillige ziekenverzekeringen en
overige vrijwillige verzekeringen
Afrondingsverschil