Arbeidsonrust Voorzitter van CNV doet beroep op werknemers PBO niet „zonder meer" instellen Spanning op arbeidsmarkt zal niet verminderen Middenstander zetbaas van vreemd kapitaal V issersschip overvaren: twee doden Schuld ligt Staatssecretaris De Meyer: Commentaar bij cle werkgevers" Forse lonen in einballage- industrie Toeneming van produktie sterker dan vorig jaar Kwestie van een of meer generaties Gelijke beloning voor cleel van vrouwen Prijsstijging in 1965 gelijk aan raming van Planbureau si n DONDERDAG 20 JANUARI 1966 IJMUIDEN Uit Esbjerg in Dene parken is het bericht binnengekomen, dat de VL 153 of de KW 153 gister- ivond in aanvaring is gekomen met een Deense vissersboot. Zowel de schipper van de VL 153, die vannacht |s thuisgekomen, als de schipper van de KW 153, die op zee is, zei ons van- porgen van niets te weten. De aan varing zou door een ander schip ver oorzaakt moeten zijn. Volgens het Deense bericht zijn by iet ongeluk twee Deense vissers om iet leven gekomen. Eén verdronk en le ander die kon worden gered, over eed later. Het Deense schip had drie nan aan boord. Het Deense vaartuig, de treiler tiels Bach, zou zijn gezonken. De be manning van het Nederlandse schip heeft dapper hulp verleend. Verzoek: Kalmte bewaren DEN HAAG De voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakver bond. de heer J. van Eibergen, heeft gisteravond via de radiokrant van de NCRV een dringend beroep op de Nederlandse werknemers gedaan hun kalmte te bewaren cn zich niet door emoties te laten leiden. „Houdt u aan het parool van uw vakbonden' ald'us de heer Van Eibergen. Ook het CNV heeft zich genoodzaakt gezien de verlangens van de betrok- vakbonden ten behoeve vam de geor ganiseerde werknemers te ondersteu nen, zo verklaarde men ons gister avond van de zijde van deze vakcen- (Van onze soc.-econ. redactie) tcHEVENINGEN „Een bedrijfs- lichaam moet voor het bedrijfsleven fn de eerste plaats een instrument rijn om de eigen gerechtvaar digde belangen in nauwe samen werking van alle betrokkenen beter |en efficiënter te kunnen behartigen. Waar het zo'n instrument niet kan feijn (zo zou men kunnen redeneren) behoort het niet zonder meer te wor den ingesteld". Deze mening gaf de staatssecretaris Van sociale zaken en volksgezondheid, ;dr. J. F. G. M. de Meijer, gisteren WENDING (Van onze soc.-econ. redactie) Niet meer dan 35 tot 40 pet van de Nederlandse werknemers is georga niseerd. Dat de vakbeweging dit te recht graag anders zou zien, is dui delijk. Alle werknemers profiteren immers van hetgeen de vakbeweging k tot stand brengt, ft De middelen voor financiering van ft het vakbondswerk nodig, moeten ft door een minderheid bijeengebracht ft worden. Enjkele jaren geleden is bin nen de vakbeweging gestudeerd op de vraag, of niet een doeltreffend be roep gedaan zou kunnen worden op de ongeorganiseerden om zich aan te sluiten. (Verplicht lidmaatschap). Een andere vraag was, of de ongeor ganiseerden niet tot een verplichte financiële bijdrage aan de vakbewe ging gedwongen konden worden bui ten het lidmaatschap om. Men kwam tot de slotsom, dat op beide vragen het antwoord ontken nend moest luiden. De oplossing van het vraagstuk is daarna in andere richting gezocht. In plaats van tot de ongeorganiseèrden, richtte de vakbeweging zich nu tot de werkgevers. Het financieel verlies dat de vakbeweging door het ongeor ganiseerd blijven van een groot aan- tal werknemers leed, moest vergoed worden door de werkgevers. Zo op het eerste gezicht een vreemde re- denering. Ook van vakbewegings zijde zag men de wonderlijkheid hier van in. Ter motivering van de eisen is toen het argument geboren, dat de vakbeweging zeker van de werkge vers een financiële vergoeding mag vragen voor het vele, dat zij in het t algemeen belang verricht. Bovendien werd aangevoerd, dat de werkgevers hun contributie aan de werkgevers organisaties uit de onderneming be- talen en niet uit eigen portemonnee. Deze beweringen spraken tot de ver beelding, maar daar stond tegenover dat de vergoedingen die van de werkgevers werden gevraagd, via de vakbonden of de vakcentralen ook aan de individuele leden van de vak bonden ter compensatie van hun contributiebetaling ten goede moes ten komen. Dit had nu weer niet zoveel te ma ke met het algemeen belang. Niet ten onrechte zagen de werkgevers hier een discriminatie tussen georga- niseerden en ongeorganiseerden. Deze wonderlijke wending in de zaak van de ongeorganiseerden heeft ge leid tot een conflict tussen werkge vers en werknemers in de Stichting van de Arbeid en bij verschillende ondernemingen, zoals de AKU. De achtergrond is, dat de vakbewe ging over te geringe financiële in komsten beschikt om haar taak goed te kunnen verrichten. Zij zou van haar leden nog hogere contributies moeten vragen, maar daardoor zou ook het verschil ongeorganiseerden- georganiseerden nog zwaarder wor den geaccentueerd. Een belangrijke conclusie, die de vakbeweging inmiddels ook al wel j getrokken heeft, is dat men in eigen huis nog efficiënter zou moeten wer- ken. Door herziening van de organi- statiestructuur. door beperking van het aantal bonden, door hechtere on- derlinge samenwerking van de bon den binnen een bedrijfstak, zou be- Izuinigd kunnen worden en zou de vakbeweging wellicht ook met de be staande middelen haar taak goed kunnen verrichten. De weg. die thans gegaan wordt, na melijk het vragen van werkgevers bijdragen voor de vakbeweging, is een weinig gelukkige keuze, die het goede overleg in het bedrijfsleven in gevaar brengt. over de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie, waarover hij sprak in eer jubileumbijeenikomst van de georgani seerde kruideniersgroothandel. Het Bedrijfschap voor de groothandel in kruidenierswaren en de Federatie van organisaties van groothandelsbedrij ven in kruidenierswaren herdachten tijdens deze bijeenkomst in het Kur- haus het feit dat zestig jaar geleden de eerste vorm van bedrijfsorganisa tie in de groothandel in kruideniers waren ontstond. Neigi 1T£ De staatssecretaris constateerde dat men thans meer geneigd schijnt naar een evenwicht te zoeken bussen ideële uit gangspunten en praktische vormgeving. Men vraagt zich nu soms af of het niet te hoog gesteld ideaal is geweest de pbo totale hervorming van maatschappijstructuur te verwachten. benaderingswijze die volgens dr. De Meijer juist is. „Het bedrijfsleven denkt niet dogmatisch, maar praktisch. Het is mijn overtuiging dat verscheidene be drijfstakken, die thans geen eigen be- drijfslichaam hebben, daar wél toe zou den zijn gekomen als ze er daadwerke lijk behoefte aan gevoeld hébben dan wel de mogelijkheid tot praktische wezenlij king hadden gezien". Bezinning In het algemeen kan, aldus de be windsman, gezegd worden dat een drietal productschappen en een veer tiental bedrijfsschappen het stadium van overlegorgaan (en weinig meer) niet hebben doorschreden. Of voor de betrokken bedrijfstakken een pbo op den duur de enig aanvaardbare vorm zijn, is de vraag. In verschillende bedrijfstakken bezinnen de organisa ties zich dan ook terecht hierop, en in enkele gevallen is men reeds tot de conclusie gekomen het betrokken bedrijfslichaam voor likwidatie te moeten voordragen. „Een kritische bezinndirag op het voort bestaan vindt bij mij waardering èn vanwege van algemene principiële be naderingswijze èn vanwege het prakti sche feit, dat onnutte en overbodige be- drijfslichamen door hun voortbestaan de i en de indruk van het gehele be drijfsorganisatie schaden. Een overbodi ge dorre tak, gesneden van de boom, komt diens bloei ten goedealdus staatssecretaris De Meijer. (Van onze soc.- redactie) trale. De voornaamste reden daarvan is wel, dat deze vakbonden door de werkgevers zélf in de positie zijn ge drongen waarin zij zich thans bevin- Feiten y Bij de loononderhandelingen vai rig jaar hebben talrijke werkgevers extra voorzieningen toegezegd t.b.v. de in hun bedrijven werkzame georga- niseerde werknemers; De vakbonden hebben hun acties voor het bereiken van deze voc ningen gestaakt omdat van de zijde der centrale werkgeversorganisaties krachtig werd aangedrongen op het creëren van een regeling op centraal In de voor dit doel in het leven roepen commissie van de Stichting van de Arbeid werd op een bei moment van werkgeverszijde voorge steld de georganiseerde werknemers bij hun pensionering f 50 voor lidmaatschapsjaar uit te betalen, voorstel dat naderhand door de cen trale werkgeversorganisaties als on. uitvoerbaar van de hand werd gewe- De werkgeverscentrales hebben hun leden geadviseerd om bij de nieuwe cao-onderhandelingen geen individu ele bevoordeling van georganiseerden overeen te komen, waardoor conti nuering van voor 1965 gemaakte af spraken onmogelijk werd gemaakt; De centrale werkgeversorganisaties hebben herhaaldelijk de indruk ge wekt, dat een regeling van de kwes tie mogelijk zou zijn, met name in de Stichtingscommissie; Het laatste voorstel van de vakcen trales om drie centrale fondsen te vormen is door de werkgevers afge wezen op overwegingen van discri minatie. terwijl het aanvankelijke werkgeversvoorstel (in de Stichtings commissie) tot aanzienlijk meer aan wijsbare discriminatie zou hebben 7 De werkgevers hebben de laatste kans op een vreedzame oplossing ge torpedeerd door aan hun bereidheid tot nader overleg geen enkele posi tieve toezegging te verbinden. Van de vakbonden kan niet opnieuw ver langd worden, dat zij hun onderhan delingspositie prijsgeven an dan bo vendien (opnieuw) het risico te lo pen dat de werkgevers over enkele maanden toch weer „nee" zeggen. Geen terugkeer Door al deze ontwikkeling en zijn de betrokken vakbonden, aldus de zegs man van het CNV, in een positie ge drongen waaruit terugkeer niet meer mogelijk is. Vooral door de verwach tingen, die de werkgevers meerma len hebben gewekt dat een oplossing op centraal niveau mogelijk zou zijn, is de kwestie van zo groot belang ge worden dat het aanzien en het be staan van de vakbeweging er thans mee gemoeid is. Niet de werknemers, maar de werkgeversorganisaties heb ben het vraagstuk op centraal niveau gebracht. Ook dit is een reden, waarom de vakcentrales thans niet anders kunnen doen dan achter hun bonden te gaan staan, aldus de CNV- woordvoerder. Zes procent plus 8 cent per uur (Van onze soc.-econ- redactie) UTRECHT Voor de 5000 werk nemers in de houten amballage-in- dustrie (kisten- en vatenfabrieken) is tussen werkgevers- en werknemers vertegenwoordigers overeenstemming bereikt over een cao voor 1966- Deze industrie is voornamelijk gevestigd in het Westland (voor de tuinbouw). Maassluis (voor de visserij) en in de bollenstreek. Om de loonachterstand in deze be drijfstak in te halen, zullen de basis uurlonen met 8 cent worden opgetrok ken (illegaal werd dit in de meeste be drijven al betaald) en vervolgens met nog 6 pet verhoogd. Het laagste basis uurloon. waarboven dan nog tarief kan worden betaald, komt daarmee op f 2.34 en het hoogste loon in groep 5 op f 2.80 tot f 2.90. Het bruto minimuminkomen is vastgesteld op f 120 per week. De vrouwenionen zijn opgetrokken tot 100 pet van de mannenlonen. De derde gemeenteklasse komt te ver vallen, de vakantietoeslag wordt opge trokken van 4 tot 6 pot. De pensioenpre mie komt iets hoger te liggen en in de cao wordt een diensttydentoeslag opge nomen. HILVERSUM De NTS zal donderdag 17 februari de ondertrouw van prinses Beatrix en de heer Claus von Amsberg rechtstreeks uitzenden. Reportagewagens worden opgesteld bij paleis Soestdiik en het gemeentehuis van (Vervolg van pagina 1) De werkgeversorganisaties hebben daarbij gisteren echter geen enkele positieve toezegging willen doen- Onaanvaardbaar De vakcentrales kwalificeerden dit „vrijblijvende" aanbod van de onder nemers als onaanvaardbaar. „De werk gevers zouden dat nieuwe overleg ge heel blanco willen beginnen en dat is tevéél gevraagd", aldus verklaarde de heer KIoos. „Daarmee zouden wij de sterke positie die de vakbonden thans bij de c.a.o.-onderhandelingen inne men geheel prijsgeven. Dat kunnen wij tegenover onze bonden niet verant woorden, omdat deze organisaties al meermalen verzoeken om uitstel afwachting van een mogelijk akkoord oo centraal niveau hebben ingewil ligd". De heer Bosma noemde het standpunt van de vakbeweging onredelijk. Bij derhandelingen gaat het altijd om „ge ven en nemen". Nu hebben de vakcen trales twee verlangens op tafel gelegd: le. een bijdrage van de werkgevers aan hun activiteiten in het algemeen belang: 2e. bevoordeling van georganiseerde werknemers. „Het eerste verlangen heb ben wij ingewilligd, maar de vakbewe ging wil ook het tweede verlangen vooi 100 pet gehonoreerd zien", aldus ir. Bos ma, die verklaarde dat naar zijn mening de vakcentrales in deze zaak gedreven worden door de betrokken bonden helemaal niet gelukkig mee zouden zijn als over deze kwestie arbeidsconflicten losbarsten. Dreiging Zowel van werkgevers- als werknemerszijde liet men na afloop van het mislukte topoverleg in de Stichting, dat van twee uur tot half zes duurde, er geen twijfel over be staan dat rekening moet worden ge- Krijgsmacht slokt 10.000 man extra op (Van onze sociaal-economische redactie) DEN HAAG In 1966 begint zich een daling van de toeneming der be- roepsgeschikte bevolking af te tekenen, omdat dan de naoorlogse geboorte golf voor een belangrijk deel reeds in het arbeidsproces is opgenomen. Daar in verband hiermee echter ook de groei van het dagonderwijs afneemt zal het aanbod toch nog met ca. 55.000 man kunnen toenemen (in 1965: 55 a 60.000 man). Het Centraal Plan-bureau verwacht, dat het aantal buitenlandse arbeids krachten (evenals in 1965) met onge veer 10.000 zal toenemen. Deze verster king var. het arbeidspotentieel wordit echter weer teniet gedaan omdat de overheid in 1966. in tegenstelling tot de laatste jaren, het aantal dienstplich tigen zal uitbreiden met ca. 10.000 man Een ontspanning van de arbeidsmarkt 'lasis van een ruimer aanbod kar. dit jaar dus niet worden verwacht, als op basis van een geringere vraag naar arbeidskrachten. Het CPB veronderstelt dat van de 55.000 werkkrachten, alsmede van de ca. 10.000 arbeiders die uit de landbouw zullen afvloeien, er 40.000 zullen „verdwijnen" de dienstensector, 12.000 in de bouw nijverheid en 12.000 in de industrie. Het aantal werklozen worden geschat op 35 40.000 (in 1965: ca. 35.000). Produktiviteit De arbeidsproduktiviiteit zal dit jaar lar verwachting van het CPB met 5 procent stijgen (in 1965: 4 procent). Het Prof. v. d. Woestijne verwacht: SCHEVENINGEN In de toe komst zal er nog nauwelijks plaats zijn voor de zelfstandige midden stander. Want, evenals in de indus trie het geval was, zal zich waar schijnlijk ook in de detailhandel een steeds verder gaande scheiding tus sen kapitaal en leiding voltrekken. Dit verklaarde prof. dr. W. J. van de Woestijne, hoogleraar in de bedrijfs economie aan de technische hoge school te Delft, gistermiddag in een rede voor een jubileumbijeenkomst van de georganiseerde groothandel in kruidenierswaren Prof. v. d. Woestijne wees er op dat dit scheidingsproces, na de industrie, ook al bij de grossiers is ingezet. De commanditaire vennootschap, resp. de aangesloten nv, komt hier reeds veel voor en een enkel grossierbedrijf is reeds aan de beurs genoteerd. Hij sprak de verwachting uit dat de schei- amg van leidin,g en vermogen in de detailhandel nog slechts een kwestie m één of twee generaties is. En daarmee zal. aldus de hoogleraar, één van de karakteristieken van het middenstandsbedrijf verdwijnen. Het optreden van managers in een loon dienstverhouding zal i.z. op den duur grote invloed op de branche hebben. Aanvankelijk zal men dit nog niet mer ken. De gróte veranderingen zullen nl. pas komen als de managers niet meer Lhoudc Optimistisch Prof. v. d. Woestijne is. zoals hij on langs in Economisch Statistische Berich ten heeft uiteengezet, niet optimistisch t.a.v. de algemene conjunctuur. Hij ver klaarde nu dat hij de toekomst voor de kruideniersbranche evenwel met groot vertrouwen tegemoet ziet. o.m. omdat deze branche tot de best georganiseerde en de economisch sterksto in ons land behoort. De concurrentie, in combinatie met samenwerking tussen de branche-genoten die primair gericht is op een verhoging van de efficiente en hei weerstandsver mogen zijn z.i. de beste garanties voor een gezonde verdere ontwikkeling. Daar bij bestreed hij de mening van velen dat het in de industrie weL maar handel niet moeelijk zou zün de arbeids- produktiviteit op te voeren, vlak reeds een ontwikkeling aan de gang, het einde beslist nog niet in zicht is (systematische opslagruimten, mo derne factureermachines. kassa's die geld teruggeven, lopende bandjes die de goe deren lanes de kassa's voeren enz.). Gember De Delf-tse hoogleraar sprak voorts o.m. als zyn verwachting uit dat in de toekomst de wettelijke beperkingen van het assortiment grotendeels zul len verdwijnen. Naast de tendens tot sterke parallellisatie, voorals in de su permarkten en zelfbedieningszaken, verwachtte hij ook een sterke toename van gespecialiseerde winkels- ,.n een commestibleswinkel zagen wij een honderdtal verschillende gemberpot ten, waarbij het de vraag is of het hier gaat om verschil in gember of om een handel in exotische gemberpotten" Deze beide ontwikkelingen zullen er volgens prof v. d. Woestijne toe leiden, dat wij in de toekomst niet meer van „het kruideniersassortiment" zonder meer kunnen spreken. Het gross iersbed rijf wordt hierdoor beroerd en daarmee de samenwerking tussen grossiers en de vrij willige filiaalbedrijven en winkeliers- inkoopverenigingen. De winkelier met een sterk afwijkend assortiment past in deze commerciële organisaties minder goed, aldus de hoogleraar, die dan ook een hergroepering verwachtte. De daling van het aantal bedrijven schetste hij als een economisch en sociaal saneringsproces, dat geen bewijs is voor een zwakke positie van de branche. produktievolume zal 6 procent toene men (in 1965; 5-5 procent). De land- bouwproduktie zal naar schatting met 5 a 6 procenit stijgen (3 in 1965), de in dustriële produktie met 7 a 7,5 procenit (6,5%), de bouwproduktie met 6,5 pro cent (6 en de dienstenprodukitie met 5 procen't (6 Prii: :en Wat de prijsontwikkeling betreft wacht het CPB, dat deze in 1966 gelijk zal zijn aan die in het afgelopen jaar. Akkoord in Stichting (Van onze i n. redactie) DEN HAAG Het bestuur van de Stichting van de Arbeid heeft gistermiddag overeenstemming be reikt over een deel van het vraag stuk der gelijke beloning voor man nen en vrouwen. Besloten werd nl. de vrouwenionen in gemengde func ties te verhogen tot het niveau van de mannenlonen. Dit resultaat kon (nog) niet worden bereikt voor de vrouwen in zgn. gelijk waardige functies, die vrijwel uitsluitend •oorkomen in bedrijven waar hoofdzake- ijk vrouwen werken, confectie- en tex tielfabrieken bijvoorbeeld. Voor deze be en zouden de consequinties van een dergelijke stap vooralsnog te groot zijn, uit overwegingen van concurrentie met buitenlandse fabrieken. De vakbe weging heeft begrip voor deze situatie getoond. Kortei we rkun De Stichting van de Arbeid heeft zich gisterei* behalve met de kwestie geor- ganiseerden-ongeorganiseerden, ook nog enige tijd bezig gehouden met de centra le loonpolitieke elementen (gelijke belo ning voor mannen en vrouwen, werktijd verkorting én koppeling van de loonont wikkeling aan de prijsontwikkeling), die de regering bij voorkeur niet aan de vrije onderhandelingen in de bedrijfs takken heeft willen overlaten. Het beraad over deze kwestie was op de lange baan gekomen door het niet-bereiken van overeenstemming over het minimumloon, dat ook tot de centrale loonpolitieke ele menten behoorde: zoals bekend heeft mi nister Veldkamp deze kwestie inmiddels tot een oplossing gebracht. Na afloop van de stichtingsvergadering werd meegedeeld dat over de drie nog overgebleven kwesties reëel overleg in goede sfeer is gevoerd. Verwacht wordt. in de volgende vergadering (8 fe bruari) algehele overeenstemming kan worden bereikt. De voornaamste stuwende kracht hier bij blijft de vertraagd doorwerkende stij ging van de arbeidskosten!, die in 1965 en 1966 samen 11 12 procent beloopt. Op grond hiervan is een gemiddelde prijsverhoging van krap 3 procent aan nemelijk, maar hierbij komen nog de prijsstijgingen als gevolg van de huur verhogingen (ruim 0,5 procenit) en de ■toegenomen druk der indirecte belastin^ gen (ca. 1 procent). Het volume der particuliere consump tie zal dit jaar waarschUnljjk dalen tot 4 procent (v.j. 7 procent), mede als ge volg van de bestedingsexplosie aan het eind van 1965. Het prijspeil van de investeringsgoe deren voor de bedrijven zal im 1966 ver moedelijk stijgen met 3,5 procent d.l. evenveel als vorig jaar. Uitvoer en invoer De omvang van de uitvoer za! vol gens verwachting van het CPB met 10 procent toenemen (v.j. 9 procent), ter wijl het volume van de goedereninvoer eens met 10 procent zal stijgen (v.j. 5.5 procent). He>t prijspeil van de goe- derenuitvoer zal stijgen met 1 procent (v.j. 1,5 procent), en het concurrend prijspeil van deze goederen met 2 pro cent, gelijk aan vorig jaar. Het invoer- prijspeil zal waarschijnlijk op gelijk ni veau blijven. Het Centraal Planbureau verwacht dat het overschot op de betalingsbalans dit jaar zal toenemen van 0.3 tot 0,4 mil jard gulden. Over de verdere mone taire ontwikkeling wordt opgemerkt dat deze bijzonder moeilijk is te voorzien. houden met de mogelijkheid van ern stige arbeidsonrust in een aantal be drijfstakken en ondernemingen. Ir. Bosma verklaarde dat de werkge versorganisaties deze mogelijkheid heb ben vercalculeerd in hun afwijzing van het nieuwe vakbewegingsplan. „Dit risi co aanvaarden wij volkomen", aldus de heer Bosma, die op een vraag of ook ongeorganiseerde werknemers eventueel zullen m eestaken voor de verkrijging van extra voordelen voor de georgani seerden antwoordde dat de solidariteit onder de werknemers niet onderschat moet worden. Zoals bekend staan de c.a.o.-onder handelingen reeds in een vijftal be drijfstakken „op scherp": de textiel industrie, de confectie-industrie, de aardewerkindustrie, de havens van Rotterdam en Amsterdam en de AKU. De heer Kloos verklaarde dat de be trokken vakbonden voor de verdere ontwikkelingen het eerst verantwoor delijk zijn, maar dat zij in voortdu rend nauw contact staan met de vak centrales. Vrouwelijk schoon voortaan verzekeren AMSTERDAM Het ls fn ons land voortaan mogelijk lichamelijk schoon te verzekeren. Een Amsterdamse verzeke ringsmaatschappij voegt namelijk voortaan een „schoonheidsclausule" aan zijn ongevallenpolis toe. Volgens deze clausule kan een vrouw die een ernstig litteken op gezicht, arm of been krijgt, een uitkering ontvangen tot een maximum van tien mille om daar bijvoorbeeld een plastische chirurg mee te betalen. De huisarts, in samenwerking met de medicus van de verzekeringsmaat schappij, bepalen of al of niet tot uit kering kan worden overgegaan- Defensie bestudeert overschot aan reserve-officieren (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG Het ministerie van defensie houdt zich bezig met de vraag of het gewenst is in de toe komst reserve-officieren zonder mo bilisatiebestemming te blijven benoe men. Ter bestudering van dit vraag stuk is een speciale comissie inge steld. Van de ruim 24000 reserve-officieren bij de Landmacht heeft ongeveer de helft geen mobilisatiebestemming. Dit hangt damen met het feit dat het aan tal parate onderdelen in ons leger de laatste jaren is toegenomen. Per krijgs machtsonderdeel varieert dit sterk. Bij de Marechaussee, de Aan- en afvoer- troepen en de Geneeskundige troepen is ongeveer 70 procent mobilisabel. Bij de Luchtdoelartillerie en de Technische dienst bedraagt dit percentage slechts 13. Daar tussen in komen de Infante rie en de Genie met ongeveer 50 pro- Het ministerie van defensie heeft on der de reserve-officieren zonder mobi lisatiebestemming een enquête gehou den. Hierin worden aan de betrokkenen verschillende mogelijkheden tot veran dering voorgelegd. Onder andere ont slag op 35-jarige leeftijd. Thans wordt de reserve-officier ontslagen als hij 45 jaar oud is. Voorts wordt geïnfor meerd naar de bevorderingsgang en de binding die de reserve-officier zonder mobilisatiebestemming nog voelt met de krijgsmacht. Op Defensie verwacht men dat nog dit jaar een beslissing over deze aan gelegenheid zal worden genomen. UTRECHT Mijnwerkers die als gevolg van sluiting der mijnen ge dwongen zijn een andere werkkring te zoeken kunnen theoretisch alsnog voor militaire dienst worden opgeroe pen. Zij kregen indertijd vrijstelling vanwege hun ondergrondse werk zaamheden. (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG De prijsontwikke ling heeft in 1965 de gemaakte ra mingen niet overschreden. Ten op zichte van het jaargemiddelde van 1964 steeg het prijsindexcijfer van het levensonderhoud met 5 procent. Dit komt overeen met de berekenin gen die het Centraal Plan Bureau heeft gemaakt. Dit zegt de minister van Economische Zaken. drs. J. M. den Uyl. in een nota m de Tweede Kamer. In dit stuk wor- m recente gegevens over het prüs- irloop vermeld. De kostenstijging is door verschillen de factoren veroorzaakt. Ongeveer 2 pro- ient daarvan komt voor rekening van externe ontwikkelingen zoals net EEO- landbouwbeleid. stijging van het invoer- pnjspeil en slechte weersomstandighe •Jen. De verdere stijging is het gevolg van de arbeidskosienstijging. In 1965 be droeg het gemiddeld percentage der loonsverhogingen 11 procent. Daarnaast 'leeft ook de loonkostenstijging van eind Dat ondanks deze lastenverzwaring de prijsontwikkeling niet hoger is uitgevallen w.ijst erop dat het be- drijfsleven over het algemeen aan het gevoerde prijsbeleid de noodzakelijke medewerking heeft gegeven, aldus de bewindsman. Ongeveer de helft van de totale stij-1 ging valt toe te schrijven aan een stij- I r'.ing van de agrarische produkten en 1 voedings- en genotmiddelen. Tot deze groep behoren onder meer brood, meel- j en zuivelprodukten. plantaardige oliën en koffie. Als gevolg van de belastingmaatrege- 1 Ier. in het kader van het dekkingsplan zal het prijsindexcijfer in 1966 met 0,7% i stijgen. De huurverhoging betekent een stijging met 1 procent. Er zijn geen aan- wiizingen dat de gedragsregels voor de beheersing worden overtreden Niette- min heeft minister Deu Uyl opdracht ge- eeven om de prijsbewaking te verscher- i-' het levensonderhoud van Agrarische produkten en vis Produkten vnl. uit agrarische grond stoffen Overige industriële produkten Huren (huishuur) Overheidsdiensten Particuliere dienstverlening Vrijwillige ziekenverzekeringen en overige vrijwillige verzekeringen Afrondingsverschil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 9